Eén der ergste zaken die ons overkomen konden
is nu opgedaagd. Vader is ziek te bed. Het zijn erg droevige dagen voor ons
allen. De oorlogstijd, het dure, bijna onmogelijke leven en dan nog een zware
ziekte daarbij. Vader was al veertien dagen niet goed maar zou van t
bed-blijven niet weten. Hij zorgde voor Anna de Coeseman omdat hij er zon
meelij mee had en nu bleef hij zelf liggen. Op den nacht van zondag op maandag
moest moeder s nachts al opstaan en zorgen voor vader. De ziekte was gemeend
en Dr. Cuyckens stelde een zware kou- bronchit vast. Zo gaan de dagen in een
dubbele triestheid verder en het door-en door slechte weder betekent voor den
zieke zeker geen vooruitgang. Vader werd gespoten voor zijn luchtpijpen vrij te
maken (ephidrine) dat gaf hem ook voor zo lang het mocht duren wat rust. En het
hart klopte alzo wat regelmatiger. Dat hart is heel en gans slap en werkt heel
moeilijk. Vader weet dat zelf. Deze laatsten nacht had hij gedroomd dat hij
dood was zei hij en nu zelf konstateerde hij dat zn hart niet al te bestig
meer mee wilde.
Zoals ik dikwijls in mijn dagboek schreef is vader heel en al dezelfde van mij.
Onze gedachten koncentreren zich geweldig met elkaar. Soms botsten we maar de
verstandhouding werd steviger omdat vader en ik elkaar begrepen. Nu weer komt
het tot uiting. Vader verzweeg altijd dat het hem slechter ging. Ik vat zn
gedachten. Ik ook zou in zijn geval hetzelfde hebben gezegd. Maar ik weet
nochtans dat vader héél héél ziek is. Nu kan hij niet meer goed blijven liggen.
De rug doet hem pijn. Hij wordt heel moeilijk te hanteren en zn ogen volgen
ook de minste beweging en het kleinste woordje vat hij op. Gisteren zei hij nog
dat ik het niet al te triestig moest opnemen. ´Triestig maak je t maar als je
wilt, je moest eens zien als ik moest uit mijn bed zijn dan weet je niet eens
dat ik ziek was` en zo is vader.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Het zijn heel droevige uren, moeder bijzonder
lijdt er onder. Zij slaapt in de voorplaats op een divan. Maar al de zorgen en
kommer rusten alweer op heren. Dan is ook Theo, al is hij zo artistiek, zo toch
te benijden en kan ik, al maak ik kabaal, het wel aannemen dat het een
gevaarlijke ouderdom tot begrijpen is. Van mij zelve merkt men dat het niet
goed is bij mij tehuis al wil ik het ook zo licht mogelijk schikken en betrouw
ik op God
Verder hebben we de droevige dagen van nonkel Frans
zijn begrafenis. Nonkel Frans stierf op 14 februari in t gasthuis van
Antwerpen als slachtoffer van een arbeidsongeval. De man had een schone
begrafenis. Maar het was buitengewoon koud, broer en ik namen er aan deel.
Het weer blijft deze dagen vreselijk koud. Een
strenge winter en de mensen lopen achter kolen als waanzinnigen. Met nonkel
Frans wordt hier Frans Van Cammeren (1878-1942) bedoeld, eigenlijk een
stiefnonkel. Hij is één van de twee voorkinderen van Anna Catharina Van Herck,
door grootvader Gommaar Van Cammeren erkend bij zijn huwelijk met haar.
Die Nonkel Frans werkte op een steenbakkerij en
werd vertrappeld door zijn paard dat panikeerde voor een losgeslagen
wagonnetje. Foto afkomstig van
www.tenboome.be
|