Club: MORTIER C'EST L'PIED (LG176)
Marche Châteaux et Abbaye Val-Dieu
Plaats : Blègny-Trembleur
Afstand 21,0 Km
Weer: Bewolkt, winderig 12°C
♥♥♥♥
Door de coronamaatregelen kon de wandeling niet door de oude koolmijn en door de abdij van Val-Dieu gaan. Spijtig maar in de plaats kregen we een prachtige (maar zware) natuurwandeling. We wandelden op de rand van Het land van Herve en de Voerstreek. Een heel heuvelachtig gebied want voor de 21 Km te stappen waren er bijna 1000 hoogtemeters te overwinnen.
We starten in de site van de oude koolmijn Blégny-Mine. Net als in Genk heeft men hier ook een nieuwe bestemming aan de oude lokalen gegeven. De oude mijn is in normale omstandigheden ook te bezoeken. Rond de oude mijn is er een kinderboerderij en daar mochten we eerst doorstappen. Dat eerste stuk was gelijk voor alle afstanden. Daarna gingen de grotere afstanden apart en begon het zwaardere werk. Eerst langs de steenweg naar Saint-Remy waar de fanfare op stap was en de muziek door de dalen liet galmen. Dan moest er een lus door de bossen gewandeld worden, smalle wegjes en concurrentie van mountainbikers. Midden in de bossen was dan de enige controle. Controle zoals vroeger in Wallonië: een tafel buiten met bevoorrading van drank(!). Dat was al na 6 Km en er moest dan nog 15 Km gewandeld worden. Na de lus door de bossen kwamen we in een meer open landschap met vele vergezichten over de Voerstreek en het Land van Herve. We wandelden door en rond Dalhem. We mochten door de pas gerestaureerde tunnel van de oude spoorlijn naar 's Gravenvoeren stappen. Die tunnel gaat onder de dorpskern van Dalhem. Na de tunnel moesten we over een steil en zwaar geaccidenteerd pad naar de top van een heuvel, daarna terug beneden en tenslotte mochten we het centrum van het dorp bezoeken welke 80 meter boven de tunnel lag. Het laatste gedeelte deed me helemaal aan de Voerstreek denken. Heuvelachtig en uitgestrekte weiden waar doorgestapt moest worden en dat afgewisseld met holle wegen. We zagen de gebouwen van de mijn-site al van ver staan maar het waren dan nog vele kilometers vooraleer we er waren.
In de zaal was het vrij druk. Er kon aan een tafel gedronken en wat gegeten worden. Men kon consumptiebonnetjes kopen en je werd aan tafel bediend. De "bubbels" waren op sommige plaatsen wel nogal groot en de mondmaskers werden hier en daar eens vergeten. Het verschil is dat men hier dus niet moest reserveren of voor ingeschreven zijn. Je moest wel je telefoonnummer of e-mailadres opschrijven. Waarom kan dit in Vlaanderen zo niet?
Voor de twee dagen samen (zaterdag en zondag) waren er ongeveer 1200 wandelaars.
|