Voor m'n poëzie kan je terecht bij Pp. Naam van het Weblog: Ik kan niet schrijven zoals jij leest ...
09-11-2005
Waarom schrijf jij ...
Waarom schrijf jij ...
Dag lezer-es,
Ik heb je niets te vertellen. Was het Toon Hermans niet die zei : "Alles is al gezegd en geschreven. "
En inderdaad, vanaf de beitelende steen en de rots, de ganzenveer en het perkament, de pen en het papier, de weblog en de pc, het gaat altijd over: het leven, de dood en wat daartussen ligt.
Liefde, de hunker ernaar en het verlies ervan. Dàt is volgens mij de essentie. Moeder en kind. Kameraadjes en vriendinnekes. Jongen en meisje. Man en vrouw.
Worden we bankdirecteur of filosoof, zanger of schrijver ... allemaal voor de liefde. Sporadisch nog met een grote L. Zuster of pater.
We denken soms wel in termen van afleidingsmaneuvers. Zoals: status, rijkdom en macht. Mààr dat is slechts oogverblinding. Want zet er het woordje 'waarom' voor. En je komt tot hetzelfde resultaat: liefde.
Je veux de l'amour. En liefde staat dan meteen voor geluk. Een derivaat, zelfs een synoniem. Als ik schrijf dan is het opdat jij me graag zou zien. Veronderstel ik. Want wat is een pluimpje anders dan: wat ben je mooi, intelligent, sterk, ...
Allemaal, talenten, attributen om geliefd te worden. Zoals de pauw zijn staart open spreidt, zo schud ik mijn gevederde woorden. Ik kraai nog net niet.
Pp
PS. In De Standaard der Letteren (28/10/05) las ik vandaag een interview met Bart Moyaert en Paul Mennes. Onder de lokkende titel: Schrijven is paargedrag.
Een uitspraak van Mennes : "De enige valabele reden die ik kan verzinnen waarom mensen schrijven, is om aandacht op zichzelf te vestigen. Paargedrag."
Bart Moyaert : "Ik denk dat ik doodga als ik niet schrijf."
Als de nacht als een bedelaar door het raam kijkt. Begerig en bibberend voor het venster staat. Terwijl de ochtend de deemstering uit haar ogen wrijft. Wel, op dat bewegende moment, dat goddelijke uur, twijfel ik. Lezen of schrijven. Het is net of ook het licht twijfelt op de kanteling van nacht naar dag.
Die duistere mystiek maakt de honger naar woorden in mij wakker. De Muze waakt over mijn pen. Scherpt m'n appetijt. Minzaam als een moeder die de kinderen naar school helpt.
Goedenmorgen dag. Vandaag kies ik voor het boek. Ik leg dit krabbeltje neer. Ik moet papier voelen in mijn handen.
Het is hier stil. En zo heb ik het graag. Een dagboek leeft van woorden en niet van toeters en bellen.
Kom binnen. En luister even naar de stilte. Zoals in een gotische kathedraal. Laten mijn woorden een gewelf zijn voor jouw verlangen.
Deze wereld is bang voor de stilte. Geluid barrikadeert onze gedachten. No passeran. We laten ze niet toe.
Ik ben dan ook altijd verwonderd als ik even ga buurten bij andere weblogs. Het lijkt er dikwijls op een kerstmarkt in de lente. Waarom toch al die flikkerende poppetjes, dansende katjes en andere ...
Wat is de essentie van zo'n blog? De kunst van het kopiëren? Maar komen we op lange termijn dan niet overal dezelfde beeldpollutie tegen. En kleverige deuntjes.
Waarin verschilt jouw en mijn weblog? Door de inhoud. De woorden. Wat vertel ik jou? En raak ik je ook zonder je aan te raken?
Zeg en schrijf mij iets zinnigs. Omwille van de schoonheid van de gedachte of de vorm waarin je ze etaleert.
Maar stuur me geen wandelende kerstbomen. In JOU ben ik geïnteresseerd. WAT heb JIJ te vertellen?
Of moeten al die spetterende spulletjes iets verbergen? Zoals: ik heb je niets te zeggen.
Klinkt het hautain? Ik hoop van niet. Is de wereld niet leeg genoeg sinds ook God vertrokken is.
Laten we beginnen met er zelf een beetje zin aan te geven. Jij en ik. En geloof me : Creëren dàt is veel moeilijker dan kopiëren. Uit het niets iets scheppen.
Schrijven is ... kijken en luisteren. Dacht ik zopas toen ik de trappen van de bib afging.
Luisteren naar passanten. Maar ook naar gedachten die passeren in je hoofd. Kijken naar voorbijgangers. Beelden registreren en vertalen in woorden. Gefilterd door tijd en afstand. Maar ook opgeslagen in het geheugen. Want hier voor het scherm moeten ze reïncarneren. Je kijkt en luistert, oog en oor terugspoelen, beeld en geluid. Je moet ze losweken uit je herinnering.
De krant en haar lugubere berichten. Parijs brandt. In Pakistan sterven de mensen nu van de koude.
November. Op de Grote Markt zitten de mensen nog op terrasjes. Slurpen voorzichtig aan een te warme koffie. Studenten rijden je bijna omver. Ouderen treuzelen door het verkeer.
Je voeten brengen je naar huis. Bussen afgeladen vol met oud en jong. Gratis. De actieven moeten betalen. Het is goed te stappen, je gedachten groeien.
Thuis. Het tuindeurtje kriept open. De telefoon heet je welkom.
Ze worden weer producten. Om te ver-kopen. De commercie heeft de herfst geroken.
Hoeveel gedachten gekoesterd door een schrijver. In zijn allenigheid. Met een pen of pc. Een blad wit of een schemerend scherm. In verwachting.
Letters die groeien tot woorden. Zinnen, alinea's, pagina's...
Ze verlangen naar de geur van inkt. Een neus die hen opsnuift als ze nog vers in de hand van een lezer liggen. Een nieuw boek. Even de bladren laten wapperen.
Hhmm ... het ruikt hier heerlijk naar letters. De geur van lezen.
Deze zinnen zijn niet van mij, maar wel van Leonard Nolens. Ze vertellen wat ik al zo dikwijls trachtte duidelijk te maken aan mijn lezer.
Lire c'est écrire. In het Frans niet om wat hautain sjiek te doen. Neen, ik heb het ooit van een schrijver gehoord. En ben dat beeld nooit meer vergeten.
Elke zin die ik schrijf en die jij leest, herschrijf jij in je hoofd. Met de pen van je verleden, verlangen, dromen ... en dat wat het leven ervan overliet.
Totus tuus. Ik wacht op de dag tot hij wakker wordt. Geheel de uwe, fluister ik in het oor van de ochtend. De zon zuigt zich de lucht in. Rood van gezicht, blauw van lichaam. Ik ben duidelijk nog onder invloed. Niet van drank. Maar van een boek.
Alle sensoren zijn sensueel wakker geschrokken. Mijn blote voeten pletsen op het parket. Ik voel de wereld. In mijn handen koester ik de kaft. Kijk op de achterflap overdreven lang in de ogen van Connie Palmen. Wat moet ik nu denken? Wat een vrouw! Of wat een stel hersenen!
Het ligt heerlijk in mijn handen. Een beetje volslank. Anders dan de schrijfster. Ze doet een poging om minzaam tegen me te glimlachen. Ik vrees dat het puur commercieel is.
Het is de tweede maal dat ik me zal verliezen in haar hoofd. Tenminste in dit boek. Driehonderddrieëntachtig pagina's gekneld tussen een harde cover. Een leven. Haar leven? Met Ischa Meijer. Verteld door vijf vrouwen.
Hij verslondt vrouwen. En liet ze leeg en uitgezogen achter. Maar ze kozen ervoor. Wat zeg ik: kiezen? Neen, ze werden gewoon een willoos slachtoffer. De schrijfster gaat op zoek naar z'n verwoestende verleidelijkheid.
De proloog zit erop. De dag begint. Goedenmorgen, ik ben geheel de uwe