Om 9 uur een dienst en allen woonden ze bij.Pater Jozef die den dienst verrichtte,noodigde de mannen tot de H. Kommunie.Hij wees er op,hoe de dood loerde.De dood was aan de poort der abdij zelf.Een officier kwam in het klooster en gebood de mannen zich te verzammelen.Angstig vroeg men zich af wat er zou gebeuren.De menschen waren onder den indruk van den tijd.Aan het einde van den dienst was er achter in de kerk een gemompel geweest:"De Duitschers zijn daar" Men hoorde buiten de ware voedstappen en korte bevelen.Toen de menigte zich naar buiten begaf,wachte de vijand,en de officier riep :'De mannen hier? De vrouwen daar?'.Sommige vrouwen wilden hun man bij zich houden."Men zal ze geen kwaad doen, heb geen vrees", hernam de overste.De vrouwen werden naar de poort der abdij teruggedreven.Ze begonnen te weenen,riepen de namen van man,zoon,broeder,vader, want een angstig gevoel benauwde hen. Ze moesten in de abdij,en de deur werd achter hen gesloten.Sommigen had men van hun echtgenoot moeten wegsleuren.Een officier van het 178't regiment had den abt ontboden en hem gezegd:'Men heeft uit uw abdij op one troepen geschoten.Als ge ons binnen de twee uur geen 60000 frank brengt, steken we uwgebouwen in brand.De Witheeren konden met veel moeite 15000 frank verzamelen. Dit heeft hun abdij gered.Bij groepen van dertig tot veertig werden de mannen,die aldus onverhoeds overvallen waren geworden, voor een witten muur geleid.En onmiddelijk knalden schoten en vielen de ongelukkigen neer.In de kerk hoorden de vrouwen de fusillade ,Ze gilden, riepen, jammerden,tegen de muur.Om vijf uur melde de aankomst van den vijand.De grijze stroom nadert op den weg van Hersselt Men hoort het gedaver; het gedaver zijner artillerie op de steenen.Zes verkenners wagen zich tot bij den spoorwegbarreel . Kommandant Gilson grijpt zelf een geweer en schiet er drie neer.De overigen werpen zich verschrikt in een gracht. De gansche voorhoede verschijnt nu en stelt zich ten Westen en ten Oosten van de weg op.De onzen houden zich schuil,deantwoorden klaart deofficier,dat de majoor beweerd gezien te hebben hoe uit een huis drie geweerschoten werden gelost.Bij elke ontkenning antwoordt hij steeds het zelfde:"Der Major hat es gesagt".Een hooger officier, die te paard voorbij trekt,wordt door den officier,die ons heeft aangehouden,eerbiedig om bevelen gevraagd.Hij krijgt bevel om dood te schieten.Daar wij van onze onschuld blijven getuigen en hem verklaren, dat de terugtrekkende Belgische troepen ons huis omringden en van daarachter schoten,stemt hij er eindelijk in toe,na twintig minuten te hebben onderhandeld den general te gaan spreken. wordt vervolgd
|