als ik er niet meer ben verdeel me dan als brood onder de vogels en herinner
tussen de korenbloemen en de klaprozen stond ik naar jou te wuiven als graan
voel me wanneer de korenhalmen zwaar worden van het rijpen of de merels achter de hagen spreken over de geheimen van de uitvliegende koolmezen
luister naar het kreunen van de platanen in mijn tuin denk hoe ik hield van de slaperige geur van de lavendel
onthou de rondom beukenhaag de klimroos aan de muur de clematis die blauw schrijft langs de verweerde planken
maar vooral, liefste, vergeet het wonder van het altijd groeiend mos tussen mijn stenen niet
|