De eerste proefboringen te Winterslag gebeurden reeds in 1902, een jaar na het ontdekken van steenkolen door André Dumont in buurgemeente As.




De eerste steenkoollaag op een diepte van 485 meter werd bereikt in 1914 en in 1917 was de steenkoolmijn van Winterslag de eerste die operationeel werd in het Kempens steenkoolbekken.
Rond de mijn werden volledige woonwijken gebouwd. Sinds de jaren 1960 waren de mijnen in Limburg fors verlieslatend en als gevolg hiervan werd de mijn van Winterslag gesloten in 1988.






De mijngebouwen hebben na vele jaren een nieuwe bestemming gekregen. Een gedeelte is momenteel in gebruik door de brandweer van Genk. Recent is er in het gedeelte aan de Evence Coppélaan een bioscoopcomplex geopend. Winterslag bestaat uit verschillende wijken die men daar cités noemt: Oud-Winterslag (ten noorden van de mijn) en de mijntuinwijken 1, 2 en 4. Mijntuinwijk 3 is nooit gebouwd. Op de eerste tuinwijk, die aangelegd werd vanaf 1913 tot 1924 naar het voorbeeld van Engelse tuinwijken uit het begin van de 20e eeuw, staan prachtige ingenieurshuizen en het kerkplein met de kerk. De vroegere meisjesschool (nu een vormingscentrum) en de vroegere jongensschool (nu een gemengde school) is indrukwekkend.





Vele huizen zijn gebouwd met de zogenaamde Winterslagse brik, die zeer hard is en voor een goede warmte-isolatie zorgt. Op deze tuinwijk kleuren vele verenigingen het sociale leven. Er zijn onder meer twee jeugdverenigingen: Scouts Winterslag voor de jongens en Chiro Winterslag voor de meisjes. In het parochiecentrum Het Park komen andere verenigingen regelmatig samen, zoals de harmonie van Winterslag. De tweede en vierde tuinwijk zijn later gebouwd (tussen 1931 en 1948) om de toestroom van gastarbeiders op te vangen en zijn soberder van afwerking.




De mijnterril, een berg met afval uit de mijn, is nu een groen wandelgebied, met bovenop een prachtig zicht over Genk en omstreken. De mijnterril, 163 m hoog, is omgevormd tot wandelgebied.
Op de mijnsite staan nog steeds een aantal gebouwen die verwijzen naar het mijnverleden met onder meer de oudste en de meest recent gebouwde schachtbok in Limburg. De mijn haalde in 1967 nog een jaarproductie van 1.635.514 ton. De totale mijnproductie bedroeg 66.593.000 ton. In 1953 was de tewerkstelling maximaal met 6250 mijnwerkers. De ondergrondse verdiepingen lagen op 600, 660, 735 en 850 m. De steenkoolmijnen kregen veel kritiek van de katholieken. Om hun imago op te poetsen investeerden de uitbatingsfirma's in grote kerken, de zogenaamde mijnkathedralen. De Heilig-Hartkerk van Winterslag uit 1925 van architect Adrien Blomme is opgetrokken in natuursteen.







Wij wandelen door de tuinwijken en genieten van de mooie monumenten die we op de wandeling tegen komen. Als we terug op de mijnsite komen gaan we de oude machinekamers eens bekijken, al is het niet de eerste keer dat we hier komen maar toch blijft het interessant om te bekijken.





De actie BARBARA BLIJF
Is ze je ooit opgevallen, de blauwstenen nis boven de vroegere ingang van de mijn van Winterslag? Er wordt verteld dat er ooit een beeld van Sint-Barbara in deze nis stond. Het is dan ook een ideale plek voor de patrones van de mijnwerkers. Helaas is hiervan nooit een foto boven water gekomen. Zeker is dat de nis sinds de sluiting van de mijn van Winterslag in 1988 leeg stond. Tot de Gentse kunstenares Sofie Muller besloot Sint-Barbara weer thuis te brengen. Het beeld dat Sofie Muller hiervoor maakte is niet zomaar een Sint-Barbarabeeld. Het is een klassiek beeld waarvan ze het hoofd deels verbrandde. Deze verbranding verwijst naar de folteringen die Barbara tijdens haar leven moest doorstaan. Tegelijkertijd toont Sint-Barbara zich ermee als mijnwerker, met zwart hoofd, na een dag arbeid in de ondergrond.


Een actie door de gemeente Genk loop nu:
Word zelf eigenaar van een stukje Barbara
Word mede-eigenaar van de favoriete heilige van de Genkenaar en koop een aandeel in het beeld. Hou Barbara in Genk! Een aandeel kost 5 euro en is het eigendomsbewijs van jouw stukje Barbara.
Op deze wijze wil de stad Genk de bevolking betrekken en zo kan Barbara op haar plaats blijven.