Eric Defoort in De Standaard: 'De VVB is de Kerk niet'.
Eric Defoort 12-02-2009
In De Standaard stelde Marc Reynebeau dat de VVB ter wille van de eenheid ('godsvrede')'moreel' zou inleverenn, o.m. door haar houding tegenover Vlaams Belang. Dat Reynebeau, die onder meer citeert uit de projecttekst van de VVB, zijn beschouwing koppelt aan een gedachtengang over de negationistische bisschop Williamson, maakt het stuk bijzonder interessant. Eric Defoort regeageert in een opiniestuk in dezelfde krant: bij de VVB overheerst niet één strekking, maar pluraliteit. Meteen zet hij de toon voor de prioriteit in de verkiezingscampagne van de Vlaamse Volksbeweging: 'Ik kies voor Vlaanderen'. Enkel als hieraan prioriteit wordt gegeven, geraken we af van het B-pad dat telkens opnieuw leidt tot hallucinante cultureel-maatschappelijke, politieke, en sociaal-economische frustraties. (JVdC)
Hieronder de integrale tekst van het opiniestuk van de voorzitter van de VVB. Als bijlage het stuk van Marc Reynbeau in De Standaard.
"De Vlaamse Volksbeweging is de kerk niet" (DS, 12 feb. 2009)
In 'Eenheid in geest' (DS 10 februari) schrijft Marc Reynebeau dat Benedictus XVI 'niet zwaar tilde' aan het negationisme van Richard Williamson omdat er voor die paus 'iets op het spel stond dat hij hoger inschatte: de eenheid binnen de kerk'. Zoals zovelen in Vlaanderen, al dan niet katholiek, keek ik niet verbaasd maar wel verontwaardigd toe hoe het Vaticaan die Williamson er niet onmiddellijk weer uitgooide. Reynebeau ziet in het gebeuren een illustratie van de bereidheid om, ter wille van de eenheid, een hoge prijs te betalen door het opgeven van 'morele helderheid'.
Vanuit zijn kerkelijke casus - met Benedictus en Williamson in de hoofdrollen - trekt Reynebeau een lijn door naar de Vlaamse Beweging. Hij blijft hiervoor doodgewoon bij de problematiek van eenheidsstreven gekoppelde aan morele abdicatie. Hij start niet onterecht bij het concept 'godsvrede'. Dat begrip stamt uit de 19de eeuw en de Vlaams-nationalisten die zich onmiddellijk na de Eerste Wereldoorlog in de Frontpartij verenigden, hanteerden het in een poging om de levensbeschouwelijke verschillen (hoofdzakelijk tussen katholiciteit en vrijzinnigheid) in de politieke praktijk te overstijgen. Uiteraard heeft die 'godsvrede' in dit eerste decennium van de 21ste eeuw een bredere inhoud dan de strikt levensbeschouwelijke van weleer.
En hier komt Reynebeau dan, via de Vlaamse Beweging, terecht bij de pressiegroep Vlaamse Volksbeweging die, ter wille van de eenheid, bereid zou zijn om moreel in te leveren. Hij steunt zich om dat te onderbouwen op de houding van de VVB tegenover de politieke partij Vlaams Belang. Een deeltje van één zin uit een basistekst van de VVB volstaat om dat te illustreren: ze 'kan niet aanvaarden dat democratisch gelegitimeerde stromingen binnen Vlaanderen worden genegeerd'. En of.
Het zinsdeeltje dat Reynebeau citeert, komt uit een paragraaf in een tekst die het VVB-beleid grondvest en die in een algemene vergadering van juni 2008 met een grote meerderheid werd goedgekeurd. Als men het geciteerde deeltje in die context plaatst, snapt men de ware draagwijdte ervan: 'Essentieel voor het VVB-project is het pluralisme. Dat betekent concreet dat de VVB geen exclusieve banden onderhoudt met politieke partijen of ideologische stromingen aan de rechter- of linkerzijde Enerzijds kan de VVB niet aanvaarden dat de democratisch gelegitimeerde stromingen binnen Vlaanderen worden genegeerd, anderzijds mag het VVB-project op geen enkele manier gekoppeld worden aan één ideologisch project. Het is de opdracht van de Vlaamse bevolking om inhoudelijk politieke keuzes te maken en niet van de VVB...'
Reynebeau herhaalt steeds weer 'dat het streven naar eenheid niet neutraal is', dat 'eenheid maar zelden louter formeel en dus "onschuldig" of neutraal kan zijn'. Met dat 'zelden' laat hij wel een mogelijkheid open. Die mogelijkheid wordt waargemaakt door de VVB, die allesbehalve een Kerk is. Ze is niets minder, maar ook niets meer dan een samenwerkingsverband ad hoc met slechts één opzet: de realisatie van een volwaardig staatsburgerschap in Europa.
Dat eenheid volgens Reynbeau 'essentiële meningsverschillen dreigt te verstikken' gaat dus niet op voor de VVB. We weten van elkaar dat we er onderling - buiten ons samenwerkingsverband gericht op die ene staatkundige optie - bijwijlen zeer uiteenlopende en soms zelfs haaks op elkaar staande meningen op na houden over belangrijke sociale, ethische, economische, culturele, filosofische aangelegenheden
Voor de VVB moeten die verschillen alles behalve 'versluierd worden', zoals het in Reynebeaus woordgebruik heet. Integendeel. Binnen een parlementaire democratie kunnen we rustig onder elkaar van mening verschillen en - wanneer we het vanuit een moreel of enig ander oogpunt nodig achten - zelfs als harde tegenstanders van elkaar optreden.
Eric Defoort is voorzitter van de VVB.
Bijlage
(35 Kb)
|