Captain & Tennille is een Amerikaans popduo, dat voor in de jaren '70 en begin jaren '80 populair was. Captain & Tennille bestaat uit het echtpaar Daryl Dragon (Captain, geboren 27 augustus1942) en Toni Tennille (Tennille, geboren 8 mei1943)
Dragon werkte als pianist bij de Beach Boys en Tennille trad op met een zelfgeschreven musical, toen ze elkaar ontmoetten in 1971. Ze gingen samenwonen en tekenden een platencontract. Hun eerste single Love will keep us together, een cover van Neil Sedaka, stond wekenlang op de nummer 1 positie in de Verenigde Staten. Voor dit nummer ontvingen ze ook een Grammy Award in 1975. Later dat jaar trouwde het stel.
De volgende jaren bracht het duo verschillende platen uit. In Nederland werd alleen Do That To Me One More Time een hit: deze plaat bereikte de nummer 1-positie in de Nationale Hitparade (in de Top 40 kwam het nummer niet verder dan nummer 2).
Tennille heeft later nog als achtergrondzangeres gezongen op de plaat Don't let the sun go down on me van Elton John. Ook speelde ze mee op het album The Wall van Pink Floyd.
Wie zegt dat pijn ooit weer zal verdwijnen, dat ooit de zon weer zal gaan schijnen, die weet niet,wat echte liefde is, die weet niet,wat ik nu zo mis. Ze is schitterend als een ster. Haar ogen lichten op van ver. Ze is zo zuiver als kristal, haar haren als een waterval. De Mona Lisa verbleekt erbij. De wereld,mijn geluk,was zij. Haar lach die me betoverde, haar hart dat me veroverde. Met haar voelde ik me verbonden. Wat ik zocht,bij haar gevonden. Neen,de zon zal niet meer schijnen, de pijn nooit meer verdwijnen. Ik verga van puur verdriet, haar vergeten kan ik niet.
Pretenders Om Back On The Chain Gang te bekijken druk op de foto.
The Pretenders is een Britserockgroep rond de Amerikaanse zangeres, gitarist en songwriterChrissie Hynde, die met een mix van punk, New Wave en popmuziek
(voornamelijk in de jaren tachtig) een reeks hits scoorde, waaronder
"Brass in Pocket", "Back on the Chain Gang", het kerstnummer "2000
Miles", "Don't Get me Wrong" en "I'll Stand By You".
De band nam een versie op van "Stop Your Sobbing" van Ray Davies, geproduceerd door Nick Lowe. Het nummer werd in Groot-Brittannië een hit, evenals de twee volgende singles, "Kid" en "Brass in Pocket". Begin 1980 kwam het debuutalbum uit, Pretenders, dat zowel in Groot-Brittannië als in de Verenigde Staten een grote hit werd. "Brass in Pocket" groeide uit tot een wereldwijde hit.
In de lente van 1981 bracht de band een EP uit, Extended Play, gevolgd door een tweede album, Pretenders II,
in de zomer van dat jaar. Toentertijd werd het album niet goed
ontvangen door de critici, maar door enkele hitsingles verkocht het
album vrij goed. In juni 1982 werd bassist Peter Farndon door Hynde uit de band gezet, vanwege zijn drugsproblemen. Twee dagen later, op 16 juni1982, stierf gitarist Honeyman-Scott aan een overdosiscocaïne. Farndon stierf in 1983 aan een overdosis, vlak nadat Hynde was bevallen van haar eerste kind met Ray Davies.
Hynde vormde een nieuwe band, bestaande uit haarzelf, Chambers, bassist Malcolm Foster en gitarist Robbie McIntosh (voormalig lid van Manfred Mann's Earth Band). In deze nieuwe samenstelling brachten the Pretenders december 1983 een nieuwe single uit, het melancholische kerstnummer "2000 Miles", gevolgd door een nieuw album, Learning to Crawl, begin 1984.
In 1985 traden the Pretenders op op Live Aid. Hynde zelf was dat jaar te horen op UB40's versie van Sonny & Cher's "I Got You Babe". Op Get Close uit 1986
waren enkel Hynde en McIntosh te horen, de andere bandleden werden
ontslagen en ingeruild voor sessiemuzikanten. De single "Don't Get me
Wrong", afkomstig van Get Close werd een wereldwijde hit.
Packed!, het album uit 1990, werd geen succes. In 1994 kwam de band weer terug met het commercieel succesvolle Last of the Independents, mede door de goed ontvangen ballade "I'll Stand By You", die veelvuldig op de radio te horen was. Na het live-album The Isle of View uit 1995 werd het stil rond de band. In 1999 keerde de band terug met het album Viva el Amor. In 2002 kwam er weer een nieuw album uit, Loose Screw, op Artemis Records. In maart 2006 is de boxset Pirate Radio uitgekomen.
De broers zijn geboren op het eiland Man, maar in 1958 emigreren ze naar Australië. Daar begint hun carrière, en in 1967 keren ze terug naar Engeland, waar ze een groep vormen met Vince Melouney, (gitaar) en Colin Petersen, (drums). In Australië en Nederland hebben ze rond dat moment hun eerste hit met Spicks and specks, in Engeland en elders volgen nummers als New York mining disaster 1941, Massachusetts, Words, World, I've gotta get a message to you en Holiday.
Na het album Odessa (1969) verlaat Robin de groep wegens artistieke meningsverschillen, en scoort een solohit met Saved by the bell. Maurice Gibb trouwt met de Schotse zangeres Lulu. De groep wordt later opgedoekt en opnieuw opgericht. Vanaf het moment dat Jive talkin'
in 1975 verrassend een Amerikaanse Nummer-één hit wordt, wordt de draad
weer opgepakt en met het uitkomen van de soundtrack van Saturday Night Fever in 1977 is de groep plotseling weer immens populair, en één van de belangrijkste proponenten van de disco geworden.
Na 1981 wordt het stil rond de groep, maar in 1987 maken ze hun tweede come-back met het nummer You win again, een Britse nummer-één hit. Een vierde broer, Andy Gibb,
eind jaren '70 van vorige eeuw een populair tieneridool, sterft in
1988, juist toen hij als vierde lid bij de groep zou komen. Op 12 januari2003 sterft Maurice onverwacht aan een darminfarct. Dit is een onderbreking van de bloedtoevoer naar de darmen, een zeldzame medische complicatie
die soms optreed bij een draaing van de darmen waarbij het darmkanaal
(meestal gedeeltelijk) afgekneld wordt. Hiervoor was Maurice in eerste
instantie ook opgenomen in het ziekenhuis. Robin en Barry gaan daarop
hun eigen weg met als meest opvallende resultaat een hernieuwde
samenwerking tussen Barry en Barbra Streisand, Guilty pleasures in 2005. Ook de samenwerking tussen Robin en Alistair Griffin met het nummer My lover's prayer gaat goed en komt binnen op drie in Engeland. Barry en Robin zeiden dat ze nooit meer muziek zouden maken onder de naam Bee Gees, onder de naam "Brothers Gibb" traden Barry en Robin in februari 2006 voor het eerst sinds de dood van hun broer weer samen op.
Het geluid van de Bee Gees is apart te noemen, vooral opvallend is hun zang met hoge falsetstemmen
Guus Meeuwis (Mariahout, 23 maart1972) is een Nederlandszanger, die samen met zijn begeleidingsband Vagant in de jaren negentig van de 20e eeuw en het eerste decennium van de 21ste eeuw enkele grote hits scoorde in Nederland en Vlaanderen. Hij is getrouwd met Valérie Gregoire en samen hebben ze drie kinderen. Meeuwis gaat na de middelbare school (die hij deels in het Zuid-Limburgse Meerssen heeft doorlopen) studeren in Tilburg. Na een romantisch weekend in Brugge met zijn vriendin Valerie schrijft hij het nummer Het Is Een Nacht. Nadat de vriendengroep in 1994 het AHC-Studentensongfestival in Leiden
wint met dit nummer krijgen zij een platencontract aangeboden van
Willem van Schijndel, talentscout en helft van het duo De Deurzakkers.
De groep Guus Meeuwis & Vagant (vernoemd naar het café waar Guus
vaak optrad) ontstaat als resultante. In augustus 1995 verschijnt het nummer Het Is Een Nacht op single. Deze wordt Alarmschijf op Radio 538 en komt binnen enkele weken op de eerste plaats van de Nederlandse Top 40, waar het zeven weken blijft staan. Uiteindelijk worden er meer dan een kwart miljoen exemplaren van verkocht. Opvolger Per Spoor
behaalt ook de eerste plaats van de Nederlandse hitlijsten en staat
drie weken op de ereplaats van de Top 40. Wanneer in mei 1996 het
debuutalbum Verbazing uitgebracht wordt komt dit direct binnen
op de eerste plaats van de Album Top 100 en behaalt uiteindelijk een
dubbelplatina plaat, wat inhoudt dat er minstens 140.000 exemplaren van
verkocht zijn. Schilderij is het tweede album van Guus Meeuwis & Vagant. Mede dankzij het succes van de eerste single van het album, Ik Tel Tot 3, is de CD al goud bij uitkomen. Tegelijkertijd scoort Antonie Kamerling als Hero, een karakter uit de film All Stars, een nummer 1-hit met het nummer Toen Ik Je Zag, dat geschreven is door Meeuwis. De single 'T Dondert En 'T Bliksemt
is eigenlijk het lustrumlied van de studentenvereniging waar de
bandleden van Vagant tot dan toe lid van zijn, maar wordt een
veelgedraaid feestnummer. Schilderij wordt bekroond met een platina
plaat, wat inhoudt dat er minstens 70.000 exemplaren van verkocht zijn. 1 Voor Allen is het derde en tevens laatste album van Guus Meeuwis & Vagant. De eerste single Ze Houdt Gewoon Van Mij verschijnt al in 1999 maar blijft steken in de Tipparade. Toch ontvangt Meeuwis voor de single een Gulden Vedel
van De Nederlandse Vereniging van Dansleraren, omdat het nummer dat
jaar het meest gedraaid wordt door dansscholen. Het album laat wat
langer op zich wachten. Door een cyste op de stembanden bij Meeuwis
worden de opnames van het album met ruim een half jaar vertraagd. In
maart van 2001 verschijnt het uiteindelijk. Het album wordt geen groot
succes en eind 2001
komt er een eind aan het bestaan van de band Guus Meeuwis & Vagant.
Meeuwis gaat alleen verder met een nieuw management en een nieuwe
platenmaatschappij.
Nadat Guus Meeuwis & Vagant ophoudt te bestaan, maakt Meeuwis in
2004 een nieuw album samen met enkele oude bandgenoten als zijn broer
Marc Meeuwis en schrijver/pianist Jan-Willem Rozenboom. Laatstgenoemde schrijft met Meeuwis een geheel nieuw album, simpelweg Guus Meeuwis genaamd. De single Brabant
doet het vooral goed in de gelijknamige provincie. In 2007 ontstaat er
een idee om het nummer om te dopen tot het officiële volkslied van de
provincie Brabant. Er wordt op internet een site geplaatst waar men een
petitie kan tekenen. Deze zal aangeboden worden aan de commissaris van
de koningin in Noord-Brabant, Hanja Maij-Weggen.
In 2004 brengt Meeuwis de single Hé Zon uit, speciaal geschreven voor de Bart Foundation, waar Meeuwis ambassadeur van is. De stichting is opgericht door familie van de overleden televisiepresentator en BNN-voorzitter Bart de Graaff. Ook toert hij dat jaar met cabaretier Bavo Galama door Nederland met zijn eerste theatertour In Concert 2004, die later op DVD uitgebracht wordt.
In 2004 brengt Meeuwis zijn eerste "Best Of"-album, getiteld 10 Jaar Levensecht.
Het album omvat zijn grootste hits, aangevuld met enkele persoonlijke
favorieten en twee nieuwe singles. Het succes van het album heeft
Meeuwis ironisch genoeg te danken aan de dood van volkszanger André Hazes. Al eerder nam hij een cover van het nummer Geef Mij Je Angst van Hazes op ter gelegenheid van het zilveren jubileumconcert van Hazes. Na het overlijden van Hazes vraagt zijn vrouw Rachel of Guus het nummer ten gehore wil brengen tijdens de afscheidsplechtigheid in de Amsterdam ArenA.
Vlak na de begrafenis van Hazes stijgt het nummer al snel naar de
hoogste positie van de Top 40 en daar wordt slim op ingespeeld, 10 Jaar Levensecht volgt spoedig. Het komt Meeuwis op een beschuldiging van lijkenpikkerij te staan, middels een vlijmscherpe persiflage in het satirische TV-programa Kopspijkers.
Het album wordt desalniettemin bekroond met een dubbelplatina plaat,
wat inhoudt dat er minstens 140.000 exemplaren van verkocht zijn.
Het tweede solo-album van Meeuwis verschijnt in 2005. Op 23, 26 en 27 september staat hij drie keer in een uitverkochte Heineken Music Hall in Amsterdam terwijl hij een maand later begint aan zijn tweede theatertour, Levensecht. Tegelijkertijd komt zijn album Wijzer uit. Eerste single De Weg is een vertaling van het nummer van de Duitse zanger en acteur Herbert Grönemeyer. Het wordt een hit en komt tot nummer zeven in de Top 40. Op 6 februari2006 krijgt Meeuwis tijdens het Harpen Gala in Bussum een Gouden Harp uitgereikt. Slechts een maand later, op 15 maart van dat jaar, wint zijn single Geef Mij Je Angst een Edison Award. De drie uitverkochte concerten die Meeuwis dat jaar geeft (op 9 t/m 11 juni), zijn verplaatst van de HMH in Amsterdam naar het Philips Stadion in Eindhoven. Tijdens zijn concerten promoot hij zijn nieuwe single Ik Wil Dat Ons Land Juicht, dat hij samen met voetballer Ruud van Nistelrooij speciaal schreef voor het WK Voetbal in Duitsland. Speciale gasten tijdens zijn optredens zijn de Limburgse band Rowwen Hèze en de dan nog onbekende zangeres Dennis. Slechts één dag na het laatste concert zendt SBS 6 het in zijn geheel uit.
Het album wordt bekroond met een platina plaat, wat inhoudt dat er
minstens 70.000 exemplaren van verkocht zijn. Deze krijgt hij
uitgerekend tegelijkertijd met het nieuws dat zijn DVD In Concert goud is, en zijn CD's Schilderij en 10 Jaar Levensecht platina.
In oktober 2006, vier maanden na zijn concertreeks in het Philips Stadion,
maakt het management van Meeuwis bekend dat er een poliep ontdekt is op
zijn linkerstemband. De laatste maanden van het jaar moet hij rust
houden en worden alle optredens en promotionele activiteiten afgelast.
Dat betekent ook een flinke vertraging voor de voorbereidingen van zijn
nieuwe album. Begin 2007 wordt hij vast panellid van het programma 'Stenders Late Vermaak', een muziekquiz van Rob Stenders op de later dat jaar opgeheven TV-zender Talpa. In april komt zijn single Tranen gelachen
op één binnen in de Top 40, waar het twee weken blijft staan. In juni
2007 volgt opnieuw een reeks van drie concerten in het eerdergenoemde
stadion in Eindhoven, genaamd Groots Met Een Zachte G. Eind augustus lanceert hij zijn single Proosten,
die de derde plaats in de Top 40 bereikt. In februari 2008 start zijn
derde theatertour en in juni 2008 gaf Guus voor de derde maal een
reeks van concerten in het Philips Stadion, ditmaal 4 avonden.
Karoline Kamosi alias Leki (Kinshasa, 28 januari1978) is een hiphop-artieste met Congolese roots die nu in België leeft. Ze is de zus van Manuela 'Ya Kid K' Kamosi. 'Leki' is Lingala en betekent 'kleintje' of 'kleine zus/broer'.
Door haar oudere zus mag Karoline op twaalfjarige leeftijd samen met Technotronic (de groep van Ya Kid K) de studio induiken. Als artiestennaam doopt Manuela haar jongere zusje als Leki K.
De K staat voor Kamosi, maar wordt later weggelaten omdat Karoline het
te moeilijk vindt om uit te spreken. Uiteindelijk wordt het project
niets omdat Karoline eigenlijk nog te jong is voor een internationale
carrière. Karoline gaat dansen in hip hop groepjes, begint haar eigen
groep en schrijft songteksten.
Wanneer ze zestien is krijgt ze een platencontract en neemt ze haar
debuutalbum op. Hoewel ze in heel Europa promo optredens mag geven,
wordt het album nooit uitgebracht.
Begin 2004 tekent Karoline een contract met platenmaatschappij Mostiko. Onder de naam Leki brengt ze haar eerste single Breakin' out uit, een nummer dat gaat over feesten en uitgaan. Het nummer wordt goed ontvangen in België en in Nederland. De videoclip van het nummer wordt in Los Angeles opgenomen door Abdullah Malik, die eerder al samenwerkte met Jay Z, en geproduceerd door Blueyedpictures, die eerder al video's produceerden voor Red Hot Chilli Peppers en Prince. Op 12 juli 2004 wordt de tweede single Crazy gereleased, waarvan de videoclip opnieuw werd opgenomen in LA. Deze keer wordt hij geregisseerd door Michael Rooney die de awardwinnende videoclip Weapon of choice voor Fatboy Slim met Christopher Walken draaide. Op 26 juli komt Leki's debuutalbum Breakin' out uit. Op de TMF Awards 2004, die ze zelf opent en presenteert, krijgt ze twee awards: die voor Meest Belovend Nationaal en die voor Beste R&B/Rap Nationaal.
Op 28 november 2005 komt Leki's tweede album Warrior girl uit. Hierop werkt ze onder meer samen met de Amerikaanse rapper Coolio. Singles Spread my wings, Trouble en Sitting in my car komen uit dit album.
In 2006 is Leki één van de artiesten die optreden tijdens het 0110-concert.
In 2007 brengt Leki in eigen beheer de single U&I uit. Ze heeft ook een nieuwe podiumact klaar voor het festivalseizoen. In oktober staat ze op het podium van de TMF Awards.
In 2008 kwam de nieuwe single Over the rainbow uit. In juni 2008 kwam haar nieuw album Multiplicity uit.
Mike and the Mechanics was in eerste instantie een hobbyband van de (bas-)gitarist van Genesis: Mike Rutherford. Later bleek de populariteit groot genoeg om te toeren etc.
Gedurende de beginjaren 80 kwam de solocarrière van Genesisdrummer Phil Collins onverwacht tot grote bloei. Genesis kwam door die soloaspiraties dikwijls stil te liggen. Ook Anthony Banks
maakte soloplaten. Na eerst twee echte soloplaten afgeleverd te hebben
startte Mike in 1985 een band die bestond uit de volgende muzikanten:
Mike Rutherford: gitaar, basgitaar en achtergrond zang (Genesis);
Opvallend is de goede stemvoering binnen de band. De beide Pauls
hebben vooral ook live heldere stemmen. De band heeft met name in het
buitenland succes alhoewel er ook kleine hits in Nederland worden
gescoord. Door het overlijden van Paul Young in 2000 en de toenemende
solowerkzaamheden van Paul Carrack komen de werkzaamheden op een laag
pitje te staan. Er wordt dan meer gebruik gemaakt van studiomuzikanten
en de toernees zijn ook korter. Ook lijkt het of de puf er een beetje
uit is. Met de nieuwe Genesis-toernee en Paul Carrack soloplaat op
komst (2007), zal het nog wel even duren voordat nieuw materiaal
uitgebracht wordt.
Soul Asylum is een rockband uit Minneapolis, Minnesota. De band werd opgericht in 1983 en scoorde een grote hit met het nummer Runaway Train. Daarnaast ontvingen ze voor deze single ook een Grammy.
Soul Asylum kwam voort uit Loud Fast Rules, een band die in 1981 was opgericht door David Pirner (zanger/gitarist), Dan Murphy (gitarist), Karl Mueller (bassist) en Pat Morley (drummer). De band begon al snel op te treden in Minneapolis-St. Paul en kreeg onmiddellijk een goeie livereputatie dankzij de energieke optredens.
In 1986 bracht de band drie albums uit: Made To Be Broken, Time's Incinerator dat voornamelijk b-sides, demo's en nummers van Loud Fast Rules bevatte en While You Were Out. De band bleef echter tamelijk onbekend bij het grote publiek.
De band in 1988 werd wel getekend door A&M Records. Hier brachten ze twee albums op uit: Hang Time (1988) en And the Horse They Rode In On (1990). Ook deze albums verkopen maar magertjes en door de gehoorproblemen van David wilde de groep er de brui aan geven.
Columbia Records bood hen begin jaren '90 echter een contract aan en de band bracht in 1992 hun succesalbum Grave Dancers Union uit. Hieruit kwam de single "Runaway Train" met bijhorende videoclip die bijzonder veel gespeeld werd op muziekzender MTV.
De video toonde foto's en namen van verdwenen kinderen en aan het eind
van de clip werd een nummer getoond dat gebeld moest worden als de
kijker één van deze kinderen gezien zou hebben. De clip werd aangepast
per regio waarin ze afgespeeld werd.
Hierna volgde een lange stilte, onderbroken door een solo-album van David Pirner in 2002.
In 2004
werd een live-plaat uitgebracht die in 1997 opgenomen was op een
benefiet ten voordele van slachtoffers van een overstroming, getiteld After the Flood: Live from the Grand Forks Prom, June 28, 1997. Ook nog dat jaar speelde de band een benefietoptreden ten voordele van bassist Karl Mueller die keelkanker had. Op het moment van het optreden speelde Mueller nog wel mee maar op 17 juni2005 overleed hij aan de gevolgen van de kanker. Hij had ook nog de baspartijen voor een nieuw album opgenomen.
geef me de kans om het te zeggen geef me de tijd om het uit te leggen voor mij hoeft het niet meer die vernederingen elke keer ik kan het niet meer aan daarom zal ik maar beter gaan
The Hollies is een Britse band uit de jaren zestig. Ze behoorden tot de succesvolste bands uit de "Britse invasie"-periode. De band wordt vaak geassocieerd met Manchester, omdat enkele leden van de band uit (de omgeving van) deze stad komen. De band zou vernoemd zijn naar Buddy Holly. Bassist Eric Haydock en zanger Allan Clarke hebben echter in interviews met BBC-radio aangegeven dat zij hun band hadden vernoemd naar de hulst (Engels: holly).
De hulst werd gebruikt als kerstversiering in de kleedkamer van de club
The Oasis, waar de band in december 1962 hun eerste optreden gaf. The Hollies
werd ter plaatse bedacht om te kunnen worden aangekondigd. Het feit dat
de groep in de jaren '80 om contractuele verplichtingen een lp
uitbracht met louter Buddy Holly-covers versterkt het idee dat er een
relatie zou zijn tussen Buddy en The Hollies.
The Hollies is te herkennen aan de meerstemmige, harmonieuze zang. De groep was hierin duidelijk geïnspireerd door The Everly Brothers. Veel liedjes uit de begintijd zijn covers van rock-'n-rollhits, maar in de loop der jaren schreven ze vaker hun eigen teksten of werden tekstschrijvers van buitenaf (vooral Graham Gouldman, bekend van 10CC) aangetrokken
In 1962 werd de groep opgericht door zanger Allan Clarke en gitarist Graham Nash. Andere belangrijke leden uit de beginperiode van de band zijn onder andere Tony Hicks (gitaar), Eric Haydock (basgitaar) en Bobby Elliott (drums). Elliott wordt beschouwd als één van de beste Britse drummers. In 1966 werd Haydock vervangen door Bernie Calvert.
In het midden van de jaren zestig scoorde de band een hele reeks aan
hits, waaronder "I'm Alive", "Look Through Any Window", "I can't let
go", "Bus Stop", "Stop Stop Stop", "Dear Eloise" en "Carrie Anne".
Na een album gevuld met Bob Dylan-covers
bracht the Hollies "He Ain't Heavy... He's my Brother" uit, één van de
grootste internationale hits van de groep. In 1971 verliet Clarke
tijdelijk de groep. Hij werd vervangen door de Zweedse zanger Mikael Rickfors afkomstig uit de Zweedse groep Bamboo, met wie de groep het album Romany en onder andere de hit "The Baby" opnam.
In 1972 keerde Clarke weer terug met "Long Cool Woman (In a Black Dress)", een Creedence Clearwater Revivalachtig
rocknummer, waarin nu juist het handelsmerk van de groep, de
driestemmige samenzang, ontbreekt. In 1973 kwamen de laatste twee grote
hits van de groep uit, "The Day that Curly Billy Shot Down Crazy Sam
McGee" (nummer één in Nederland) en "The Air That I Breathe".
The Hollies brengt sindsdien sporadisch een album uit en geeft nog
steeds concerten, met twee leden uit de originele bezetting: gitarist
Tony Hicks en drummer Bobby Elliott (tevens elkaars zwager). In 1983
keerde Graham Nash voor één album terug. Allan Clarke stopte in 2000
met zingen, waarna zijn plaats werd overgenomen door Carl Wayne, leadzanger van The Move. In 2004 overleed Wayne echter aan kanker.
Nadat in 2005 vanwege zijn succes voor een BBC-tv-productie ook
gitarist/high harmonyvocalist Alan Coates de groep verlaat (1983-2005)
treden twee nieuwelingen tot de groep toe: Steve Lauri (gitaar/vocals)
en Peter Howarth (vocals/gitaar). Laatstgenoemde was voor die tijd een
bekend musicalzanger.
Onder invloed van beide jongelingen wordt in de loop van 2005 een
volledig nieuwe cd opgenomen met de titel "Staying Power". Dit is het
25e album in de carrière van de groep. De groep treedt gemiddeld 3
avonden per week op, tot ver over de grenzen van Groot-Brittannië.
Hij werd geboren in Hoboken (New Jersey), en hij besloot zanger te worden nadat hij Bing Crosby
op de radio hoorde. Hij begon in kleine clubs in New Jersey, en kwam op
die manier onder de aandacht van trompetspeler en bandleider Harry James.
Na een korte periode met James sloot hij zich aan bij het Tommy Dorsey Orchestra, en na zijn debuut met hen in 1940 werd hij beroemd als zanger. Hij had een grote aantrekkingskracht op de tieners van die tijd (de zg. bobbie soxers),
die een heel nieuw publiek waren voor populaire muziek. Deze muziek was
tot dan toe voorbehouden aan volwassenen, en Sinatra werd zo het eerste
tieneridool.
Eind jaren veertig en begin jaren vijftig ging het bergaf met zijn carrière, maar hij maakte een comeback als acteur in de film From here to Eternity. Hij verscheen daarna in veel verschillende films, in het bijzonder The man with the golden arm en The Manchurian Candidate.
In de vijftiger en zestiger jaren was Sinatra een populaire attractie in Las Vegas. Hij was bevriend met Dean Martin en Sammy Davis Jr., en samen vormden zij de kern of wat het Rat Pack heette een losse groep muzikanten en zangers die vrienden waren en samen feest vierden.
Zijn stem is onmiddellijk herkenbaar, en wordt beschreven niet alleen in termen van kracht en charisma, maar ook van nostalgie en tederheid. Sinatra wordt daarom ook wel The Voice genoemd. Er wordt ook vaak naar hem verwezen als Ol' Blue Eyes.
Hij overleed in 1998 op 82-jarige leeftijd aan een hartaanval, zijn laatste woorden waren: "I'm losing". Sinatra is begraven in het Desert Memorial Park in Cathedral City, Palm Springs, Californië. Op zijn grafsteen staat de tekst "The Best is Yet to Come".
James Taylor werd geboren als zoon van Isaac en Gertrude Taylor.
In 1966 startte Taylor met Danny Kortchmar en Joel O'Brien de band The Flying Machine. Ze namen een album op maar dit zou pas vier jaar na het uit elkaar gaan van de band uitkomen onder de naam James Taylor and the Original Flying Machine.
In 1968, een jaar na het uiteenvallen van The Flying Machine, vertrok Taylor naar Londen waar hij een platencontract aangeboden kreeg door Apple Records. Later dat jaar kwam de elpeeJames Taylor uit in Engeland. Omdat dit album weinig succes bleek te hebben ging James weer terug naar Amerika. Begin 1969 werd hetzelfde album daar ook uitgebracht. Ook tekende hij een platencontract bij Warner Music. In 1971 scoorde James Taylor zijn grootste hit met het - door Carole King geschreven - nummer You've got a friend.
Op 3 november 1972 trouwde hij met Carly Simon met wie hij twee kinderen kreeg.
Na het uitkomen van het album Sweet Baby James kreeg hij meer
succes. Het album bereikte nummer 1 en bleef twee jaar lang een enorme
bestseller. Hierna volgden nog enkele succesvolle albums waaronder zijn
Greatest Hits. In 1976 stapte hij over van Warner Music naar Columbia Records.
In februari 1978 won Taylor een Grammy-award voor het nummer Handyman. In de jaren die volgden deed hij verschillende tournees en bracht hij albums uit als Dad Loves His Work en Flag.
In 1982 scheidde hij van Carly Simon en daarna werd het iets rustiger rond James Taylor. In oktober 1985 verscheen pas zijn nieuwe album That's Why I'm Here. Ook trouwde hij in dat jaar met Kathryn Walker. In mei 1995 ontving James Taylor een eredoctoraat in muziek van de Berklee College of Music in Boston, Massachusetts. Het jaar daarop scheidde hij van Kathryn Walker.
In het najaar van 2007 verschijnt het live album "One Man Band", een
registratie van zijn gelijknamige concert tour. Als onderdeel van het
Europese deel van deze tournee speelt James Taylor op 5 april 2008 in
de Heineken Music Hall in Amsterdam.
In hetzelfde jaar zal ook een nieuw album met covers uitkomen. Over
dit album is nog weinig bekend, behalve dat het studio-live is
opgenomen met een grote band en dat het album waarschijnlijk veel
soulnummers gaat bevatten.
Jouw ogen, hemels, van het schoonste blauw, fluisteren zacht: ik houd van jou. Jouw lippen warm, door hen gekust, vond mijn geest geen uur meer rust, k verloor daarbij geheel mijn zinnen. Laat mij jou, lief, eeuwig beminnen.
En wat als je me kende? Als je wist hoe mijn gedachten gaan. Als je wist wat mijn gevoel me laat voelen. Als je alles wist van mijn kleine bestaan.
Zou je dan gelukkig zijn? Gewoon om me te kunnen raken. Om mij te kunnen kwetsen met alles wat je weet. Of zou je alles beter kunnen maken. Zou je het zo doen dat ik alles vergeet. Alles wat ik voel en doe en zie en hoor. Alles wat ik zei en deed en zag . Al het geen dat ik verloor.
Is dat jij,samen met mij. Die kleine ik die groeide tot groot. Hulpeloos, zijn dat wij. Die steen waar een ezel zich geen tweemaal aan stoot.
Je weet nog niks en ik zoveel. Jij vraagt om het te delen. Maar ik ben niet jouw verloren deel. Je wilt me omarmen en diep in mij kijken. Maar geloof niet in veel, ik zal je ontwijken.
Ik wou je vandaag nog zoveel vertellen Te fluisteren in je oor Maar het belangrijkste heb ik je niet kunnen vertellen Dat wil ik je nog fluisteren in je oor
Ik weet dat jij weet dat ik van je hou Maar toch wil ik het nog een keertje in je oor fluisteren Want ik mis je nu ontzettend Nu dat ik je maar heel weinig zie
Ik wou dat ik je vaker zag op het moment Want ik kan niet meer zonder jou Ik wou dat ik je vaker zag op het moment Zodat ik nog meer lieve dingetje kon fluistern in je oor
Ik wou je vandaag nog zoveel vertellen Te fluisteren in je oor Maar het belangrijkste heb ik je nu kunnen vertellen Dat ik van je hou