Georges De Corte aan de slag
meningen, bedenkingen
15-05-2016
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vluchten 1940

Opmerking: we hernemen hier info over WO1 die we elders al pbuliceerden. De bronnen werden tekens vermeld. Feiten zijn gemengd met verhalen: ficitie en feiten.

Vluchten Bron: Misjoe Verleyen & Marc de Meyer Van onze jongens geen nieuws.

De dwaaltocht van 300 000 Belgische rekruten aan het begin van de Tweede Wereldoorlog Manteau 2014. We verwijzen naar de korte inhoud en een inleiding van Drs. Jef Abbeel die het geheel knap situeert. Verderop enkele randbemerking van de auteurs. Na de ellende van de Eerste Wereldoorlog met vier jaar bezetting, het IJzerfront en bijna een half miljoen vluchtelingen in Nederland had België zich voortreffelijk voorbereid op de Tweede, met het fort Eben-Emaal, dat de bruggen over de Maas en het Albertkanaal moest bewaken en met evacuatieplannen, zelfs voor de veestapel. Maar de Duitse inval in 1940 was zo overrompelend, vooral die van de parachutisten met hun revolutionaire bommen, dat het fort snel begaf en dat een deel van de bevolking op de vlucht sloeg, nu niet naar Nederland, want dat was nog sneller in Duitse handen, maar naar Engeland (15.000) en naar Frankrijk (enkele honderdduizenden). De regering vluchtte ook, maar koning Leopold III bleef, wat nadien leidde tot de koningskwestie en zijn aftreden.
De auteurs geven een heldere kroniek van dit gebeuren, beginnend met de voorbereiding vanaf 1936 tot de repatriëringen in oktober 1944 tot juli 1945. Ze hanteren een vlotte en toegankelijke taal en voegen er veel getuigenissen aan toe uit egodocumenten van en interviews met vluchtelingen. Het is opmerkelijk dat pas zeventig jaar na de aanvang van de oorlog een boek verschijnt dat specifiek aan deze vluchtelingen gewijd is. O

Op 10 mei 1940 valt Duitsland België binnen. Zowat de helft van de bevolking slaat op de vlucht. Vanwege de bombardementen en de gevechten, uit angst voor een herhaling van de wreedheden van de Eerste Wereldoorlog, of omdat iedereen vertrekt. Sommigen gaan maar enkele kilometers van huis, een kleine vijftienduizend Belgen vluchten naar Engeland, de overgrote meerderheid trekt naar Frankrijk. Ook daar stuiten ze op de Duitse pantserdivisies, die oprukken naar de Kanaalkust. Enkele honderdduizenden bereiken veilig het zuiden van Frankrijk. Het boek schetst de vlucht, de politieke achtergrond en de militaire gebeurtenissen en vooral het verhaal van de vluchtelingen en de chaos van de eerste oorlogsweken. Aan de hand van egodocumenten en interviews met mensen die het meemaakten, vertellen de auteurs de ervaringen van vluchtelingen, hun leven in een ander land, hun terugkeer naar bezet België. Meteen het eerste allesomvattende boek in het Nederlands over de grootste volksverhuizing die België; ooit kende. In hun boek Mei 1940 reconstrueren journalist Misjoe Verleyen en historicus Marc De Meyer de volksverhuizing die in België op gang kwam na de inval van de Duitsers. “Die inval was door de Belgische regering goed voorbereid. Zelfs voor de koeien in de Ardennen was er een vluchtplan. Met een ding had ze geen rekening gehouden: de irrationele reflex van de bevolking om op de vlucht te slaan.”

Donderdag 9 mei 1940

De zeshonderdduizend gemobiliseerde soldaten hebben vanaf vandaag, na maanden wachten op een oorlog die maar niet lijkt te komen, eindelijk terug recht op hun gewone vijfdagen verlof. De hoogste tijd, vinden ze, want ze zijn het putten en gangen graven, het oppoetsen van wapens en het bewaken van loodsen meer dan moe. Tienduizenden soldaten vertrekken goedgemutst naar huis; het lange pinksterweekend lonkt. Duitse aanvallen In de nacht van donderdag op vrijdag vindt het lang gevreesde plaats: rond kwart voor vier vallen Duitse zweefvliegtuigen het Maasfort van Eben-Emaal aan en schieten zo de Tweede Wereldoorlog op gang voor het tot dan strikt neutrale België. Tezelfdertijd trekken Duitse tankcolonnes de Ardennen binnen. Het onneembaar gewaande Eben-Emaal is het pronkstuk van de Belgische defensie. Vanuit 17 bunkers boven op een rotsplateau houden onze jongens de bruggen over het Albertkanaal en over de Maas onder schot. Als de nood hoog is, kunnen ze tot 2100 kilo munitie per minuut de lucht inschieten. De jaren voordien hebben duizenden bouwvakkers in de mergelgrotten een bombestendige kazerne uitgehouwen. De twaalfhonderd soldaten die het fort moeten verdedigen, leven in de overtuiging dat ze weerstand kunnen bieden aan elke aanval. Maar op die zwoele lenteochtend in mei schieten de Duitsers die illusie kordaat aan diggelen. Duitse parachutisten blazen de geschutskoepels van het fort op met ‘holle ladingen’. De revolutionaire bommen branden zich door de stalen koepels, exploderen en doden de Belgische manschappen. De paniek en de chaos zijn totaal. ‘s Anderendaags geeft het Belgische garnizoen zich om één uur ’s middags over. Voor de Duitsers ligt de weg naar België en Frankrijk open. De inval van de Duitsers brengt een gigantische volksverhuizing op gang: tijdens de achttien dagen durende oorlog die op 10 mei volgt, zal een kwart van de Belgische bevolking op de vlucht slaan richting kust, Frankrijk en Engeland. Misjoe Verleyen. “Onmiddellijk na de oorlog verschenen er wel tientallen boeken over. Daarna werd het stil. Waarschijnlijk overstemde de herrie rond de collaboratie, de repressie en de koningskwestie de vluchtelingenproblematiek. In mei 1945 gingen de concentratie- en vernietigingskampen open. De gruwel die toen aan het licht kwam, joeg niet alleen de repressie in een hogere versnelling, maar zorgde er ook voor dat veel vluchtelingen uit mei ’40 hun verhaal niet de moeite waard vonden. De vluchtelingen uit Engeland keerden pas terug na mei ’45. Hun verhalen zijn door niemand opgetekend. ‘Zij hebben geluk gehad en de bezetting niet meegemaakt. Waarover zouden zij moeten klagen?’

Pas in 1974 kwam er even terug belangstelling voor de oorlogsvluchtelingen, toen de RTBF de oproep lanceerde om vluchtelingenverhalen in te sturen. Honderden mensen reageerden. Misjoe Verleyen: “Die getuigenissen bleven bewaard in de archieven van het Brusselse Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij (SOMA). Vaak gaat het om dagboeken en notities. Gouden bronnen, want wie een dagboek bijhield, wist niet hoe het verhaal zou eindigen.” ‘Perfecte’ voorbereiding Als Adolf Hitler in 1933 in Duitsland aan de macht komt, stijgt de politieke spanning in Europa in sneltreinvaart. In 1936 kiest België expliciet voor een politiek van totale neutraliteit. Om die neutraliteit te kunnen waarborgen, besluit de Belgische regering om massaal te investeren in een doeltreffende verdediging. Er worden verdedigingslinies aangelegd en oude forten uit de Eerste Wereldoorlog worden gerenoveerd en versterkt. Als de Duitsers op 1 september 1939 Polen binnenvallen, wordt een paar dagen later het Belgische leger gemobiliseerd. Zeshonderdduizend Belgen komen onder de wapens, met aan het hoofd opperbevelhebber koning Leopold III. Het land lijkt op alles voorbereid, maar als de Duitsers op 10 mei 1940 België ook effectief aanvallen, is de verrassing compleet. “De jarenlange oorlogsdreiging had voor gewenning gezorgd”, zegt Marc De Meyer. “Rationeel wisten de Belgen wel dat de Duitsers ooit zouden komen. Maar ze bleven hopen dat er op het laatste moment nog een overeenkomst uit de lucht zou vallen, of dat de Duitsers via Noorwegen Engeland zouden aanvallen en ons met rust zouden laten.” Misjoe Verleyen: “Er was in de maanden voordien al een aantal keren groot alarm geweest. Na een tijd groeide het ongeloof. Mensen geloofden het zelfs nog niet toen het bericht kwam: ‘Ze zijn binnengevallen.’ Het lijkt op een scenario voor een komische film: op 9 mei gaan alle soldatenverloven opnieuw in; op 10 mei staan de Duitsers daar.” Ondanks het feit dat de Belgische politici alles op alles gezet hadden om de Tweede Wereldoorlog tot in de puntjes voor te bereiden, regeerde meteen de chaos. Misjoe Verleyen: “Het is bijna ironisch: België heeft maar twee oorlogen gevoerd, en WO II was onze best voorbereide oorlog ooit. Alleen waren de gezagsdragers een Eerste Wereldoorlog opnieuw aan het voorbereiden. Met een ‘nieuw’ fenomeen als parachutisten hielden ze geen rekening. Ze hadden dat wel gezien op Duitse militaire shows, maar ze dachten dat ‘uit de lucht vallende soldaten’ niets konden aanrichten. Ze hadden verdedigingslinies aangelegd en massaal veel volk onder de wapens geroepen. Dat immense leger op de been houden, kostte handenvol geld: dertien miljoen frank per dag. Het was de perfecte voorbereiding voor een ouderwetse staande oorlog, niet voor een moderne blitzkrieg.” Marc De Meyer: “Er wordt nu vaak lacherig gedaan over het Belgische leger dat direct op de vlucht sloeg voor de Duitse invaller. Ten onrechte. De soldaten hebben wel degelijk strijd geleverd, maar alleen hun terugtocht is in het collectieve geheugen blijven hangen. In feite was die terugtrekking een vooraf bedacht manoeuvre en onderdeel van ‘het grote plan’. Misschien is het ook maar best dat het Belgische leger zich snel uit de voeten maakte, anders was de Duitse inval ontaardt in een gigantisch bloedbad. De Duitsers zouden de Belgen omsingeld en afgeslacht hebben.”

Misjoe Verleyen: “Je kan dat ook zien aan de cijfers: de Britten die hier toen vochten en standhielden, telden in de achttiendaagse veldtocht negenduizend gesneuvelden. De Belgen zesduizend, waarvan er drieduizend gedood zijn in de laatste drie dagen. Toen hebben ze bijzonder hard weerstand geboden.” Niet alleen bij het leger wordt in de maanden voorafgaand aan mei 1940 alles in stelling gebracht voor de oorlog, ook de bevolking wordt voorbereid. De regering onder leiding van Hubert Pierlot verplicht groothandelaars om voorraden aan te leggen. Marc De Meyer: “Er wordt door de regering zelfs een hele hamstercampagne opgezet. In tegenstelling tot andere landen waar de overheden zelf grote stocks aanlegden, werden bij ons de burgers aangespoord om dat te doen.”

Misjoe Verleyen: “Dat was alweer een gevolg van de herinnering aan de Eerste Wereldoorlog. Toen moesten de Amerikanen de hongerlijdende Belgische bevolking te hulp springen. De regering wilde dat vermijden, dus werden er verspreid over het land stocks aangelegd bij veehandelaars, apothekers en bij de mensen thuis. De redenering was dat de Duitse bezetter die voorraden nooit zou kunnen aanslaan. Staatsvoorraden daarentegen, konden als oorlogsbuit in beslag genomen worden. Ook voor de bescherming van het kunstpatrimonium bestonden er plannen, met handleidingen hoe schilderijen en beelden verpakt moesten worden om later in kluizen in banken ondergebracht te worden. De Duitse inval was niet alleen militair, maar ook politiek goed voorbereid, met zeer gedetailleerde evacuatieplannen. Zelfs voor de koeien in de Ardennen was er een ‘vluchtplan’: Marie Thumas had op vraag van de regering bestudeerd of het mogelijk was om rundvlees in te blikken. Met een ding had de regering geen rekening gehouden: met de irrationele reflex van de bevolking om op de vlucht te slaan.” Het idee van de regering was: iedereen blijft thuis: commentaren van de auteurs Marc De Meyer: “Aan de andere kant liet de regering wel de mogelijkheid open om te vluchten. Ze vond dat een mensenrecht. Wie wou weg gaan, werd niet tegengehouden. Er waren voor de oorlog al een aantal georganiseerde evacuaties in Luxemburg en in de Oostkantons. Rijkere mensen probeerden een villa aan zee te kopen of te huren. Ze hoopten om er in alle rust de oorlog door te komen. Frankrijk kreeg acht miljoen vluchtelingen te verwerken: zes miljoen Noord - Fransen die naar het zuiden trokken en twee miljoen Belgen. Door de Belgische neutraliteit waren er officieel geen evacuatieplannen met Frankrijk onderhandeld. Toch werden er onder tafel overeenkomsten gesloten en scenario’s uitgewerkt. De plannen gingen uit van 400.000 Belgen die naar Frankrijk zouden gaan, en 200.000 naar Engeland. Het waren er uiteindelijk twee miljoen in Frankrijk en 15.000 in Engeland.”

Misjoe Verleyen: “Het idee van de regering was: iedereen blijft thuis, behalve de pro-Belgische burgers uit de Oostkantons, want die riskeerden onmiddellijk geëxecuteerd te worden. Zij werden geëvacueerd naar de kust. Net als in de Eerste Wereldoorlog zouden ook de koning en de regeringsleden naar de kust trekken om van daaruit verder te regeren. Ook de journalisten moesten weg, naar Frankrijk om daar verder kranten te maken en radio-uitzendingen te verzorgen. Op papier was alles in kannen en kruiken. Ze hadden er alleen geen rekening mee gehouden dat zoveel gewone mensen op de vlucht zouden slaan en dat de Maasforten zo snel zouden vallen.

In de Eerste Wereldoorlog zijn de Duitsers onvoorstelbaar brutaal tekeer gegaan. Leuven is toen bewust half in brand gestoken. Die horror lag nog vers in het geheugen. Alle kinderen leerden op school over de Eerste Wereldoorlog en over de gruweldaden van de Duitsers. Een van de vluchtelingen vertelde me hoe hij met zijn ouders voor de oorlog naar zee ging en daar op het strand speelde met kinderen waarvan hij vond dat ze raar Nederlands spraken. Zijn ouders zeiden: ‘Dat zijn Duitsers.’ Hij dacht: ‘Dat kan niet.’ In zijn verbeelding waren Duitsers monsters met lange tanden en klauwen. Aarschot werd tijdens WO I verwoest.

De angst voor bombardementen was zeer levend. De stad liep na de Duitse inval in ’40 helemaal leeg. En zo waren er nog veel steden en gemeenten. Vluchten werkte besmettelijk: als iedereen weg gaat en er echt niemand meer is, geen slager, geen bakker, geen dokter, heb je uiteindelijk zelf ook geen andere keuze meer.
De paniek is voor een groot deel ook veroorzaakt doordat de regering jonge mannen opriep om naar Frankrijk te gaan. De zoon moest weg, dus volgde heel de familie. ‘Als onze zoon niet kan blijven, is dat het teken dat er iets ergs te gebeuren staat.’ Er deden veel geruchten de ronde. Zo werd verteld dat alle oud-strijders uit de Eerste Wereldoorlog doodgeschoten zouden worden. Mijn grootvader was een oud-strijder. Hij wou weg. Hij heeft mijn moeder gedwongen om ook haar biezen te pakken. Terwijl ze een kind had van amper twee jaar en een baby van zes maanden. Ze moest mee, want ze ging verkracht worden en hij zou geëxecuteerd worden.” Marc De Meyer: “De rijksten hadden een auto: zij waren eerst weg. De armere mensen volgden met handkarren, kruiwagens, fietsen of te voet. Sommigen kregen van het bedrijf waarvoor ze werkten een vrachtwagen om te vluchten. Niet omdat hun baas zo menslievend was, maar omdat hij bang was dat zijn vrachtwagen door het Belgische leger opgeëist zou worden. Afhankelijk van waar de vluchtelingen woonden, trokken ze naar de kust of naar Frankrijk. Net als in WO I dachten ze: ‘We moeten achter de IJzer geraken. Daar houden we stand.’ Ze trokken ook naar de kust in de hoop dat ze van daaruit zouden kunnen oversteken. De mailboten vertrokken met vluchtelingen. En ook vissersschuiten, met soms 200 man aan boord.
Vanaf 15 mei werd Oostende regelmatig gebombardeerd. Dat maakte het vertrek naar Engeland aartsmoeilijk.”

Spookdorpen

De vluchtelingen laten spookdorpen na in België en komen in geplunderde spookdorpen aan in Frankrijk. Marc De Meyer: “Vlamingen die in Frankrijk kwamen, spraken geen woord Frans. Ze waren afhankelijk van administraties die geen woord Nederlands kenden. Zelfs de door België opgezette diensten waren uitsluitend Franstalig. Er is een groot verschil tussen de armere Belgen die in Noord-Frankrijk zijn blijven hangen en niet over de Somme geraakt zijn, en de rijkeren die vroeger weg waren en een min of meer normaal leven konden leiden in Zuid-Frankrijk. Sommigen hingen er zelfs de toerist uit. Maar degenen die in het noorden bleven rondzwerven, kwamen in een compleet gedesorganiseerde omgeving terecht. Ze wisten niet waar naartoe. De meerderheid was nog nooit buiten het eigen land geweest. En nu doolden al die gewone mensen rond in een totaal vreemd land. Ze konden niet verder naar het zuiden, werden ingehaald door de Duitsers en als ze naar de kust trokken, reisden ze richting front. Er restte hen niets anders dan terugkeren. De meesten hebben dat ook gedaan, dwars door de Duitse linies, vaak met hulp van de Duitsers. Aankomende en vertrekkende vluchtelingencolonnes kwamen elkaar tegen.”


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ons Belgisch Leger

Een sterk Belgisch leger? Een vraagteken uitvergroot, maar ultrakort behandeld!
Met gespannen interesse volgen wij het wel en wee van ons Belgisch leger, vanaf een paar jaar voor WO1, tot ca. 1919. Dat is slechts zeven jaar. Interessant kan het zijn die zeven jaar te situeren in de algemene historiek. Omgekeerd begrijpen wij, vanuit die algemene historiek, die WO1-jaren ook beter.

Net voor WO1 tekent Leopold 2 de wet op de algemene dienstplicht. « Klein soldaatje, groot soldaatje », zongen we in onze prille kinderjaren: hadden we veel soldaten of niet? Als we vooraf samenvatten, kunnen we stellen: - Om ons veilig te stellen, deden we vooral een beroep op diplomatie. Die had voorrang op de wapens. - Nooit beschikte België over zware militaire slagkracht. - Belgen zijn niet erg militaristisch. Integendeel. Er is nooit een militaire « groei » geweest, zoals we die kennen in eeuwenoude landen. België was/is bovendien zakelijk-commercieel gericht. Met een liberale basis: de ruime vrijheid van het individu, het goed-draaiende leven in de familie. Met sterke nood aan privacy. Met een gezond wantrouwen tegenover allerlei -ismen, wantrouwen tegenover romantiek. Geef Belgen stevig werk en een correct loon en de wereld zit goed. Voor WO1 . 1830. België was nog altijd « un pays tampon », een bufferstaatje tussen Pruisen en Fransen. Het Belgisch leger was een allegaartje. Dat kon niet anders. Willem 1 valt aan, in augustus 1831. Hasselt ingenomen, Leuven omsingeld: België krijgt de defensie niet voor mekaar. Frankrijk komt tussen. De strijd woedt vooral om de citadel van Antwerpen. Die valt op 23 december 1832. Het Franse leger duwt de Nederlanders over de (kerverse) « grens ». . Risquons-Tout, Moeskroen. Op 24 maart 1848 vallen enkele tientallen Franse annexionisten België zogezegd binnen, maar Belgische infanterie pakt ze op en ontwapent ze. . Tot ca. 1870 leiden onze militairen een sluimerend bestaan. De dappere Belgen vegen de binnenkoer van de kazernen, zoals karikaturen van toen het tonen! . 1870: Bij de Frans-Pruisische oorlog wordt het leger gemobiliseerd maar er gebeurt niets. België wilde 100 000 man mobiliseren, 80 000 doken op. De paraatheid wordt in vraag gesteld. Dus ... . Omwille van de spanningen tussen Pruisen en Fransen, willen de Belgen zich versterken. Ze opteren voor fortengordels, vooral rond Antwerpen. Kijk, opnieuw de nadruk op verdediging, zeker niet op aanval. Ook de machtige katholieke partijen vinden forten niet kwaad: zo moeten er minder frisse jongens naar het onzedelijke kazerneleven. Maar, toch niet al die forten rond ons Antwerpen?! In 1862 verenigen katholieken en vooruitstrevende liberalen zich in één partij (uniek feit in onze geschiedenis): de antimilitaristische Meetingpartij. Tegen de bouw van forten rond Antwerpen: « Forten nemen onze gronden af, forten trekken de vijand aan (« Laat de Brusselaars dat maar doen, als ze dat willen! »), forten houden de uitbreiding van onze stad tegen en halen duizenden vervelende soldaten in onze straten. Neen dus! ». Antwerpen dreigt er zelfs mee zich van België los te scheuren. Maar, de forten komen er. . België beroept zich vooral op zijn neutraliteit. Daarbij steunt het op de (ook militaire) hulp van de landen die de neutraliteit garanderen. . De forten kwamen er maar hielden de Duitsers niet tegen. Fortificaties verouderen immers altijd en kanonnen worden altijd zwaarder. Zoals enkele militairen na WO1 schreven: « Onze forten zorgden vooral voor meer slachtoffers en meer gevangenen. » . De kwantitatieve sterkte van ons leger lag nooit hoog. Ja, WO1 mobiliseerde ca. 250 000 man en WO2 zelfs 600 000 , maar tussen die oorlogen in bleef ons leger beperkt. Nadruk lag op de landmacht. Na WO1 . De kwalitatieve sterkte van ons leger was ook bescheiden. In 1914 hadden we slechts 14 000 beroepsmilitairen. Dienstplichtigen, lange tijd ook lotelingen (tot 1909) zijn geen doorgetrainde militairen. Algemene dienstplicht in 1913. In 1936 ging de dienstplicht van acht naar zeventien maanden (oorlogsdreiging). Tijdens de Koreaanse Oorlog zelfs 24 maanden. Na de Koude Oorlog hebben we de dienstplicht opgeschort: op dat ogenblik deed slechts één op vijf van de jongeren nog militaire dienst en vonden we dat terecht veel te discriminerend, vooral tegenover jonggediplomeerden. . 1970-1980 : De massa komt op straat, tegen legerhervormingen en raketten. Paul Vanden Boeynants, minister van landsverdediging, 1972- 1979, wil het leger hervormen en zwaarder bewapenen. In 1975 bestelt België 116 F16- vliegtuigen (30 miljard BEF). Ondanks economische wereldcrisis. Felle reactie: daarbij komen alle Belgische partijen op straat. Op 9 februari 1983 plaatst België, met Wilfried Martens, opnieuw een bestelling van 44 aanvullende F16. Opnieuw zwaar protest. .

Kruisraketten: vanaf 1982 doken de geheime plannen op, om in België kruisraketten te plaatsen. Protest alom, maar deze politiek overstijgt het kleine België en zijn Belgisch leger. Die dingen kaderen in NAVO-verband . . De BSD: België toonde zich een trouwe NAVO-partner, al sinds de oprichting ervan in 1949. Ook in dit kader situeren we de aanwezigheid van het grootste deel van het Belgisch leger in West-Duitsland. En veel « gekregen » of « geleend » wapentuig. In Duitsland: In de vijftiger jaren wel 40 000 man, in de negentiger jaren teruggebracht tot 25 000 en de laatste tot juni 2004 (Spich). Het Belgisch leger : driemaal in de aanval. Of viermaal? Er zijn drie opmerkelijke acties in het buitenland. . In 1922 neemt België deel aan de bezetting van de Ruhr, samen met Frankrijk. Om de schade tijdens WO1 ook zo te recuperen. Weinig wapengeweld maar een offensieve actie. .

In 1950 zendt België een bataljon vrijwilligers naar Korea. Samen 3587 man. 118 worden gedood, ca. 350 gewond. Geen echte oorlog tegen het buitenland want vrijwilligers. . Vanaf juli 1960 vallen Belgische militairen Kongo binnen. De UNO verklaarde die aanval onwettelijk en blokte België af. . Een vierde oorlogsdaad?

Tijdens WO1 participeert België aan de aanvallen op Duitse kolonies in Afrika. Maar, die operaties kaderen in de context van WO1, een verdedigingsoorlog. Toch niet vergeten: tijdens WO1 sneuvelden in Afrika 132 blanke Belgische militairen, 1895 zwarte soldaten in Belgische dienst en ... 7124 zwarte dragers (vooral ook door genadeloze uitputting). Toch niet vergeten dat ... ... dat het Belgisch leger, na mei 1940, de oorlog verder zette, tot 1945. In september 1944 tellen we wel 8000 Belgen in een geallieerd uniform. Groepering Bevrijding 2200. Royal Air Force: 1100. Royal Navy: 500. Andere zeelui: 3500. Para's: 125. Commando's: 85. Geparachuteerde agenten: 300. En was het Belgisch leger actief in het verzet. Totaal aantal gedode Belgische militairen in WO2: 12 100.

De Rijkswacht

Rijkswachters waren militairen, onder de minister van landsverdediging. In 1992 gedemilitariseerd en geplaatst onder de minister van binnenlandse zaken. In 1998: rijkswacht, gemeentelijke politie en gerechtelijke politie gefusioneerd tot lokale en federale politie. Op het einde waren er nog bijna 17 000 (militaire!) rijkswachters, verdeeld over 427 brigades. Aanleiding tot dit alles was o.a. de affaire Dutroux maar andere redenen werkten die evolutie in de hand. In feite eiste België van de Rijkswacht een dienende houding, niet een houding waarbij de Rijkswacht aan de bevolking haar normen wou opleggen.

Een zeer opmerkelijke Belgische geschiedenis waarrond in feite weinig werd gezegd en geschreven. Plots « verdween » dus een gedeelte van het Belgisch leger. Onder andere in Frankrijk bestaat de gendarmerie nog altijd zoals ze altijd was. De populaire naam, in België, voor rijkswachters: de piottenpakkers. Omdat de rijkswacht, ook tijdens WO1, deserteurs opspoorde en gevangen nam. Voorzichtige conclusie Militair had België niet veel tegenover buitenlandse en vooral Duitse dreiging te plaatsen.

De nationale defensie had in België nooit veel geestdrift kunnen opwekken. Voor de pragmatische Belgen: leger en forten, dat zijn dingen die de mensen last en ongemak berokkenden, de belastingen nodeloos opdreven en niet direct iets opbrachten. De katholieken, sinds 1884 aan de macht, waren ervan overtuigd dat het kazerneleven de jongens moreel in het verderf stortte. De socialisten, definitief in de regering sinds 1920 (algemeen enkelvoudig stemrecht!) waren altijd tegen lange dienstplicht en tegen oorlog gekant. Omdat oorlog altijd slecht is, omdat oorlog vooral de zwaksten treft, omdat lange dienstplicht de zwakke arbeiders hun centen afneemt en ... « waarom moeten de zwaksten uit de maatschappij gaan vechten voor rijke koningen, rijke industriëlen, rijke burgers, terwijl ze daar zelf nooit iets voor terugkrijgen tenzij dood, verminking, ellende en een blikken medaille!» Probeer daar maar eens een antwoord op te formuleren! Het moet gezegd: in 1914 hebben alle socialistische partijen gezwicht voor het zogenaamde algemeen welzijn, voor de « union sacrée ».
Dus: De uitbouw van een sterk en modern leger is in België nooit een prioriteit geweest. Momenteel gaan we naar een totale getalsterkte » van ca. 28 000 man. De marine bestaat uit een samenwerking met Nederland. De aflossing van de gevechtsvliegtuigen van de Belgische luchtmacht is een vraagteken: vliegtuigen in leasing nemen, samenwerken met Nederland of ...? De zware rupsvoertuigen van het panserwapen worden afgevoerd. Omdat ... een tweede Groote Oorlog niet wordt gevreesd, een heruitgave van WO2 nog minder. En vooral omdat « groote oorlogen » niet meer aan kleine landen zijn besteed. Zoiets ...?


Met dank aan de auteur Herman Verstraete

Bronnen

Diverse uitgaven o.a. Luc De Vos, De Eerste Wereldoorlog, Davidsfonds, Leuven, tweede druk, 1996. Luc De Vos, De bevrijding, Van Normandië tot de Ardennen, Davidsfonds, Leuven, 1994. Luc Reichler e.a. , Een onvoltooid beleid. De Belgische buitenlandse en defensiepolitiek van 1830 tot 2015, Uitgeverij Pelckmans, 1993. Marc Reynebeau, Een geschiedenis van België, Lannoo, 2003. Paul Van Damme, Stijn Vandeperre, Zonder Woorden? Geschiedenis van België in spotprenten, Uitgeverij Pelckmans, 2011.


24-03-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Groeningemuseum Brugge

Groeningemuseum Brugge: knielen voor de Madonna

Voor afbeeldingen ga je naar Google of rechtstreeks naar Google Afbeeldingen.
(bewerking tekst van Herman Verstraete H.V. - hartelijke dank)

Het Groeningemuseum is het stedelijk museum voor Schone Kunsten in Brugge en biedt een overzicht van zes eeuwen Vlaamse en Belgische schilderkunst, gaande van Jan van Eyck tot Marcel Broodthaers. De verzameling Vlaamse Primitieven is van uitzonderlijk belang.
Het Groeningemuseum ligt een beetje verdoken en ligt aan de Dijver, OLV Kerk, Gruuthuse, midden in de stad. Met een eerder bescheiden ingang. 

Wie het Groeningemuseum bezoekt, doet dit waarschijnlijk op de allereerste plaats voor het schilderij van Jan van Eyck, de Madonna van kanunnik Van der Paelen. Jan van Eyck is dé grootste naam van onze Vlaamse Primitieven. Hij wordt aanzien als de grondlegger ervan.
Zijn meest bekende werk is Het Lam Gods, in de Gentse Sint-Baafskerk. Maar onmiddellijk daarna komt dat fameuze Madonnaschilderij in Brugge. Centraal Maria op een troon, met het kind Jezus op haar schoot. Rechts knielt de opdrachtgever van dit schilderij, Joris van der Paelen. Naast hem zijn naamheilige, Sint Joris, in harnas: met een vriendelijk gebaar stelt ridder Sint Joris de kanunnik voor aan Maria en haar kind. Links Sint Donatius, de patroonheilige van de verdwenen Brugse Sint-Donatiuskerk, waar Joris van der Paelen kanunnik was.

Het is zowat vijftig jaar geleden...(H.V.)
Ik sta rechtop voor dat schilderij en blijf maar zien en zien en zien. Het is een dag met weinig bezoekers. Naast mij komt een man te staan, duidelijk ook in diepe bewondering. Zelf ben ik de details aan het verkennen van Jan van Eycks verbluffende techniek. De kop van de kanunnik is wijd en zijd beschreven als een meesterwerk van realistische - ja, realistische portretkunst. Een kop van een man die naast zijn kerk ook de wereld kent. De mantels van Maria en Sint - Donatius, zoiets kon toch eigenlijk alleen Van Eyck. Het harnas van Sint - Joris weerspiegelt zelfs het diepe rood van Maria's mantel en geboeid exploreerde ik ieder glimmend onderdeel: meesterlijk ...

Op dit ogenblik besluit de man naast mij verder te gaan. En, kijk, wat doet hij nu? Hij knielt diep, met gebogen hoofd, richt zich op en stapt verder. Natuurlijk kijk ik verrast.
Knielen in een museum.
De man draait zich even naar mij en met een handgebaar en met een geamuseerd - verlegen glimlach doet hij me teken: Let maar niet op mij, ik was even verstrooid.
Wel, je zult zeggen, wat een simpel verhaal. Zoiets haalt toch niet de laatste pagina van de krant. Wel, ja en neen. Duitsers zouden zeggen: Jein. Een mengvorm van ja en neen!
Ik vergeet nooit hoe die man daar knielde. Neen, in een kerk waren we niet. We stonden niet voor een altaar.
Maar, we stonden wel voor een schilderij dat, meer dan zeshonderd jaar geleden al, getuigenis aflegde van een christene boodschap. Maria heeft een hemels gelaat. De forse kanunnik doet het voor: hij maakt zich klein en knielt deemoedig. De achtergrond van het schilderij is een kerkinterieur.

Hoe ga je weg van dat schilderij, hoe ga je weg van de personen van dat schilderij? Door hen te groeten. In de christelijke traditie groet je door te knielen. Wel, die dag in het Groeningemuseum, waren weinige bezoekers zo in dat schitterende schilderij opgegaan als die knielende man. Hij was dat schilderij binnengegaan en bij het verlaten ervan knielde hij zoals de kanunnik het doet. Hij was aanwezig in dat schilderij en de afgebeelde personen waren zo goed als lichamelijk aanwezig voor hem.

Knielen voor de Madonna: om nooit te vergeten in mijn herinneringen van religieuze kunst.


28-01-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stilte zoeken en beleven

Stilte zoeken en beleven

Stilte ligt dicht bij rustig worden. Wij denken hier spontaan aan de klassieke methodes: van meditatie tot zen, van wandelen tot staren in vlammend vuur.

Ik noteerde enkele eenvoudige en originele voorstellen om stilte te vinden:
Garnalen pellen
Ramen zemen
Breien
In de tuin werken met de handen in de aarde wroeten.

De stilte en eenzaamheid vinden hun oorsprong in de eerste kloosters aan de Nijl. In en rondom Egypte, langs de oevers van de Nijl, ontstonden de voorlopers van de huidige kloosters. Een belangrijke tak van de christenheid leefde in de oudheid immers in Egypte. De naam Egypte klinkt nog altijd door in de benaming Koptische christenen. Mannen en vrouwen zochten er de eenzaamheid en de stilte op om dichter bij het bovennatuurlijke, bij God, te komen. Sommigen onder hen waren kluizenaars die door hun armoede en godsvrucht het respect verdienden van de dorpelingen uit de omgeving. Hoewel ze eenzaamheid nastreefden, werden ze toch opgezocht door vele passanten. Soms groeide hun kluis uit tot een mini - bedevaartplaats of groeide er een kleine gemeenschap rond, die zich bij de kluizenaar aansloot en uitgroeide tot een klooster. De kledij van de kluizenaar bestond meestal uit een zwart habijt en een monnikskap. Het habijt stond symbool voor de armoede. De monnikskap met twaalf sterren verwijst naar de twaalf apostelen.


15-04-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Evolutieleer – Darwijn en in zijn voetsporen Dirk Draulans en Redmond O'Hanlon
Evolutieleer – Darwijn en in zijn voetsporen Dirk Draulans en Redmond O'Hanlon

Darwins werk was baanbrekend zowel op het vlak van de biologische wetenschappen, op de maatschappij inzonder op het gebied van religie en filosofie.
Darwin lokte heel wat controverses uit. Zijn evolutietheorie was een grote aanslag op de zekerheden die het christendom de Europese bevolking tot op dat moment had gegeven.
'Darwin zelf verloor zijn geloof in het christendom niet op grond van zijn wetenschappelijke ontdekkingen, maar vanwege de wreedheid van de natuur, die hij niet in overeenstemming zag met een oneindig goede en volmaakte schepper.' (info Wikpedia).
Charles en Emma Darwin hadden tien kinderen, van wie er twee als baby stierven. Verschillende van de kinderen leden aan ernstige ziektes en zwaktes en Darwin vermoedde dat de nauwe familierelatie, neef en nicht, tussen de twee echtgenoten de oorzaak kon zijn.
Zijn oogappel Ann Elizabeth stierf op tienjarige leeftijd. Darwin was daardoor zo geschokt dat hij niet meer kon geloven in een (christelijke) God te geloven en werd agnost.

Op 13 september 2009 vertrok de moderne driemastklipper Stad Amsterdam vanuit Southampton voor een eenjarige wereldreis in de sporen van Charles Darwin. In het kader van de viering van Darwins tweehonderdste geboortejaar deed het schip de reis over die hij van 1831 tot 1836 met de Beagle maakte. De tv-reportage had een enorm succes op televisie zenders in Vlaanderen, Nederland en over de hele Westerse wereld; In Vlaanderen heeft Dirk Draulans, bioloog en wetenschapsjournalist daaraan meegewerkt en ook de ideeën van Darwin rond gedragen. Zo kon hij daar het hebben over de natuurlijke selectie maar ook over de seksuele selectie: het vrouwtje kiest uiteindelijk het mannetje die best past in haar perspectief. De pauwenstaart bij mannetjes trekt de vrouwtjes aan; bij de mens zal geleidelijk aan de vrouwen kiezen voor niet agressieve mannen die ook kunnen vaderen; zo speelt de verliefdheid een bindmiddel en de zin hebben in seks een belangrijke rol in de paarvorming en ouderzorg. Ook de groepsselectie is belangrijk en is voor een deel funderend voor de menselijke moraal: ook zorg dragen voor de zwakkeren.
Mijn favoriete deelnemers waren Dirk Draulans en de man met de volle bakkebaarden Redmond O'Hanlon, bioloog, literatuurkenner, gedreven en verteller van reisverslagen. Hij had het ook over zijn bipolaire stoornis en zijn writers block: onmacht om een tijd lang te schrijven. Een interview met NRC-Handelsblad (12.01.2013) besloot hij: "Onze beschaving duurt niet lang meer. Over vijf miljoen jaar zijn we vervangen door een heel intelligent soort kakkerlak... Laten we hopen dat ze Engels spreken."

Draulans 'Samen voor ons eigen' 2012; gedragingen die de mens selecteerde niet uit 'eigenbelang' maar in het voordeel van de groep, dus individueel overstijgend. Draulans ziet als voorbeelden: dierenbescherming, liefdadigheid en toto zekere hoogte oorlog.
http://www.youtube.com/watch?v=ktHyUYpR7bU

Ik heb genoten van beide soorten uitzendingen.

10-04-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wereldoorlog 1914 – 1918 en Ten Oorlog
Wereldoorlog 1914 – 1918 en Ten Oorlog

Ook België kreeg zijn deel. Vooral de loopgravenoorlog in de streek rond de IJzer is legendarisch. Dit speelde zich af in de omgeving van de Westhoek: dit is een stuk land tussen de Franse grens en de Noordzee. Laten we niet vergeten dat De frontlijn liep van Nieuwpoort tot Gallipoli in Turkije. Meestal bekijkt men die oorlog (en elke oorlog) vanuit de bril van de eigen natie, regio of stad. Ieper heeft deze herinnering bewaard in een interactief museum, een Flanders Fieldsroute, een Flanders Fields-museum. We zien bij de herdenking honderd jaar WOI een toeristisch - commerciële invalshoek. Dat kan (en moet) zonder overdrijvingen.

Elk deel van België heeft zijn deel gehad in oorlogen, bezettingen. Hier zullen we het vooral hebben over de gevolgen van de Eerste Wereldoorlog in de regio achter de IJzer het laatste stuk Belgisch grondgebied dat niet bezet was door de Duitsers. Het is belangrijk voor een land, een natie, om een stuk grondgebied te hebben dat niet bezet is.
Deze oorlog was wel zeer ingrijpend voor enorm veel burgers, soldaten en dit over een groot gebied in Europa en erbuiten. De eerste keer in de geschiedenis dat zoveel naties op zo'n korte tijd deelnemen aan een oorlog; totaal in de zin van oorlog op het land, op de zee en in de lucht; oorlogspropaganda en massale mobilisatie van soldaten en burgers.
De Eerste Wereldoorlog was een verschrikkelijk en immens bloedbad voor de soldaten en voor vele burgers. Na de oorlog kwam de slag harder aan bij de bevolking: miljoenen oud-strijders, vaders en zonen dienden opnieuw ingeschakeld te worden in het gezinsleven en in de wereld van de arbeid. Er waren heel wat zwaar verminkten: ledematen, aangezicht, geestelijke stoornissen.

In de TV-serie op de Vlaamse televisie is Ten Oorlog is veelbelovend. De wandel - aanpak van Arnout Hauben e.a. is een goede waarborg, gezien zijn eerdere schitterende reeks met zijn wandelingen naar Compostela.

24-01-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een halfuur op het gazon…
Een halfuur op het gazon…

Daar ik sinds een goed jaar informatie aan het verzamelen ben over spiritualiteit, verstilling, meditatie om daarover een nieuw cahier STIL te schrijven, lees en kijk ik selectief. Systematisch maar hopend op een gelukkige toeval of serendipiteit om pittige of nieuwe inzichten op te doen.
Zo bladerde ik in de Mededelingen van de Orde van Geneesheren - Provinciale Raad van Antwerpen. (2012 – 2013). Tussen het eerste en het tweede deel zag ik een foto van de gastspreker: Jan Leyers en de titel van zijn bijdrage: De Weg naar het Avondland: van Descartes tot de hogedrukreiniger.
Jan Leyers, filosoof van opleiding, bekend voor zijn muzikale optredens en de laatste jaren vooral voor zijn boeiende tv-reportages met als uitschieter de weg naar het Avondland.
Hij koos dit thema om het te hebben over onze geestelijke toestand, over onze identiteit, een vergelijking tussen de Arabische wereld en het Europese continent met als referentiekader het postmoderne tijdperk. Hij sloot met de volgende anekdote die voor mij gefundeness Fressen was.
Ik laat je meegenieten.
 
‘Ik heb afgelopen zomer oprecht geprobeerd om eens een halfuur op mijn gazon te gaan liggen en daarbij aan niets te denken. En de eerste vijf minuten ging dat perfect. Tot er een stemmetje in je hoofd zegt: misschien toch even de mails checken want die en die zou iets kunnen gestuurd hebben. En plots zit je weer achter je laptop en gaat het circus verder. Want je zou iets kunnen missen. Ik zie dus haarscherp wat het probleem is. Wat de opeising, wat de remedie is, weet ik niet.
Maar het doet toch deugd er eens met iemand over te kunnen praten.
Ik dank u voor uw aandacht.”

Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schietgebeden en amuletten
Schietgebeden en amuletten
Een schietgebed kan je enigszins vergelijken met het kruisteken dat sportlui maken voor een match of een atletiekwedstrijd, of met de mascottes of geluksbrengers.
Ze liggen in de sfeer van het bezweren van het kwade lot of het geluk afsmeken. Een amulet of talisman of fetisj heeft men bij om gevaar, ziekte en ongeluk af te weren.
Een talisman is om positieve krachten op te roepen door voorwerpen zoals en (edel)stenen, muntjes, tekeningen, ringen, religieuze objecten zoals kruis, Boeddhabeeldjes), Ook planten zoals het klavertjevier, kunnen talismannen als afweerkruid.

In vele culturele uitingen in de sfeer van godsdienst en zingeving kan men verbanden vinden, omdat ze uitingen zijn van de menselijke breinen die blijkbaar daarvoor gevoelig zijn. Religie zit ingebakken in ons brein. Er bestaan wereldwijd meer dan 4 200 religies en allemaal hebben ze dezelfde raakpunten en zowat tachtig percent van de wereldbevolking wordt op een of andere manier door religie geraakt en gerustgesteld, getroost en geïnspireerd.
Religie biedt iets dat de mens lijkt te zoeken.
Schietgebeden, amuletten, talismannen liggen in deze (grijze) zone.

Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Goede voornemens voor 2013 en schietgebeden
Goede voornemens voor 2013 en schietgebeden
Na de eindejaarsperiode komt het uitvoeren van de goede voornemens.
 Meer bewegen, gezonder eten, minder stress, verder schrijven aan een publicatie over verstillen, enkele blogs schrijven en ... opruimen. Dat laatste was wel nodig omwille van schilderwerken in mijn werkkamer.
Zo vond ik een kaft met oude devotieprentjes. Onder de afbeeldingen van Jezus en de traditionele heiligen, stonden op de meeste prentjes schietgebeden met vermelding hoeveel aflaten eraan verbonden waren. Stof genoeg om er iets over te schrijven, navraag te doen en op te zoeken op internet.
Mijn eerste informant was mijn zoon die vertrekkenklaar stond om in de unief bib te gaan studeren - zie een volgende blog. Ik vroeg hem of hij wist wat een schietgebed was: 'Ja, een klein gebed.' 'Geleerd op school?' 'Neen, maar gezien in de films en de documentaires over de landing van de soldaten in Normandië (1944). En dan zei hij dat hij dringend moest gaan blokken.

Een schietgebed is een kort gebed uit devotie. Je vindt ze op bidprentjes of als opschrift bij kapelletjes. Op het internet zijn veel schietgebeden te vinden, maar de meeste zijn wel zeer particulier. Aan schietgebeden waren aflaten verbonden, dat is een kwijtschelding van straffen in het vagevuur. Door de talrijke misbruiken - de aflatenhandel met als een van de gevolgen de opkomst van de Reformatie en de figuur van Luther - werd het toekennen van aflaten strenger gereglementeerd. De Romeinse handleiding van de aflaten vermeldt de soort aflaten en de normen ervoor. Recente voorbeelden zijn de aflaten naar aanleiding van het Jubeljaar 2000, het Jaar van de Eucharistie (2005) en de Wereldjongerendagen van 2005 in Keulen. De aflaten zijn de wereld nog uit.

Nogal wat mensen doen een schietgebed als ze een kerk of kapel binnenlopen, gewoon omdat ze er zich goed bij voelen. In dit opzicht verschilt een schietgebed niet van andere gebeden.
Vandaag de dag nemen mensen hun toevlucht tot schietgebeden als ze in nood of angstig zijn en niet omwille van de kwijtschelding van straffen. Ze gebruiken korte gebeden die ze nog gehoord of geleerd hebben of ze maken ze ter plaatse.
Voorbeelden: God helpt mij - Maria staat mij bij of ze gebruiken delen van traditionele mondgebeden zoals het Onzevader, een Weesgegroet of een kruisteken..

Schietgebeden zijn een inwendige gesprek dialoog met God, een heilige of met een Hogere Macht.
Er is geen echte dialoog omdat er geen direct antwoord komt.

03-12-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Leven is loslaten – het verhaal van de stervende Mozes
Leven is loslaten – het verhaal van de stervende Mozes

Onlangs zag ik op van Cecil B. DeMille Ten Commandments (1956) met Charles Heston, Cecil B. & Yul Brynner.
Jeugdsentiment, ja zeker, maar ook omdat ik iets aan het schrijven was over sterven. Een tijdje geleden las ik een schitterende tekst, een navertelling door Nico ter Linden van het sterven van Mozes (Deuteronomium 34); in:  Het verhaal gaat. Balans (1997, 12de druk; België: Leuven – Van Halewijck).

Situering:
Mozes gaat moeizaam de berg op. Hij is immers een oude man en hij weet dat dit zijn laatste tocht is. Hij gaat zitten op een steen met als vergezicht het Beloofde Land waarvan hij weet dat hij er niet zal binnengaan met zijn Joodse volk. Een voor een nemen de Joden van hem afscheid. Na het laatste afscheid komt God hem halen..

“ Over het sterven van Mozes.
Voor de laatste keer heeft God hem geroepen. Mozes is de berg opgegaan. Voor altijd mag hij nu bij God zijn. De dood is niet het einde, maar het begin van een nieuw leven met God. Mozes is de berg opgegaan. Hij is op een steen gaan zitten. Een voor een liepen de mens achter hem langs. Niet voor hem langs, want dan hadden ze de oude man het zicht op het land benomen. Nee, achter hem langs gingen zij, één voor één legden zij een hand op zijn schouder.
En steeds wanneer hij weer een hand op zijn schouder voelde, legde Mozes zijn hand op de hunne, als een laatste vaarwel. Totdat, ja, totdat er op een gegeven ogenblik geen hand meer op zijn schouder rustte. Mozes tastte en tastte, maar er was geen hand meer. Allen waren voorbijgegaan.

Ook de laatste was voorbijgegaan. Mozes was alleen.
Zo sterven wij allen. Wij kunnen elkaar niet vasthouden.
Wij moeten elkaar loslaten. Een mens moet alleen sterven. De anderen gaan verder.
Niemand was erbij toen Mozes stierf.”

01-12-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tochten met diepgang
Tochten met diepgang

Patiëntenverenigingen organiseren tochten (trails) om geld te verzamelen voor het 'goede' doel, als middel om zich te bezinnen, als onderdeel van een therapie of om een grote weerbaarheid te verkrijgen voor de nabije toekomst. Voorbeeld MS - patiënten die met een kleine groep in Peru in de omgeving van Machu Pichu gedurende een vijfdaagse een berg beklimmen. Het avontuur, de uitdaging roept en de mogelijkheid om na te denken gedurende het stappen en in de voorbereiding.

De meest bekende tocht met diepgang is nu zonder twijfel de Compostela route, Werelderfgoed. In het Duitse taalgebied heeft men het eerder over de Jacobsroute, naar de apostel Sint – Jacob die een belangrijke (legendarische) rol speelde in deze pelgrimsroute.

De bekendste tocht met religieuze diepgang uit het Nieuwe Testament is de calvarietocht. Deze wordt opnieuw gedaan in de Passieweek in Jeruzalem en op de televisie uitgezonden.
In vele kerken is er een kruisweg en soms wordt op Goede Vrijdag de kans geboden om die mee te maken.
De kruisweg is een goede gelegenheid om te verstillen en stil te staan bij het lijden en de dood van Jezus, de zin en onzin van het lijden, sterven en hiernamaals.

30-11-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cahier STIL en Ecologische spiritualiteit
Cahier STIL en Ecologische spiritualiteit

Bij de redactie van een cahier STIL, dat zich richt naar gelovige mensen boven de vijftig die af en toe willen verstillen, kwam ik op teksten en sites die verwezen naar ecologische spiritualiteit. Een van de grond ideeën is dat de natuur je kan helpen verstillen, mediteren en dit soms leidt tot bidden. “Voor velen brengt een wandeling in de natuur hen dichterbij God dan een kerkdienst, hoewel ze aan de andere kant zonder kerk niet zouden weten van de God die hemel en aarde gemaakt heeft. Het wordt tijd dat de natuur wordt herontdekt in haar sacramentele waarde.” (Ecologische spiritualiteit).

Om te komen tot stilte ervaringen zijn er heel wat wegen: een bad of douche, wat wijn of bier, kijken naar de vlammen van een open haard of van kaarsjes. We kunnen momenten van stilte inlassen voor een vergadering, voor het eten, voor het slapengaan, op een bedevaart (Compostela, Lourdes).

De schrijfster Sara Maitland (Stilte als antwoord ) experimenteerde, na een luidruchtig leven, op haar vijftigste allerlei vormen van stilte uit: eenzaam wonen op een eiland, in de woestijn enz.
Het merkwaardigste vond ik wel haar vaststelling: "Mijn eerste ervaring met diepe stilte zijn de nachtelijke borstvoedingen."

Soms beleef je de ‘stilte’ onverwacht, maar beter is ervoor open te staan door stilte - situaties te organiseren door enkele minuten stilte voor jezelf reserveren: een luchtje scheppen, in de tuin de natuur opvolgen,  planten verzorgen, mijmeren voor een boekenkast, luisteren naar muziek, de wind, de dagelijkse geluiden rondom je.
Bij mannen kreeg ik: de fles geven aan hun kind of een onrustig indekken.; fietsen, wandelen, knutselen, in de tuin werken.
Een origineel mannelijk antwoord was: Ik ga twee keer per dag naar toilet op het werk om wat rust te hebben en stilte te zoeken.

Je kunt het cahier STIL alleen doornemen of met anderen in een zorginstelling, in parochiaal verband of in groepen zoals OKRA, Ziekenzorg, in een gebedsgroep of bij vrijwilligers die werken rond spiritualiteit. Verschijnt voorjaar 2013.

05-11-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Duitse Hildegard van Bingen (1098 – 1179): vanaf 2012 universele bekendheid
De Duitse Hildegard van Bingen (1098 – 1179): vanaf 2012 universele bekendheid

Toen we in Duitsland rondreisden om het Werelderfgoed en ander (religieus) erfgoed op te zoeken, lazen we in de media dat de Duitse Hildegard van Bingen (1098 – 1179): vanaf 2012 universele bekendheid.
We hadden vroeger nogal wat van haar gehoord, nu steeg haar populariteit in (christelijke) kringen naar een grotere hoogte.
Wat informatie:
Heiligverklaring: 10 mei 2012 & 7 oktober 2012 erkend als kerklerares erkend. (door Paus Benedictus XVI - de eerste Duitse paus): door beide erkenningen kreeg ze een universele bekendheid. Hildegard van Bingen (Eibingen) was een Duitse benedictijnse abdis en is vooral bekend als mysticus. Ze was enorm veelzijdig: muziek, poëzie, plantkunde, linguïstiek en in zowat alle (middeleeuwse) wetenschappen. De laatste jaren is er een stijgende aandacht voor haar veelzijdige en creatieve persoonlijkheid.
Er is veel van Hildegards werk bewaard gebleven; ze was een buitengewoon machtige vrouw voor haar tijd. Eibingen is een stadsdeel van Rüdesheim am Rhein. Hier richtte Hildegard in 1148 een klooster op. Hier bevindt zich ook de Hildegardisbron die nog steeds actief is. Merkwaardig - maar voor die tijd normaal voor belangrijke bedevaartsplaatsen - zijn het aantal relieken. De beenderen van de Heilige Hildegard zijn in de parochiekerk "St. Hildegard und St. Johannes der Täufer" in een gouden schrijn in het hoofdschip van de voormalige abdijkerk en tegenwoordig parochiekerk.
Ook andere relieken die herinneren aan Hildegard: zoals het hoofd van de heilige Goedele van Brussel, het hoofd van de heilige Bertha, het hoofd van de heilige Valiriaan, een arm van de heilige Rupert van Bingen en het hoofd van de heilige Wipert.
Muziek: Van Hildegards liederen is een handschrift bewaard in de Sint Pieters & Paulus abdij te Dendermonde. In 2007 kreeg dit uniek handschrift het statuut van Vlaams topstuk. http://www.muzikaalerfgoed.be/pagina/symphoniaharmoniaecaelestiumrevelationumvanhildegardvonbingen
De muziek van Hildegard van Bingen is vandaag zelfs vrij populair geworden in de New Age.

Een opmerkelijke anekdote vonden we in Wikipedia: Hildegard schrijft op een positieve manier over seksuele relaties, ook vanuit een vrouwelijk standpunt. 'Van haar is een geschrift overgeleverd, dat zou kunnen gelden als de vroegst bekende beschrijving van het vrouwelijk orgasme (citaat) vert. uit het Engels: "Als een vrouw de liefde bedrijft met een man, voelt ze de warmte tot in haar brein, het brengt een zinnelijke verrukking teweeg" When a woman is making love with a man, a sense of heat in her brain, which brings with it sensual delight... The Life and Works of Hildegard von Bingen (1098-1179) – website van Fordham University'

03-11-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Reisindrukken Duitsland 1: klopt mijn voorkennis?
Reisindrukken Duitsland 1: klopt mijn voorkennis?

Voorkennis dagelijks leven: Als toerist hebben we een zekere voorkennis van de samenleving, de cultuur waarin we terecht zullen komen.
Bij mij klopte die voorkennis vaak betrekkelijk goed met de realiteit.
Ik wil dit illustreren door mijn voorkennis omtrent Duitsland te toetsen aan dagelijkse criteria: brood, varkensvlees, ontbijt, orde, netheid.

1 brood: in de regel overheerlijk brood; onze voorkeur gaat naar bruin brood en broodjes met allerhande zaadjes. Enkele keren kregen we slappe, witte, kleine sandwiches. Op onze vraag werden met de glimlach enkele sneden bruin brood gebracht. Bij het brood en de broodjes kreeg je in de regel ook boter en dieetmargarine, een enkele keer zagen we smout op de tafel staan.
2 varkensvlees: staat altijd op het menu, op elk uur van de dag. In de (kleinere) Imbiss (te vergelijken met een kleine snackbar, soms kraam, soms deel van een huis) ook gebakken worsten. De worsten in allerlei vormen en smaken zijn hartig en calorierijk. In het algemeen is de keuken nogal rijk.
3 ontbijt: is soms inbegrepen in de kamer, wordt wel apart vermeld op de rekening. Meestal is het een ontbijtbuffet, ook in de iets grotere B&B's.
4 orde: uit zich in de stipte uren van vertrek en voor de afspraken en het rijtje vormen bij de aankoop van tickets enz.
5 netheid : meestal prima; enkele keren waren de toiletten op de autowegen smerig, of werkten de kranen niet, enz.

(Blijft mijn vraag of hierin niet de fulfilling prophecy - de zichzelf waarmakende voorspelling - niet een rol speelde:

Wandelen en wegen
Wandelwegen: nogal eens had ik problemen met bewegwijzeringen die verdwenen waren, bijv. door werken voor bosheer. Ik vind dat ieder jaar bij het begin van het wandelseizoen vrijwilligers op een mountainbike of met een goede brom de wegwijzers opnieuw zouden bekijken en de aangeduide banken en de rustplaatsen. Geef ze een kleine vergoeding vanuit de gemeente (de taks kan daar voor een deel voor dienen).
Wegen: mijn ingebouwde GPS liet het nogal eens afweten omdat ze niet geactualiseerd was. Nieuwe autowegen waren niet te vinden, de GPS stuurde mij op de vroegere wegen die ofwel geblokkeerd zijn door de nieuwe autowegen. Na een tijdje rijden klopt alles opnieuw, m dat je dan terug komt op autowegen die samenvallen met de oudere wegen.
Van vroeger had ik als les geleerd: altijd een actuele wegenkaart bijhebben en geregeld stoppen om de weg te vragen.

(opgetekend door GDC voor dr. MM)

31-10-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een festival voor ons rijpend brein
Een festival voor ons rijpend brein

Ik keek eerst wat vreemd op toen ik het thema van deze aankondiging las op mijn mail. Vlug overtuigde mij de inhoud, de sprekers en de organisatoren dat dit best interessant kon zijn.
De officiële titel luidt: I-Brain & Ageing - een festival over uw rijpend brein.
De aanlooptekst gaat als volgt:
“Leren over Vlaams en internationaal onderzoek rond ‘verouderende hersenen’? Kennismaken met de mogelijkheden en grenzen van het verouderende brein? Met die kennis een brede waaier aan maatschappelijke vragen en verzuchtingen over ouder worden en ziek zijn te lijf gaan? Door het bos van wetenschappelijke bevindingen de bomen weer zien, weg van alle naïviteit of mediatieke bangmakerij rond neurodegeneratieve ziekten? Kom dan zeker naar ons wetenschapsfestival met het thema het verouderende brein. Topexperten uit universiteiten in België en Nederland vertellen boeiend en verstaanbaar over hun onderzoek. Wees erbij en debatteer mee!”

I-Brain & Ageing is een organisatie van Breinwijzer vzw ism Universiteit Gent, Universiteit Antwerpen en KU Leuven. I-Brain & Ageing wordt ondersteund door Stad Gent, het Departement Welzijn Volksgezondheid en Gezin, het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie van de Vlaamse overheid, en kadert binnen Vlaanderen in Actie en Richting Morgen.

Contact Rik Achten – woordvoerder i-brain - 09/332.40.71 Eva De Vlieger – coördinator i-brain - 0496/297.107. info@breinwijzer.be – www.breinwijzer.be
Surf voor dit gebeuren tevens naar http://www.i-brain.be/

30-10-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Empathische zorg – een vervolgverhaal 2 – dwarslaesie film Intouchables
Empathische zorg – een vervolgverhaal 2 – dwarslaesie film Intouchables

Verhalen over geslaagde en minder geslaagde operaties zijn schering en inslag. Er is toch bij velen een zekere onzekerheid over de afloop.
Op een recente regendag kocht mijn vrouw de dvd Intouchables (2011) over dwarslaesie. Tot mijn schande moet ik bekennen dat ik die film amper kende.
Op internet las ik dat deze film in Frankrijk in 2011 de meest bekeken film was en in de top 3 staat van meest bezochte films in 2012. Ook in Nederland, Duitsland, in België ... kende deze film een zeer groot succes.
Een van de hoofdrolspelers is een persoon met een dwarslaesie; hij is van kin tot teen verlamd (en incontinent) als gevolg van een parapentesprong die faliekant afliep. Deze patiënt is zeer welstellend en kan een zeer intense thuiszorg en revalidatie betalen.

Bij navraag hoorde ik dat dwarslaesie meer en meer het gevolg is van complexe vaatchirurgische ingrepen. De klemtijd (tijd nodig om een overbrugging te maken van zenuwbanen) moet minimaal zijn, opdat er zuurstof via de bloeddoorstroming zou blijven vloeien en geen bloedklonters zouden ontstaan door de afklemming.
Patiënten met een dwarslaesie worden voor de revalidatie behandeld in gespecialiseerde ziekenhuizen.
Ik vernam dat fragmenten van deze film in bepaalde klinieken gebruikt wordt om een gesprek op gang te brengen met familieleden en zorgverleners.

Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Empathische zorg – een vervolgverhaal1- respect
Empathische zorg – een vervolgverhaal1- respect

Sinds ik de opdracht kreeg om de redactie te verzorgen van de vormingssite Empathische Zorg heb ik een selectieve aandacht voor wat zich afspeelt tussen zorgverleners en patiënten/bewoners en hun familie.
Vele van die punten verwerk ik in de afleveringen (nu al vijf ) http://users.telenet.be/siti4/Dr.%20MM%20empathische%20zorg/HomeEzorg.htm

Onlangs hoorde ik  een 'praktijkervaring' van een patiënt (mannelijke bedrijfsleider, zestig jaar):
 “ Ik lag klaar wakker in het ziekenhuisbed, toen twee zorgverleners over mijn hoofd heen een pittige dialoog begonnen. Hoe zwaar ze dienden te werken voor een loon en een werkomgeving die niet in verhouding was. Beiden waren het met elkaar roerend eens: ze hadden een rotjob in een rotkliniek.

Ik heb wel al meegemaakt dat je in kliniek soms afstandelijk wordt behandeld, hoewel ik toch meestal niet te klagen had. Maar dit keer liep dit de spuigaten uit.
Ik had echter niet het lef en vooral de goesting om na deze zorg er hen attent op te maken.
Ik vraag me nu nog af wat ik best had moeten doen.
‘Wat zou jij gedaan hebben?’ vroeg hij aan mij.

Ik stel deze vraag geregeld aan anderen.
De antwoorden zijn erg verschillend.
Over een zaak is iedereen het eens: dat dit allesbehalve professioneel was en met weinig of geen respect voor de patiënt.

22-10-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Grafkruisjes weg: kwaad en ongerust
Grafkruisjes weg: kwaad en ongerust

Gisterenmiddag onder een stralende zon, ging ik naar het graf van mijn vrouw in Wilrijk (Antwerpen). Alles zag er normaal en zelfs kleurrijk uit met de bomen, struiken en planten in eerste herfstdracht.
Tot ik zag dat het koperen kruisje weg was op het graf dat ik bezocht.
Ik kon dit eerst niet zo goed zien, want de afdruk was nog duidelijk te merken op de grafsteen.
Ik kon mijn ogen niet geloven… Toeval of geen toeval?
Ik keek links en rechts en in andere rijen en telkens het zelfde triestige beeld.
Bij navraag bleek dat dit enkele maanden geleden gebeurd was.

Ik was kwaad: wie haalt het in godsnaam uit om zoiets te doen?
Zelfs de doden (en de familieleden en de bezoekers) worden niet met rust gelaten.
Ik weet wel: grafschennis (hoe 'miniem' ook, zoals hier of het wegnemen van kleine beeldjes en planten) is van alle tijden en van alle culturen.
Maar dit blijft knagen en hangt in mijn herinnering als een stukje prikkeldraad.

13-09-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eieren, thee, melk en brood en Reinaert de Vos
Eieren, thee, melk en brood en Reinaert de Vos

Naast de ‘grote’ dieetdiscussies van de laatste weken, maanden in Vlaanderen ( bijv. De voedselzandloper K. Verburgh) lees en hoor je geregeld informatie over ‘kleine’ voedingsvragen die nogal wat tegenstrijdige antwoorden opleveren. We proberen zo objectief mogelijk hier enkele tips te geven, geschikt voor modale volwassenen in 'onze' samenleving. Sommigen (K. Verburgh, W. Willett) halen Azië aan waar miljoenen geen melk drinken, zonder gezondheidsnadelen. Let wel dat geldt voor India, waar er andere levensomstandigheden zijn en blijkbaar tevens alternatieven voor melk.
Als slot een knipoog naar Van den Vos Reynaerde (Reinaart de vos), het hoogtepunt in de Nederlandse middeleeuwse literatuur.

Thee is op water na de meest gedronken vloeistof ter wereld en bevat krachtige antioxidanten, de flavonoïden, die het lichaam helpen bij het neutraliseren van schadelijke vrije radicalen die grotendeels verantwoordelijk zijn voor de veroudering van de cellen. Wanneer de vrije radicalen te talrijk worden, dan kunnen zij de veroudering van de cellen bevorderen. Tip: thee (groene, zwarte) voldoende lang laten trekken, ongeveer 4 minuten, meer minuten geeft niet veel extra voordelen, wel een bitterder smaak (smaak van oude sokken). Sloten thee drinken is niet echt nodig, afwisselen met water (uit de kraan) is prima.
Voor eieren, melk en brood: gaan niet in op de discussie voor of tegen. Veel hangt af van de levensomstandigheden, land en de persoonlijke toestand.
Eieren: "nu" wordt aanvaard dat af en toe een ei wel kan. Hier merk je  dat de opvattingen daaromtrent veranderen. Tip: matigheid en let op het bakvet (verminderen).
Melk Tip: matig (verminderen) gebruik, halfvolle melk is OK.
Brood Tip: bruin brood wordt aanbevolen. Matig het smeersel en het beleg, vermijd suikers en verzadigde vetten.

Conclusies
Voor thee, eieren, brood, melk geldt: matigheid, met verstand omgaan. Eventueel zoeken naar gezonde varianten. Gebruik informatie van artsen voedseldeskundigen, weet dat er geen definitieve antwoorden zijn en dat er momenteel weinig betrouwbare metingen zijn over de langere termijn effecten van preventieve acties van gewijzigde eetpatronen.

Knipoog naar Reinaert de Vos
“Mate is tallen spele goed.” deze oude zegswijze staat in Reinaert de Vos en komt uit de mond de sluwe Vos Reinaert tot Bruun de Beer.

12-09-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bewegen, altijd maar bewegen
Bewegen, altijd maar bewegen

Men dramt het in de hoofden van jong en oud: meer en beter bewegen. Voor personen die wat ouder zijn en de sedentairen (personen die weinig of niet bewegen) is bewegen samen met gezonde voeding  belangrijk. We weten dit wel, maar hoe komen we er toe en hoe houden we dit vol. Vooral dit laatste aspect trekt de aandacht van de bewegingsspecialisten.
Ziekenfondsen geven soms een tegemoetkoming voor bewegingssport. Een slogan van hen liegt er niet om: Niet bewegen is even slecht als roken. In hun websites en publicaties vind je meer informatie over hun acties (al of niet in groepsverband) omtrent wandelen - trappen nemen - fietsen - lopen zwemmen…soms zijn er speciale projecten voorzien voor gezamenlijk bewegen.
Ook het Vlaams Instituut voor Sportbeheer en Recreatiebeleid vzw is zeer actief. Surf naar http://www.isbvzw.be/
Werknemers en gepensioneerden krijgen soms tegemoetkomingen voor fitness. De keuze van een passen fitnesscentrum is belangrijk. Dat hangt samen met de ligging, het publiek en de begeleiding. Het meest succes hebben de loop- en fietstoestellen voor algehele conditieverbetering; vetverbranding en afslanken (spinning, aerobics, cardiofitness etc.); versterking van spiermassa (bodybuilding). Fitnessapparaten: hometrainer - loopband - indoor-roeier, de crosstrainer, trilplaat.
Men kan ook thuis bewegen: trappen, of al of niet met apparaten opdrukken en buikspieroefeningen. touwspringen, stretchen enz..
De toestellen die ons al jaren lang het meest aanspreken zijn de fietsen, de loopband van de crosstrainer. Dat laatste toestel geeft: vooral belasting voor de benen en de schouders en spieren van de romp (rug, zij, buik): armen en de benen worden gebruikt door voortschuivende beweging, wat gelijkend op langlaufen. Prima voor de hart-long-conditie - cardiofitness -; bij een lagere intensiteit en langere trainingsduur is er vooral voor vetverbranding.
Vooraf een gesprek met de huisarts is aangewezen en met de bewegingscoaches in de fitness.
De begeleiders, de uitleg bij de toestellen en vooral de initiatie van de begeleiders en de andere bezoekers informeren je.
Meestal is er een evenwicht van mannen en vrouwen; voor oefeningen die in de richting gaan van bodybuilding zijn er minder vrouwen. Het succes van gezamenlijk dansen zoals salsa en zumba is meestal tijdelijk. Wat altijd succes heeft zijn de gezamenlijke fietsoefeningen. Men probeert jongeren aan te trekken door aangepaste tarieven, wat nu al geldt voor 55+.
Tot rust komen in een fitnessruimte zit er niet in: er is meestal een muziekachtergrond en op vele toestellen is een tv-monitor.
Soms is er een combinatie met sauna: meestal gemengd, al vormen de vrouwen de minderheid; in principe: eerst douchen, geen kledij wel handdoeken.
Een zwak punt is dat het douchen vaak achterwege wordt gelaten omwille van het comfort en de tijd.
Het sociale komt vooral door het samen zijn en het achteraf ets (gezond) drinken.
Al jaren ga ik als senior naar een fitness (al moet ik me vaak min of meer dwingen) en probeer anderen te overtuigen dit als een interessante mogelijkheid te zien (zeker om vol te houden), in het kader van bewegen, altijd maar bewegen...



>

Blog tegen de regels? Meld het ons!
Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!