Inhoud blog
  • Hoofdstuk X: Wiellie slaat weer toe
  • Hoofdstuk IX: Gevangen
  • Hoofdstuk VIII De heksen komen
  • Hoofdstuk VII Wiellie als heksenmeid
  • Hoofdstuk VI Wiellie heeft een plan
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Help Sjengske
    Uit de avonturen van Sjengske en Wiellie
    15-05-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoofdstuk II: Een nieuw tehuis

    “Boem !” 
    Daar lag Sjengske midden op de speelplaats van een school in Haelen. 
    De speelplaats was leeg. Er was niemand meer te zien. Alle kinderen waren naar huis. 
    Er waaide een gure wind en het regende een beetje. Sjengske moest aan zijn vader en moeder denken. Die zouden nu wel heel ongerust zijn. Zij wisten niet dat hij ongehoorzaam was geweest. Ach, had hij maar beter naar vader geluisterd. Dan was dat allemaal niet gebeurd. Dacht hij al groot en sterk te zijn. Zie je wel. Maar wat was dat?
    Licht!
    Twee grote koplampen kwamen dichterbij. 
    Dat was een auto. Hij stopte bij de speelplaats en een meneer stapte uit In zijn hand droeg hij een tas. Hij liep naar de school. Daar ! Daar had hij Sjengske gezien.
     “Wat een mooi haasje. Wat zou die hier doen? Zou een van de kinderen die verloren hebben? Weet je wat, ik neem hem mee naar de klas.Dan leg ik hem daar in de lappendoos en dan vraag ik morgen wie een speelgoedhaas kwijt is.” 
    De meneer nam Sjengske mee naar binnen en legde hem in een doos met lapjes, die achter in de klas stond. 
    Toen ging de meneer in de klas aan het werk. Hij moest nog wat klaarmaken, want morgen zouden de kinderen weer naar school komen. 

    Hij was zo ijverig aan het werk, dat hij niet hoorde dat de kerkklok 12 uur in de nacht sloeg. 
    Opeens voelde hij iets aan zijn hand likken.
    Verschrikt keek de meneer om. Daar zat een echte haas ! 
    De meneer keek verbaasd van de haas naar de lappenmand en weer terug. 
    “Een haas? Hoe kan dat nou?” riep de meneer ongelovig. “Ik dacht dat jij van speelgoed was ?”
     “Nee,” zei Sjengske en hij vertelde van het verstoppertje spelen, van de wortels en van de lelijke heks. 
    Toen Sjengske de meneer alles verteld had, was het lang stil in de klas. 
    “Weten je vader en moeder het al?” vroeg de meneer eindelijk. “Die zullen wel ongerust zijn.” 
    Sjengske zuchtte eens diep. “Nee, zij weten het nog niet. Ik ga het ze nog vertellen. Maar ik denk niet dat ze het leuk vinden.” “Nee, dat denk ik ook niet, “ zei de meneer nadenkend. “Wat moet er nu met jou gebeuren?” “Ik weet het niet,” zei Sjengske. “De hele dag thuis stokstijf blijven zitten, is ook maar saai. Een speelgoedhaas kan niet lopen of spelen. Bah, wat gemeen van die heks. Hier op school kan van alles gebeuren. Ik zou overdag best hier willen blijven. Dan verveel ik mij niet zo. Hier is genoeg te zien.” 
    “Oh, je mag gerust hier blijven,” zei de meneer. “Dat vinden de kinderen best leuk.” “Oh, heerlijk!” riep Sjengske uit. “Heb je lieve kinderen?" 
    “Dat weet ik niet. Ze komen morgen pas voor de eerste keer naar school.” 
    “Hoe heet je eigenlijk?” vroeg Sjengske.
     “Meester Silkens." 
    “Meester?”
     “Ja, zo noemen de kinderen mij. En hoe heet jij?” vroeg de meester. 
    “Sjengske.”
     “Zeg Sjengske….hoe gaat dat met eten? Moet ik iedere dag iets voor je meenemen?” 
    “Nee, daar hoef je niet voor te zorgen,” zei Sjengske. “ ’s Nachts ben ik weer een echte haas. Dan zoek ik wel wortels en knollen of kool op het veld.” 
    “Dat gaat niet,” merkte de meester op. “ ’s Nachts zijn de deuren hier gesloten. Maar weet je wat? Ik zal een klein deurtje voor je maken. En tot die tijd neem ik eten voor je mee.” 
    Zo had Sjengske een nieuw tehuis gevonden. Was het nu maar “morgen”. Dan kon hij de kinderen zien. 
    De meester stopte hem lekker toe en zong zachtjes een slaapliedje. 
    Langzaam vielen de oogjes van Sjengske dicht. Niet lang daarna was hij in dromenland. Hij hoorde niet, dat de meester op zijn tenen de klas uitsloop en deur dicht maakte. 
    De volgende morgen werd Sjengske wakker gemaakt door stemmen in de klas. 
    Wat was dat? 
    Voorzichtig loerden zijn oogjes in het rond. Overal zag hij kinderen lopen. 
    Och ja, natuurlijk, de school was weer begonnen. 
    Hij werd een beetje bang voor zoveel mensenkinderen. 
    Maar gelukkig was hij van speelgoed en konden de kinderen hem niet zien. 
    Sjengske hoorde kinderen vertellen over hun vakantie en hij zag hoe ze daarna gingen rekenen en lezen. Maar een jongetje werkte niet door. 
    Hij keek telkens naar buiten of speelde met zijn potlood. 
    Hij zat met zijn gedachten heel ergens anders. 
    Misschien dacht wel hij aan zijn fijne vakantie. 
    De meester zei al een paar keer: “Doorwerken, Patrick !” 
    Maar dat hielp niet veel. 
    Onder de taalles hoorde Sjengske de meester opeens weer roepen: “Patrick, als je nu niet doorwerkt, haal ik Sjengske. Dan komt die eens kijken hoe jij werkt.”
     “Sjengske? Wie is Sjengske?” riepen de kinderen. 
    “Maar kennen jullie Sjengske niet?” vroeg de meester. 
    “Nee !!” riep de klas in koor. 
    “Sjengske is een haas. Hij woont hier in de lappendoos.” 
    De meester liep naar de doos en haalde Sjengske tevoorschijn. 
    Sjengske werd een beetje verlegen, toen al die kinderen hem zo aankeken. 
    Maar gelukkig had hij een rode kop “Dat is geen echte haas ! “ riep Gerben. “Die is van speelgoed !”
     “Nee,” zei de meester, “dat lijkt maar zo. Het is een betoverde haas.” 
    Toen vertelde de meester het verhaal dat hij van Sjengske gehoord had. 
    De meeste kinderen geloofden dat niet. Maar een paar kinderen kregen medelijden met Sjengske. 
    Zo kreeg hij van Carla een lekkere zak met kool. 
    Van Margreet, Marla, Claire, Ina en nog veel andere kinderen heel lekkere dingen. Ina en Cecile brachten zelfs speelkameraadjes voor hem mee. 
    Maar ach, wat vond Sjengske het erg dat hij niet met ze kon spelen. 
    Hij was immers betoverd.
     
                                               

    15-05-2013 om 00:00 geschreven door Sjengske


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoofdstuk I: Sjengske wordt betoverd

    Heel lang geleden woonde in een bosje in de buurt van het dorpje Haelen een hazenfamilie. De vader heette Sjang,de moeder Sjengemina en de kleine haasjes Lukas, Iebelke, Amalia en Sjengske. 
    In dat bosje konden ze heerlijk spelen. Vooral tegen de avond als er geen wandelaars waren. Dan ging vader Sjang ook meestal naar het land van boer Krelis.
     
    Daar kon je heerlijke, dikke wortels vinden. Daarbij moest hij wel goed uitkijken, want boer Krelis lag soms met zijn geweer op de loer. 

    Sjengske had al een paar keer gevraagd of hij mee mocht. 
    Maar zijn vader vond dat veel te gevaarlijk. Sjengske vond dat maar niks. Dacht vader soms dat hij te klein was? Hij was toch al groot en sterk. 
    Op zekere dag was Sjengske met zijn vriendjes verstoppertje aan het spelen. Aan de andere kant van de weg bij het bosje stonden hoge struiken. 
    Hij mocht daar van zijn vader eigenlijk niet komen. Zijn vader had altijd gezegd: “Nooit de weg oversteken. Altijd aan deze kant van het bos blijven.” 
    Maar och, voor één keer. Als hij zich achter die struiken verstopte, zouden ze hem vast en zeker niet vinden. 
    Sjengske vergat wat zijn vader hem verboden had. Vlug stak hij de weg over en verstopte zich daar achter een grote struik.Af en toe loerde hij boven de struik om te kijken wat de anderen aan het doen waren. Hij hoorde hoe ze een voor een werden afgepot. 
    Hij hoorde ze roepen: “Sjengske ! Sjengske ! Waar zit je?” 
    Maar zij vonden hem lekker niet.
    Opeens begon zijn neus te kriebelen. Wat rook hij daar? Wortels ! Mmm, wat roken die lekker ! Hij moest die wortels vinden ! 
    Sjengske vergat wat zijn vader zo vaak tegen hem gezegd had: “Ga nooit aan de andere kant van de weg spelen. Blijf altijd in het bosje.” 
    Maar die wortels roken ook zo lekker.
    En zo ging Sjengske op zoek naar die lekkere wortels. Hij kwam langs bomen en struiken, die hij nog nooit gezien had. Oh, wat was het hier mooi. En wat een bloemen ! 
    Op de terugweg zou hij zeker een boeketje voor zijn moeder meenemen. 
    Sjengske ging steeds dieper en dieper het bos in. Je kon de wortels nu heel goed ruiken. 
    Het wortelveld moest dus in de buurt zijn.Sjengske kroop onder een struik door. “Oh, moet je eens kijken wat een wortels ! Die zijn nog dikker dan een suikerbiet, “ fluisterde hij. 
    Sjengske voelde het water in zijn mond lopen. Hij kon er gewoon niet vanaf blijven en hij beet dan ook direct in een dikke wortel.
    Zulke heerlijke wortels had hij nog nooit gegeten. Maar Sjengske wist niet dat dit wortelveld van de gemene heks Krikkra was. 
    Krikka woonde in een klein huisje vlak in de buurt.Ze was juist kruiden aan het mengen, toen ze Sjengske hoorde smakken.
    “Aha, al weer zo’n lelijke haas. Wacht maar. Ik zal hem krijgen van mijn wortels te snoepen, “ siste ze. 
    Krikkra zette haar zwarte hoed op, pakte haar toverstaf en sloop toen heel stilletjes naar het wortelveld. 
    En Sjengske? 
    Die had niets in de gaten en smulde maar vrolijk verder. 
    Plotseling sprong Krikkra tevoorschijn.“Zo, lelijke haas !“ klonk het opeens. “Nu heb ik je te pakken.” Sjengske schrok zich een hoedje en de wortel viel van schrik uit zijn pootjes. Wat een lelijke heks. Ze had groene kattenogen en een lange, spitse kin met daarop een wrat zo groot als een aardbei. 
    Sjengske kon zich van schrik niet meer bewegen. Zijn kopje werd zo rood als een tomaat en zijn hartje klopte als een mattenklopper. 
    “Vlegel,” siste de heks, “Jij zult geen wortels meer bij mij stelen. Daar zal ik voor zorgen. Ja! Ik maak een speelgoedhaas van jou. Alleen ‘s nachts zul je weer een echte haas zijn. 
     
    Jootere, footere, spinaze pas. 
    Ik wou dat deze haas veel speelgoed was. 
    Dat hij zo geel wordt als mijn wortels. 
    Dat zijn hoofd zo rood blijft als nu. 
    Alleen van 12 uur ’s nachts tot aan de morgen, zal de betovering verbroken worden.” 
     
    Sjengske bemerkte tot zijn grote schrik dat hij zich niet meer kon bewegen. 
    Hij was een speelgoedhaas geworden. 
    “Ha, ha, ha, “krijste de heks, “en nu uit mijn ogen.” 
    En Krikkra gaf Sjengske zo’n harde schop, dat hij in een grote boog door de lucht vloog. 
    Een jager, die verderop in het bos liep, zag plots iets door de lucht vliegen. 
    Hij schoot met zijn geweer, maar ……..trof Krikkra in haar achterwerk. 
    De heks schreeuwde het uit van de pijn. Ze rende terug naar haar huisje en liet zich daar pardoes in een teil met water vallen. 
    De hele nacht hoorden de dieren haar nog kermen van de pijn. 
    Maar Sjengske had ze nog net in een speelgoedhaas veranderd, maar dat wist niemand.

    15-05-2013 om 00:00 geschreven door Sjengske


    >> Reageer (0)
    14-05-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Inleiding
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Help Sjengske is gebaseerd op de vertellingen van meester Silkens en vertelt over de avonturen van Sjengske de Haas en zijn vriendje Wiellie de Pestkop.

    Een verhaal, dat ouders en grootouders kunnen gebruiken om aan hun kinderen of kleinkinderen voor te lezen.

    14-05-2013 om 00:00 geschreven door Sjengske


    >> Reageer (5)


    Archief per week
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!