WINTERTOCHT.
TONGERSE WANDELVRIENDEN.
TONGEREN.



Een stukje geschiedenis
Atuatuca Tungrorum, de antieke benaming van Tongeren, was in de Romeinse tijd de administratieve hoofdplaats van het volksdistrict (civitas) der Tungri. Deze Tungri vormden ten tijde van keizer Augustus (27. V. C. - 14. N. C.) een bestuurlijke federatie van enkele autochtone volksstammen die in de decennia daarvoor in het verzet waren gekomen tegen het Romeins invasieleger van Julius Caesar. De Eburonen, één van deze inheemse stammen, hadden in 54 v. C. onder het bevel van hun koning Ambiorix, een zware nederlaag toegebracht aan de Romeinse legioenen. Die veldslag had plaats in de nabijheid van Atuatuca, een nog onbekende plaats in het land van de Eburonen, waar de Romeinen hun winterkwartier hadden opgeslagen. Na de definitieve vestiging van het Romeins gezag, ging de inheemse naam Atua(tu)ca over op de hoofdplaats van de civitas Tungrorum. Deze primitieve nederzetting (vicus), gelegen op een knooppunt van belangrijke heerbanen, zou in de loop van de volgende eeuwen uitgroeien tot een echte Romeinse stad (municipium), met typische openbare en private gebouwen & straten, omgeven door een monumentale stadsmuur. De verspreiding van de Romeinse cultuur had ook een grote invloed op de ontwikkeling van het omliggende platteland, waar welstellende herenboeren talloze boerderijen (villa's) en karakteristieke grafheuvels (tumuli) oprichten. Als gevolg van de voortdurende invallen van Germaanse volkeren in Noord-Gallië, werd de stad in de 4de eeuw voorzien van een nieuwe omwalling die kleiner was als deze uit de 2de eeuw , evenals de zustersteden Keulen en Trier. Tongeren was het centrum van een christelijke diocese, waar HH. Maternus en Servatius als eerste geloofspredikers vermoedelijk een tijd lang hun bisschopszetel hadden gevestigd. Oudheidkundige opgravingen in de oude stadskern en bijbehorende necropolen hebben talrijke overblijfselen aan het licht gebracht die, aangevuld met enkele karakteristieke vondsten van het platteland, een levendig beeld ophangen van het Romeins verleden van de stad en haar regio. Welke rol Tongeren heeft gespeeld in de vroege middeleeuwen is, spijts enkele zeldzame vondsten uit de Merovingische periode (5de - 7de eeuw), niet echt duidelijk. Het is pas in de daaropvolgende Karolingische tijd dat de stad opnieuw in het licht van de historie treedt met de bouw van een nieuwe kerk en de stichting van een kapittel van kanunniken. Dat alles gebeurde - kennelijk als voortzetting van een christelijke traditie - steeds op de plaats van de huidige O.L.V.-kerk in wier omgeving ook de Sint-Maternuskapel (memoriekerkje) en het oude bisschopshuis hadden gestaan. Het centrum van deze kerkelijke aanhorigheden (monasterium), eertijds omgeven door een primitieve omheining, zou de kern vormen van de latere stadsontwikkeling.Na afbraak van de Romaanse munsterkerk en de heropbouw van de thans nog bestaande kloostergang, werd in de eerste helft van de 13de eeuw aangevangen met de bouw van de huidige Onze-Lieve-Vrouwebasiliek in Gotische stijl. Vanaf die tijd ontstonden rondom het oude stadscentrum nieuwe handelswijken, verzorgingstehuizen en ambachtelijke kwartieren, die na de aanleg van de 13de eeuwse stadsomwalling uitgebreid werden met verschillende kloosters, enkele parochiekerkjes en een begijnhof. Tongeren, een van de gegoede steden van het Luikerland, werd in 1677 bijna volledig platgebrand door de troepen van Lodewijk XIV, waarna de stad slechts moeizaam herstelde. Het is pas na 1830 dat er van een werkelijke heropleving kan gesproken worden. Meer dan 2000 jaar geschiedenis hebben een uitzonderlijk rijk cultuurhistorisch erfgoed nagelaten.
Vandaag ontdekken we enkele van deze vele monumenten. Met foto's van nu en oude postkaarten. Geeft ons een idee van hoe het vroeger was tussen 1900-2000. Soms komen we prachtige postkaarten tegen tijdens onze zoektocht naar informatie en deze willen we graag delen.



Ambiorixstandbeeld:
Ambiorix was de koning van de Eburonen, die in 54-53 v.C. in de omgeving van Atuatuca, de legioenen van Julius Caesaronder leiding van Cotta, de grootste nederlaag toediende, die zij bij de verovering van Gallië hebben gekend. In 1866 werd er voor Ambiorix een standbeeld opgericht, dat gemaakt werd door de beeldhouwer Jules Bertin.




De MARKT




Stadhuis:
Tot voor de "Grote Brand" van 1677 lag het oude stadhuis op de hoek van de Markt en de St-Truiderstraat. In het begin van de 18de eeuw besloot men het huidige stadhuis te bouwen op de plaats van de verwoeste lakenhal. Dit werd gebouwd tussen 1737 en 1750 naar de tekeningen van de Luikse architect Pascal Barbier. Het gebouw in classicistische stijl is een mooi voorbeeld van de 18de eeuwse Maaslandse bouwtrant.


Onze-lieve-vrouwebasiliek: Stad en wijde omgeving worden gedomineerd door de gotische toren van de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek. Ontegensprekelijk één van de mooiste religieuze bouwwerken die ons land rijk is. Meer dan 300 jaar waren nodig om dit prachtig monument te voltooien. Het interieur is uitermate rijk aan kunstschatten. Bekendst is ongetwijfeld het uit notenhout gesneden beeld van Onze-Lieve Vrouw van Tongeren Oorzaak Onzer Blijdschap, dat dateert van omstreeks 1479. De Romaanse kloostergang uit de 12de eeuw mag beschouwd worden als een zeldzame getuige van Romaanse bouwkunst in België.








Middeleeuwse wallen: Ingevolge de verwoesting van de stad in 1213 door de troepen van Hertog Hendrik I van Brabant, werd in 1241 begonnen met de bouw van de middeleeuwse omwalling. Deze muur omsloot de toenmalige stadskern wat nu ongeveer overeenkomt met de huidige ringlaan. Verschillende delen van deze 13de eeuwse omwalling bepalen nog gedeeltelijk het patroon van de vroegere middeleeuwse stad. De best bewaarde delen bevinden zich langs de Leopoldwal en de Elfde-Novemberwal, maar ook de Lakenmakerstoren en de Velinxtoren maakten deel uit van deze 13de eeuwse muur. In de 15de eeuw werden de stadsmuren gedeeltelijk afgebroken en in de 17de eeuw verwoestten de Fransen verschillende stadspoorten. De vestigingsmuren werden in de 18de eeuw hersteld maar moesten in de 19de eeuw uiteindelijk wijken voor de modernisering.





Moerenpoort:
Als enige overgebleven stadspoort uit de Middeleeuwen is de Moerenpoort zeker een bezoek waard. Dit historische gebouw is gelegen aan de rand van het begijnhof en vertelt het unieke verhaal van de militaire geschiedenis van de stad. De poort is zeer recentelijk gerestaureerd.







Begijnhof: Even wegdromen tussen de schilderachtige huisjes en gezellige pleintjes met een gevoel alsof je terug gaat in de tijd ! Dat is de ervaring die je krijgt bij een bezoek aan één van de oudste begijnhoven van Vlaanderen. Midden 13de eeuw werd het Tongerse begijnhof, vlak bij de Jeker, gesticht als een miniatuurstadje binnen de stad. De nauwe straatjes, mooi gerestaureerde panden,
een beetje apart en eigenzinnig, een gedroomde locatie voor kunstenaars en
sinds 1998 werelderfgoed van de UNESCO.








Begijnhofkerk: De St-Catharinakerk, beter gekend als Begijnhofkerk of Paterskerk, is een van de oudste kerken van de stad. Deze vroeg-Gotische kerk uit 1294 werd in de loop der eeuwen meerdere malen verbouwd en aangepast. In de 18de eeuw werd bv. het huidige barokgewelf aangebracht en het dakruitertje op de kerk geplaatst. Na de Franse Revolutie kwam de kerk in het bezit van de Tongerse Godshuizencommissie die in 1899 de kerk (voor 99 jaar), verhuurde aan de Paters Minderbroeders, wat uiteindelijk de naam Paterskerk verklaart. Deze sfeervolle St-Catharinakerk bevat een rijke verzameling kunstvoorwerpen waaronder vooral het houtsnijwerk en de schilderijen opvallen. Als voornaamste bezienswaardigheden gelden o.a. de preekstoel van Robrecht Verburgh uit 1711 in Lodewijk de XIV-stijl, het schilderij boven het hoogaltaar van de hand van Gaspar de Crayer, 17de eeuw en het beeld van de Lijdende Christus geschonken door begijn Anna de Floz.



Agnetenklooster: Het Agnetenklooster bestond reeds in 1418 en werd na de schenking van Joanna Van Repen in 1421 vergroot. Na de Franse Revolutie werd het klooster verkocht. Het kwam in handen van Kanunnik Vandermaesen. Deze liet de kerk in het begin van de 19de eeuw afbreken en richtte het klooster in als herenhuis. Bij de recentelijke restauratie werd het gebouw gekaleid met uitzondering van de voormalige zomerrefter en de kerkruïne.



Romeinse muur:
Aan de rand van de oude stadskern, vooral vanaf het noorden tot in de west-sector , zijn nog imposante overblijfselen bewaard van de 4544 meter lange stadsmuur uit de 2de eeuw. Deze was eertijds ca. 6 m hoog en op regelmatige afstanden versterkt met ronde torens. Aan de buitenzijde werd de muur beschermd door enkele diepe verdedigingsgrachten. Op de plaats van de toegangswegen tot de stad bevonden zich monumentale poorten. Vanaf de Middeleeuwen werd de Romeinse stadsmuur grotendeels afgebroken voor de herbruikbare bouwmaterialen, vandaar dat er nu van deze eens zo indrukwekkende muur nog hoofdzakelijk de muurkern, bestaande uit twee ruwe blokken silex, overblijft.



Tongeren bezit een schat aan prachtige gebouwen en het is zeker de moeite om er eens in rond te wandelen, bijzonder museums zijn het Gallo-Romeins museum - Begijnhofmuseum Beghina - Moerenpoort en Schatkamer van de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek een schat aan erfgoed die je kunt ontdekken.



Voor het fotoalbum de link volgen
|