Hèhè, de verhuis is achter de rug. Het leven begint weer zo´n beetje zijn normale gang te gaan. Mijn nieuwe woonst is op het eerste verdiep en heel gezellig. Ik geniet ervan om alles naar mijn zin een plaatsje te geven. Chiara, mijn trouwe viervoeter heeft een geweldige plek gekregen. Ze ligt in haar nest voor het venster en ze vindt het daar zo goed dat ze ´s nachts niet meer stiekem op het voeteneinde van mijn bed kruipt. Vanuit het venster hebben we zicht op de Vogelmarkt; door de Nederlandse bezoekers Vogeltjesmarkt genoemd en erg gewaardeerd! Veel vogeltjes zijn er niet meer. Een kraam of vijf misschien waar onze kleine gevederde vriendjes zitten te pronken in de meest bonte kleuren en waar een paar kippen, eenden en een enkele haan mistroostig op een nieuwe eigenaar zitten te wachten. De jonge hondjes en poezen mogen niet meer op de markt verhandeld worden, maar er zijn enkele dierenwinkels in de buurt en ja, ik zie ieder weekend toch hoe zo´n klein diertje in de armen wordt genomen, geknuffeld en gekocht. Ik hoop dan altijd maar dat het nieuwe tehuis een goed tehuis zal zijn, want het schattig puppyke wordt niet vanzelf proper en gehoorzaam. Daar komt veel werk en geduld bij kijken. Ik woon nu nog dichter bij het Centrum en bijna dagelijks flaneer ik over de Meir en Keyzerlei. Het is daar altijd een gezellige bedoening. Antwerpen is jarenlang een grote bouwwerf geweest, maar uiteindelijk mag het resultaat gezien worden en zijn de verhoopte bezoekers, zoals kooplustige mensen en kooplustige toeristen aanwezig. Het is niet direct mijn grootste hobby om in een kooplustige massa rond te kuieren, maar het weer is zo slecht dat ik de parken vermijd en mij veilig op de trottoirs voortbeweeg. Zodra Chiara ook maar een plasje water of een hoopje modder ziet, trekt ze mij daar met alle macht naar toe. Ze moet en ze zal zich in de nattigheid wentelen!xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Het is spijtig dat we niet in het park kunnen wandelen, want de natuur is haar lentekleed aan het aantrekken. De treurwilgen vind ik het mooist nu. Teergroene sliertjes versieren de takken en maken van iedere boom een schilderij. De tulpenbomen dragen hun bloesems, maar door het slechte weer komen de witroze bloemen niet tot hun volle schoonheid.
De Paasbloemen trokken zich nergens wat van aan. Die bloeiden geel/brutaal overal waar je maar keek. In de tuinen, in de parken, op de vensterbanken en ze kleurden de Vogeltjesmarkt geel!
Enkele jaren geleden maakte ik een gedichtje over de Paasbloem in mijn kleine stadstuin van 5 meter op 7. Die tuin heb ik nu niet meer, maar het gedicht nog wel. Het is nog steeds actueel en dat is heel erg
.
|