Voerendaal heeft een drietal natuurgebieden (Kunderberg, Putberg en Vrouwenheide) en bezit verschillende monumentale gebouwen, waaronder een aantal historische kastelen, kasteelboerderijen en herenhuizen.
Voerendaal vormt samen met Kunrade de overgang van het verstedelijkte gebied van Heerlen aan de oostelijke zijde naar het landelijke gebied aan de andere zijden. Het jonge karakter van het dorp komt vooral doordat in de 20e eeuw veel gebouwd is, in het begin door de steenkoolwinning in het gebied, maar ook daarna.
In de eerste jaren van de 21e eeuw is in de dorpskern tevens een volledig nieuw winkelcentrum gebouwd. Het dorp heeft vooral een woonfunctie. Midden in het dorp ligt een park met een tweetal visvijvers. Het eerste gedeelte van de wandeling brengt ons door de prachtige natuur, groene weilanden, met wat houtwallen, ook gaan we door een mooie holleweg die dicht begroeid is. Zo komen we aan een stukje natuurreservaat, de steile hellingen kunnen niet bewerkt worden en door de kalkrijke ondergrond komen hier speciale planten voor. Op de hellingen staan Hondsrozen in volle bloei, wat prachtig is. We komen in Colmont een gehucht van Voerendaal.
COLMONT
Prachtige huizen en boerderijen in gele steen met hier en daar nog wat vakwerk. Vele huizen en boerderijen zijn omstreeks 1721. Bijna 300 jaar hebben ze standgehouden. Met veel zorg zijn ze hersteld en onderhouden en ze zijn pareltjes van bouwkunst. We wandelen uit het gehucht en lopen door het golvend landschap met in de verte op de heuvel een windmolen. Nu wandelen we Elkenrade binnen, ook hier prachtige oude hoeven en huizen vol zorg onderhouden, de boerderij met speklagen in mergel, wat verder een prachtige U-vormige hoeve (1766) met een kruis ervoor, gewoon prachtig.
COLMONT
We verlaten Elkenrade en komen aan de Wrakelberg, een soortrijke kalkgrasland. Hier komen kalkminnende grassen voor en is in beheer door Staatbosbeheer, dit zeer kwetsbare natuurreservaat is verboden toegang en word volledig beschermd. Ons volgende gehucht is Winthagen, deze kern is krachtens de Monumentenwet aangewezen als beschermt dorpsgezicht.
ELKENRADE
Tijdens de regering van keizer Karel V, koning van Spanje als Carlos I, werd een lijst opgemaakt van alle huizen in deze streken, waarop belasting betaald moest worden, teneinde zijn bloedige oorlogen tegen de reformatie te kunnen bekostigen. Dit was in het jaar 1526. Hieruit blijkt dat in Winthagen toen 7 huizen stonden. In 1869, dus drie en een halve eeuw later, was dit aantal uitgegroeid tot 10 nu in 2007 wonen er 69 mensen in Winthagen.
WINTHAGEN
De meeste oude huizen zijn gebouw in Kunradersteen, de meeste beschermde huizen en boerderijen dateren van rond 1720. we verlaten dit uitzonderlijke mooie dorp en keren naar Voerendaal terug. Dit is werkelijk een prachtige wandeling zeker door de huizen en boerderijen die in Kunradersteen gebouwd zijn. De natuur is hier ook prachtig en de rust die hier heerst is een weldaad voor de wandelaar. Genoten hebben we van deze prachtige omgeving.
Pinksterenmaandag een vrije dag en we gebruiken hem om onze vrienden Etienne en Rosette op te zoeken in Beveren. We gaan samen even een bezoekje brengen aan het Hof ter Saksen.
Gelegen in het Land van Waas, op het grondgebied van de gemeente Beveren, vormt het domein Hof ter Saksen één van de schaarse gesloten parkbossen uit de streek. De oudste vermeldingen van het goed situeren zich in de Middeleeuwen. Op het einde van de 18de eeuw kreeg het stilaan zijn huidige vorm. De laatste eigenaar liet de hoeve ombouwen tot een riant landhuis.
HOF TER SAKSEN RUÏNE
In 1982 werd het domein aangekocht door de gemeente Beveren. Het park geeft en afwisselend beeld met grote boomgroepen, gazons en waterpartijen. Het kasteel was vervallen tot een ruïne maar de restauratie zijn volop bezig en het kasteel staat in de steigers.
TULPENBOOM
Op het domein staan uitzonderlijke bomen, op het centrale gazon staan twee majestueuze rode beuken, de grootste heeft een stamomtrek van 6,2 meter en zijn bladerdek heeft een omtrek van 24 meter diameter. Het kasteelpark heeft een oppervlakte van 13,5 ha. Door zaaduitwisselingsprogramma verspreidt over gans de wereld, kwam een enorme verscheidenheid aan plantensoorten tot stand. Meer dan 3800 soorten staan hier op het domein.
CHIMONANTHUS PRAECOX - WINTERZOET
De Chimonanthus praecox is een vrij onopvallende verschijning in de tuin in het zomerseizoen maar heeft wel veel talent in de wintermaanden, de plant verspreidt dan een heerlijk parfum tijdens de bloei en geeft ons bovendien uitermate mooie witgele bloemen en dit gedurende de ganse bloei! Deze bijzonder plant staat ook op het domein. Ook de tulpenboom is een bijzonder verschijning met zijn geel met rode tulpvormige bloemen. Het kasteel en bijhoren gebouwen geven het domein zijn glans van vroeger weer. Het is een aangename plek om te bezoeken en in het domein rond te wandelen. De verschillende bomen en planten hebben een naamplaatje gekregen waardoor je dadelijk weet welke plant of boom het is. In de tuincafetaria die zondagnamiddag open is kun je een lekkere Waaslander van huisbrouwerij Boelens proeven.
Samen met Etienne en Rosette een fijne wandeling door het domein en dan nog even op bezoek bij de kleinkinderen.
De bloedrode heidelibel is één van de mooiste heidelibellen, althans volledig uitgekleurde mannetjes. Ze zijn dieprood, bloedrood als u wilt, en hebben ook een bloedrood gezicht. De vrouwtjes en niet uitgekleurde mannetjes lijken veel op die van de steenrode heidelibel en die van de bruinrode heidelibel, maar de pootjes zijn allemaal egaal zwart, terwijl ze bij de andere soorten gedeeltelijk zwart en gedeeltelijk licht zijn. Heel soms heeft een bloedrode heidelibel wat geel aan de bovenkant van de pootjes (de dijen). Soms zie je een vrouwtje dat sterk lijkt op een mannetje en geheel rood is. Een verschijnsel dat ook voorkomt bij de andere heidelibellen en bij de platbuik. Met een lengte van 34 tot 46mm is de bloedrode heidelibel één van de kleinste heidelibellen. Ook qua spanwijdte (maximaal zo'n 60mm) niet erg groot
Dat de abdijtoren, sinds haar bestaan, heel wat heeft meegemaakt kan met recht en rede worden gesteld. Deze massieve toren, geflankeerd door twee traptorens, is - samen met de crypte - het enige restant van de kerk van abt Adelardus II (1055-1082), één der grootste Ottoonse kerken (100 m bij 27 m) uit die tijd en aldus een stille getuige van zowat 1000 jaar bouwgeschiedenis.
ABDIJTOREN
Vijf jaar na de bouw brandde dit voor onze regionen uitzonderlijk bouwwerk af. De toren bleef echter - behoudens enkele restauraties en herstellingen - in zijn geheel bewaard. Dat deze toren als een soort donjon werd opgevat mag niet vreemd lijken. Het waren immers roerige tijden waarbij de Truienaars en hun abdij het meermaals aan de stok hadden met ondermeer hun buren uit Brustem. Menig keer werd daarbij brand gesticht in de abdij en een bloedbad aangericht. Onder diverse abten werden ook geregeld aanpassings- en verfraaiingswerken doorgevoerd. Zo kregen bijvoorbeeld in de 15e en begin 16e eeuw de middentoren en de twee traptorens gotische spitsen. Abt Joseph Van herk (1751-1780) veranderde de toren met zijn drie spitsen dan weer in één enkele voluminieuze spits met boven elkaar geplaatste lantaarns.
Toen in de Franse Tijd (1798) de abdij openbaar verkocht werd, werd het grootste gedeelte van de gebouwen afgebroken en verkocht. Het Sint-Truidens volk, dat ten tijde van de revolutie niet erg abdij-minded was, deed mee aan de uitverkoop van haar abdij. Van de abdij restte nadien een puinhoop van stenen en balken. Enkel de toren bleef weer overeind. Een ogenblik leek het of ze niet goed wisten wat aan te vangen met deze historische puinhoop, die de Franse Revolutie ervan had gemaakt. Welke bestemming zouden deze historische gebouwen krijgen? Hier kwam verandering in toen in 1839 het jonge België door het verdrag van Londen een gedeelte van Limburg diende af te staan aan Nederland. Het Klein Seminarie, tot dan in Rolduc ondergebracht, verhuisde naar de voormalige abdijgebouwen.
CRYPTE
Om het Seminarie te kunnen onderbrengen in de toegetakelde abdijgebouwen, gebeurden er dringende verbouwingswerken. Op de plaats van de verdwenen monumentale abdijkerk kwam in 1843 de veel kleinere neo-classicistische Een kleine 150 jaar later volgde een nieuw drama.
Iedere Truienaar ouder dan 30 herinnert zich nog levendig de dag dat de abdijtoren afbrandde. Op 9 december 1975 brak er in de abdijsite een enorme brand uit. Zowel de seminariekerk, de toren als de seminariegebouwen gingen daarbij in vlammen op. Vooral het beeld van die brandende toren staat bij velen nog in het geheugen gegrift. Sint-Truiden, gesymboliseerd in haar drie torens, zou sindsdien niet meer hetzelfde zijn. Het was net alsof iedereen plots besefte dat hét historisch hart van de stad werd geraakt. Alle reddingsacties ten spijt werd al gauw een bladzijde omgedraaid. Eind 1976 lagen de plannen voor een aangepaste wederopbouw immers al op tafel. Ondanks duidelijke bezwaren van diverse historici werden de gebouwen weer opgebouwd naar de behoefte van het Aangenomen College (sinds 1966 de opvolger van het Klein Seminarie). Zo werd het kerkveld voor een derde overbouwd door een internaatsgebouw. Dit bevestigde dat met de brand elke kerkopbouw op deze plaats werd afgeschreven. De toren bleef daarbij als ruïne verweesd achter.
KEIZERZAAL
Anderzijds betekende die brand wel dat de verwereldlijking van de abdijsite versneld werd. In 1986 werd al een plan uitgewerkt, met de krachtlijnen en de fasering voor het herstel en de herwaardering van de abdijsite, in de overtui-ging dat de voormalige abdij - als belangrijke getuige uit het verleden - ook in de toekomst nog een rol moest spelen. De grote bekommernis van het stadsbestuur daarbij is steeds geweest deze site 'opnieuw' te enten in het stedelijk weefsel en terug betekenis te geven. Het voorlopig orgelpunt in dit proces wordt de restauratie en ontsluiting van de abdijtoren. De imposante oostwand van de door de brand vrijgekomen abdijtoren - die we zoals gezegd kunnen interpreteren als een rechtopstaande bouwhistorische ontwikkelingskaart - laat vermoeden hoe indrukwekkend deze abdijkerk moet geweest zijn.
SENTIERS ARDENNAIS / MARCHEURS DE LA MASBLETTE / MASBOURG 19/05/2007.
SENTIERS ARDENNAIS
MARCHEURS DE LA MASBLETTE.
MASBOURG.
Masbourg ligt in het dal van de Masblette, een zijriviertje van de Lomme. Hoog boven het dal ligt het gehucht Mormont. Een prachtige streek met veel natuur. We genieten van de omgeving en klimmen en dalen door het landschap.
Masbourg is een deelgemeente van Nassogne is een landschappelijk bijzonder fraaie gemeente aan de rand van de Ardennen, met uitgestrekte bossen, prachtige dalen van riviertjes en beken, grazige weiden, omzoomd met hagen van meidoorn en andere struiken. Het is een Walhalla voor wandelaars en natuurliefhebbers.
We wandelen van dorpje naar dorpje, het is gewoon prachtig om de dorpjes te zien tussen het groen, binnenwandelend kunnen we genieten van de preachtige huizen in natuursteen. We komen langs de geitenboerderij en de verschillende kapellen. Veel woorden kun je niet schrijven om de mooie natuur te beschrijven, maar genieten ervan wel.
BRASSERIE SAINT-MONON
In AMBLY een andere deelgemeente is de ambachtelijke brouwerij Saint-Monon. De traditie weer opgenomen, bier brouwen op de boerderij. De Brasserie Saint-Monon is ondergebracht in een nog steeds actieve boerderij.
De familie Jacob brouwt er sinds 1996 drie types Saint-Monon : een amberkleurig bier, een bruin bier en een honingbier (8%). Het zijn artisanale en karaktervolle biertjes: het bruine bier won een gouden medaille in Chicago en Wallonië.
We bezoeken de brouwerij en genieten van lekkere Saint-Monon.
CHATEAU JEMEPPE.
Op de terugweg komen we voorbij Chateau Jemeppe in Hargimont, Jean dOchain bouwde rond 1270 de grote Donjon, de kantelen van de Donjon tonen steeds hun karakteristieke vorm.
In de loop der eeuwen is het Chateau verder uitgebreid. De vleugels van het kasteel, rond een binnenplaats, stammen uit het begin van de 17de eeuw. Ook de slotgracht, de hoeve en enkele bijgebouwen zijn in die tijd ontstaan. Restauraties in de 19de eeuw gaven het kasteel en het landgoed zijn huidige vorm.
Na een periode van verval in de 20e eeuw is het Chateau nu weer helemaal in oude glorie hersteld. Ook het landgoed heeft zijn oude lijnen terug. Het is een indrukwekkend gebouw gelegen in een prachtige omgeving. We bezoeken het kasteel en het park. Het kasteel is gelegen midden in het dorpje. Het is gewoon prachtig.
MARCHE DU 31E ANNIVERSAIRE / MARCHEURS DU GEER / BASSENGE 13/05/2007.
MARCHE DU 31E ANNIVERSAIRE
MARCHEURS DU GEER.
BASSENGE.
Bassenge - Bitsingen (Nederlands) is een plaats en gemeente in de provincie Luik, Wallonië, België. De gemeente telt bijna 8500 inwoners. Tot 1963 maakte Bitsingen deel uit van de Vlaamse provincie Limburg, maar het werd na de vaststelling van de taalgrens overgeheveld naar de provincie Luik in Wallonië. In tegengestelde richting werd Voeren overgeheveld naar Limburg.
We wandelen van Bassenge naar Wonck door de velden met prachtige zichten tot in het mijngebied van Luik. De grote open vlakten, de akkers hebben een veelvoud van groene tinten. Hier en daar komen we in de velden een veldkruis tegen, in Bassenge hebben ze al hun veldkruizen beschreven en genummerd.
GROTTEN TE WONCK.
Wat verder komen we in het land van de mergelgrotten in Wonck, hier is de controlepost we gaan de grot binnen en aan de andere zijde verlaten we ze weer, deze grot word gebruikt om champignons te kweken en ook om activiteiten te organiseren, zelf een keuken is er voorzien. Dat we hier in het mergelland zijn is overal duidelijk te zien, in de hollewegen hebben we hoge mergelmuren om door te wandelen en ook de typische plantengroei van de mergelstreek zien we hier.
We wandelen ook langs de mergelgroeven, die diepe wonden hebben gemaakt in dit prachtige landschap. In de verte zien we het cementfabriek die de muur van mergel afgraaft, en daardoor onherstelbare schade aan het landschap aanbrengt. Nu wandelen we Eben- Emael binnen, eveneens als Bassenge behoorde Eben Emaal (Nerderlands) tot in 1963 tot de provincie Limburg. Hier bevind zich één van de merkwaardigste bouwwerken.
EBEN - EZER
De toren van Eben-Ezer (de vredestoren) werd niet door één man gebouwd maar door een volledige ploeg van kameraden die elkaar zeer waardeerden. In 1951 werden de fundamenten van de grote trap gelegd. De eerste hoeksteen van de toren van Mitspa (leeuw) is van graniet, hij draagt een dubbel symbool want het is ook de steen van een brug die door het Duits leger vernietigd werd, de overwinning van goed tegen kwaad, van vrede op oorlog. De funderingen van de toren gaan tot 30 m onder de grond. Het gebouw is 33 m hoog en is gebouwd op een vierkante basis. Het heeft zeven verdiepingen met bovenop in beton gegoten de vier cherubijnen van de Apocalyps: de stier, de Leeuw, de Adelaar en de mens als een soort sfinx afgebeeld. Zij die geïnteresseerd zijn in de esoterie of archeologie zullen hier echt hun hart kunnen ophalen. Aan de basis van de toren zijn 12 gedenkstenen opgericht elk 3,33 m uit elkaar. Allemaal esoterische maten. Op de torenpoort staat de spreuk: "Vrijheid, gelijkheid, broederlijkheid" de spreuk van de waterman. De toren rust ook nog eens op 4 kolossale cherubijnen met gespreide vleugels die de toren lijken te ondersteunen. Wat Garcet in 1947 begonnen was bereikte zijn voltooiing in 1963. Zestien jaar duurde de bouw. Het is een indrukwekkende toren die plots voor je opduikt met de vier betonnen beesten bovenop. We wandelen langs de toren en komen langs Moulin du Broukay.
We verlaten Eben Emael en wandelen terug richting Bassenge, dat we hier in de mergelstreek zijn kunnen je duidelijk zien aan de indrukwekkende boerderijen uit mergelsteen.
We komen aan een oude boerderij uit 1663 vroeger een café nu een prachtige rozentuin. Wat verder komen we weer aan een prachtige boerderij waar de zwaluwen in en uit vliegen, in het poortgebouw hebben ze hun nest gebouwd.
Wat verder komen we aan de chapelle du vi mosti uit 1744. Nog even en we zijn terug aan ons vertrekpunt, een prachtige wandeling in een prachtige omgeving.
Er is iets heel geks aan de hand met het landkaartje: in het voorjaar ziet de vlinder er anders uit dan in de zomer! De vlinders die in april en mei vliegen zijn oranje-bruin met zwarte vlekken en de vlinders die je in juli en augustus ziet, zijn zwart met een witte en oranje band over de vleugels. Aan de onderkant van zijn vleugels staat een ingewikkeld patroon van gekleurde vlekken en strepen. Dit is net een landkaart, daarom heet de vlinder zo.
Waar kun je hem vinden?
Het landkaartje leeft in de buurt van bosranden, het liefst met inhammen. De vlinders hebben, als enige dagvlinder, een voorkeur voor witte bloemen om nectar uit te drinken.
Waar leven de rupsen?
Het vrouwtje legt haar eitjes onderaan het blad van de brandnetel. Ze legt steeds een nieuw eitje op het vorige eitje, net zo lang tot ze een ketting van eitjes heeft gemaakt. De rupsen van het landkaartje leven vaak in groepen. Ze eten vaak netjes op een rij van een brandnetelblad.
Een mooie namiddag om een bezoekje te brengen aan Hamal bij Tongeren. De heerlijkheid Hamal dateert uit de 12de eeuw.
Het oorspronkelijk landgoed was een versterkt kasteel, met water omgeven. Het goed werd in de loop der tijden meermaals verbouwd zodat je er diverse stijlen in aantreft. Aan de zuidkant zie je de zware toren die in de 12de eeuw in silexsteen werd opgetrokken. In 1770 werden verscheidene constructies toegevoegd, waaronder de twee torens met bolvormige daken. Uit die tijd dateren ook de Belvédère, met het beeld van Diana en het O.L. Vrouwkapelletje
Het oudste gedeelte van kasteel Hamal is een Romaanse, 12de eeuwse toren. De overige delen van de burcht werden in 1346 door de Luikenaars verwoest. Een meer recente zuidertoren werd opgericht in Maaslandse renaissance terwijl het overige bouwwerk werd uitgevoerd in de 18de eeuw in barok- en rococostijl onder baron van Haxhe. Het kasteel bezit een symmetrische voorgevel en links en rechts bevinden zich zware hoekpartijen, bekroond door een mansardedak. Een driehoekig fronton sluit de middenpartij bovenaan af. Lodewijk XV logeerde hier in 1747.
Het kasteel ligt in een weids landschap, met park en vijver, tussen de Hamalstraat en de Kasteeldreef op het grondgebied van Rutten, een deelgemeente van Tongeren. Vlakbij het kasteel zie je de kasteelhoeve. Sedert 1793 woont de familie de Grunne in het kasteel Hamal. Het prieel is een optrek in het bos, daar staat een beeld van een jager met een hert. De ingang tot de hoeve is ook mooi. Een wandeling rond het kasteel is zeer mooi maar blijkbaar zijn de velden en de omliggende veldwegen allemaal eigendom van de adellijke familie en streng verboden toegang voor de gewone wandelaar. In de weide tegenover het kasteel staat de Donjon van Hamal, deze donjon gebouwd in 1400 heeft wel geen originele bovenbouw, het was een versterkte uitkijktoren.
KASTEEL VAN WAROUX.
We zijn al verschillende keren aan dit prachtige kasteel voorbij gekomen als we in de streek wandelen, het was altijd afgesloten en privé-bezit, nu is het kasteel toegankelijk.
De heerlijkheid Waroux was aanvankelijk een leen van het graafschap Loon en behoorde later toe aan verscheidene families tot aan de Franse Revolutie. Het is wel een prachtig gebouw, en de toegangsdreef geeft een prachtig zicht op de ingang.
Door het toegangshek kom in het park en de toegang tot het kasteel, vandaag is er een tentoonstelling over de kunstenaar Godin. Auguste Rodin (Parijs, 12 november 1840 Meudon, 17 november 1917) was een Frans beeldhouwer. De uitzonderlijke meester-beeldhouwer werd geboren in Parijs waar hij een uitermate armoedige jeugd doorbracht. In Parijs is Musée Rodin en in Philadelphia zijn aparte musea met veel werken van Rodin gevestigd. In zijn sterfplaats Meudon is een Rodin Museum met zijn gipsen beelden. Een prachtige tentoonstelling met bronzen beelden.
Na het bezoek aan de tentoonstelling kunnen we en wandeling door het park maken en het kasteel van alle kanten bekijken. Buiten mogen fotos gemaakt worden binnen niet. Het kasteel is sinds 2005 eigendom van de gemeente Ans. Tegenover het kasteel ligt de kasteelhoeve van Waroux. Beiden zijn sinds 1977 beschermd als monument.
ESPERANCE ESCH/ALZETTE / ESCH SUR ALZETTE / LUX 13/05/2007.
ESPERANCE ESCH/ALZETTE.
ESCH SUR ALZETTE.
Esch sur Alzette,in het Luxemburgs Esch-Uelzecht, verouderd Duits Esch an der Alzette) is een gemeente en stad in het zuiden van het Groothertogdom Luxemburg en de hoofdplaats van het gelijknamige kanton, gelegen aan de rivier de Alzette De stad telt ca 28.000 inwoners en is daarmee na de hoofdstad de grootste stad van het land. Esch dankt zijn ontwikkeling aan de ijzer- en staalindustrie.
DOMEIN GALGEBIERG
We vertrekken met de wandeling op een voormalige domein van één de staalindustrieën. Op onze wandeling komen langs verschillende mijnen. Maar het landschap is gewoon prachtig. De rode aarde geeft aan alles nog een bijzonder tint.
We vertrekken en wandelen naar het gebied Galgebierg hier kunnen we genieten van de natuur en van het dierenpark, alle dieren die voorkomen in het wild kun je hier bekijken. Wat prachtig is. We wandelen door het bos en komen aan Mine Prince Henri Eisenkaul. In 1900 geopend, in 1907 was de Gelsenkirchenen Hutten- und Bergwerks eigenaar. In 1919 Societe Mettallurgique de terres rouges en in 1937 ARBED tot op heden.
MINE PRINCE HENRI
ELLERGRONN
Ze hebben de ingang terug gerestaureerd en het is een prachtig geheel geworden met info borden. We wandelen verder en genieten van het prachtige zicht op de rode aarde. We komen aan het station van de treinen van de mijn Miniere Katzenberg Ellergronn het gebouw van het treinstation staan er nog en ook de rail liggen er nog met verschillende mijnwagentjes, in de loods staan tientallen locomotieven. We wandelen het reserve naturelle Ellergronn binnen en komen zo aan de Miniere Katzenberg eigendom van S A Cockerill-Ougree.
EISEKAUL
Het is een prachtige omgeving met nog vele getuigen van het mijnverleden. De mijngebouwen worden gerestaureerd en omgevormd tot een museum.
MINIERE KATZENBERG
We vervolgen onze tocht door de prachtige bossen, ook hier zijn nog getuigen van de mijnindustrie, van de kabelbaan staan de pillaren nog.
Het is gewoon een prachtige wandeling in het natuurgebied, met vele vlinders op de open plekken, Zo komen we terug op ons vertrekpunt. Een prachtige wandeling met heel wat industrieel erfgoed.
De mannetjes hebben prachtige blauwe vleugels. De vrouwtjes zien er heel anders uit. Die zijn meestal bruin met blauw of helemaal bruin. Het icarusblauwtje lijkt heel veel op het boomblauwtje maar er zijn wel verschillen. Op de onderkant van de vleugels van het icarusblauwtje zitten oranje vlekken. Die heeft het boomblauwtje niet. En het icarusblauwtje zie je vooral bij graslanden waar veel bloemen staan. Terwijl de blauwe vlindertjes die je in de tuin ziet meestal boomblauwtjes zijn.
Wanneer vliegt hij?
Het icarusblauwtje vliegt twee keer per jaar: van eind mei tot begin juli en van half juli tot begin september. Je hebt dus bijna de hele zomer kans om het icarusblauwtje te zien!
Waar kun je hem vinden?
Het icarusblauwtje kom je in een groot deel van het land tegen. Hij vliegt vooral in graslanden en ruigten met veel bloemen. Ook kom je hem op dijken tegen of in de berm langs de kant van de weg als daar genoeg bloemen staan.
Waar leven de rupsen?
De rupsen vind je op klavers. Daar zijn ze dol op. In de winter leeft het icarusblauwtje als rups tussen bladeren op de grond. .
Grote vangst
Fotograaf: Victor Bos
"Op de foto staat een heideblauwtje. Veel vlinders uit de blauwtjesfamilie kunnen op een bijzondere manier samenleven met mieren: de rupsen kunnen in een mierennest leven! Ze scheiden een zoetige stof af die de mieren opeten. In ruil daarvoor verzorgen en beschermen de mieren de rups." Gevaarlijke relatie Aan de levenswijze van blauwtjes tussen mieren kleeft een levensgevaarlijk risico: de volwassen vlinder ontpopt midden in het mierennest en wordt door de mieren als vijand beschouwd. De vlinder moet daarom zo snel mogelijk het nest uitkomen. Als hij te langzaam is, wordt hij door de mieren aangevallen en gedood.
Al vroeg deze morgen rijden we naar Jesseren, aan de kerk is samenkomst en vertrek van de wandeling van Natuurpunt Borgloon. Onze gids is vandaag Roger en hij zal ons door het landschap van Jesseren loodsen.
Jesseren ligt in de Haspengouwse Leemstreek en is een straatdorp en landbouwdorp met vele grote vierkantshoeven en boerderijen. Bezienswaardig is de kerk van de Heilige Kruisverheffing uit 1723 in vroeg-classicistische stijl die in 1919 werd uitgebreid met zijbeuken. Het interieur is sober maar waardevol met de geschilderde kruisweg van de Luikse schilder M. Aubé.
Een ander gebouw is het kasteeltje met vierkante toren en het stationsplein met het enige bewaard gebleven station in de fusiegemeente Borgloon. Aan het station van Jesseren was vroeger de "Grande Siroperie Limbourgeoise" gevestigd. Buiten een vage naam op de gevel van het gebouw is hiervan niets overgebleven
.De spoorwegzate is nu een fietspad geworden en brengt de fietser door het Haspengouwse landschap. Wij wandelen door Jesseren en komen aan de spoorwegzate hier hebben de natuurvrienden een strook grond beplant en is nu een prachtig stukje natuur welke aanleunt aan de spoorwegzate, hier wandelen we de spoorwegzate op er is een wandelpad door de spoorzate, welke een rijkdom aan verscheidenheid in planten en struiken bezit, onder de oude spoorwegbrug door richting Gors-Opleeuw.
Hier is de spoorwegzate opgehoogd en hebben we een prachtig zicht op het Haspengouwse landschap. We wandelen nu naar het natuurreservaat De Vallei van de St-Annabeek te Jesseren, qua reliëf in het heuvelland van vochtig Haspengouw, in het overgangsgebied van laag naar midden België. De vallei van de Sint-Annabeek is zacht glooiend. Ze is symmetrisch van vorm en is in haar totaliteit een paar honderd meters breed. De Sint-Annabeek is een zijtak van de Mombeek. Hier langs de fietsroute heeft Leefmilieu Borgloon, een poel aangelegd welke zeer mooi is en gelegen in een prachtige natuurlijke omgeving.
Hier houden we halt om de dames in het gezelschap een koffie met koffiekoek aan et bieden voor moederdag. Voor de heren is er natuurlijk ook iets voorzien. Door de velden en langs de veldwegen zetten we ontdekkingstocht verder en we komen zo terug in Jesseren. In de school heeft onze gastheer Roger een uitgebreid ontbijt voorzien, het ontbijt staat in het teken van Stroop en fruit. Na een gezellige ontbijt en nog wart napraten nemen we afscheid. Een prachtige wandeling met een gezellige ontbijt gewoon prachtig. Dank aan Roger voor de prachtige wandeling en zijn heerlijk ontbijt.
Amel, gelegen langs de route de la valleé de lOur, dankt zijn naam aan het feit dat de Amblève Amel in het Duits, op zijn grondgebied ontspringt.
Gelegen in de Belgische Eifel, Wat een prachtige streek om te wandelen, kleine dorpje met witte kerkjes, in het prachtige groen. Gezellige sfeer om te wandelen. In het bos zijn de mieren volop bezig aan het bouwen van hun nest, miljoenen dennennaalden worden naar de het nest gebracht een zo word er een heuse heuvel gebouwd waar de mieren naarstig in werken, de natuur kan toch spannend zijn als je er even tijd voor maakt.
We verlaten het bos en worden beloont met een prachtig panorama over d estreek, afwisselend bossen en weilanden waar de koeien rustig genieten van hun leven.
We komen in het volgende dorp allemaal boerderijen die rond de 100 jaar oud zijn, heel typische voor de Eifel. Prachtige landschappen waar we van genieten.
De weilanden omringt met hagen gezien van op een heuvel, een lappendeken zo prachtig. met heel verre zichten over de Eifel. Een aangename, prachtige wandeling in een van de prachtigste streken van België.
VLINDERS UIT ESCH SUR ALZETTE GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG
VOORJAARS-EREBIA'S - Erebia's Mudusa.
De voorjaarserebia (Erebia medusa) is een dagvlinder uit de subfamilie van de zandoogjes en erebia's. Het is een vlinder die vooral in Centraal- en Oost-Europa voorkomt. De vlinder komt in veel verschillende gebieden voor. Op vochtige graslanden en bossen tot ruigere gebieden in de buurt van bossen en zelf bij moerassen is de vlinder aan te treffen. De vliegtijd is van mei tot augustus. De voorjaarserebia heeft een vleugellengte van 19 tot 23 millimeter en vliegt slechts in een generatie per jaar.
HEISPANNER Ematuraga Atomaria.
De gewone heispanner (Ematurga atomaria) is een dagactieve nachtvlinder uit de familie van de spanners. De spanwijdte bedraagt 24 tot 34 millimeter. Het is een vrij algemene vlinder op zandgrond met lichte bossen en heideplanten. De vlinder is vaak lastig te herkennen omdat de kleuren erg variabel zijn, wit, geel tot bruin. Ook komen vlinders voor met banden, vlekken of geen van beide. Mannetjes zijn van de vrouwtjes te onderscheiden door de sterk geveerde antennes. De volwassen gewone heispanner voeden zich met de nectar van struikheide en verschillende soorten klaver
Hun leefomgeving
Met dank aan Henk Dikkema om mij de soorten te helpen herkennen.
De grensstreek van Vlaanderen, Nederland en Wallonië is een uniek wandelgebied: pittoreske dorpjes, forten en kastelen, tal van waterlopen en een uitzonderlijke natuur. Kanne ook het witte dorp genoemd door de aanwezigheid van de vele mergelhuizen. Kanne ligt aan de Jeker en wordt in tweeën gespleten door het Albertkanaal. Het dorp ten het noordoosten van het kanaal heet Neerkanne, ten zuidwesten heet Opkanne.
ALBERTKANAAL
HOEVE CAESTERT
Kanne ligt in het dal tussen de Sint Pietersberg en de Muizenberg. We verlaten het dorp en wandelen langs het Albertkanaal richting de Sint Pietersberg. We zien hoe men het Albertkanaal door de mergelberg gegraven hebben. Met boven op de berg het Fort van Eben - Emael. We klimmen en komen aan de oude hoeve met speklagen in mergel. Deze hoeve uit 1686 Hoeve Caestert genoemd.
KASTEEL NEERCANNE
Boven op het plateau hebben we een prachtig zicht over het Albertkanaal. De grensstenen komen we tegen, de bekende Belgische Nederlandse grenspalen en ook nog vierkante, de scheiding tussen Vlaanderen en Wallonië. We wandelen het natuurgebied binnen, Ropel mondedal genoemd hier worden schapen ingezet om de weilanden te begrazen, om zo de bijzondere fauna en flora te beschermen. Ook hier komen we de bekende groeve de Duivelsgrot tegen waar de mensen stenen kwamen zagen in de mergel om hun huizen, kerken en kastelen te bouwen.
DUIVELSGROT
We wandelen verder en zien in de verte het kasteel van Neercanne liggen. We steken de grens met Nederland over en wandelen naar de Jezuïtenberg, welke gebruikt word door het Nederlandse leger. Verschillende grotten kunnen bezocht worden met een gids.
KASTEEL NEERCANNE
JEZUÏTENBERG
We komen terug aan het kasteel van Neercanne, Château Neercanne of Agimont, vlakbij het dorp maar op Nederlands grondgebied in de gemeente Maastricht. Het kasteel is het enige terrassenkasteel van Nederland. Het werd in 1698 op de resten van een oudere burcht gebouwd door de militair gouverneur van Maastricht, Graaf Daniel Wolf von Dopff. Wij wandelen nu boven het kasteel, kan wel wat raar klinken maar het kasteel is op een terras gebouwd met de mergelberg erboven.
KASTEEL NEERCANNE
Het is wel prachtig de zichten over het landschap met de Jeker die kronkelend door de vallei vloeit. Wat verder zien we centrum van Kanne met de H.Grafkapel. We dalen af en wandelen naar het centrum. Hier staan nog verscheidene prachtige mergelhuizen, ook de barokke Heilig-Grafkapel, die volledig uit mergel of kalksteen opgetrokken is. De kapel werd door Herman Jekermans, een timmermanszoon en bezoeker van het heilige land in 1647 gebouwd als kleine kopie van de H. Grafkerk te Jeruzalem om zijn belofte bij behouden terugkeer na te komen. Vooral de gevel van de kapel is sterk geornamenteerd met onder meer Toscaanse pilasters en beeldhouwwerk.
H. GRAFKAPEL
HUIZE POSWICK
Tegenover bevindt zich Huize Poswick, een Latijnse school uit 1656. Vorige eeuw was het de burgemeesterswoning waaraan het nu de naam Poswick te danken heeft. Nog een korte wandeling door het dorp en we zijn terug aan ons vertrek. Een prachtige wandeling die door zijn natuur veel te bieden heeft.