mijn voettocht op de Via de la Plata ten voordele van de Belgische vereniging ter bestrijding van de Mucoviscidose
©
Dank aan al degenen die het initiatief gesponsord hebben.
De Sponsoring heeft tot op 1 Sep 2008, de som van 1160 Euro opgebracht ten voordele van het MUCO fonds.
Inhoud blog
  • Foto
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Zoeken in blog

    Foto
    Foto
    Roland op de via plata
    Pelgrimstocht naar Santiago de Compostela langs de Via Plata
    10-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Etappe 31: 30 mei.

    Ourense – Cea.

     

    Bij het buitenkomen van de Albergue ziet het er maar triestig uit. Maar schijn bedriegt en een paar uur later krijgen we mooi stralend lenteweer.

    Na onze eerste stappen door de stad die enkel gestoord worden door de reinigingsdiensten, komen we al gauw aan de romaanse brug over de Rio miÑo, vanaf hier is het stappen door de buitenwijken van Ourense. Vanaf nu gaat het voor een vijftal kilometer met stukken serieus bergop, we moeten immers van minder dan 100 terug naar 527 meter in Cea.

    In Bouzas na 14 km stappen is de bar aan de N 525 geopend en daar wordt een koffie besteld vergezeld van een paar madeleines, meer had de man niet in huis. Vanaf nu lopen we tot een tweetal kilometer voor Cea  op zijwegen, paralell met de N 525. De regen van de voorbije dagen heeft er voor gezorgd dat er rijkelijk water bergaf stroomt, met als gevolg in de valleien overstroomde paden, deze moeten dan met veel kunst en vliegwerk gepasseerd worden. Maar de zon die rond 1000HR doorgebroken is maakt van dit alles toch nog een aangename wandeling.

    Kort na het middaguur kom ik aan in de herberg van Cea.  Dit is een mooi gerestaureerd huis in graniet, het bouwmateriaal van de streek, hier pronkt ook het symbool van Gallicië de Horreo, voor de hoofdingang.
    Orlando de Hospitallero is een vaste waarde, en na de middag vinden we hem in de ligzetel, terwijl hij zijn middagdutje doet in het gezelschap van een Spaanse Senior, het snurkconcert overtreft alle snurkconcerten tot hiertoe gehoord in de Albergues. (is dit misschien besmettelijk?)
    Later bij het lezen van het gastenboek stellen we vast dat dit tot de eigenaardigheden van deze albergue gehoord.

    Na onze installatie ga ik tesamen met de Spaanse pelgrims op zoek naar het plaatselijk restaurant waar we ons te goed doen aan de menu del dia.

    Bijj onze terugkomst in de albergue zijn nog een paar pelgrims aangekomen, en ook de Duitse dame van gisteren in Ourense heeft haar eerste dag, op sandalen zonder sokken glansrijk doorstaan.
    Cea is het dorp dat in gans Spanje beroemd is voor zijn bruin brood, gebakken op houtskool. (al in 1883 sprak een reisgids over gallicïe, al over het exquisite brood van Cea
    ’s Avond na de inkopen en bij het eten van het avondmaal stellen we vast dat iedereen zo ’n groot bruin brood gekocht heeft (kleine broodjes bestaan eenvoudigweg niet), meestal teveel om op te krijgen, maar het smaakt ongelofelijk goed.

    10-07-2008 om 22:10 geschreven door Roland

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Etappe 30: 29 mei

    Xunqueira de Ambia – Ourense.

     

    Vandaag zal er vooral gewandeld worden langs rustige provinciale wegen. Bij het vertrek laten dreigende wolken zich merken met af en toe een paar regendruppels, genoeg voor de oefening poncho aan – poncho uit (het is slechts een verder zetten van de reeds vier dagen durende oefening.)

    Na een klein uurtje is de plagerij ten einde en komt de zon erdoor en de poncho kan op zijn plaats in de rugzak.

    De zon geeft een aangename warme en na vier dagen regen is het werkelijk genieten. Na een tiental km wordt een kleine pauze genomen en dan gaat het verder richting Ourense. Eerst komen we door de industriegebieden, eigen aan een grotere stad en dan gaat het via de voorsteden dwars door de stad richting Albergue.

    Door een foute interpretatie van mijn wandelgids sta ik voor de kathedraal, maar na wat gezoek kom ik terug op de goede weg en ik sta met mijn neus voor de albergue zonder dat ik het gebouw opmerk.

    Een lieve señora toont mij lachend de albergue.

    Deze albergue is een mooi gerenoveerd deel van een vroeger Franciscanenklooster, dat ooit nog eens een periode kazerne was. De jonge Spaanse hospitalero, die een student aan de plaatselijke universiteit, blijkt te zijn, laat echter op zich wachten.

    In plaats van 1230Hr is het op zijn Spaans 1315Hr. Na installatie en de gebruikelijke taken van de pelgrim wordt het nabijgelegen restaurant opgezocht om er samen met het Spaanse echtpaar en de Bask ons tegoed te doen aan een smakelijke maaltijd.

    Dan is het tijd om de historische binnenstad te bezoeken en ook een bezoekje te brengen aan het internetcafé waar ik van de gelegenheid gebruik maak om een berichtje op de blog te plaatsen.

    Ondertussen is de regengod weer van dienst en de rest van het stadsbezoek wordt in de regen afgelegd.

    ’s Avonds maak ik in de albergue kennis met een 68 jarige Duitse dame, die behalve het hoogstnodige in haar kleine rugzak alles achtergelaten heeft in Parijs, waar ze met haar fits in de problemen is gekomen. Van Parijs is ze met de trein  doorgereisd naar Ourense waar ze morgen wil beginnen met de laatste 100Km

    07-07-2008 om 22:56 geschreven door Roland

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Etappe 29: 28 mei

    Laza – Xunqueira de Ambia.

     

    Ook vandaag zijn de weergoden niet in hun beste doen, regen en nevel zal tot rond 1330HR mijn deel zijn.

    Het begin van de wandeling loopt over een regionale weg maar vanaf Soutelo Verde gaat het over goed onderhouden veldwegen tot in Tamicelas, daar begint de klimpartij. De wandelweg gaat van 524 meter hoogte over een afstand van 7 km naar het hoogste punt voor vandaag 960 meter.

    Het blijft voortdurend klimmen en eigenlijk is dit voor mij de meest vermoeiende klim van de ganse Camino tot nu toe. Boven wacht echter de beloning in de herberg van Albergueria, open gehouden door Luis.

    Luis is bij de pelgrims op de Camino Sanabres bekend voor zijn kleine simpele herberg, waar bij regenweer het haardvuur gezellig brandt en waar een kop koffie lekker kan smaken. Het typische van zijn bar is dat elke pelgrim een Jacobsschelp krijgt waarin hij zijn naam en eventueel een  klein persoonlijke boodschap kan inschrijven. Deze Schelp wordt dan opgehangen aan het plafond en de wanden van zijn herberg. Resultaat: overal waar men rondkijkt, hangt het vol met Jakobsschelpen, ik denk dat hij stilaan aan uitbreiding toe is, want de plaats op de muren reikt niet meer voor zo heel lang.

    Na deze opkikkerende pauze gaat het verder naar Vila do Barrio, het dorp van de aardappelen, ( elk jaar in oktober zijn hier schijnbaar grote feesten rond de aardappeloogst.) In een bar in het centrum bestel ik, bij een onvriendelijke barman, iets te drinken, met moeite krijg ik mijn drank betaald. Dus gauw verder gestapt in de nog altijd niet ophoudende regenvlagen. Even voor Bobadela is de ganse weg over een 600 meter tot op kniehoogte overstroomd.

    De eerste oplossing is een omweg van ongeveer 5 Km ,een tweede mogelijkheid is langs het niet overstroomde veld ,vervolgens langs een weide en dan via een bosje struikgewas parallel met de weg te lopen, en vervolgens een goeie sprong over de toch diepe en tamelijk brede gracht, wat mij dan ook nog lukt.

    In bobadela wordt aan de dorpsfontein een stukje gegeten en een loslopende hond vol schurftplekken komt een stuk brood schooien, wanneer ik hem nog een aantal resten uit mijn rugzak voeder is het dier blijkbaar echt tevreden.

    Voor het laatste stukje van de wandeling gaat het deels door overstroomde corredoira’s ( weg tussen twee natuurstenen muurtjes). Na een laatste bergaf ben ik dan terug op 532 meter hoogte, en kom ik aan de moderne herberg van Xunqueira de Ambia(*), die ongeveer één kilometer buiten het centrum ligt..

    (*)Xunqueira is in de kringen van orgelliefhebbers bekend voor zijn orgelconcerten in de maand augustus. Beroemde orgelisten uit de ganse wereld nemen dan deel aan het orgelfestival, gespeeld aan het orgel uit de 1757, in de vroegere kloosterkerk, de “Colegiata de Santo Maria la Real”.

    07-07-2008 om 22:13 geschreven door Roland

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Etappe 28: 27 mei

    A Gudina – Laza.

     

    De regen is nog niet van plan op te houden. En toch eindelijk rond elf uur trekt de hemel open en wordt het heerlijk wandelweer, geknipt voor de mooie panorama’s die de wandelgids ons alweer voor vandaag beloofd.

    Het is rustig wandelen boven op de hoogtes, waar in de diepte het stuwmeer van “Das Portas” ligt, en zelfs de regenboog laat zich niet kennen en is op zeker ogenblik in volle schoonheid te bewonderen.

    Het gaat door een schaars bevolkt gebied en de sporen van de vroegere bosbranden zijn nog altijd te merken. Het stijgt langzaam verder tot op een hoogte van ongeveer 1000m. Rond 1100Hr bereik ik het eerste dorpje van de dag, en ook voor de rest van de dag de enige gelegenheid tot eten. Na een bocadillo met kaas wandel ik verder op de hoogvlaktes van de “ Montes do Invernadeiro”. Onder ons de spoorweg (*) die regelmatig uit de berg opduikt en een paar honderd meter verder weer in de zoveelste tunnel verdwijnt.

    Na nog een pauze in het dorpje Portocambra merk ik later, dat er een dorpje verder, in As Eiras, een mooi uitgebouwde picknick plaats, speciaal voor de pelgrims gebouwd is. Vanaf nu gaat het snel naar beneden. Waar we deze morgen op een hoogte van 987 m vertrokken zijn en onderweg gestegen zijn tot 1035m gaan we nu naar 487m. Om 1430Hr na 7 HR stappen ben ik in Laza. Inschrijven in de Albergue gebeurt bij de Protecion Civil en ieder logee krijgt met de nodige uitleg, een sleutelbosje van de albergue.

    Nu ja gelukkig past dan toch één sleutel op een bepaalde deur en geraken we binnen. In deze mooie moderne albergue zijn schijnbaar kosten noch moeite gespaard. De verlichting is een truc voor zich, in de slaapkamers van telkens 4 stapelbedden is geen mogelijkheid zelf het licht aan of uit te schakelen, behalve in de gezelschapsruimte en in het sanitairgedeelte is de verlichting automatisch geregeld.

    ’s Avonds gaan we eten in de ons aanbevolen bar “Picota” en er wordt ons daar waarlijk een koninklijk pelgrimsmenu geserveerd.

    Met starten met twee soorten soep, een Gallische en een linzensoep, als hoofdmenu Macaroni met kaas en karbonaden, een kalfslapje en een stuk vis, daarbij een gemengde sla, wijn, water en brood. Als dessert een pannenkoek met ijs en dit alles ons gebracht door een vriendelijke señora die ons ook als toetje een magenbitter offreert.

    Als afscheid krijgen we van de dame een vriendelijke handdruk en buen camino gewenst.
    In de herberg  en ook aan tafel een jong Zuid-Tirools koppeltje die met de fiets van  uit Brixen naar Santiago fietsen en dit als huwelijksreis. Er zijn nog alternatieve jonge mensen in deze wereld.
    (*) De spoorweg tussen A Coruna aan de kust tot in Zamora is een meesterwerk van spoorwegbouwkunde.
    Zij is na de Spoorweg Belgrado - Bar, de spoorweg met in de wereld de meeste tunnels. Ongeveer 78 km van de 452 Km zijn tunnels. De spoorweg waaraan men 40 jaar heeft gebouwd was klaar in 1959 en was een beduidende verbetering voor het goederen - en personenvervoer tussen Gallicïe en centraal Spanje

    06-07-2008 om 00:00 geschreven door Roland

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Etappe 27: 26 mei

    Lubian – A Gudina

    Vandaag wandelen we het groene Gallicïe binnen. Ik start in een druilerige regen die na een half uur van lichte in zware regenval overgaat.

    Daar ik via de kerk " Santuario de Tuiza" wil stappen, stap ik dus niet op de N525 maar op de echte camino. De eerste km’s is dat geen probleem. Maar dan begint de stijging naar de Puerto A Ganda, en langzaam gaat het stijgend langs een smal bospaadje waar het water weer langs alle kanten te zien en te voelen is. Onder de voeten is het geen pad meer maar een klein beekje geworden.

    Na ongeveer ¾ HR stijgen ben ik boven op de pas en dus aan de grens met Gallicïe. Van het beloofde panorama zoals in de gids beschreven is als gevolg van de regen niet veel te bemerken, jammer voor het zweet, maar het zij zo.

    De eerste markeerpaal op Gallicische bodem laat me zien dat het nog juist geteld 246,24Km via Verin (zuid-route) is, voor degenen, zoals ik, die over Laza stappen zijn het nog 222Km.

    In de provincie Ourense zijn heeft het provinciebestuur destijds aan de Gallisische kunstenaar en beeldhouwer “Nicanor Carballo” de opdracht gegeven speciale wegwijzerstenen te kappen en dus regelmatig komt de pelgrim deze palen, naast de andere wegmarkeringen, tegen.

    Na de Ganda Pas is het eerste gehuchtje Ganda en daar ontmoet ik het al voor 0600Hr vertrokken Australische echtpaar, die dus wel aan een ultra traag tempo hun wegstappen. Tot Villavela gaat het verder langs door water overstroomde paden, dan bewijzen Goretex schoenen (zelfs die met kapot gelopen hiel) pas hun deugdelijkheid.
    Vanaf Villavela neem ik de N525 om in O Pereiro in een bar/wegrestaurant twee warme koffies met een boccadillo als middagmaal ter nemen.

    Het gaat verder in de niet ophoudende regen naar A Gudina, waar de prachtige herberg van de Gallisische overheid al geopend is. Maar sinds begin dit jaar zijn de herbergen in Gallicïe niet meer gratis, maar wordt een bijdrage van 3€ gevraagd. Maar voor deze mooie ingerichte Albergues is dit een spotprijsje. Over een ding is echter hier niet echt goed nagedacht en dat zijn de mogelijkheden voor het drogen van de was.

    Hier logeren, het Spaans, het Frans en Australisch echtpaar, de Bask met zijn stapgenoot, en Guido met zijn drie Belgische kompanen.
    Ook een paar fietstoeristen melden zich om te logeren, nu ja de enen doet het te voet de anderen met de fiets, elk naar zijn godsvrucht en vermogen.

    ’s Avonds is er nog een kleine woordenwisseling tussen de Spaanse en Franse dame over het gebruik van de olieradiator, maar in een mum van tijd is dit opgelost

    06-07-2008 om 00:00 geschreven door Roland

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Etappe 26: 25 mei.

    Puebla de Sanabria – Lubian.

     

    Het weerbericht gisterenavond voorspelde niet veel goed, en in tegenstelling met onze nationale Frank, klopt dit ook.

    Ik ga op stap met een fijne motregen die gauw overgaat in een druilerige regen en met momenten in echte regenvlagen.

    Dus ponchoweer, het wordt dus nat van boven, nat aan de voeten en nat van het zweten onder de poncho, er zijn leukere dingen, maar de camino roept en dus gaan welgezind op stap richting Lubian. De gids raadt aan bij hevige regen de N525 te nemen en gezien het de laatste dagen al een paar maal ferm geregend heeft volg ik dan ook maar die raad.

    De eerste 5 km wandel ik nog langs de veldweg die parallel met de grote weg loopt, maar vanaf Requejo wordt het de N 525. Deze nationaal is sinds de aanleg van de autoweg als uitgestorven, en daarenboven is het ook nog zondag.

    In Requejo is de barman van dienst op post en dus eerst nog genieten van een lekkere warme koffie, de regen wordt er niet minder op  en via de tunnel van Padornello kom ik in het gelijknamig dorpje op 1293m hoogte, waar ik mijn simpel middagmaal van brood en een doosje makreel verorber.

    Daar ik de weg door het dal over Acibeiros niet volg en dus verder langs de weg ga, maakt dit een ommetje van een viertal km. Later blijkt dat dit een goede beslissing was als ik zie hoe het schoeisel eruit zit van het koppel dat de weg door het dal nam. De albergue van Lubian is een mooi gerestaureerd huis aan de ingang van het dorp gelegen. Hier zie ik een paar bekende gezichten van voor een paar dagen terug en ook voor het eerst een paar uit Australië, later komt ook Guido met zijn drie kompanen het gild vervoegen.

    In het ganse dorp, het laatste dorp voor we Gallicïe binnenkomen, is er één bar met gelegenheid voor een simpel avondmaal.

    06-07-2008 om 00:00 geschreven door Roland

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Etappe 25: 24 mei

    Mombuey – Puebla de Sanabria.

     

    Op de eerste blik voorspelt het weer niet veel goeds, maar na een uurtje stappen breekt de zon door en het zal tot na 1700Hr mooi zonnig weer blijven met een frisse westenwind.

    Ik stap nu richting Gallicïe en het gaat ook langzaam maar zeker naar hogere regionen en in Puebla de Sanabria naderen we de hoogte van 1000meter. Vandaag gaat het voornamelijk over veldwegen en dus aangenaam wandelen voor mijn voeten, die hoewel beter voelen dan de eerste twee weken, af en toe laten merken dat ze er ook nog bij zijn. De eerste dorpen waar ik doorkom zijn doods en verlaten, en de bars zijn dicht, dus zullen we af en toe een slok water meer drinken en dromen van een koffie. Tegen de middag, na ongeveer 20Km stappen, kom ik in Palacio de Sanabria en daar zijn aan de kerk de vier bars open, dus keus en tijd voor mijn middagbrood en een tas koffie..

     De wandeling gaat nadien verder door kleine dorpjes met hoogstens een 100 tal inwoners en vanwege de plattelandsvlucht veel vervallen huizen, in Triufé bijvoorbeeld wonen schijnbaar nog 25 mensen.

    De wandeling gaat ook door het gehucht REMESAL waar in de kleine kapel, Ferdinand de katholieke van Spanje, vader van Johanna de Waanzinnige, in 1506, de erfenis van het Spaanse Rijk regelde met Filips de Schone van Bourgondiê,

    Hierdoor ging Spanje naar de latere keizer Karel V en werden wij bij Spanje gevoegd.

    In Puebla de Sanabria (*) is geen albergue noch van de kerk, staat, gemeente of enige andere organisatie.

    De Hostal La Trucha biedt echter een overnachting met maaltijd en ontbijt voor de speciale pelgrimsprijs van 30€.

    Na mijn installatie en een heerlijke maaltijd ( natuurlijk met Forel) is het trapjes klimmen om het hogere gelegen historische stadsdeel van Puebla de Sanabria te bezoeken, deze historische binnenstad is zorgvuldig gerestaureerd en blijkbaar zijn er alle winkels geweerd.

    Het was donderdag L.L. Sacramentsdag en dat kon ik de ganse dag merken aan de versiering met bloemen, aangebracht langs de weg en ook aan de op de weg gestrooide bloemen waar het H Sacrament moest voorbijkomen.

    *Puebla de Sanabria is het toeristische centrum van het natuurpark Lago de Sanabria. Deze op 1000m hoogte gelegen gletsjerzee, met een diepte van 51m en een oppervlakte van 3,2 maal 1,6Km is de grootste uit een gletsjer ontstane zee op het Iberische schiereiland.

    In het 22 500Ha grote natuurpark vindt men nog een 35 tal van deze gletsjerzeeën. Het natuurpark met zijn rijke fauna en flora, is een geliefd doel voor wandel - en natuurliefhebbers.

    06-07-2008 om 00:00 geschreven door Roland

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Etappe 24 :  23 mei

    Santa Croya de Terra – Mombuey.

     

    Met Poncho in de aanslag, vanwege de dreigende wolken, vertrek ik ‘s morgens uit de mooie herberg Casa Anita.

    De wandeling gaat langs de Rio Terra, op sommige plaatsen is de weg zeer goed gemarkeerd, maar midden in de velden ontbreekt elk spoor van de pijlen, nochtans plaats genoeg om er een paar te schilderen.

    Na wat gepuzzel en grondige raadpleging van mijn gids neem ik dan maar het risico en sla een bepaalde richting in en na een kwartier stappen was er opeens weer plaats voor een pijltje, dus was ik op de goede weg.

    In Calzadilla de Terra is de eigenaar van de bar nog zijn rommel van de vorige dag aan het opruimen, maar met de hoogst mogelijke vriendelijkheid serveert hij mij de gevraagde koffie. Bij het drinken van mijn koffie komen ook de Spaanse perigrino’s Antonio, Angéles,en Manollo, binnengestapt en de ganse dag tot in Rio Negro del Puente zullen we in elkaars gezelschap stappen. Voorbij Rio Negro del Puente gaat de wandelweg naar de hoogvlakte waar de wind serieus begint te waaien en spoedig volgt ook de ene regenbui na de andere, echt poncho weer.

    Wanneer ik in Mombuey aankom besluiten de weergoden dat het voldoende is voor vandaag en de zon laat zich voor een paar uurtjes van haar beste kant zien.

    De Albergue is een gerestaureerd huis, met eenvoudig maar goed sanitair, maar wat bedden en matrassen betreft, die zijn wel aan vernieuwing toe.

    Kort na mij komt Samuel aan, een fietser vertrokken vanuit Stuttgart met een eenvoudige toeristenfiets en een 25 tal Kg bagage. Na zijn aankomst in Santiago rijdt hij dan via de Camino Frances terug naar Stuttgart.

    Rond 1700Hr duikt Guido met zijn vrienden op en zo zijn we met zes personen om te overnachten in de albergue.

    06-07-2008 om 00:00 geschreven door Roland

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Etappe 23 op 22 mei

    Tabarra – Santa Croya de Terra

     

    Het is amper 0700Hr wanneer ik mijn eerste stappen zet voor mijn22Km lange tocht van vandaag.

    De weg is zeer goed gemarkeerd ( het beste tot nu toe) en loopt door een wisselend landschap van stijgen en dalen, we zijn duidelijk in de richting van het hoogland aan het wandelen.

    Dit gebied tot in Puebla de Sanabria maakt deel uit van het nationale park( 66000Ha) in de Sierra de la Culebra (slangenbergen). Anderzijds is dit het gebied waar de grootste populatie van de Iberische wolf zijn verblijfplaats heeft. Men schat dat er noch een 30 a 60 paren rondlopen, ook grote kuddes van reeën zijn hier thuis. Na ongeveer 12 Km wandelen ben ik in Bercianos de Valverde, waar ik in de plaatselijke bar een welgesmaakte café largo solo drink (largo is niet overal dezelfde maat in Spanje).

    De etappe loopt verder door het natuurgebied, langs een weg afgezoomd met wilde roosjes en wilde lavendel, hier en daar staat er nog een ruïne van huizen in Adobe. Rond 1200 Hr ben ik in Santa Croya de Tera bij Casa Anita een wondermooie, moderne private albergue, gerund door Anita, een Spaanse, die samen met haar man Domingo vele jaren in Duitsland heeft gewerkt. Zij bereidt ons ook een eenvoudig maar stevig middagmaal.

    Na de middag breng ik een bezoekje aan de kerk van het 1 Km verder gelegen Santa Marta de Tera. Deze kerk die gerestaureerd wordt heeft in zijn portaal het oudste bekende beeldje van St Jacob als pelgrim, en dus is dit een fotootje waard.

    ‘s Avond op de televisie voorspelt ons het weerbericht voor de volgende dagen niet zoveel goeds. Het wordt vast en zeker ponchowandelen.

    05-07-2008 om 18:50 geschreven door Roland

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Granja Moreruela – Tàbara.

     

    Om 0730Hr na een lekkere koffie op stap onder een licht bewolkte hemel, waar op tijd en stond een zon door komt piepen, om later op de dag een mooie lentedag te worden met aangename temperaturen om te wandelen.

    Het wordt weer goed uitkijken want de pijlen zijn dun gezaaid. Het is werkelijk een verschil van etappe tot etappe. Maar dank zij een boer, gewaarschuwd door zijn blaffende hond, kom ik op de juiste weg terecht. Na het eerste uur stappen krijg ik,naast het stuwmeer op de Rio Esla,  een bijna- klettersteig voor mijn voeten. Boven wordt ik beloond met een wondermooi panorama. In het dorpje Faramontanos de Tabara , waar ik voor de kerk, in de vredige middagstilte van een Spaans dorp van 500 inwoners, mijn stukje brood met een doosje makreel opeet, staat de rechts van mij gelegen heuvelrug vol gebouwd met een windmolenpark.

    In ben ook duidelijk in een streek aan het wandelen waar aan ruilverkaveling wordt gedaan, kaarsrechte veldwegen en overal infrastructuurwerken voor het installeren van irrigatiesystemen.

    Bij het binnenkomen van Tabara haal ik de sleutel van de plaatselijke Albergue af in de tabacos en zie er het Sloveense echtpaar, eveneens op zoek naar de Albergue, terug.

    De herberg is al open en een Bretoense dame, die ik voor de eerste maal ontmoet, heeft zich al geïnstalleerd.

    Samen met de later binnenkomende Manfred en Guido met zijn drie Belgen is dit de bezetting voor vandaag van de Albergue.

    Het restaurant Les Roble biedt ons een stevig menu del dia voor 8€ aan. In de late namiddag komt het Canadese jonge paar uit Quebec aangewandeld, beladen met een resem eetwaren, waarna zij beginnen aan een twee uur durende kokkerel.

    Wanneer de plaatselijke Tienda bijna sluit stellen ik en Manfred vast dat we nog een fles wijn ontbreken om de avond door te komen, dus snel opstap en van ver roepen we de winkelier die al aan het sluiten is nog effen te wachten.

    Na onze keuze van een wijn a 3€90 (de duurste van zijn aanbod) is de winkelier niet akkoord. Met veel uitleg haalt hij uit zijn magazijn een bestofte fles jaargang 2004 en prijst hij ons deze fles a 2€90 aan, daar ze veel beter van kwaliteit zou zijn. Dezelfde avond hebben we vastgesteld dat dit inderdaad zo was.

    05-07-2008 om 18:19 geschreven door Roland

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Etappe 21 dinsdag 20 mei

    Montemarta – Granja Moreruela

    De dag begint met nevelig weer en dat zal aanhouden tot rond 1030Hr waarna de zon doorbreekt en de aarde opwarmt tot 25 graden met af en toe een verfrissend windje.

    De eerste kilometers buiten Montemarta gaat het voorbij aan een van die talrijke Ermitta’s die het Spaanse landschap rijk is. De wandeling loopt langs het stuwmeer op de Rio de Ricabayo waar het pelgrimspad alles behalve duidelijk aangeduid is. Maar met steeds de N 630 in het oog en afgaand op het gehoor van het verkeer vind ik de weg naar de brug en verderop de weg naar de kasteelruïne Castrotorafe

    van de ridderorde van Santiago. Als gevolg van de nevel kan ik niet volop genieten van de resten van deze immense grote burcht uit de 15 eeuw. In Fontanillas de Castro is de tijd voor een koffie en dan gaat het verder naar Riego del Camino, waar in de plaatselijke bar, een naar mij blijkt nukkige señora een kop koffie serveert als was ik de schrik der wereld. Dan kan ik beginnen aan de laatste 7 kilometer van de dag naar Granja Moreruela en rond 1300HR ben ik ter plaatse.

    De eerste pelgrim van de dag, in deze mooi gelegen en zeer mooie, relatief nieuwe herberg en in tegenstelling met wat de gidsen vermelden zeer zuiver met een mooi sanitair.

    Na afspraak met de herbergmoeder kan ik om 1400Hr genieten van een salada mixta (grande) en een bord met spiegelei met spek en fritten, dit alles overgoten met de gebruikelijke vino tinto en vergezeld van brood zelfs een koffie hoort erbij.

    Rond drie in de namiddag komt de Oostenrijker binnen en iets daarna Manfred die zich na Riego del Camino een uur verlopen heeft.

    Rond 1630Hr is er plots op de grote weg een getoeter en lawaai alsof gans Spanje op straat is gekomen. Het blijken de fans te zijn van de stierengevechten voor het volgende weekend, in Benavente. Zij hebben de stieren afgehaald in de omgeving van Salamanca en brengen deze nu in een toeterende autokaravaan, met juichende en met veel vlaggen zwaaiende enthousiastelingen, naar Benavente. De inwoners van Granja Moreruela staan langs de weg en roepen de niet toeterende, maar toevallig in deze karavaan belande vrachtwagens, om mee te doen aan dit concert.

    Rond 1800Hr komen de vrienden van Guido uit Lichtervelde aan, hijzelf komt een uur later met de bus. Een van de vrienden van Guido, die niet mee zal stappen, en een auto gehuurd heeft biedt ons spontaan aan om ons naar het Monasterio Santa Maria de Moreruela te brengen zodat we deze ruïne van een klooster der cisterciënzers kunnen bezoeken. Dit klooster uit de 12 / 13 eeuw was het eerste van zijn orde op het Iberische schiereiland en werd opgericht om de bevolkingspolitiek van Koning Alfonso VII, na de herovering op de moren, te ondersteunen.

    ’s Avonds stel ik vast dat de hiel van mijn rechterschoen volledig is doorgelopen, het wordt dus elke dag inspectie van de schoenen tot in Santiago.

    Ook vandaag mag de fles wijn voor het slapen gaan niet ontbreken

    04-07-2008 om 22:58 geschreven door Roland

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Etappe 20 maandag 19 mei

    Zamora – Montemarta.

    Ik vertrek uit de jeugdherberg onder een bewolkte hemel die, na de aarde eerst een beetje zon gegund te hebben, na 1100Hr zijn duivels zal ontketenen in een fikse regenbui.  Goed voor een dril in de “onmiddellijke actie poncho”.

    Aan het lawaai tot na 2400HR te horen waren de logees van de jeugdherberg (ergens leerlingen van een college) zich aan het oefenen in een stoelen en tafeldans.

    Na een wandeling door de voorstad en het aansluitende industriegebied komen we weer in de weidse velden, maar na een paar kilometer is de weg gesperd wegens wegenwerken voor de aanleg van de autoweg. Geen enkele markering en dus wordt het even nadenken. Men kan ja rond de werken heen lopen, wat ik dan ook doe, om uiteindelijk vast te stellen dat er ook een veldweg liep naar mijn geplande doel, het was dus niet nodig geweest door het veld te lopen. Bij het doortrekken van Roal del Pan volg ik schijnbaar de verkeerde of vroegere pijlen en als ik wil terugkeren maken mij twee bouwvakkers er op attent dat dit de juiste weg is naar Montmarta, mijn doel voor vandaag.

    Na een uur stappen sta ik plotseling op een T splitsing met geen enkele aanduiding. Dus naar rechts gestapt richting N 630 onze altijd goede leidraad. Inderdaad een 500 tal meter verder is er terug markering en een veldweg die richting Montamarta loopt. Ongeveer  een uur voor Montmarta openen zich dan de hemelsluizen en tot aan de albergue blijft het deftig doorregenen. Deze herberg is schijnbaar erg intrek en één voor één dagen de pelgrims op en zien we bekende gezichten terug van een of twee dagen voordien. Uiteindelijk wordt het gezelschap een beetje internationaal, een Frans echtpaar, een paar uit Slovenie, een arrogante Oostenrijker met zijn lieftallige echtgenote, een Spaanse oude heer die gekleed is alsof hij uit zijn bureau komt, Manfred en ikzelf en nog een paar spanjaarden.

    ’ s Avonds gezellig genoten tesamen met Manfred van een goeie fles Vino Tinto uit de plaatselijke bodega.

     Het pelgrimsleven heeft ook zijn zalige kanten

    04-07-2008 om 22:09 geschreven door Roland

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Etappe 19:
    zondag 18 Mei 

    El Cubo de la tierro del Vino - Zamora
    Na ons morgenmaal bij señora Carmen, afscheid genomen van de Frankfurter Manfred, mijn kamergenoot voor een nacht.

    Het is licht bewolkt en ideaal stapweer. Vandaag beloofd een mooie wandeling te worden, praktisch volledig langs veldwegen, in een licht golvend terrein met mooie vergezichten ( een beetje jammer van het bewolkte weer). Rond 0915hr ben ik reeds in Villanueva de Campean en in de reeds geopende plaatselijke bar wordt mij een echt cafe Largo solo geserveerd.

    Een plaatselijke vroege vogel komt een beetje vragen stellen  over de camino, wat voor een landsman ik ben enz…, Maar ik moet verder en ik vertrek voor mijn resterende 21 Km naar Zamora.

    De stad biedt zich al van ver in al zijn glorie van zijn vele kerken. Bij het naderen van de stad aan de Douro torent de kathedraal (12 eeuw) boven alles uit. De stad telt minstens 20 kerken die allen bijzonder goed behouden zijn.

    In het museum van de kathedraal is een afdeling met Vlaamse wandtapijten uit de 15 tot de 17 eeuw. Tegenover de kathedraal staat het Casa del Cid , het woonhuis van Donna Urraca, dochter van Ferdinand van Spanje. Zij was meter bij de ridderslag van Spanje’s nationale held (eigenlijk een overloper) EL CID, hij zou ridder geslagen zijn in de buiten de stadsmuren gelegen kerk van St Cipriano.

    Bij mijn inkwartiering in de jeugdherberg (de nieuwe Albergue was nog gesloten tot 1630HR) maak ik kennis met een beetje lastige ontvangstdame.

    Ondanks mijn ledenkaart van de jeugdherbergen, wou zij mij aanvankelijk niet inschrijven, maar na wat gediscuteer schreef ze mij uiteindelijk toch in. Ik kreeg een mooie kamer voor 11,60€, na een rijkelijke dagmenu in een naburige restaurant , volgt een bezoek aan deze qua historische gebouwen rijkelijk voorziene stad.

    Bij mijn zoektocht naar het internetcafé blijkt dit gesloten op zondag en maandag, en de speelhall met PC’s die wel open is heeft dergelijke trage apparaten dat ik het na een paar pogingen opgeef.

    ‘s Avonds kan ik terug blikken op een goed verlopen dag. Het is vandaag de eerste dag sinds Monesterio dat ik weinig of geen last gehad heb van pijnlijke voeten. Of de nieuwe inlegzolen ermee te maken hebben weet ik niet, het is het resultaat wat telt

    04-07-2008 om 21:34 geschreven door Roland

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    .

    Etappe 18: Rustdag in salamanca

    En salamanca – El Cubo del Teirra Vino .

    Een zaterdagmorgen om van te dromen. Ondanks mijn wil om langer te blijven slapen ben ik toch vroeg uit de veren. Ten eerste uit gewoonte en ten tweede door het (stil !!!) lawaai en het geritsel van de vele plastiekzakjes, te horen bij het zich klaar maken voor de komende dag en het pakken van hun rugzak van de overige logeerders.
    Rond 0800Hr trek ik de stad in om eens een deftig morgenmaal te zoeken, wat in deze drukke universiteitsstad, zelfs op een vroege zaterdagmorgen, geen probleem is.

    Er moet ergens proclamatie of toch iets plechtigs zijn, want aan bepaalde faculteiten verzamelen zich, op hun paasbest gekleed, Spaanse señors en señorita’s, vergezeld van hun zonen en dochters, en zoals Spanjaarden kunnen, druk pratend met elkaar.

    De universiteit van Salamanca werd gesticht in 1214 door Alfonso IX, en is hiermee de oudste universiteitsstad van Spanje. Een van zijn beroemde studenten was de Spaanse dichter Miguel de Cervantes (1547-1616).

    We beginnen met ons bezoek aan het oude stadscentrum, dat door de UNESCO tot werelderfgoed werd uitgeroepen. Daar we gisteren een paar geopende kerken hebben bezocht is het vandaag de beurt aan de andere gebouwen, eerst en vooral nogmaals de Plaza Major of de Grote Markt, die echt een wonderbaar geheel vormt, jammer is het voor het tradioneel postkaartfotootje niet het juiste moment, daar in het kader van de Boekenweek de marktplaats volstaat met boekenkraampjes.

    Ook merkwaardig is Casas de los Conchos of het huis der schelpen , waar nu het toeristenbureau is in ondergebracht. Het werd in de 16 eeuw gebouwd door een Santiagoridder als stadspaleis, hij versierde de gevel met 300 gebeeldhouwde St. Jakobsschelpen.

    Ik laat me verleiden om voor een paar euro plaats te nemen op het toeristisch treintje en zo de merkwaardigheden aan de buitenkant van de stad te bekijken.

    Tussen al dit toeristisch gedoe moet ik ook nog een schoenmakerszaak vinden, daar ik op zoek ben naar een paar nieuwe binnenzolen voor mijn bottines. Ik hoop zo de problemen met pijn aan de voeten op te lossen. In een piepklein winkeltje om de hoek van de grote markt vind ik wat ik zoek en de vrouwelijke schoenmaker helpt me aan het juiste materiaal, achteraf blijkt dat wat ze me aanbevolen heeft ook van goede kwaliteit is.

    Ondertussen 1100Hr geworden besluit ik naar de herberg te gaan en vandaag nog een etappe te doen zodat ik weer een dag inwin en een volgende grote etappe in twee kan delen.

    Mijn rugzak was al gepakt, daar ik in ieder geval geen tweede nacht in de albergue mocht slapen. Bij het snoeren van mijn schoenen komt een nieuwsgierig toeristisch echtpaar een kijkje nemen bij de ingang van de albergue. Het blijken West Vlamingen te zijn en noch wel uit een nabuurgemeente van Jabbeke, Bekegem. Hun zoon studeert aan de Univ van Salamanca en ze zijn bij hem op bezoek.

    Dus op stap naar El Cubo de Tierra de la Vino.
    Met een flinke stap gaat het dwars door de stad, alover de Plaza Major, richting Zamora en de N 630. De eerste 6 km is niet veel soeps, veel buitenwijken, maar kort voor Aldeaseca gaat het over een veldweg richting Calzada de Valdunciel.
    Gezien onderweg de werken aan de nieuwe autoweg, en daardoor een onduidelijke markering en het stappen langs de zijkant van de zeer drukke N 630 niet echt zonder gevaar is (op zondag zijn blijkbaar alle snelheidsduivels van Spanje losgelaten, of denken ze allemaal een toekomstige Alonso te worden), besluit ik ter hoogte van de gevangenis, voor de laatste 8 Km, de bus te nemen. Of de inzittenden van de bus gedacht hebben dat ik juist losgelaten werd, heb ik hen niet gevraagd.
    In El Cubo wordt uitgestapt en gaat het naar de private verhuurster van Casa Carmen.
    Deze lieve oude dame ontvangt mij vriendelijk, wijst mij een kamer, en biedt mij een welgekomen biertje aan.
    Na de gebruikelijke was en plas geniet ik op de patio van deze gezellige woning van de late namiddagzon.
    Na een tweetal uren verschijnt Manfred de peregrino uit Frankfurt en we maken bij een glas wijn kennis met elkaar.
    De maaltijd ‘s avonds is overvloedig. Als voorgerecht een heerlijke vissoep met allerlei zeevruchten, en als hoofdgerecht 3 flinke lapjes kotelet met frieten (friet op zijn Spaans d.w.z. half gebakken en slap), dat alles vergezelt van een fles wijn, brood en een grote kom sla.
    Na een goede nachtrust en een Spaans ontbijt bestaande uit toast, madeleines en koffie stap ik om 0700Hr op, richting Zamora.

     

    03-07-2008 om 22:55 geschreven door Roland

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    02-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Etappe 17: Morille - Salamanca

    Deze morgen ziet het er niet echt mooi uit , en we worden begroet door de weergoden met een lichte motregen, deze zal aanhouden tot rond 1000Hr, waarna het opklaart en mooi zonnig weer wordt.

    Het was een rustige nacht in de kleine herberg van Morille, met drie Nederlanders en een Belg.

    De poncho wordt bovengehaald vanwege de lichte motregen en af en toe plakt de zware leembodem ons aan de schoenen.

    In Miranda de Azán wordt eventjes van de weg afgeweken om een tas koffie te gaan drinken ,en jawel als we de weg vragen naar een al geopende bar treffen we de eigenaar die juist onderweg is om te openen. Na onze koffiepauze gaat het verder richting Salamanca en vanaf het Kruis van Salamaca zijn al de torens van de kathedraal van Salamanca te zien. We komen Salamanca binnen via de Puente Romana die met zijn 27 bogen de rivier Rio Tormes overspant ( 15 van deze bogen zijn nog uit het Romeinse tijdperk).

    De Markering in de stad loopt recht naar de kathedraal en de Albergue, die in elkaars nabijheid liggen. Hier neem ik afscheid van Hans die sinds Guillena mijn regelmatige compagnon was, hij stapt verder zonder rustdag, en gaat de camino stappen over Astorga, veel succes Hans.

    Na het afzetten van de rugzakken in de albergue, moeten we wachten tot 1600hr om ons in te kunnen schrijven.

    Dus begint het bezoek aan de stad, eerst gaat het richting kathedraal voor een afstempeling van mijn credential en voor een bezoek van dit merkwaardig mooie gebouw. Ze hebben in de tijd de oude romaanse kathedraal laten staan en er vanaf 1513 de nieuwe gotische kathedraal met barokke elementen, tegenaan gebouwd.

    De torens van de kathedraal zitten vol met ooievaarsnesten, zoals tot nog toe overal op de plaatsen waar we voorbijkwamen.

    Je vindt hier ooievaarsnesten op alle mogelijke hoge toppen zoals kerktorens, elektriciteits - of hoogspanningsmasten.

    Ik beperk mijn bezoek aan de stad, want morgen heb ik ook nog een dag en na het inschrijven in de herberg is het eerst en vooral tijd om de dagelijkse rituelen van douche en was te volbrengen.

    In de albergue treffen we weer een paar bekenden gezichten van een paar dagen geleden, ook een Nederlandse dame die haar camino hier wil verder zetten, maar haar rugzak is achtergebleven op de Londense luchthaven.

    ’s Avonds is het genieten van een avondwandeling, door de drukke universiteitsstad, die salamanca is.

     

    02-07-2008 om 00:00 geschreven door Roland

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Etappe 16:Fuenterroble de Salvatierro – Morille.

    Vandaag is de hemel bewolkt met af en toe wat zon, en in onze rug een koude wind uit het zuidwesten, maar het zal tot onze aankomst in Morille droog blijven.

    Na een luidruchtige nacht in de Albergue van Don Blas vanwege de snurkers (oorstopjes vergeten) vertrekken we om 0700Hr, na ons karig morgenmaal van  yoghurt met een paar madeleintjes.

    We verlaten het dorp en zijn weldra op een brede weideweg die deel uitmaakt van de Canada Royal, altijd rechtdoor. Af en toe moeten we een riviertje op de aangelegde stapstenen overschrijden, en hier tonen Jan en Herman (die met het kruiwagensysteem) hun behendigheid in het afladen en overbrengen van hun transportsysteem.
    Onze baken voor vandaag zijn de windmolens die ons moeten brengen naar het Cruz de Santiago, op een hoogte van 1172m, tot nog toe het hoogste punt van onze wandeling. Op een bepaald moment is er een veelvoud van pijlen, en later zal blijken dat we de goede pijlen gevolgd zijn nml: richting Noord, maar niet de juiste .
    Uiteindelijk komen we uit in het dorpje Pediosius. Hier helpt ons een vriendelijke man in bar Julia, aan de hand van  een schetsje, hoe we in Morille moeten geraken.

    Wanneer we verder stappen blijkt dat deze weg ook gemarkeerd is met gele pijlen en zo stappen we verder over Monterrubio (5 Km)  naar Morille ( 6 Km).

    Onderweg ontmoeten we een Duitse fietser die vertrokken is vanuit Bilbao en zo naar Lissabon wil fietsen met 28Kg bagage op zijn fiets.

    In Morille halen we de sleutel van de albergue af in bar Marco en kunnen we ons installeren in de kraaknette herberg met een capaciteit van 6 personen. De maaltijd in Bar Marco met als voorgerecht paella (rijst is niet direct mijn lievelingskost) en daarna een combinatie van gekookte eieren met champignons, begeleidt met brood en wijn smaakt voortreffelijk, (honger is schijnbaar nog altijd de beste saus).

    02-07-2008 om 00:00 geschreven door Roland

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Etappe 15: Calzada del Béjar – Fuenterroble de Salvatierra.

    Na een goede nachtrust nog eens de voeten extra verzorgd en gezien er geen vocht meer in de blaar zit wordt er een compeedje op gelegd.

    Het morgenmaal is voor Spaanse normen zelfs uitstekend en om 0750Hr gaan we de baan op.

    Gezien de regen van deze nacht hebben we de eerste kilometers een modderige weg, en een Spaanse señor geeft ons een ganse uitleg  die we echter eerst snappen wanneer we hem met droge schoenen een beetje verder terug ontmoeten,hij wou ons enkel duidelijk maken dat de weg die wij namen nogal nat was en op sommige plaatsen onder water stond, en het evengoed kon langs de asfaltweg.

    Uiteindelijk komen we op een mooie brede grindweg tussen de dehessa’s.

    In het dorpje Valverde de Valdelacasa vragen we aan een oudere Señora of er een bar is , en na de nodige uitleg waar en hoe ver de bar gelegen is komt ze tot het besluit”maar vandaag is hij gesloten.”

    Ze nodigt ons uit voor een kop hete chocolade en willens nillens moeten we ook nog een stuk appelcake eten, zij dringt zelfs aan dat wij de rest zouden meenemen.

    Maar vooral moeten wij haar beeld van St. Jacob bewonderen, die rijk versiert in haar salon staat. Na vele gratia señora nemen Hans en ikzelf afscheid van deze vriendelijke dame en zetten we onze weg verder. We genieten van het prachtige landschap van de met sneeuw bedekte bergen van castillië y Leon.

    Stilaan klimt de weg en we naderen de 1000m en de hoogvlakte van Castilliê y Leon en ondanks het schijnen van de zon, blaast er een koude wind in onze rug.

    Op het hoogste punt van onze etappe, 995M komt een lichte daling en we komen aan in Fuenterroble de Salvatierra, en dwars door het dorp gaat het naar de welbekende herberg van de dorpspastoor, Don BLas.

    Deze herberg is ingericht in de pastorij, met een mooi sanitair (maar op deze dag een koude douche)

    Er is een klein oratorio (bidplaats) met een pracht van een Christusbeeld uit een boomstronk of wortel gesneden.

    Na ons middagmaal in de plaatselijke herberg, inkopen gedaan in het plaatselijke winkeltje, en de apotheker een paar zaken besteld die hij ’s avonds om 2000hr persoonlijk brengt.

    Buiten is het in de schaduw zeer fris en het beloofd een koude nacht te worden.

    01-07-2008 om 23:03 geschreven door Roland

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Etappe 14: Aldenuevo del Camino – Calzada del Béjar.

    Na een behoorlijk nachtrust en met het vooruitzicht van een eerder korte etappe kom ik moeilijk op gang.

    De dag begint met een voetverzorging en na een ons morgenmaal nemen we afscheid van de Duitse dame Anne-Rose uit Mainz en de Deense dame Shippy, zij waren sinds Sevilla gelijklopend met ons “s avond praktisch altijd in dezelfde albergues of hostals. We vertrekken rond 0800Hr met een bewolkte tot betrokken hemel, en in tegenstelling tot gisteren heeft het meer de neiging om te gaan regenen ,wat in de namiddag ook zo zal zijn.

    De eerste 9 Km van onze etappe loopt over de zijkant van de ons vertrouwde N 630 tot aan de thermale badplaats Banos de Monte - Mayor (*). Hier wordt geprofiteerd van een open Bar om een stevige tas koffie te drinken.
    Buiten aan de bar staan de twee op kruiwagens gelijkende karretjes van Jan en Herman ,twee Nederlanders, waarvan de 70 jarige Jan, het systeem op punt heeft gesteld. Het voordeel is natuurlijk dat zij geen rugzak hoeven te dragen, maar een van de nadelen is bij het oversteken van rivieren, waar zij telkens alles moeten afladen en stuk voor stuk over de rivier dragen. En er zijn nogal wat rivieren, die op stapstenen moeten worden overgestoken.

    Buiten Banos de Monte - Major gaat onze weg verder op een stuk nieuw aangelegde Calzada Romana. We wandelen door een mooi heuvelachtig gebied en boven op de pas Puerto de Béjar stappen we de provincie Salamanca binnen, deze provincie maakt deel uit van de autonome regio Castilla y Leon.

    Af en toe zien we in de verte al het berglandschap van Castillië.
    Beneden in het dal aan de “Puente de la Malena”, een oeroude romaanse brug is het tijd voor onze middagboterham, waarna we verder stappen naar ons einddoel voor vandaag de private herberg Alba – Soyara in Calzada de Béjar.

    Calzada de Béjar kan met zijn 75 inwoners wedijveren met de kleinste dorpjes op deze aardbol  

    In de mooie herberg, met een gezellige zitkamer, worden we vriendelijk ontvangen door de herbergmoeder “Manuela”.

    Na onze installatie genieten we van een heerlijk toebereidde maaltijd, en het wordt een gezellige avond onder de aanwezige pelgrims.

    *In Banos de Monte Mayor zijn van de oudste geneeskrachtige baden van Spanje, maar ook van de modernste van Europa.
    In de 43 graden warme, zwavelhoudende thermaal bronnen worden voornamelijk rheuma en luchtwegenziekten behandeld

    01-07-2008 om 22:32 geschreven door Roland

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Etappe 13:Carcabasso – Aldenuevo del Camino

    Na het ochtendmaal bij señora Elena bestaande uit toastbrood en koffie met de nodige confituur, maak ik me klaar voor het 38,5 km lange traject van de dag. De zon speelt al van ’s morgens vroeg mee en het beloofd een broeiend hete dag te worden, als we de weersvoorspelling mogen geloven.
    We wandelen weer door de mooie dehessa’s , tussen grazende koeien met eeuwenoude eiken, die ons een welkome beschutting tegen de zon bieden. Na ongeveer 3Hr wandelen, komen we aan het landgoed Ventaquemada.
    Hier loopt de 50 m brede vroegere Canada Royal (eeuwenoude weideweg van Zuid naar Noord) naar het hoogtepunt van deze etappe de Arco De Càpara. Aan de Arco de Capara een paar foto’s gemaakt en de uitgravingen van deze stad bekeken, De stad Càpara werd gesticht ten tijde van keizer Vespasian, en verkreeg stadsrecht in 74 na Chr. Aan de opgravingen te zien moet de stad zeer welvarend geweest zijn, met zijn resten van het amfitheater, het reusachtige Forum en zijn thermen. Het bezoekerscentrum geeft de bezoeker de nodige uitleg van deze verdwenen stad waarvan de opgravingen begonnen zijn in 1929.

    Ik zet mijn wandeling verder door het zacht glooiend landschap, zonder ook maar een dorp of gehucht. De laatste 15 Km worden een beetje problematisch door het ontbreken van of slechte markeringen en ook deels door werken aan de N 630, en er wordt dus een paar maal verkeerd gelopen. Rond 1700hr komen we aan in Aldenuevo del Camino (* ) en de eerste bar aan het einde van het dorp wordt een stopplaats om samen met Hans een grote, dikverdiende halve liter pils te drinken.

    De Hostal waar ik wil overnachten, ligt aan de rand van het dorp en na het inkwartieren, en de nodige was - en plasactiviteiten wacht mij de verzorging van mijn voeten, want een reuze blaar op mijn linkerhiel is mijn deel, geen nood na het uitprikken, en de nodige eosine voelt het al wat beter aan.

    Dit is ook de eerste etappe dat ik me echt moe voel en vooral de pijn aan mijn voeten speelt me parten. ’s Avonds na het stevig avondmaal voelt het al wat beter en morgen is weer een andere dag.
     * Aldenuevo del Camino is niet enkel bekend voor zijn mandenvlechterij met kastanjetwijgen, maar ook voor zijn productie van pimentòn.

    Pimentòn is het poeder van boven eikenhout gedroogde paprikas.
    In aldenuevo produceren vier fabrieken ongeveer 1 milioen kilo per jaar
    .

    01-07-2008 om 21:51 geschreven door Roland

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Etappe 12: Grimaldo – Carcabasso.

     

    Na een onrustige nacht vanwege het tot 0600Hr durende lawaai van het dorpsfeest, is het een plezier om te mogen opstaan en zich klaar te maken voor de volgende etappe..De dag kondigt zich mooi aan met een licht bewolkte hemel, en al vroeg laat de zon zijn eerste warme stralen op de pelgrims schijnen.

    De wandeling gaat langs mooie dehessa’s tot in Galisteo, dit stadje is  volledig ommuurd met vestingmuren gebouwd uit rivierkeien. Dit is de ideale plaats om de grote pauze te houden en bij het eerste barretje wordt de rugzak opzij gezet en een lekkere pint besteld vergezeld, van een lekker stuk tortilla.

    Na het middagmaal is het tijd om verder te stappen, maar het plezier om door de weidse weiden te stappen is weer voorbij, en ons rest de asphaltweg in het dal van de rivier Rio Jerte , rivierdal bekend voor zijn bloei van de kersenbomen.
    Rond 1400hr kom ik aan in Carcabasso en ga ik voor mijn nachtverblijf naar bar Ruta de la Plata bij Senora Elena.

    Na het aanwijzen van een kamer die ik met Hans deel, (10€ per persoon met ontbijt), krijgt Hans een les in het doen van zijn dagelijks wasje.

    Later krijgen we aan de hand van een zelfgetekend kaartje uitleg over de etappe van morgen. Blijkbaar maakt ze dit schetsje voor iedereen.

    Senora Elena geeft ons de tip te gaan eten in restaurant” De Capara” en we vallen echt goed.

    Na de keuze van een ons onbekend voorgerecht, dat een groentemix met bovenop een gepocheerd ei bleek te zijn, kwam een rijkelijk hoofdgerecht, begeleid van een goed streekwijn en het nodige brood. Dit alles afgerond met een dessert van het huis en een tas koffie en dit voor de ronde som van 9€ ( geen wonder dat zoveel Spanjaarden op restaurant gaan).

    Na het eten vangt een Spaanse familie een gesprek aan en met de nodige traktaties wordt het een uitwisseling van gedachten in een mengeling van Spaans, Frans en Engels.

    Bij een bezoek aan het stadje blijken in het kerkportaal mijlpalen uit de tijd van Trojanus te zijn gebruikt. Zelfs voor de kerk staan er nog een paar.

    01-07-2008 om 19:29 geschreven door Roland

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Alleen zij die onderweg zijn kunnen de hoop koesteren ooit aan te komen
    Foto

    Archief per week
  • 07/07-13/07 2008
  • 30/06-06/07 2008
  • 23/06-29/06 2008
  • 16/06-22/06 2008
  • 02/06-08/06 2008
  • 26/05-01/06 2008
  • 19/05-25/05 2008
  • 12/05-18/05 2008
  • 05/05-11/05 2008
  • 21/04-27/04 2008

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • de via de la plata
  • De Belgische vereniging voor strijd tegen Mucoviscidose
  • Vlaams genootschap van santiago

  • Blog als favoriet !

    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!