Mevrouw Karin Temmerman Laarne, 5 januari 2006xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Schepen van Stedenbouw
en Mobiliteit
Stadhuis Botermarkt 1
9000 Gent
Geachte mevrouw Temmerman,
Ik ben zo vrij u een pijnlijke situatie te melden. Het volgende deed zich voor.
Op 19 november gingen mijn vrouw (rolstoelgebruikster) en ik naar het Big Bang-evenement in de Vooruit. Onze auto stond geparkeerd in de ondergrondse parking aan het Zuid. Het liep al tegen 1 uur aan toen we naar onze auto wilden en vaststelden, dat de lift aan het AC het niet deed.
Omdat er geen enkele andere manier was om in de parking te geraken, moesten we noodgedwongen langs de auto-uitrit afdalen. Gezien de uitstroom van autos was dat een bijzonder gevaarlijke onderneming, bovendien buitengewoon oncomfortabel voor roltoelgebruiker én begeleider.
Toen ik de (hoffelijke en gedienstige) parkeerwachter hierover aansprak, gaf hij mij een klachtenformulier dat ik kon opsturen. Ik heb geen copie bewaard van dat formulier, maar mijn klacht kwam er in essentie op neer, dat ik graag wou weten waarom wij elf euro (als mijn geheugen mij niet in de steek laat) moesten betalen om mijn vrouw als tweederangsburger te laten behandelen. Ik was niet boos, ik was woedend.
Recent kreeg ik een antwoord van de directeur exploitatie van Interparking (copie als bijlage). Behalve enkele feitelijke onjuistheden, gaf hij te verstaan dat dit eigenlijk een probleem is voor de stad Gent. Mijn antwoord op zijn brief voeg ik ook als bijlage toe.
Ik huiver bij de gedachte dat dit griezelscenario zich nog eens zou voordoen. Mijn woede over dit voorval is intussen weggeëbd, mijn verontwaardiging niet.
Met vriendelijke groet,
Gerrit De Clercq
Warande 88
9270 Laarne
|