Vannacht heb ik een zoete droom gehad.
Je lacht... en toch is het waar.
We liepen hand in hand...
en vertelden elkaar.
In jouw ogen zag ik een geluk
Mijn vriendschap voor jou gaat nooit meer stuk
Van blijdschap wil ik springen...
en laat mijn hartje zingen.
Geen enkel snel gebaar of vluchtig kinderwoord
niets is er in mij dat jou echt stoort.
Integendeel, mijn zotte kuren en mijn gekke zinnen
maken jou steeds warm vanbinnen.
Je bent gelukkig nog jong van hart
en bekijkt de dingen niet te zwart.
Ook al is er eens getreur...
je petekind zorgt dan voor kleur.
Heb je het nu en dan wat zwaar
bel me op en ik ben daar.
Want een bompa veel te druk
loopt anders weldra met een kruk.
Om mij hoef jij je geen zorgen te maken
ik vlieg toch door lessen en taken.
Ik voel me kerngezond en beresterk
en voor de rest heb ik goed mijn werk.
Ik toever nu op je beide kaken...
drie dikke zoenen die blijven smaken.
Zo is mijn droom geen bedrog
en voel je, ik ben er nog !
Je petekind Jannes