10°Scaldistocht:
Vandaag een wandeling tegen de taalgrens. Ik ging wandelen in Helkijn waar de wandelclub uit Heestert er hun jaarlijkse Scaldistocht houdt.
Helkijn (Frans: Helchin) is een dorpje in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van de faciliteitengemeente Spiere-Helkijn. Het was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1977. Helkijn ligt langs de Schelde, tegen de grens met Wallonië. In 847 werd Helkijn voor het eerst vermeld, als Helcinio. Het betreft hier wel een afschrift van omstreeks 1300. In 988 en 1156 werd Helkijn opnieuw gemeld. In 988 werd een eerste kerk vermeld. Het patronaatsrecht berustte bij de Sint-Maartensabdij van Doornik. Van militair belang was het Hoge Hof, het kasteel van de bisschoppen van Doornik. Het lag in het grensgebied tussen de invloedssferen van Frankrijk en Vlaanderen en werd regelmatig als uitvalsbasis voor Franse troepen gebruikt. Toen in 1521 het Doornikse door Karel V werd ingelijfd, verminderde de militaire functie. Toch kwamen er nog regelmatig Franse troepen naar Helkijn, zoals in 1674 en 1677. De Fransen legden een linie aan van Menen naar Spiere, die in 1689 door Spaanse troepen werd doorbroken. Van 1896 tot ongeveer 1930 kende Helkijn een suikerfabriek, de Sucrerie d’Helchin, waar ongeveer 175 mensen werkten. In 1937 kwam een groothandel in granen en meststoffen in de gebouwen. In 1918 leed het dorp zware schade door beschietingen tijdens de terugtocht van de Duitsers. De kerk en een derde van de huizen werd beschadigd.
De start was vanuit het B-Complex te Helkijn waar de jeugd er hun matchen spelen. Ik was redelijk vroeg, daar de weersvoorspellingen niet gunstig gingen zijn. het was een door de weekse rustige wandeling.
De kerk van Helkijn.
De Sint-Jan Baptistkerk is de parochiekerk van de tot de West-Vlaamse gemeente Spiere-Helkijn behorende plaats Helkijn, gelegen aan het Gemeenteplein. Volgens sommigen zou er al in 650 een kerkje in Helkijn geweest zijn, dat gesticht zou zijn door Sint-Eligius. Een eerste schriftelijke aanwijzing van een kerk in Helkijn is van 988. Het patronaatsrecht is aan de Sint-Maartensabdij van Doornik en de kerk is eigendom van de bisschop van Doornik, evenals de dorpsheerlijkheid. Omstreeks 1200 werd een romaanse kerk gebouwd en in de 17e eeuw werd deze kerk nog vergroot. Er werd een driezijdig koor aangebouwd. In 1686 werd tegen het koor aan de zuidkant een sacristie gebouwd. Op 8 september 1686 werd de kerk echter verwoest door brand. Van 1694-1705 werd aan een nieuwe kerk gebouwd in Doornikse steen, terwijl de behouden gedeelten, namelijk het koor, de zuidelijke sacristie, de kapellen en de westgevel, in baksteen waren uitgevoerd. Ook van Doornikse steen waren de delen van het romaanse bouwwerk, die nog bewaard bleven, zoals de ingang in de westgevel. In 1716 werd een bakstenen klokkentoren gebouwd. In 1886 werd de noordelijke sacristie opgetrokken. In 1918 werd het dak en de sacristie zwaar beschadigd. Na de oorlog werd de kerk hersteld.
Het Kasteel van Bossuit is een kasteel in de tot de West-Vlaamse gemeente Avelgem behorende plaats Bossuit. Het domein was een achterleen van de dorpsheerlijkheid Bossuit, in het bezit van de familie van Gruuthuse en zeker vanaf 1629 in bezit van de heren van Bossuit, en wel achtereenvolgens de families Hovine en, vanaf 1710, de familie Luytens. Het werd de zetel van de heren van Bossuit en in 1629 werd voor het eerst melding gemaakt van gebouwen op deze plaats: ung fief consistant en une maison, granges et estables, ofwel een leengoed bestaande uit een huis, schuren en stallen. In 1764 werd het tegenwoordige kasteel gebouwd in opdracht van Maximiliaan-Frans-Jozef Luytens en naar ontwerp van Le Saffre. De familie Luytens werd als kasteelheren opgevolgd door de families d'Hangrin en De Beauffort. In 1867 werd in opdracht van de De Beaufforts het kasteel verbouwd, waarbij vermoedelijke verhoging van het kasteel en de bouw van vier hoektorens plaats vonden. Ook werd het voorste deel van de omgrachting gedempt. In 1850 werd een oranjerie gebouwd en omstreeks deze tijd werd ook een park in Engelse landschapsstijl aangelegd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de zuidoostelijke hoektoren vernield. Deze werd later weer herbouwd. Op het domein vindt men nog de orangerie van 1850, koetshuizen, knechtenwoningen van 1862, wasput voor de paarden met pomp en drinkbakken, en een kapelletje. In het park vindt men een grillig gevormde vijver, resten van een hoogstamboomgaard en enkele zijbeken van de Bouvriebeek welke hier ontspringen.
Een rustige en aangename wandeling.
|