Het Duitse
leger brak door tussen 13 en 15 mei 1940 nabij Sedan en Charleville, waardoor
ze de KW linie konden omzeilen. De Belgen aan de KW linie wisten niet van de
doorbraak nabij Sedan en Charleville, zij moesten zonder slag of stoot hun
"ijzeren muur" prijsgeven en zich terugtrekken.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De Fransen
lagen in Breda op 15 mei 1940, toen men hoorde dat Nederland de wapens had
neergelegd ! De Fransen kregen het bevel
om zich terug te trekken en de Schelde linie te versterken. Op 15 mei 1940
begon het Duitse 18de leger met de aanval op Antwerpen.
16 Mei 1940 Donderdag. Met de
bus tot Schelderode. Daar slapen we nogmaals. Goeie mensen. Ons haar wordt
geknipt. We denken aan onze thuis
17 Mei 1940 Vrijdag. Vroeg uit.
Schone dag. Vertrekken. We liggen op een villa te Melsen bij Gent. Slechte
berichten in de radio. Duitse troepen bij Antwerpen. Ik denk aan broertje en
poesje en de kleine Walter en aan allen. We slapen gerust niettegenstaande het
geschut.
Melsen is een dorp
in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van Merelbeke.
18 Mei 1940 Zaterdag. Zon schone
tijd en er gebeurt zoveel. Als we feitelijk nagaan hoe schoon het leven had
kunnen zijn en hoe het nu is. Soms heb ik hoop, soms ben ik de zwartkijker
Ik
krijg zon miserabel idee over de wereld. Mijn moedertje leerde t me zo schoon
allemaal gaarne te zien en nu roep ik tegen eenen broeder die zich Duits heet:
moordenaar! Mensen brengen slechte berichten over het opblazen van de bruggen
in Boom. Op deze dag
ontmoeten Belgen en Nazis elkaar aan de Leie, het Belgisch leger vocht er het
zwaarder en heldhaftiger dan alle andere vorige veldslagen, niet alleen de
Ardense jagers bewezen hier geoefende en vastberaden strijders te zijn, maar
ook vele onder de wapens geroepen Vlaamse jongeren vochten er als leeuwen ! Ze
konden de Duitsers op een afstand houden !
Maar de
situatie werd slechter, Frankrijk was zo goed als onder de voet gelopen en in
België krioelde het van de vluchtelingen, de Britten waren zelfs al aan het
inschepen voor hun terugtocht naar Engeland.
De toestand zag er voor de Belgen steeds minder en minder goed uit.
19 Mei 1940 Zondag. Verzamelen
om 7 uur. Op t kasteel van Schelderode wachten. We wassen ons flink de eerste
maal sinds we thuis weg zijn.
20 Mei 1940 Maandag. Mee met de
luitenant. We maken goed eten. Afwisselen met de wacht.
21 Mei 1940 Dinsdag. We zorgen
alweer voor ons eigen buik. Het is weer een geweldig gebonk der kanonnen. We
moeten zorgen voor abris. s Avonds wacht. Er schiet iemand op ons wacht!
22 Mei 1940 Woensdag.
Vliegtuigen zijn op post. We doorleven weer donkere uren. Eten is er genoeg:
spek en eieren en melk. De tijd is wel onveilig, moeten we weg ?... Och Here,
sta ons bij. t Is toch zo akelig. De Duitsers
bleven alles in de strijd gooien, namen enkele bruggen over de Schelde in en
dwongen de geallieerden een terugtocht tot achter de ijzer, De Schelde linie
werd verlaten evenals een week ervoor de KW linie.
23 Mei 1940 Donderdag. Altijd
maar doormarsjeren, gans de nacht, tot we in Lotenhulle aanbelanden. Wij zijn
geradbraakt, we vinden toch slapen. Dan komt er een schoon, schoon briefke van
mijn lieve broertje. Die kleine laat toch zo goed zien hoe hij van ons houdt.
We zijn toch 2 gebroers. Zn brief is van de 14de
24 Mei 1940 Vrijdag. De dag is
schoon maar al wat hij meebrengt vies en slecht. Brood is nergens mee te
krijgen. Het paardenbrood van gisteren was plat en oneetbaar. De mensen in dees
streek zijn zo schrokkig en zonder mening
Alle lijkt zo zonder eind na 14
dagen.
De dag van
het laatste grote treffen tussen Duitse en Belgische eenheden. Nabij Kortrijk braken hevige gevechten uit,
doch met hevige weerstand slaagden de Duitsers erin om de rivier (Leie) over te
steken. Bij Harelbeke konden de Duitsers
dan een kleine bruggenhoofd uitbouwen, waardoor er nieuwe Duitse troepen konden
worden aangevoerd
25 Mei 1940 Zaterdag. Vroeg
vertrekken. We springen een auto op. We leggen heel wat kilometers af. We komen
door Brugge. Boel is daar normaal. Na enkele kilometer landen we te
Aalter-brug
De stoet van vluchtelingen was enorm vandaag.
26 Mei 1940 Zondag. t Is wel
wat met die vliegers. Ze leggen wel alles aan op verraderlijk opdagen met hun
luchtvloot. De moordenaars.
27 Mei 1940 Maandag.
Er zijn vieze teleurstellende berichten over de strijd. De jongens vertellen
ons weinig goede berichten over gevallen makkers. Die jongens laten toch hun
jong leven! Het einde
voor de Belgen was nabij, aan de Leie werden nog 2 gevechten geleverd. Bij Vinkt en Knesselare vielen de Duitsers
keer op keer aan, maar werden teruggeslagen, woedend door hun nutteloze
aanvallen vergrepen de Duitse eenheden in Vinkt zich aan Burgermoorden.
28 Mei 1940 Dinsdag. Overgave.
Na een kille, akelige nacht komen we te weten dat België het laatste stuk van
zijn vrijheidadem heeft gelaten! De vliegtuigen bombarderen ons toch nog en we
zien er eentje naar omlaag komen. We zijn nu in Stene bij Oostende. We rijden
naar Oostende, alles is daar een droevig schouwspel. We moeten maken dat we er
wegkomen want het wordt gevaarlijk. Leopold III
werpt de handdoek in de ring. Tijdens de Achtiendaagse Veldtocht (10-28 mei
1940) stierven ongeveer 6.000 Belgische militairen.
29 Mei 1940 Woensdag. We blijven
nog in Veldhoek. We zagen gisteren een lange stoet Duitse troepen. Nu komen er
af en toe vliegtuigen over dwalen. We vernemen alles behalve gezellige
berichten. We hebben hongerige magen en zoeken eten. Het is droevig en
misschien duurt het nog lang?
Veldhoek is
een deelgemeente van Evergem in de buurt van de Gentse kanaalzone.
30 Mei 1940 Donderdag.
De dagen en de nachten zijn zeer killig al is t zomer. De orders zijn streng
en tuchtvol. De schuur doet ons nog goed en we zorgen voor de bik. Van de
keuken krijgen we aardappelen en de rest schooien we. Nog altijd niks van
voorttrekken. Alles is hier nog hoe langer hoe doelloos. We kijken eens naar de
fotokes. We krijgen eens wat heimwee. We voelen ons zelve niet lijk t moet en
zo eindigen dagen die zo heel anders hadden kunnen zijn. s Avonds in t stro
vertellen we. Hebben we wat geluk in zaken die allang voorbij zijn. Ergens is
een ontploffing en vliegtuigengezoem.
31 Mei 1940 Vrijdag.
Om 6 uur in de morgen is er zon, dan wordt het weer donker. Alles is
overtrokken. We horen mis in een boomgaard. Van achter op een auto is alles
uitgestald. Het is zo eenvoudig en roerend dit toneel van de jongens in kaki
die buigen en bidden voor alles. Dat miske zal me altijd bijblijven. s Avonds
doen we zon plezierreiske van 8 kilometer en komen dan terug naar Waardamme.
De Duitsers hebben onze plaatsen reeds ingenomen.
Waardamme is een dorp in de Belgische provincie
West-Vlaanderen en een deelgemeente van Oostkamp.
1 Juni 1940 Zaterdag.
n Marsj om nooit te vergeten. Vanaf 5 uur s morgens. De rit van 50 à 60 kilometer duurt
lang. Er blijven heel wat jongeren bij. We slapen in een oud kasteel. Zo maar
op de grond
2 Juni 1940 Zondag. Vanaf s voormiddags in de bres. We marsjeren goed door al
kunnen we moeilijk. We passeren Gent en geraken tot Zeveneken
We verkwikken
ons wat en slapen in een school die ons een stede verschaft waarop we ons
knoken zeer doen. Maar overmoeid kan ons elke rust goed verdragen. Ik denk deze
dagen altoes veel aan huis
3 Juni 1940 Maandag. De dag begint vroeg want om op die hardheid te blijven is
meer dan moed van doen. Er is zon in de lucht en allerhande berichten. Wel
rijst de eeuwig kapitale vraag: mogen we naar huis? Ik tekende op t bord en
schreef een spreuk: Kinderkens, bemint elkander! s Avonds als we al op ons
steke liggen wordt er gebombardeerd. We slapen alles behalve gerust.
4 Juni 1940 Dinsdag. 8 dagen na die overgave. De berichten van deze dagen zijn
maar al te variant. Hoe lang gaat dat spelleke hier nog lopen? We beleven een
schoon weerke
We hebben alles te doen zoals ze t willen!
5 Juni 1940 Woensdag. Schoon weer. Alles is afgezonderd. De straat mag niet
bezocht worden. Er wordt gewassen en gedroogd en daarbij veel nieuws gehoord
dat op niets trekt.
6 Juni 1940 Donderdag. We staan in de vroege morgenduren paraat om wat te marsjeren.
De enkele kilometers gaan wel goed. Ik leg toch wat goed op de fiets van de
luitenant. Dan komen we in Kalken en vinden een plaats: café + beenhouwer. Ik
krijg nieuws van een bezoeker dat mijn broerke nog niet thuis is.
Broer Theo,
juist 16 geworden, is in de eerste weken van Mei overgebracht naar het Zuiden
van Frankrijk samen met Jef, de man van Elza. Ze zitten in Saint-Sauvy in de
Gers in het departement Midi-Pyrenées. Weerbare Belgische mannen, die niet
onder de wapens waren, werden daar samengebracht ter voorbereiding van een
eventueel tegenoffensief.
|