HERFST IN BOKRIJK.
WSV. DE HEIKNEUTERS.
GENK-BOKRIJK.
We vertrekken met onze wandeling tegenover het Provinciaal Domein Bokrijk, is overwegend bekend om zijn openluchtmuseum, arboretum en openluchtspeeltuin. Het domein is 550 ha groot.
Een stukje geschiedenis: Graaf Arnold IV van Loon en Chiny verkocht op 9 maart 1252 een woud gelegen tussen Genk, Zonhoven en Hasselt aan de vrouwenabdij van Herkenrode te Kuringen bij Hasselt. Dit woud wordt 'Buscurake' of Buksenrake ('buk' = beuk, 'rake' = een strook grond) genoemd, een plaatsnaam die nadien over 'Bouchreyck' evolueerde tot Bokrijk. De cisterciënzerzusters bouwden er een abdijhoeve, lieten vijvers uitgraven en plantten er bomen.




De abdij verhuurde haar grangiae (hoeve) aan 'halfwinnen' (= pachters die werkten voor de helft van de opbrengst). In 1447 werd Bokrijk een gewone pachthoeve. Het domein bleef eeuwenlang in het bezit van de abdij totdat de Franse revolutionairen de abdij in 1797 ophieven en het goed op 22 april van hetzelfde jaar verkochten aan een inwoner van Maastricht. Vanaf deze periode werden de gebouwen verwaarloosd en tot 1890 waren er vele eigenaars. De familie Maris-Vanhese liet in 1890 het vervallen woongedeelte afbreken, maar spaarde de bijgebouwen.




Ze bouwden op de plaats van de vroegere woning een neoclassicistisch kasteel, dat ze echter niet konden voltooien. Ze verkochten in 1896 het kasteel en het domein aan graaf de Meeus, die het voltooide. De graaf baatte op het domein tot aan het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog een ijzerwinning uit. Tijdens de oorlog verkocht hij het domein en het kasteel aan een Joodse familie uit Duitsland. In 1919 legde de Belgische staat beslag op het domein en verkocht het aan de S.V. Middenkredietkas van de Belgische Boerenbond in 1928. Bokrijk werd ingericht als modellandbouwuitbating. Deze modellandbouwuitbating mislukte door de crisis en het faillissement van de Boerenbond. Op 21 maart 1938 werd Bokrijk door de provincie Limburg verworven.





De grote promotor voor deze aankoop was de toenmalige Provinciegouverneur Hubert Verwilghen. Reeds lang koesterde hij het idee om een cultuur- en natuurproject met elkaar te verbinden. De visie van gouverneur Verwilghen kreeg pas jaren later concrete invulling. Op 6 oktober 1953 besloot de Bestendige Deputatie van de Provincie Limburg, onder dynamische impuls van Gouverneur Louis Roppe, in Bokrijk een openluchtmuseum op te richten. Oorspronkelijk wilde deze voormalige gouverneur van de provincie Limburg met dit openluchtmuseum verhinderen dat gebouwen met culturele of historische waarde zouden verdwijnen. Met de naoorlogse industriële versnelling en de toenemende welvaart in de "fifties" dreigde het Vlaamse woonlandschap op korte tijd verloren te gaan. Dr. Jozef Weyns werd aangesteld als coördinator van dit project en als eerste conservator van het Openluchtmuseum.





Het Provinciaal Domein Bokrijk is momenteel 550 hectare groot en ligt te midden van uitgestrekte bos- en natuurgebieden. Het domein is het meeste bekend omwille van zijn Openluchtmuseum. Dit is slechts één onderdeel van een groter recreatief geheel. Op het domein werden ook een speeltuin, een arboretum en een geuren- en kleurentuin aangelegd. Het Openluchtmuseum van Bokrijk werd op 12 april 1958 officieel geopend. Een honderdveertigtal authentieke gebouwen vormen de kern van de erfgoedcollectie. Naast deze gebouwen bestaat de collectie verder uit gereedschappen en alledaagse gebruiksvoorwerpen. In het totaal omvat dit 30 000 stukken kwetsbaar erfgoed en getuigen van het dagelijkse leven van de 17e eeuw tot 1950. Het Openluchtmuseum werkt naar een interactieve en dynamische ontsluiting van haar erfgoedcollectie.




Wij wandelen door het domein langs de tuinen en ook langs het openluchtmuseum.
Het Openluchtmuseum telt 140 authentieke historische gebouwen. De kleinere constructies zoals bakovens of rennen voor pluimvee worden hier niet meegerekend. Hoewel het oudste gebouw van 1507 dateert, bestaat de collectie hoofdzakelijk uit bouwwerken van de late 17e tot einde 19e eeuw. De nadruk ligt in het bijzonder op landbouwhoven en -schuren. Daarnaast zijn ook dagelijks belangrijke gebouwen voor het dorpsleven (smid, school, kerk, herberg en handwerkersgebouwen) in de collectie opgenomen.
De wandeling is volledig in en rond dit prachtige domein.


Voor het fotoalbum de link volgen
|