Kort na de geboorte van Christus liggen een aantal eenvoudige herders, volgens sommigen goed zat, in een nabijgelegen veld. Er verschijnt hen een engel met goed nieuws en zo zijn zij bij de eersten om het pasgeboren kindje (waarschijnlijk in een grot) te bewonderen.
De gesofistikeerde wijzen uit het oosten, een zwarte, een gele en een rode, zoals onze Belgische vlag, komen ook aan de receptie van het moederhuis en hebben goud, wierook en mirre bij. Mirre is een welriekende zalf. Omdat er sprake is van de drie koninklijke geschenken spreekt men ook van de drie koningen.
In 1164 brengt men hun relieken over van Milaan naar de Dom van Keulen. Naar het schijnt heeft men het graf van die drie koningen eens geopend en snel terug dichtgedaan, er lagen namelijk vier stuks in. Die arme Duitsers zijn sindsdien volledig de kluts kwijt.
Als je op 6 januari zangertjes aan de deur hebt, geef ze dan iets. In Duitsland en in de Duitstalige gemeenschap belonen ze de schenkers, door met krijt op de deur te schrijven: 20C+M+B15. Je kan dat beter op je deur hebben staan, anders ben je een gierige pin.
Die 3 letters tussen het nieuwe jaartal betekenen: Christus Mansionem Benedicat. In het Vlaams: Christus zegene dit huis.
In de volksmond staan die drie letters voor de drie ‘Koningen’: Caspar, Melchior en Balthazar.
Foto 150106-141211-155338: De kerststal van de St.-Carolus Borromeüskerk van A.
|