Het gebied "Eifel" -een gevarieerd middelgebergtelandschap met eenzame bossen, dode vulkanen, uitgestrekte heuvellandschappen en pittoreske valleien- ligt in de drielandenhoek Duitsland-België-Luxemburg. In dit prachtige gebied vinden we verschillende oude dorpskernen.
Sinds 1993 is Olef lid van de vereniging Historische Ortskerne in NRW. Olef is een deelgemeente van de stad Schleiden en is een van de oudste parochies uit de Eifel. Uit geschriften blijkt dat Olef een Klooster en een Burg bezat, waar nu niks meer van te zien is. In een oorkonde van 1252 werd Olef al vermeld en was onder de Jülischer heerschappij en later onder de Pruisische. De historische kern van Olef bevat een oppervlakte van 3,5ha en komt vandaag nog overeen met de kaarten uit 1808. In 1697 werd Olef geteisterd door een groet brand en vele huizen gingen verloren. De ommuurde kerkhof en kerk zijn de centrum van het dorp en de vakwerkhuizen zijn allemaal van na de grote brand uit 1697.
Het verkeer moest tot voor enkele jaren nog midden door het dorp maar met de aanleg van de omweg is het er nu weinig verkeer, maar een bijzonderheid is zeker nog de spoorweg die midden over het dorpsplein loop. Vandaag word het nog gebruik door een stoomtrein. Het is een hele belevenis om de stroomtrein door het dorp te zien rijden. Wij brengen een bezoek aan het dorp met zijn vakwerkhuizen, het is werkelijk een hele bijzondere ervaring om midden in het vakwerk te wandelen. Prachtige huizen en aangename omgeving.
Op het pleintje vertrekt een rondwandeling Olef Wintzen-Olef.
Rondwandeling Olef Wintzen Olef.
We staan nu in het historische centrum van Olef met veel vakwerkhuizen. Opvallend en uniek zijn de spoorrails van de Oleftalbahn in het wegdek van het dorpsplein.
Olef is een van de oudste parochies van de Eifel, die al in 1274 vermeld wordt als liber Valoris. Bezienswaardig in deze Laat-Gotische kerk uit 1697 is het doopvont van blauwe graniet uit Namen en een zeldzaam twee verdiepingen tellend altaar. De spoorrails volgend slaan we vlak voor het bord Wintzen linksaf de Büchel in en beginnen aan een klimmetje om Olef achter ons te laten. Soms moet je toch eens achterom kijken om zo te zien welk mooi panorama we achter ons laten, we klimmen verder en stilaan verdwijn de kerk in het dal.
Als we boven komen verlaten we Olef en wandelen verder door het prachtige landschap. Het landschap is hier heuvelend en het is dan weer wat klimmen en dan weer een eindje dalen. Bossen en weilanden wisselen af. Hier is de Eifel op zijn mooist. We wandelen verder tot we aan het plaatsnaam Wintzen komen. Hier een bijzonder vakwerkhoeve de rijweg loop door de boerderij. Het is wel een mooi plaatje, wij wandelen verder en komen op een splitsing aan de kapel, mooi is het wel gemaakt in vakwerk met mooie glasramen.
Nu wandelen we Wintzen binnen ook hier weer verschillende vakwerkhuizen, hier zijn we halverwege onze wandeling. Nu keren we terug richting Olef. De terugweg in bijzonder mooi met uitgestrekte weilanden met bossen op de achtergrond, gewoon mooi en de stilte die je hier ervaart is ongelofelijk op de ganse wandeling komen we geen enkele auto tegen, niks dan rust en natuur. Het is hier werkelijk genieten van de natuur. Nu wandelen we een heel eind door het bos en dalen af naar Olef. De kerk kom weer in zicht. We komen terug in het centrum van het dorpje. Het was een mooie en aangename wandeling. Olef is een deelgemeenten van Schleiden.
De stad Schleiden
De stad Schleiden is de Hoofdstad van het Nationaalpark Eifel. De Kreisstadt Schleiden heeft nog een 16 dorpen in het Schleidener Tal en op de hoogvlakte Berescheid, Broich, Bronsfeld, Dreiborn, Ettelscheid, Harperscheid, Herhahn, Berescheid, Broich, Bronsfeld, Dreiborn, Ettelscheid, Harperscheid, Herhahn en ook nog het Kneipp-Kuroord Gemund. Schleiden ligt aan de voet van een heuvel met een burcht.
Het dankte zijn vroegere welvaart aan de ijzerindustrie. Zoals in Monschau werd er eerst een burcht gebouwd en kwam pas later de bewoning. De ijzerindustrie maakte gebruik van het hout en het water als krachtbron. In de 19de eeuw kwam deze nijverheid in verval. Wij bezoeken Schleiden en aan de rand van het stadje kun je gratis parkeren en al dadelijk heb je het mooie stadje aan je voeten liggen. Hier kunnen we een prachtige toren zien met wapenschilden.
Wij wandelen naar het kerkje aan de toren. Het is een prachtige kerkje met een bijzonder altaar/spreekstoel al de meubels zijn in hout en prachtig geschilderd. We verlaten het kerkje en wandelen het stadje binnen. Door de hoofdstraat met prachtige gebouwen en winkels die ons naar het kasteel van Schleiden brengt. De voormalige burg werd in 1198 voor de eerste keer vermeld in een oorkonde. In de loop der eeuwen werd hij regelmatig beschadigd door oorlogen. Telkens weer werd hij terug opgebouwd met als gevolg dat het een slotachtige kasteel werd. In Wereldoorlog 2 werd het kasteel bijna geheel verwoest. In 1952 werd de heropbouw gestart. Na een tijd gebruikt te zijn als internaat en vele jaren van leegstand werd Schloos Schleiden uiteindelijk een seniorentehuis en tot vandaag is het nog in gebruik.
Er is ook een slotcafé met een prachtig panorama op de stad doordat het schloss op een hoogte gebouwd is. Iets lager gelegen ligt de slotkerk een prachtig gebouw, spijtig dat we er niet in kunnen gaan kijken. We wandelen nog even door de stad langs de rivier over de brug, we kijken even in de rivier en kunnen zien hoe zuiver het water is, heel helder je ziet de vissen zwemmen. Mooi! Nog even door de stad en dan verlaten we Schleiden.
Rursee Einruhr
De Rurstausee is het grootste kunstmatige meer van Duitsland. Het is 8 km² groot. Rust gegarandeerd want geen enkele grote weg loopt langs dit meer. Vroeger was het water een lust, want het leverde energie voor watermolens, maar vaak vormde het ook een last, omdat er regelmatig overstromingen optraden. Om dit probleem tegen te gaan werden in de loop van de 20e eeuw allerlei stuwmeren aangelegd.
Eén van die stuwmeren is de Rursee. De Rursee ligt temidden van beboste heuvels, die zich in het water weerspiegelen. Met de bouw van de Urfttalsperre in 1905 begon voor de Eifel een geheel nieuwe periode, men kon nu namelijk gaan beschikken over een grote mate van elektrische energie. Een tweede taak van de stuwmeren was het beschermen van het gebied tegen overstromingen. Door sterke regenval, of het smelten van sneeuw, kon het water van de Rur, Olef en Urft vaak sterk aanzwellen en dit leidde tot overstromingen in de gebieden langs deze rivieren. Met de bouw van de stuwmeren kon men het overstromingsprobleem enigszins de baas. De ergste hoogwaterstanden werden hierbij opgevangen. Maar ook in periodes van droogte bewezen de stuwmeren hun diensten. Dan leverden ze namelijk ook in droge zomers nog voldoende water aan de rivieren. Een laatste taak is het leveren van drinkwater aan de omliggende steden.
De Rursee is verbonden met allerlei andere stuwmeren stroomop- en afwaarts langs de Rur. Deze negen grote stuwmeren kunnen per jaar 80 miljoen m3 drinkwater leveren aan de steden Aken, Düren, Heinsberg en omgeving. Enkele stuwmeren, zoals de Dreilägerbachtalsperre bij Roetgen en de Perlenbachtalsperre bij Höfen, hebben alleen de drinkwatervoorziening als doel. De Wehebachtalsperre in het Hürtgenwald levert zowel drinkwater en heeft ook een functie in het beschermen van de stroomafwaarts gelegen gebieden in het gebied rond Aken en Düren. Op de plek van het huidige stuwmeer lagen vroeger akkers, bossen, weilanden en dorpen. Tijdens de eerste bouwfase van het stuwmeer werden reeds 300 hectare landbouwgrond overspoeld. Toen moesten echter slechts 35 gebouwen verlaten worden. Dit kwam omdat het onderste deel van het Rurdal door de vele overstromingen slechts spaarzaam bewoond was.
De hoofddorpen lagen ofwel op de helling, zoals Rurberg, Woffelsbach en Einruhr, ofwel op de hoogvlaktes. Daarom waren het slechts enkele verspreide, kleine boerderijen, die het veld moesten ruimen voor het water. Veel namen van gebieden herinneren nog aan deze oude bewoning. Hierbij horen onder meer Pleushütte bij Einruhr, de boerderij Paulushof, enkele delen van het dorpje Rurberg, het gehucht Weidenauel, enkele gebouwen die hoorden bij Woffelsbach, de boerderij Morsauel en het gehucht Eschauel. De bewoners trokken naar de omliggende dorpen, emigreerden of bouwden soms zelfs nieuwe woningen boven het nieuwe stuwmeer. Bij de tweede vergroting van de Rurtalsperre tussen 1955 en 1959 eindigde de geschiedenis van de Pleushütte. De ijzersmelterij werd in 1957 gesloten, de mensen verhuisden en het gebied werd overstroomd. Onafhankelijk van de Pleushütte was in de 17e eeuw ten noorden van de stenen brug over de Rur een boerennederzetting met de naam Einruhr ontstaan. Na de ondergang van de Pleushütte en de vergroting van de Rursee zorgde de opbloei van het toerisme voor een nieuwe inkomstenbron voor het plaatsje.
Op de hoek van de Rurstraße en de straat "Auf dem Römer" staat een vakwerkboerderij uit 1634. Het gebouw werd echter in de afgelopen eeuwen sterk verbouwd. Aan de Rurstraße staat ook een voor de noordelijke Eifel typische vakwerkboerderij. Ook elders in het dorp staan fraaie vakwerkboerderijen. In het centrum van Einruhr ligt de Heilsteinbrunnen. Dit is een bron die water van een diepte van 43 meter omhoog brengt en in 1826 werd ontdekt. Door de vondst van Romeinse munten zou het kunnen dat de Romeinen hier al water putten. Op 1 juni 2003 werd ze weer toegankelijk gemaakt voor het grote publiek. Ze bevindt zich op de binnenplaats van het zogenaamde Heilsteinhaus, waarin ook de VVV is gevestigd. Wij verkennen het dorpje en doen de wandeling langs de Rursee. Het is een aangename tocht met prachtige zichten op de Rursee. We wandelen tot aan de eerste aanlegsteiger na Einruhr. Het is een 3 kilometer ver. We keren langs de zelfde weg terug naar Einruhr. Een prachtige afsluiting van een dag EIFEL.