|
Vroeger was er een Vrouwengilde werkzaam in de school van directeur Blauwbaard. Het atheneum van de jaren 90 was een oord van rozengeur en maneschijn voor migrantenleerlingen. In het vrouwenclubje zaten verpleegster Zwarte Lola, Turkse tolk Gülnür, migrantenwerksters Kathleen en Natasja en nog een paar nieuwsgierige dames van het OCMW. Die dames kregen illegale toegang tot leerlingendossiers waarmee het CLB-beroepsgeheim geschonden werd. Corrupte baas Horbert zag het en vond het goed. Directeur Blauwbaard zag het niét, maar liet toch alles z'n gang gaan. Hij verstopte zich graag in zijn burcht, achter zijn bureau. Om straks met zijn vette pollen aan zijn leraresjes te zitten wriemelen.
Daar zaten ze dan allemaal bijeen in de leraarskamer, de leden van de vrouwengilde, om zeepbellen te blazen en luchtkastelen te bouwen. Gespreksonderwerp was: de spreiding van allochtone leerlingen over alle scholen om vorming van gettoscholen tegen te gaan. Alle aanwezige dames waren het er over eens dat culturen en rassen gemengd konden worden, ook in een schoolklas. Het ontstane brouwsel was voor hen multiculturele harmonie, maar ze noemden het eerder 'mozaïekklassen', 'gemixte' klassen, 'gevarieerde'klassen... omdat het woord 'multicultureel' hen nog niet vertrouwd in de oren klonk.
Mensen mengen, dat kan niet! Hoogstens in de keuken, als je een cocktail maakt van champagne en levertraan. Giet een scheut kostbare champagne in een shaker en voeg daarbij wat walgelijke levertraan. Die twee samen vormen een duister mengsel, een mix waarbij de champagne zijn rijkdom verliest en de levertraan nóg viezer smaakt. Zo werkt een mix. Het wordt een warrig zootje met een vieze smaak. De champagne heeft niets bijgeleerd van de levertraancultuur, wil zich niet verkwanselen aan levertraan. Onzin als 'leren van een andere cultuur'... 'integreren'... valt als een kaartenhuisje in elkaar.
Wij hebben genoeg aan onszelf, aan onze rijke waarden- en normencultuur, wij zijn fier op onze eigenheden en hebben niets te leren van vreemdsoortige binnensluipers. Al het goede in onszelf willen we behouden en niet laten oplossen in een modderige gemixte brij. Ons eigenheidsgevoel, verstrengeld met de diepste vezels in ons wezen, laat geen verarming toe!
|