Vrijdag stond ik aan de start in Begijnendijk. Persoonlijk een van mijn favoriete koersen waar ik jaarlijk met veel plezier naar uitkijk.
De organisatie had andermaal geluk met het weer. Onder een stralende zon stonden zo'n 60 rensters aan het vertrek voor een koers van 100 km.
Aanvankelijk zag het er naar uit dat het peloton naar de jaarlijkse massasprint zou gaan rijden. Niets was echter minder waar. Verrassing. Er reden er een paar weg op een ambetant moment. Ik wou ook springen en op dat moment besliste mijn ketting dat dat niet doorging. Van het ene moment op het andere van de grote molen op de kleine plateau. Gedaan met zingen. Ik heb een halve koers op den 11 gereden. Souplesse training zoals dat dan heet. Na wat foufelen, en door de putten rijden kreeg ik er 6 ronden later mijn ketting miraculeus weer terug op. Ondertussen was het kalf natuurlijk al lang verzopen en was mijn frustratie daarrond als serieus aan het toenemen.
Moraal van het verhaal. Er waren er 13 vooruit. Ik werd 5de in de pelotonsprint voor wat het nog waard was. Ik was nog wel goed, maar moest van wreed ver komen. Eigen schuld uiteraard. Laat ik het erop houden dat ik mij goed voelde, dat er meer in zat, dat ik uiteindelijk een snelle sprint reed en van ver kwam, maar dat het resultaat nog steeds te wensen over laat. Vroeg of laat, zal ook dat wel weer eens in de plooi vallen hopelijk.
Eveline,