De wandeling. La Gaume Buissonnière is een buitenbeentje dat al sinds 1986 de Gaume voor wandelaars ontsluit dankzij een enorme lus van 225 km. Aanvankelijk was het gebied wat vergeten door de GR's, al kan dat vandaag niet meer gezegd worden. Hier getuigt een wandelpaal (op Frans grondgebed) van. Wij stappen vandaag 8.7 km en dat is eigenlijk een lange, maar niet zo zware klim uit Orval (en het riviertje de Williers) naar het hooggelegen Florenville. Niet zo zwaar, maar dat is dan zonder rekening te houden met een bijzonder steil pad bij het naderen van Florenville. Het is bovendien hier en daar gevaarlijk toegetakeld door een ruiter met zelfmoordneigingen, wat hier en daar voor flink wat bodemerosie heeft gezorgd. Het eerste deel van Orval tot Chameleux is zonder meer topklasse en het is dan ook niet verwonderlijk dat zo veel langeafstands- en andere paden hier gebruik van maken. Je loopt parallel met de niet altijd even zichtbare Williers, die hier over enige afstand de landsgrens met Frankrijk vormt. Voorbij Chameleux is het even doorbijten: je volgt langere tijd een eentonige asfaltweg, gelukkig zonder al te veel autoverkeer, tot je rechts een steil en smal pad moet nemen dat je in de buurt van het centrum van Florenville brengt. Onze quotering was dan ook een soort compromis: bepaalde stukken waren zo sterk dat het zonde zou zijn om laag te quoteren: we kwamen uit bij 15.5/20. Dat de TWQ toch 60% bedraagt is daar niet vreemd aan. Kaartje hier of hier. En nog dit: in de topogids van de GB lees je dat het pad tot Florenville de GR volgt. Dat kan ooit het geval geweest zijn, maar tegenwoordig zoekt/zoeken de GR/GR's andere wegen op en dat vanaf Chameleux.
Je vindt enkele foto's op deze plaats.
 Voor wandelaars is deze totempaal vrij herkenbaar. Normale mensen vragen zich ongetwijfeld af of dit niet overdreven is.
Het weer. Licht bewolkt en een temperatuur rond 20°. Meer moet dat niet zijn. De stafkaarten. 70/3-4 Villers-devant-Orval (2021) - 67/7-8 Florenville (2021) Hoe we er geraakten. We hadden nog net een week om gebruik te kunnen maken van de toeristische buslijn V1, want die stopt er volgende week mee als de Waalse jeugd opnieuw naar school mag. Dus moesten we in Florenville geraken (met 2 overstappen) om daar de V1 te nemen. De terugreis uit Florenville was al een stuk eenvoudiger, met alleen treinen. Een beetje geschiedenis. Eigenlijk is er een dubbele opdracht vandaag. Allereerst is er de kaart uit 1922 hieronder. Enkele opvallende dingen: - Florenville ligt eigenlijk op de kaart die hier links bij aansluit, maar de markt (Place Albert 1er) kon nog net op de kaart van Izel: in de marge van deze kaart zie je, vertrekkend van de markt, de tram richting Sainte-Cécile enerzijds en Bouillon anderzijds; - meer naar het oosten ligt het Bois dit le Ferme, de tram reed er in eigen bedding richting Florenville Station op lijn 165, maar ook naar de stelplaats van de NMVB; - verder zie je hoe de tram eerst parallel rijdt met lijn 165 en er wat verder overgaat door middel van een brug, richting Semois (in Moyen, of Izel als je wil).

En de tweede opdracht: zoek een actuele kaart en kijk wat er van de oorspronkelijke trambedding nog is overgebleven. Zoals wel vaker is dat opvallend veel. Mocht je niet zo meteen een kaart bij de hand hebben, ga dan naar de TOPOmap Viewer van het NGI: zie link hierboven, de tweede meer bepaald.
Overigens nog dit: een glorieuze geschiedenis heeft deze tramlijn niet gehad. Eerst stak WO I stokken in de tramwielen en WO II betekende niet minder dan de doodsteek voor deze weinig succesrijke tramlijn: Florenville werd pas bereikt in 1921 en in 1940 was het alweer afgelopen…
En nog even een anekdote: ik nam destijds regelmatig deel aan de uitstappen van de GTF, al hield ik het meestal voorbij halfweg voor bekeken en reed ik met de reguliere treinen terug naar huis. Zo belandden we ook in Virton, waar ik een Railpass (of iets dergelijks, want misschien bestond die toen nog niet) eerste klas wilde kopen voor de terugreis. Alleen, in Virton kenden ze uitsluitend treinen zonder eerste klas (de TT's), en de loketbediende slaagde er niet in om een biljet eerste klas tevoorschijn te toveren. De treinwachter werd erbij geroepen en ik mocht mee: in Florenville zou men klaarstaan met mijn biljet, dat ik uiteraard daar nog moest betalen. Een minuut of twee tijdverlies hoorde er onvermijdelijk bij, maar ik kon probleemloos verder naar Halle sporen.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid |
3205 (IC FDR) |
07:02 07:14 |
stipt |
76023 (FML) - 73095 (FML) |
M7 |
controle: N |
Brussel-Zuid - Libramont |
2107 (IC LL) |
07:33 09:51 |
stipt |
1346 (FNND) - 73066 (NK) |
M7 |
controle: J |
Libramont - Florenville |
5959 (L LL) |
09:57 1019 |
+1 |
08528 (LL) |
mr08 Desiro |
controle: J |
Florenville - Orval |
[V1] |
10:30 10:41 |
+7 |
ab4201-21 |
Mercedes Citaro LE C2 |
Transports Penning |
- |
|
|
|
|
|
|
Florenville - Libramont |
5984 (L LRB) |
13:39 14:03 |
+1 |
08506 (LL) |
mr08 Desiro |
controle: J |
Libramont - Brussel-Luxemburg |
2136 (IC FBMZ) |
14:08 16:03 |
stipt |
1359 (FNND) - 73153 (NK) |
M7 |
controle: JJ |
Brussel-Luxemburg - Halle |
3587 (S FH) |
16:15 16:45 |
+1 |
08074 (FML) |
mr08 Desiro |
controle: J |
En wat we beleefden. We waren er niet meteen gerust in, met een krappe aansluiting in Libramont en een twee-uurdienst voor de V1 in Florenville en in Halle konden we al meteen kennismaken met de onhebbelijkheden van de NMBS: IC 3205 naar Dendermonde bestaat uit 4 rijtuigen i.p.v. 10 (en IC 3406 naar Turnhout is helemaal afgeschaft, al staat die trein vandaag niet op ons programma…). Ik begrijp natuurlijk wel dat men treinen laat rijden die op de stille momenten gehalveerd kunnen worden, maar eigenlijk doen er zich toch wel veel problemen voor, omdat een van beide rijtuigstellen het laat afweten. En de combinatie hoogdag - zaterdag - zondag is waarschijnlijk ook geen garantie voor correcte samenstellingen. (Op de verbinding Charleroi - Antwerpen is men er trouwens al enkele jaren van afgestapt.) Maar het valt allemaal nogal mee: de vakantie is nog niet helemaal voorbij en de toeloop is nog niet maximaal: we komen zelfs stipt in Brussel-Zuid aan. Daar zien we dat de nochtans op de schermen aangekondigde IC naar Luxemburg vandaag niet verder rijdt dan Arlon. Maar gelukkig heeft dat geen invloed op onze verplaatsing: de trein haalt maximaal 5 minuten vertraging (na een verlengde stilstand in Ottignies) en komt zelfs nog een minuutje te vroeg in Libramont aan. Pikant detail: de tbg roept regelmatig om dat er in de hele trein (5 rijtuigen!) geen enkel functionerend toilet is. Er zijn ongetwijfeld reizigers die zich al verheugen op de onverwachte overstap in Arlon. Nog voor het vertrek komt de tbg in L 5959 rond voor controle. Dat gebeurt bijna nooit, maar misschien is het een uiting van gezond verstand: uit Libramont vertrekken namelijk 2 L-treinen naar Arlon, een trage via Virton en een minder trage langs Marbehan. Snelle controles kunnen het aantal verdwaalde reizigers beperken.
Aan het station van Florenville, waar nu een vijftal bussen van Penning geparkeerd staan, buiten de TEC-site, is het weer eens zoeken naar de juiste halte voor de V1. Bij de TEC-Luxembourg vindt men het niet nodig de eindbestemming van de bussen op de halteborden aan te brengen. Veel meer dan dat er wel eens een bus komt, zegt het stickertje V1 niet, net zomin als het stickertje met de vette S, die allerlei (toegankelijke) schooldiensten moet voorstellen. Dat ik niet de enige ben die twijfelt, is duidelijk: een wandelaar wil naar Herbeumont, maar voor hem is het evenmin duidelijk aan welke kant van de straat hij de bus moet nemen. (Nog een anekdote: bij de TEC-Luxembourg heeft men het nooit erg nauw genomen met de info. Toen ik lang geleden eens aan de loketbediende van het NMBS-station vroeg of de NMVB geen dienstregelingen meer uithing in het treinstation, zei die dat het antwoord van de NMVB was: wie de bus gebruikt weet het wel, en anderen zijn er toch niet…) Onze bus heeft wat vertraging en die groeit naarmate we Orval naderen.
Voor de terugreis rekenen we NIET op lijn 23 die sinds vorig jaar Florenville met het station verbindt. De dienstregeling verontrust me: je kunt eruit afleiden dat de bus naar het station 2 minuten voor de aankomst uit de tegenrichting vertrekt; ik ga er namelijk vanuit dat bussen de hele tijd pendelen, en met 3 minuten overstaptijd aan het station kiezen we voor de bijna 2 km lange afdaling naar het station. (Dat hebben we in het verleden al vaker gedaan, toen er nog geen regelmatige verbinding station - centrum was.) Als we bij het station aankomen, wordt het raadsel van de onmogelijke dienstregeling opgelost: lijn 23 ("prolongé vers Arlon") is het verlengde van lijn 22 Arlon - Florenville en dus is het niet telkens weer dezelfde bus die de korte lijn 23 afwerkt. Maar 3 minuten tussen bus en trein lijkt me riskant.
L 5984 rijdt zo goed als op tijd. Net voor Libramont valt de trein abrupt stil; kenners zullen dit wel kunnen benoemen, zeker als duidelijk wordt dat het stel vrijwel meteen opnieuw startklaar is. IC 2136 rijdt een vlekkeloze rit. De aansluitende L 3587, die nu tijdelijk uit Brussel-Luxemburg vertrekt ook. Alleen is het opvallend dat de halte Huizingen blijkbaar niet bediend wordt: daar zijn alle elektronische hulpmiddelen het over eens. Navraag bij de tbg leert ons dat er werken zijn, waar overigens niks van te merken is. Dat zou ook moeilijk zijn, vermits het de werken op lijn 96N (Brussel - Franse grens) betreft… Maar goed, we hebben de wat precaire uitstap zonder problemen tot een goed einde gebracht.
De treinlectuur. Alena SCHRÖDER, Junge Frau, am Fenster stehend, Abendlicht, blaues Kleid. De lange titel verwijst naar een tijdens WO II verdwenen vermeende Vermeer. Het Israëlische consulaat probeert eventuele gerechtigden op te sporen om eventueel restitutie van het schilderij te doen, gesteld dat het gevonden kan worden. Juli ZEH, Onder buren.
 Je leest regelmatig dat de politie wakkere burgers feliciteert als ze verdachte personen hebben gesignaleerd. Je vraagt je af waarom dat niet gebeurt als het om roekeloze autobestuurders gaat: die zijn veel gevaarlijker dan de meeste inbrekers.
Uitgedrukt… w'ebbe zeulfs nog geweist da'… (we hebben zelfs nog geweest dat…) : we hebben zelfs nog meegemaakt dat…
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
|