43. WINTERWANDERUNG.
MARSCHFREUNDE KELMIS.
KELMIS.
Kelmis ligt op enkele kilometers afstand van de Duitse stad Aken en eveneens dichtbij de Nederlands-Limburgse plaats Vaals. Het grenst aan het drielandenpunt met Nederland en Duitsland. De aanwezigheid van de zinkmijn heeft voor zink in de bovengrond gezorgd. Hierdoor kennen Kelmis en Moresnet op enkele plaatsen een opvallende zinkflora. De Geul werd voor de zinkwinning gebruikt, waardoor de bovenloop van de Geul ook in de Nederlandse provincie Limburg een zinkflora kent.
We vertrekken met onze wandeling in het centrum door het park en dan de steenweg over om naar de Casinovijver. Door de bouw van een aarden wal van zo’n 300m in 1861 ontstond de opgestuwde Casinovijver. Deze vijver is ongetwijfeld het mooiste overblijfsel van de 19e-eeuwse mijnactiviteiten nabij de toenmalige Altenberg en omgeving. Dit meer is bijna 5 ha groot en werd door de mijngemeenschap “Vieille Montagne” als waterreservoir voor het wassen van zinkerts aangelegd. De restanten daarvan zijn nog steeds te zien in de vorm van opgehoopte steenbergen aan de oevers van de stuwdam. De Casinovijver werd destijds omwille van economische redenen nabij de samenvloeiing van de Tüljebach en de Geul aangelegd. Vandaag de dag is de vijver –met zijn prachtige rietkragen en pittoreske bomen langs de dichtbegroeide oevers– een regionaal pareltje, zowel voor de mensen die op zoek zijn naar ontspanning als voor de aanwezige veelsoortige fauna en flora. Dit beschermd grondgebied is een zeer interessant spiegelbeeld van de culturele en geschiedkundige ontwikkeling van een landschap dat tot het midden van de 20e eeuw door de mijnbouw werd gekenmerkt.
We wandelen even verder wandelen we langs de Geul en komen aan de voet van de rotsen waar kasteel Eyneburg, de enige burcht in de bergen van het Geuldal die nog is overgebleven en die in de volkmond “Emmaburg” wordt genoemd, is een van de zeldzame bergburchten in het hertogdom Limburg. De majestueuze bouw van de burcht begint aan de linkeroever van de Geul. De uitstekende toren of de wachttoren merkt men reeds van ver op. De naam Eyneburg of Eyneberghe stamt af van een familie met deze naam, die dit landhuis in de 13e eeuw bezat. Zo is er onder andere sprake van Theodor von Eyneberghe, kanunnik in Sint Servatius in Maastricht in 1260 en Hermann von Eyneberg in 1285. Wij wandelen verder langs prachtige lanen en door de bossen tot we aan een grote vijver komen. We zijn in het plaatsje Tulje. We wandelen weer het bos in “Preuswald”. Hier komen we langs een van de grensstenen van Neutraal Morsenet.
Neutraal Moresnet ontstond doordat Pruisen en het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden tijdens het Congres van Wenen in 1815 na de val van Napoleon niet tot een akkoord konden komen over de grens tussen hun gebieden. Het twistpunt was de zinkmijn Altenberg / Vieille Montagne in het plaatsje Kelmis, dat in de Franse tijd deel uitmaakte van de gemeente Moresnet. Pas in 1816 werd een compromis bereikt: krachtens het Verdrag der Grenzen werd het westelijk deel van Moresnet deel van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden onder de naam Moresnet, Neu-Moresnet werd deel van Pruisen en het daartussen gelegen gebied met het dorpje Kelmis werd een condominium onder de naam Neutraal Moresnet met als staatshoofd de burgemeester van Kelmis. Beide landen bestuurden Neutraal Moresnet, een gebied met 256 inwoners, met een Pruisische en een Nederlandse (na 1830 Belgische) commissaris. Toen België in 1830 onafhankelijk werd, nam het de bestuurlijke rechten van Nederland over. Het bezat zijn eigen postzegels.
Prachtig om door te wandelen tot op de controlepost. In Morsenet-Chapelle zijn we nu, de verering van Maria nam in Moresnet in 1750 toe na de genezing van de jonge Arnold Franck die aan vallende ziekte leed. In 1875 vestigden er zich Franciscanen uit Aken, verdreven door de "Kulturkampf". Zij namen de hele dienst aan de genadekapel over en het aantal bedevaarders steeg in hoge mate. Vandaag is de kapel er nog steeds en er is ook een rusthuis waar de controlepost is. We wandelen verder door de velden om dan in Morsenet te komen. Langs kasteel Bempt en dan het centrum.
Langs de kerk en het museum en dan weer de velden in, wij wandelen onder de spoorbrug door. Het viaduct van Moresnet is een 1200 meter lange spoorwegbrug over het dal van de Geul. De brug is onderdeel van spoorlijn 24 (Montzenroute Antwerpen-Aken), die speciaal gebouwd is voor het transport van Duitse artillerie en troepen naar het front tijdens de Eerste Wereldoorlog in 1915-1916. Vanwege de slechte staat van onderhoud mochten de treinen de laatste jaren nog maar met 15-20 km/u over de brug rijden. Tussen 2002 en 2005 werd het viaduct echter gerenoveerd.
De brugdelen werden vervangen en de pijlers werden gerestaureerd. De brug sluit in het oosten aan op de Gemmenichertunnel die onder de Vaalserberg doorgaat. Het is een van de indrukwekkendste spoorwegbruggen van ons land. We wandelen door de velden en komen zo terug in Kelmis waar onze mooie wandeling eindigt.
Voor het fotoalbum de link volgen
|