38E MARCHE DES CHARMILLES.
CLUB DE MARCHE DES CHARMILLES.
XHOFFRAIX.
We gaan vandaag een wandeling maken in Xhoffraix. We vertrekken in het centrum van het dorpje. Even verder een oude vakwerkhoeve waar tussen de balken alles opgevuld is met bakstenen, het is een groot gebouw. Wat verder een typische woning uit natuursteen en de bovengedeelte in vakwerk.
En dan komen we langs de “Charmilles” dit zijn huizenhoge hagen die voor de huizen staan om ze te beschermen tegen de koude en hevig winden in deze streek in de winter het zijn groene muren ter bescherming. Netjes geschoren en piekfijn onderhouden.
Dan verlaten we het dorpje om de natuur te gaan verkennen langs boswegjes. Al vlug wandelen we het “Parc naturel Hautes Fagnes – Eifel” binnen wat een prachtige zichten over de hoogste vlakte van België. Natuur op zijn best, langs de bekende plankenpaadjes door de natuur, veel vlinders komen we tegen, maar de zichten over het landschap zijn adembenemend.
De Hoge Venen
De Hoge Venen zijn ongetwijfeld één van de meest ongerepte stukjes natuur van de Ardennen en de Eifel. Door het strenge klimaat van deze streek, de hevige neerslag, de lange koude winters en een lage gemiddelde temperatuur (6,1°) zijn uiterst zeldzame plantensoorten uit Noord-Europa, de bergstreken en het Atlantische gebied hier behouden gebleven. Het huidige veenlandschap is grotendeels ontstaan onder invloed van de mens.
De oude landbouw- en veeteeltpraktijken, zoals het weiden, het bestrijden van kreupelhout, het binnenhalen van hooi en de ontginning van turf hebben geleid tot de vorming van open ruimten. Tot in de middeleeuwen daarentegen waren de Hoge Venen nog voor 90% bebost. Vanaf omstreeks 1840 (in de Pruisische periode) werd heel wat heideland herbeplant met sparren. Dit heeft geleid tot een aanzienlijke afname van de veenoppervlakte, voorheen de enige niet beboste zone. Dit kwam doordat het water naar de oppervlakte steeg, wat de vorming van een turf laag bevorderde. Deze kon zelfs een hoogte van enkele meters bereiken. De Hoge venen zijn de enige natuurlijke biotoop die tot vandaag is blijven bestaan. De handhaving ervan vereist aanzienlijke beschermingsmaatregelen.
Om de fauna en flora van de Hoge Venen te behouden, werd een oppervlakte van 4.500 ha beschermd als natuurreservaat (reeds in 1957). Dat reservaat kreeg in 1966 het Europees diploma voor natuurbehoud.
Hoe zouden we onze wandeling door dit prachtige gebied kunnen beschrijven?
Tijdens deze schitterende wandeling gaan we op verkenning in een bijzonder woest gebied. We trekken onmiddellijk, via knuppelpaadjes, naar de “Fagne du Freineu”. Het pad voert aanvankelijk door een open landschap, maar wat verderop moet u door een duister bos. Plots duiken, als een eilandje temidden van een leger sparren, de “Six Hêtres” (zes beuken) voor ons op, vroeger een rustplaats voor de herders van de omstreken. Een aandenken aan het landschap van vroeger, dat toen bestond uit uitgestrekte weilanden en heidevelden. Een knooppunt van wegen, waarlangs, tijdens de 17e eeuw, ijzer vanuit het Eifelgebied naar de smederijen van de Luikse regio werd getransporteerd. De natuur is er bijzonder woest.
Nu eens verdwijnt de weg tussen het struikgewas, dan weer houden knuppelpaden ons op het droge. Verderop heeft de Trôs Maret zich in de vallei ingegraven en een echte mini-canon gevormd. Over de volledige lengte kunnen we genieten van watervalletjes die ricocheren op een ondergrond van kwartsiet en zandsteen.
Na bijna de gehele wandeling over de Hoge Venen wandelen we naar Longfaye. Verder met onze tocht hier veranderd het landschap, we wandelen langs hoge rotsen over houten brugjes en dan dalen we af naar Xhoffraix waar deze toch wel bijzonder mooie wandeling eindigt.
Voor het fotoalbum de link volgen
|