MARCHE DE JOUR.
CLUB MARCHEURS JALHAY.
SURISTER – JALHAY.
Onze wandeling vertrekt in Surister in de zaal “la Petite France” Het straatdorp Surister ligt op een heuvelrug –waterscheiding- tussen twee riviertjes. In de middeleeuwen stond aan deze weg naar Jalhay een graanmolen voor gemeenschappelijk gebruik, het kasteel van de landheer en een perron. Aan het eind van het dorp stond de galg. Tot de Franse Revolutie was Surister een leengoed, toegekend door de Prinsbisschop van Luik, dit in tegenstelling tot Jalhay, die met Foyr en Charneux direct afhankelijk waren van de Prinsbisschop. Surister wordt nog altijd “la Petite France” genoemd, naar aanleiding van de familie Groulard, die afkomstig was uit Dinan in Bretagne en vroeger over de dorpelingen van Surister heerste. We wandelen door het prachtige bos met rotsformaties. Steken een riviertje over en komen langs mooie huizen uit lokale steen. In de gemeente Jalhay zijn rond midden 18e eeuw, veel traditionele huizen uit kalksteen en grote stenen uit de omgeving gebouwd . Er zijn een aantal huizen, die vallen onder het “Erfgoed van Wallonië”. Het traditionele landelijke huis bestond uit drie elementen samen onder één dak: het huis, de stal en de schuur, die allen intern verbonden waren. Een open binnenplaats scheidde het huis van de schuurtjes en de boomgaard naast het huis werd begraasd door jonge dieren. Het klimaat in de winter is bar en daarvoor is een dergelijke structuur praktisch. Men hoefde niet door de kou naar buiten om in de stal te komen, die lekker warm was. En de voorraadschuur was goed gevuld met hooi voor de dieren. Wat verder komen we in Solwaster. De naam Solwaster komt van “solistat”, d.w.z. “aan de Statte” en de bewoners van dit mooie dorp worden wel de “Lopets” genoemd. Solwaster is echt een typische Ardens dorpje, gelegen op de heuvel tussen de rivier de Hoëgne en de Statte. Het dorp heeft de charme van de karakteristieke pastorale dorpjes uit de 19e eeuw aan de voet van de Hoge Venen behouden. Het is in 1981 uitgeroepen tot één van de mooiste dorpen van België. We wandelen verder en komen zo in Jalhay, is een dorp dat aan de voet van de Hoge Venen op 400m boven de zeespiegel ligt. Het waren vooral de Franken, die hier in de IV en V eeuw kwamen en die aan de oorsprong liggen van de dorpen van Jalhay. Karel de Grote maakte van Jalhay een jachtdomein. De koning van Lotharingen ontnam grondgebied aan de Abdij van Stavelot en schonk het aan de Prinsbisschop van Luik. Die liet het gebied in cultuur brengen. Doordat de bodem veel ijzererts bevat kon zich langs de Hoëgne een metaalindustrie ontwikkelen die de streek van de XIVe tot de XVIIe eeuw voorspoed bracht. Maar in 1468 liet de Bourgondische hertog Karel de Stoute de smelterijen vernietigen omdat ze wapens gesmeed hadden voor de befaamde «600 Franchimontezen» die hem hadden bevochten in Luik. Hij plunderde de streek en herleidde de «makas» (smeedhamers) tot schroot. Sindsdien legt de gemeente zich vooral toe op landbouw. Vanaf de XVe eeuw schonk de Prinsbisschop van Luik een aantal rechten aan de burgers van Jalhay, Sart en Surister zoals het recht voor een lokaal gerechtsgebouw, de titel van stad, de mogelijkheid om een burgemeester te kiezen, handelsrechten enz. Daarvan getuigen nu nog de « perrons » van Sart en Surister. Jalhay had al wethouders in 1405. Veel later, onder Napoleon verloor Jalhay zijn rechten en invloed…. Wat verder komen we terug aan ons vertrek, wat een prachtige wandeling.


















|