We weten dat MizzD een begeesterde fan was van Don Camillo; en wij ook!
Telkens als we onze sympathieke paus op TV zien, daarnet nog in de Filippijnen, moet onze eenmansredactie aan Don Camillo denken. Daar worden we nu eens goed gezind van zie.
We herinneren ons nog een rubriekje dat we voor u hebben teruggevist uit onze rijke blogvijver van Skynet:
Jawel, deze morgen zaten we met dat boek in ons badje. Met die fantasie lopen de geestelijke vermogens van onze redactie al eens uit de hand, toch inspireert Giovannino Guareschi ons, om het volgende te schrijven:
Wanneer iemand aanstoot neemt aan de gesprekken met bepaalde heiligen, dan is daar niets aan te doen. Want wie spreekt in mijn rubriekjes is niet dé St.-Joris, maar mijn St.-Joris, ook niet dé H.-Felix, maar mijn H.-Felix, niet dé Sinterklaas, maar mijn Sinterklaas.
Daarom: ieder voor zich, zijn gezin, zijn vrienden, zijn wereld en God voor ieder die naar Hem wil luisteren.
Hou u vast aan de takken van de bomen, want als we nog zo eens een gezellige babbel hebben, dan mag u meeluisteren…
Leef u even in: 1521, op een mistige ochtend bij zonsopgang, we betreden de kerk. Denk het grote altaar daar maar even weg, het is er nog niet. De glasramen lopen dus door naar beneden en de zon straalt door rood en blauw gekleurde glasramen. Het feeërieke licht laat zich absorberen door de ochtendmist. Iedere bezoeker waant zich hier in de hemel*.
Nu beseffen we ten volle waarom men romaanse en gotische kerken naar het oosten richt. De zon voorziet ons van ochtendlijke warmte en licht. Dat licht staat symbool voor Christus.
Later zal de barokke bouwkunst zich daar niets van aantrekken. Het licht komt immers van boven, dus werkt de karokke bouwkunst met koepels. Deze kerken oriënteren zich niet noodzalelijk naar het oosten.
*Opmerking: Ik weet niet of er vóór de brand van 1530 al gekleurde glasramen in de meest oostelijke kapel zaten. Het was in ieder geval de bedoeling, naar het voorbeeld van sommige Franse gotische kerken. Onze 3 ramen daar zijn van 1557.
Foto: JGL3030b – Interieur geschilderd door Peter I Neefs, in 1650, de kathedraal in 100 stukjes (3)
Dat zit zo: George was razend! Na een gidsbeurt aan collega’s had Alberta geroddeld en aan iedereen verteld dat ze er meer van verwacht had en dat die rondleiding maar slappe kost was. Alle andere collega’s hadden George nochtans gefeliciteerd met zijn uitstekende performance.
Hij moest dringend tot bedaren komen en besloot in het park te gaan wandelen. Komt hij daar toch wel zes fiere ganzen tegen, in een volmaakte formatie van zes op een rij. Elk op zowat een meter vijftig afstand, met een tolerantie van maximum tien centimeter, perfect opgelijnd. Hij krijgt zelfs de indruk dat er geen enkele uit de pas loopt; geen enkele legerparade, behalve die van Noord-Korea, komt nog maar in de buurt van deze metafoor van gratie.
Kijk toch hoe sierlijk die ganzen daar hun bocht nemen rond de vijver en zijn fotoapparaat ligt toch wel thuis in de rommelschuif zeker.
Plots, als ware het een misdaad, wijkt de vierde gans af van het ware pad met het gevolg dat zowel gans nummer vijf als gans nummer zes geen fractie van een seconde twijfelen om gans nummer vier te volgen. Op dat moment beseft hij dat Alberta voor de rest van haar leven in zijn gedachte zal moeten doorgaan als gans nummer vier.
Dat is niet zozeer doordat die gans het ideale pad verlaat, wel doordat die gans blijkbaar zoveel invloed heeft op haar gevolg, dat zij blindelings nagelopen wordt door die twee goedwillige rekruten. Seconden later was de hiërarchie terug hersteld, zo zijn ganzen nu eenmaal.
Het moment suprème in dit waar gebeurde verhaal beleeft George op de terugweg naar huis. Net uit het park gekomen hoort hij daar een ongelooflijk gekwaak van een groep hakketakkende eenden. Eén eend tettert er kilometers bovenuit en George meende die stem te herkennen.
Nu weet hij het zeker, Alberta is gans nummer vier.
Foto Lo - JGL2660: Gans nummer vier is eigenlijk een eend.
Omwille van het stevige vertier bij de eindeloze kroegentochten werd verloren maandag ook raasdag of zotte maandag genoemd. Het is ooit de dag geweest dat men huwbare mannen en vrouwen ging koppelen en dan sprak men van meiskensmaandag, vrouwenmaandag of koppelmaandag.
Deze laatste benaming mogen we niet verwarren met koppermaandag. Beide benamingen vinden we al terug in dertiende-eeuwse teksten. Het zijn de handswerklieden van de drukkers die deze traditie later voortzetten: Zij maakten een speciale koperplaat voor hun meester met hun beste wensen.
De voorloper van de nieuwjaarsbrief is de kopperprent. Het kopperen krijgt de betekenis van feestvieren en begin zeventiende eeuw vertelt ook Bredero over de kopperdagen.
In de achttiende eeuw worden de koperblazers uitgelaten om van café tot café voor ambiance te zorgen. Omdat de fuifnummers de volgende dag heel wat minder praat hebben, gaat men de volgende dag naar een ietwat minder edel metaal zoeken om deze dag een naam te geven. Zo ontstaat blikken dinsdag.
De mannen van de vuilkar die ‘s morgens de verzamelde lege bierblikjes vinden zullen het zeker beamen. Wij vinden het nu wel welletjes geweest en trekken een dikke streep onder onze festiviteiten.
In de middeleeuwen kennen de ambachtslieden geen vakantie, laat staan dubbel betaald. Eén dag krijgen ze wel: verloren maandag.
Dat verhaal hangt met haken en ogen aaneen omdat er teveel versies en beweringen zijn en onze redactie mankeert hier enkele historische bronnen:
- Vleesresten zouden gehakt, gemalen en tot worsten gerold worden en voorzien van een bladerdeeg.
- De gilden houden hun jaarlijkse vreetpartij en er wordt gezopen lijk de beesten.
- Andere bronnen melden dat iedereen aan een dag rust toe is na de uitspattingen van de voorbije dagen en dat het voor de katers verzamelen geblazen is om te ‘verdwijnselen’. Sorry, we blijven betoverd door de verhalen van Harry Potter.
Hoe dan ook, zo een verlofdag moet gevierd worden. Na de worstenbroden laat men zich dus terug vollopen met Koninkjes, pintjes en jenevers. Het lampetten gaat door tot de late uurtjes met de logische gevolgen voor de reeds begonnen dinsdag. Deze dinsdag wordt dan blikken dinsdag genoemd. Zo kunnen we blijven doorgaan natuurlijk. Maar morgen vertellen we verder!
Foto-productie 060108 - Koetjes: Dat van die worsten vinden de koetjes maar niets, die hebben zo te zien wat anders te doen. De vegetariërs willen geen lijken in zich, daarom zijn er voor de gevoelige mensen appelbollen voorzien. Smakelijk!
We sleuren u even mee in de tijd, we gaan bijna 500 jaar terug. Antwerpen staat vol kleine houten huisjes in smalle kleine straatjes en steegjes. Er overnachten hier zowat 100.000 mensen. Dat is meer dan in Londen en Parijs samen. Met 8 tot 12 man leeft men in een piepkleine onfrisse eenkamerwoning. Alles is daar klein, zelfs de mensen.
Wanneer deze mensen dan, vanuit die kleine straatjes, deze gigantische nieuwe kerk binnentreden, ervaren zij een mateloze ruimtewerking. De lengte hier is zowat gelijk aan de hoogte van onze toren. Hoe hoog was die nu weer? … Ik heb amper 4 metertjes overdreven, wat niet echt veel is voor een Antwerpenaar. De lengte hier is dus 119 meter. Het middenschip is 28 meter hoog, en het is hier abnormaal breed: 54 meter, en dat is niet normaal voor en Gotische kerk.
Oudchristelijke kerken, Romaanse en Gotische kerken bouwt men in de vorm van een kruis (oostwaarts gericht) en we moeten het toegeven: hier achteraan in de kerk is het kruis buiten verhouding.
We zullen er nu maar al mee uitpakken: we hebben hier de enige Gotische kerk ter wereld met 7 beuken. Een middenschip met links en rechts telkens drie zijbeuken.
Enig in de wereld, typisch voor Antwerpen.
Foto productie 150108: De grote en de ‘kleine’ toren, de kathedraal in 100 stukjes (2)
Kort na de geboorte van Christus liggen een aantal eenvoudige herders, volgens sommigen goed zat, in een nabijgelegen veld. Er verschijnt hen een engel met goed nieuws en zo zijn zij bij de eersten om het pasgeboren kindje (waarschijnlijk in een grot) te bewonderen.
De gesofistikeerde wijzen uit het oosten, een zwarte, een gele en een rode, zoals onze Belgische vlag, komen ook aan de receptie van het moederhuis en hebben goud, wierook en mirre bij. Mirre is een welriekende zalf. Omdat er sprake is van de drie koninklijke geschenken spreekt men ook van de drie koningen.
In 1164 brengt men hun relieken over van Milaan naar de Dom van Keulen. Naar het schijnt heeft men het graf van die drie koningen eens geopend en snel terug dichtgedaan, er lagen namelijk vier stuks in. Die arme Duitsers zijn sindsdien volledig de kluts kwijt.
Als je op 6 januari zangertjes aan de deur hebt, geef ze dan iets. In Duitsland en in de Duitstalige gemeenschap belonen ze de schenkers, door met krijt op de deur te schrijven: 20C+M+B15. Je kan dat beter op je deur hebben staan, anders ben je een gierige pin.
Die 3 letters tussen het nieuwe jaartal betekenen: Christus Mansionem Benedicat. In het Vlaams: Christus zegene dit huis.
In de volksmond staan die drie letters voor de drie ‘Koningen’: Caspar, Melchior en Balthazar.
Foto 150106-141211-155338: De kerststal van de St.-Carolus Borromeüskerk van A.
Ze doen hun best hoor, maar onze eenmansredactie kan geen rubriekjes meer posten op Skynet. Ruim een maand geleden is bij hen iets veranderd, en ze krijgen het niet meer recht voor mij (http://gidsjoris.skynetblogs.be).
Zij nemen nooit telefonisch contact voor blogproblemen, maar voor ons hebben ze een zware uitzondering gemaakt. Gans mijn dag heb ik hun voorstellen nog maar eens opgevolgd. Resultaat: nada.
Hopelijk geven ze het niet op, want dat zou zonde zijn voor de 6 blogs, met ruim 1273 rubriekjes en een half miljoen bezoekjes.
Albert heeft vandaag een nieuwe gewoonte aangenomen: hij wenst iedereen, iedere dag, dag in – dag uit, een gelukkige verdagdag!
Dat is zo eens iets anders dan een gewone verjaardag. Een gelukkige verjaardag moet je een jaar lang onthouden en heel dikwijls kom je te vroeg of te laat met die kaart of met de gestandaardiseerde felicitaties.
Het grote voordeel van verdagdagen is, dat het voor iedereen steeds op dezelfde dag valt. Het straalt ook iets uit van dankbaarheid. Dankbaar, dat we iedere keer opnieuw onze dag weer feestelijk kunnen inzetten en delen met de rest van de wereld.
Deze halen we hier binnen uit de visvijver van onze Skynetblog, waar we momenteel geen rubriekjes meer kunnen schrijven.
Deze morgen moest ons Rosalientje, samen met het bestuur van Markant, een stand opzetten voor de cultuurmarkt.
George meende hier eens goed van te profiteren zie. Hij zou de dag vrij laat beginnen met een fantastisch broebelbad.
Heel ontspannend was het wel niet. George had een beetje te veel lavendelbadschuim in die kuip gekapt en moest de ganse tijd die stijgende bubbels plat pletsen.
Rosalientje, die wat vroeger thuiskwam, kreeg bijna een zenuwcrisis toen ze George in zijn blote poep voor dat bad zag staan, met … een fototoestel.
Klikfoto JL2864: de inspiratiemosterdpot van onze eenmansredactie.
Als onze eenmansredactie weer een poëtische bui krijgt, wachten we niet tot het overgaat, maar profiteren we ervan om een gedicht of zoiets neer te pennen. Het resultaat van die poëtische bevliegingen groeit steeds aan, en we noemen die reeks graag: ‘blauwe hagen’.
Onze inspiratiemosterd moeten we gaan zoeken bij een prachtig chanson van Gilbert Bécaud: ‘Quand il est mort le Poète’. De inhoud van dit oorstrelend lied, is even eenvoudig als ontroerend als goed gevonden. Wanneer de poëet sterft, weent de hele wereld. Daarom vindt men over gans de wereld van die prachtige blauwe korenbloemen op de velden. Korenbloemen worden in het Frans ‘des bleuets’ genoemd. Als men dit uitspreekt zou men evengoed kunnen denken dat het over ‘des bleu haies’ gaat, wat ‘blauwe hagen’ betekent.
Het gedicht dat we toen schreven hangt nu aan onze haak:
Blauwe hagen
In frans graanveld
Wonderbaarlijke sage
Van hoogspanningspoëet
Aldaar geplant
Op vruchtbare bodem
Nimmer vergeten
Door blauwe hagen
We vonden het poëtisch om een treurwilg aan de Scheldekaaiën blauw te schilderen. Als verscholen in een krans van blauwe hagen speelde een tamtammer zijn symfonie.
Kijk gerust naar het gelaat van gelijk welke Antwerpenaar, wanneer hij schaamteloos beweert dat ZIJN toren de schoonste toren van de wereld is. Dat uitgestreken gezicht van die man wordt niet eens rood. Antwerpse dames komen iets subtieler voor de dag. Ze geven voor een keer hun vent volmondig gelijk, met een knipoogje naar de gids.
Eerlijk gezegd heeft die ‘Sinjoor’ wel een beetje gelijk om trots te zijn op die zingende Gotische toren. Hoe hoger je kijkt, hoe fijner de versieringen. Op een mistige dag kan je die verfijning vanaf de grond nauwelijks waarnemen, alsof dat daarboven enkel voor God bestemd is. Niet te verschieten dat we dit bouwwonder ‘een kantwerk van steen’ noemen.
Neen, we gaan niet blijven doorhameren op de pracht van onze toren, anders blijven jullie hier niet verder lezen. We geven nog enkel de hoogte. Enig idee?
123 meter. Dat hebben ze speciaal gedaan voor de gidsen: 1-2-3, dat is niet zo moeilijk om te onthouden voor ons.
Productie Gidsjoris 081114-621: de kathedraal in 100 stukjes (1)
Het zal je maar gebeuren, je ziet een draak, je houdt van het beest en je wil een lans in zijn muil steken. “Bedankt hoor St.-Joris, weet ge niet beter?”
Hij moet het gehoord hebben en reageert: “zie maar dat ge kunt volgen. Als ge overal met uw fotopikker gaat blijven staan, dan gaat uw halve trouwboek en uw gezelschap constant naar u moeten zoeken.”
Oh ja, we hebben het u nog niet verteld, maar onze redactie mag soms ongebreideld een praatje slaan met erkende heiligen. We gaan daar nog veel plezier mee beleven, maar trap niet op hun tenen, want voor je het weet trekken ze de stekker uit.
En, omdat we plots van onderwerp veranderen, zijn we het contact met St.-Joris kwijt geraakt en gaan we op zoek naar vrouw en kinderen.
Dit was ‘China-light’ in de Zoo; een aanrader!
Foto 141230-182110: Zoo van Antwerpen, China light.
Jaja, we weten het, het is pas maandag, maar we willen het nu al inluiden.
Van10u tot 12u30 zijn de donderdagen gereserveerd voor de weergaloze barokke St.-Carolus Borromeüskerk. De namiddagen zijn ook voor voornoemde kerk of voor de O.L.V.-Kathedraal van A.
Omdat we die dagen weinig tijd hebben om te bloggen programmeren we een reeks rubriekjes op voorhand. We beginnen met ‘de Kathedraal in 100 stukjes’.
Voor gratis onthaal kan je onze eenmansredactie op volgende donderdagen vinden: