10E MARATHON DU CONDROZ NAMUROIS.
LA CARACOLE ANDENNAISE.
ARDENNE.
Een wandeling is voor mij niet alleen afstand afleggen. De historie en legendes van de streek boeien mij ook. Zo ook de geschiedenis van deze streek.
DE OORLOG OM EEN KOE.
Hoe een onschuldig rund een hele streek in rep en roer zette. In het jaar 1273 vonden de spanningen, die zich reeds een hele tijd tussen het graafschap Namen en het prinsbisdom Luik hadden opgehoopt, eindelijk een voorwendsel om tot uiting te komen. Een zekere Engoran, landbouwer van Jallet, had namelijk een koe gestolen die hij op de markt vanAndenne wilde gaan verkopen. Helaas werd hij doorde bestolenen, een burger van Ciney, herkend en in een val gelokt, waarna hij werd gevonnist en zonder veel plichtplegingen opgehangen. Om zijn onderdaan te wreken, ontketende de graaf van Namen een oorlog die de Condroz teisterde. Onder leiding van hun respectievelijke heren, de graaf van Namen en de prins-bisschop van Luik, stortten de boeren van Andenne en van Ciney zich in hevige onderlinge gevechten. Deze oorlog verwoestte maandenlang vele dorpen te vuur en te zwaard. Wel zestig dorpen gingen eraan ten onder en er werden meer dan 10.000 doden geteld. Pas na de tussenkomst van de koning van Frankrijk, Filips de Stoute, hield de strijd op.
Vandaag zijn er geen sporen meer van deze oorlog te zien. Maar de vele kastelen, versterkte hoeven zijn een bewijs van de rumoerige tijden welke deze streek doormaakte, zelfs in de tweede wereldoorlog werd hier hevig strijd gestreden. Vandaag is het gelukkig een vredige streek waar het aangenaam is om te wandelen, er kunnen genieten van natuur is er zeker bij.
De huizen in lokale steen zijn prachtig om te zien. Wij wandelen een heel eind door het prachtig golvend landschap van de Condroz. We komen zo terug in Andenne. We komen op het plein voor de collegiale kerk. De indrukwekkende, neoclassicistische collegiale Sint Begga werd gebouwd in kalksteen van het Maasland en staat in alle rust op een mooi plein ver van de stedelijke drukte. We bewonderen de fraaie voorgevel van de kerk van op het voorplein omringd met burgerhuizen waarvan een aantal bewoond werden door de kanunnikessen die hier de dienst uitmaakten van de middeleeuwen tot de Franse revolutie. Sint Begga (in de volkstaal Sainte Bèche) stichtte hier rond 692 het eerste klooster van de stad. Ze was de overgrootmoeder van Pepijn de Korte en de zuster van Gertrudis van Nijvel.
In de kerk is de verering van de heilige nog steeds levendig. Spijtig dat de kerk gesloten is, anders konden we er even een kijkje gaan nemen. De collegiale kerk is opgenomen in het Bijzonder Erfgoed van Wallonië. Het plein beplant met honderden bloeiende bloemen, een beeld van Koning Albert, een fontein. Een andere monument is de bron Sainte-Begge heeft altijd bestaan. Het monument dat er boven staat, dateert uit de zeventiende eeuw. Deze fontein werd vroeger Fontein met de kuikens (fontaine aux Poussins) genoemd, als verwijzing naar de legende van de heilige Begga, en staat op de place du Chapitre, links van de collegiale bij de porte Saint-Étienne. Bovenop de fontein kreeg in een erker met traliewerk een beeld van de heilige beschermheilige een plaats. Deze fontein bestaat uit verschillende bekkens die ondertussen versleten en uitgehold zijn door het water en door de wrijving van de wasvrouwen die met hun honden door de collegiale kwamen om er hun was te doen. Er staat trouwens een opschrift boven de rechteringang van de collegiale: «LES CHIENS HORS DE LA MAISON DE DIEU» (geen honden in het huis van God).
Een kleine anekdote: op een bepaald ogenblik stond er aan deze ingang een wachter die deze dames moest verplichten om rond de kerk te gaan. We wandelen over het plein en komen dan aan het plein voor het stadhuis. Wat opvalt zijn de vele bloemen die hier overal staan.
Het stadhuis met ervoor de kiosk en mooie huizen rond het plein toch mooi. Nog ven en we zijn terug op ons vertrek. Een mooie tocht met prachtige natuur, historische gebouwen en verschillende verhalen.
Voor het fotoalbum de link volgen:
|