Nonkel Franseken
22 Februari 1919 - 3 November 2002
11-08-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.13 Oktober 1940 “Zondag. Jaarmarkt. Julian nog niet thuis.”

15 Oktober 1940 “Dinsdag. Kaartje van mijn beste makker. Kriegsgefangenenlager.”xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />

Julian heeft een kaartje gestuurd.

 

18 Oktober 1940 “Gedichten Theo Sirene. Brief aan Vlijtingen. Vader heeft geen werk meer. Liefde leeft niet om te krijgen maar wel om te geven.”

Broer Theo schrijft gedichten en stuurt deze naar Sirene onder het pseudoniem Theo Schalk.

Sirene (bron: Louis Paul Boon centrum)
Het eerste nummer van Sirene was in december 1939 verschenen. Dit “Maandblad voor Jongeren”, zoals de ondertitel luidde, was in feite een soort schoolblad dat door studenten van de Rijksnormaalschool Lier werd uitgegeven. Daar was ook het redactiesecretariaat gevestigd. De inleidende tekst bij het nieuwe tijdschrift kon men nauwelijks een programmaverklaring noemen en toch was meteen duidelijk dat het blad niet zonder enige “pretentie” lonkte naar de literaire wereld, het wou “een wolf zijn in het landschap”.
Dat landschap zag er volgens de redactie troosteloos uit, dor en onvruchtbaar. Om enig leven in de brouwerij te brengen riep Sirene de jongeren, met name studenten, op om al hun pennenvruchten in te sturen. Ook zocht men steun bij al wie nieuwe literaire paden zei te willen bewandelen. De redactie erkende dat “Sirene onmogelijk een studententijdschrift kon blijven. Het moest groeien, en daarom werd alles wat met den naam studentikoos kon aangeduid, geweerd. De stichters waren er van overtuigd, dat hun blad iets kon worden. Ze werkten door”.
De redactie drong er in de zomer van 1940 bij Hubert Lampo op aan om regelmatig mee te werken aan het blad. Voor die gelegenheid werd een vergadering georganiseerd in een café vlak bij het centraal station van Antwerpen. Het was daar, in “Hotel des Sports”, dat Lampo voor de eerste keer ene Piet van Aken ontmoette, die eveneens uitgenodigd was om op regelmatige basis mee te werken aan Sirene. De jonge schrijver Van Aken had net als Lampo kort tevoren (in 1939) zijn entree gemaakt in Vormen, met het verhaal “De man en de hond”, maar de twee hadden elkaar tot op dat moment nog nooit ontmoet. Van Aken had toen, in tegenstelling tot zijn leeftijdgenoot Lampo, al enige ervaring in het literaire wereldje opgedaan. Korte tijd was hij redactiesecretaris geweest van Vlucht (mei 1937 - 1939), het blad van het Willemsfonds in Boom. En naast de korte verhalen die in Vormen waren gepubliceerd, had Van Aken in 1938 al in eigen beheer in een erg bescheiden oplage van 75 exemplaren het verhaal “Twee van “t gehucht” uitgegeven, een psychologische verhaal van een dramatische liefde tussen twee zwijgzame zielen tegen de achtergrond van de Rupelse steenbakkerijen. Piet van Aken en zijn vader verkochten het 52 pagina tellende boekje thuis voor de prijs van 5 frank.
Achteraf bezien, traden Lampo en Van Aken via Sirene toe tot een groep jongeren die zich geroepen voelden om de literatuur een nieuw elan te geven en vonden dat zij dat, zeker na de opheffing van Werk en Vormen, niet konden doen via de bestaande tijdschriften. Het uitbreken van de oorlog had hen niet kunnen remmen in hun enthousiasme voor de Schone Letteren en nog lang na de “wondere zomer van 40” zouden zij hun zendelingenwerk rustig voortzetten.
Niet alleen met de import van een heleboel nieuwe jonge auteurs zoals Johan Daisne, Kamiel Top (1923-1945), Luc van Brabant (1909-1977) en Remy C. Van Kerckhove (1921-1958) veranderde Sirene drastisch. De lay-out en het formaat werden eveneens grondig onder handen genomen. Het secretariaat verhuisde naar Boom en de redactie werd gevoelig uitgebreid door het samengaan met het blad Richting van de Rijksnormaalschool Blankenberge in oktober 1940 en later in januari 1941 met Hedendaagsche Kunst, een Brugs kunstblad. Bovendien werd er besloten om van het blad een halfmaandelijkse uitgave te maken. In het eerste halfmaandelijkse nummer van 15 oktober werd Heidekens officieel als redactielid vermeld. Daarmee werd het blad zo goed als volledig losgekoppeld van het oorspronkelijk studentikoze “wolvenblaadje” van de Rijksnormaalschool Lier.

Sirene nieuwe stijl bleek alleszins succesvol. Wat oorspronkelijk een bescheiden studentenblaadje was, veranderde onder impuls van Heidekens in bliksemvaart tot een volwaardig literair blad. Niet alleen boek- film- en theaterbesprekingen vulden het blad, er werden ook uitgebreide interviews opgenomen en natuurlijk veel poëzie en proza. Het blad slaagde er bovendien in om interviews met gereputeerde schrijvers af te drukken, vergezeld van ongepubliceerd werk, onder meer een gedicht van Willem Elsschot: “Spijt”. Kamiel Top publiceerde daarmee het eerste interview met de schrijver Elsschot. Eerder had Top al op zeventienjarige leeftijd een tekst “Een begrafenis” naar Elsschot opgestuurd die daarover zeer lovend schreef in een brief aan Jan van Nijlen.
Auteurs die ondanks het gebrek aan tijdschriften toch wensten te publiceren konden bij Sirene terecht. Dat laatste aspect speelde bij Lampo en Van Aken beslist een rol om verdere medewerking aan het blad te verlenen.
Het kon niet op voor de jeugdige hemelbestormers: koste wat kost zouden zij zich een plaats veroveren in het volgens hen ingedommelde literaire wereldje. Hierbij moest behalve een drastische reorganisatie van het blad ook de oprichting van een eigen uitgeverij een rol spelen. De uitgeverij Sirene (Meir 119, Antwerpen), een vereniging zonder winstoogmerk (vzw), werd voor het eerst vermeld in Sirene van november 1940. Voor zover ik heb kunnen reconstrueren gaf de uitgeverij in haar korte bestaan zeven goed verzorgde werkjes uit, voornamelijk poëzie: Frans Swerfgeest, Klein Boeket (1941). Frans Swerfgeest, De ring om het hart: verzen (1941). Jos Vanderstappen, Het zoek licht in de mist (1941). Fritz Vlaminc [ps. Joris Verstappen] Sirene: bloemlezing uit het werk van jonge dichters, (1941). Ernest de Weert, Kameraadjes: een dichtkrans voor de jeugd (1941). Theo Schalk, Mozaïek (1941). Jos Wilzen, Groet (1941). Een aantal andere boekjes werden aangekondigd maar verschenen niet of werden later elders uitgebracht zoals De andere weg van Houthuys” jeugdvriend Remy C. Van Kerckhove bij Nijgh en Van Ditmar.

28 Oktober 1940 “Maandag. Al enkele keren schreef ik naar Vlijtingen. Nog geen antwoord. Ik krijg een treurige brief uit Loksbergen: René is gestorven. Ik kribbel aanstonds terug.”

Frans onderhoudt een correspondentie met de mensen die hem als "front"-soldaat onderdak hebben verschaft.

 



Geef hier uw reactie door
Uw naam *
Uw e-mail *
URL
Titel *
Reactie *
  Persoonlijke gegevens onthouden?
(* = verplicht!)
Reacties op bericht (0)




Zoeken in blog


Archief per week
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!