Wie niets onnodigs wil kopen moet niet op de markten
lopen... Ik weet niet of dit een oud spreekwoord is maar het klinkt zo wel.
Jullie hebben het al begrepen, ik ben weer eens thuis
gekomen met allerlei onnodige spullen in de boodschappentas.
Er waren verleidelijke, oranjekleurige, zoete aardappelen te
koop. Naast de oranje soorten lagen de rode... als je A zegt moet je ook B
zeggen, dus van allebei twee stuks in de sacoche gestopt.
In een vorig leven herinner ik mij ooit eens een zoete
aardappel uit de oven gegeten te hebben. Die smaakte zeer zoet en was lekker
meer als een fruitsoort.
Frietjes van zoete aardappel heb ik ook al gezien... ze
werden ergens zo maar verkocht langs de straat...
Zo dat was al een idee; frietjes bakken van zoete
aardappelen.
Daarom een geschilde oranje knol in fijne dunne frietjes
gesneden, een viertal millimeter dik, en gebakken in zuivere olie bij een
temperatuur van ongeveer 160 graden en dat bleek iets te veel te zijn. De
frietjes werden lichtjes bruin. Een beetje zout er op en dat was gewoon goed.
Gisteren heb ik het nog eens over gedaan maar de temperatuur van de frituur dan
ingesteld op 150°C en toen was het perfect, als de perfectie bestaat...?
Een ideaal hapje bij het aperitief of de borrel.
Wat ik met de rode patat ga aanvangen weet ik nog niet,
waarschijnlijk gaar maken in de oven en serveren bij een stukje vlees dat zoet
verdraagt zoals eendenborst... varkensvlees, kip... Zo een pureetje van zoete
aardappel daarbij lijkt mij best te doen,oranje of wit, want de rode zoete aardappel heeft wit vruchtvlees.
Voor zij die geen zoete aardappelen kennen. Het zijn een
beetje langgerekte knollen zoals die van dahlias... Deze groente wordt ook bataat genoemd, waarvan ons woord
patat ontstaan is als benaming voor een aardappel. Die foute benaming is
ontstaan toen de (nu) gewone aardappel hier nog niet bekend was maar de zoete
aardappel wel... Men is beide soorten toen bataat
later pataat en patat gaan noemen.
Het Duitse woord kartoffel komt dan weer van het Italiaanse tartuffo wat
truffel betekent.
Truffels groeien ook onder de grond, vandaar de vergissing.
Aardappel is ook een rare naam, een appel
die onder de grond groeit, nou moe???
Tijdens een reis in Vietnam kregen we op een middag een
soort groente op ons bord die enigszins aan spinazie deed denken. Bij navraag
welke groente dit was kon niemand een behoorlijk antwoord geven, noch in het
Engels, het Frans, Duits, Swahili of
Chinees... Bij wat zoekwerk via Google kwam het uit dat het om het loof, de
groene bladeren van de zoete aardappel ging.
Dus, mocht iemand het in zijn hoofd halen om zoete
aardappelen te planten en te kweken, gooi het loof niet weg, het is ook
eetbaar, dit in tegenstelling met het groen van de aardappel dat behoorlijk
giftig is.
Dat waren mijn onnuttige aankopen, maar als je niets
probeert kom je ook niets te weten. Wie niet waagt blijft maagd is de stelregel...
De verkoper van het viskraam had geep in het schap liggen.
De man zelf geleek een beetje op een geep, een smalle geep, is hier in Antwerpen een scheldnaam voor ne lange smalle,
iemand die meer in de lengte dan in de breedte gegroeid is. Een geep heeft wel
geen snor!
Meivis, noemde hij de zilverkleurige lange vis met de spitse
bek.
Ik wilde hem vertellen dat meivis niet de juiste naam
is...! De echte meivis is de elft of
de fint...! Zoiets proberen uit te
leggen aan een visverkoper heeft toch geen zin, zijn klanten zijn aan iets
dergelijks niet geïnteresseerd en hij ook niet. Daarbij, wat is een elft
of een fint?
Wel, elften en finten zijn haringachtige vissen die hier
vroeger in het voorjaar de rivieren opgezwommen kwamen om te paaien, om eitjes te
leggen. Hier zijn ze bijna volledig verdwenen maar in Frankrijk zijn ze nog
gemakkelijk verkrijgbaar. Daar zwemmen ze nog steeds in het voorjaar de
mondingen van de grote rivieren op, zoals de monding van de Gironde, vandaar
ook de naam meivis, in mei komen de eerste exemplaren aangezwommen, klaar om
eitjes te leggen. Dan worden ze gepakt door de vissers... t gaat er niet
altijd zachtaardig aan toe in deze wereld.
Mocht je ooit in Frankrijk een alose kunnen kopen, probeer
dat eens. Het is een zeer vette vis, favoriet van Bart DW en lid van de
haringfamilie, die alose. Vraag wel voor een zeer verse vis, door het vet bederven
ze vrij snel. Een elft of alose kan een redelijk gewicht bereiken
van wel een kilo of nog meer. De vis heeft een plomper uitzicht dan een gewone haring
en is hoger. Een fint is langer en smaller dan de elft. De elft heeft slechts
één zwarte stip achter zijn kieuwplaten, de fint ( alose feinte) heeft er meerdere.
De smaak is zo goed als dezelfde.
Om de vis te bereiden is er maar één goede methode; de gril
op, zodat het vet er kan uitdruipen! Het visvlees zit vol met kleine graatjes,
zoals bij een haring maar een echte viseter schrikt daar niet voor terug.
Serveer de elft met een scherpe goed gekruide vinaigrette of een zure
uiensaus...Zuur en vet samen, dat is steeds
een goede combinatie.
Het is ook deze vis, de shaddie door de Amerikaanse Indianen, opengespleten
op een vers gezaagde plank genageld wordt, en vertikaal opgesteld, voor een
open vuur gegrild wordt.. Het aroma van het hout trekt zo in de vis en het vet
loopt er uit.
Maar ik dwaal af. Hier in België is er geen elft of fint te koop.
De zogenoemde meivis die hier verkocht wordt is de geep! Ook
een vis die uit zee naar de riviermondingen gezwommen komt om er zijn eitjes af
te zetten. De vrouwelijke vissen toch. Of de mannetjes ondertussen op café gaan
weet ik niet!
Vanaf mei is de vis te koop, vrij goedkoop. Ik heb eens verhalen
gehoord van dames die in Dieppe (Fr) vis gingen kopen en de geep er van de
visboer gratis bovenop kregen omdat hij, de boer, de vis niet aan de
straatstenen kwijt raakte. Wil je het
eens testen, in het Frans is een geep : une orphie... en misschien gratis te
verkrijgen.
Een geep weegt ergens tussen de 800 gram en een kilo. Na het gewichtsverlies
van de kop en ingewanden, betekent dit dat één vis voldoende is voor vier
personen en dat mogen goede eters zijn.
De vis kan mooi in vier handlange stukken versneden worden
of in acht kleinere. Iemand die nog nooit geep gegeten heeft schrikt zich rot
als hij (of zij) de eerste keer de gifgroene fluorescente appelblauwzeegroenegraten
ziet en begint spontaan naar het nummer van het antigifcentrum te zoeken in het
telefoonboek. Dat is nu net een kenmerk van een geep. Groengraat, wordt de geep
daarom ook genoemd. Sneppe zeggen ze in West-Vlaanderen, maar die moeten altijd
een beetje speciaal doen... trouwens
niemand verstaat hun taaltje...! Die sneppe duidt op de lange spitse onderkaak,
de bek van de geep, zoals ook een snip zo een lange bek heeft.
Heel veel speciale gerechten worden niet gemaakt met geep.
Bijvoorbeeld de vis in vier stukken verdelen, kruiden, door
bloem wentelen en bakken in boter is het meest eenvoudige; à la meunière. Dit
kan ook in de oven gebeuren. Sommigen beweren zelfs dat ie dan naar tong zou
smaken...?
Ik pocheer de stukken vis in witte wijn met veel gehakte
peterselie en geef er asperges en nieuwe aardappeltjes bij. Daarvoor is het nu
het seizoen.
De vis wordt ook bereid zoals paling in het groen, dus
gestoofd met diverse groene kruiden.
Vele mensen hebben een afkeer van de groene graten...
daarom, als het kan, er in de keuken eerst de graten uithalen nadat de vis gaar
gemaakt is, of de vis voordien fileren.... maar dat is niet eenvoudig.
Misschien wil de visboer het wel voor je doen. Vermits de vis niet duur is
blijft er na het fileren toch nog voldoende betaalbaars en eetbaars over.
Indien je er zou in lukken om de vis zelf schoon te maken,
kan je best een zeer verse vrouwelijke geep kopen. De vrouwtjes herken je aan hun sacoche... Nee, die zijn dikker en
zwaarder dan de mannetjes en bevatten kuit. Die kuit kan verwerkt worden zoals kaviaar.
Daarom de kuit eerst losmaken en voorzichtig mengen met zeer fijn zout, een
half uurtje laten rusten in de koelkast en dan bedruppelen met citroensap.
Serveren op een vers geroosterd toastje... of in een half, leeg gemaakt, hardgekookt
eitje.
Eens iets anders proberen? Maak dan geep klaar als een
ceviche. Snij de geepfilet in hapklare brokjes. Bestrooi met wat zout en giet
er copieus citroensap of limoensap over uit. Laat een uurtje trekken in de
koelkast, langer mag ook als je de vis minder rauw wilt. Laat vervolgens de
geepstukjes uitlekken en meng met wat heel fijn gesnipperde ui of sjalot en een
fijngehakt chilipepertje, best zonder de zaadjes. Er kan ook rauwe paprika
en/of tomaat bij gemengd worden. De graatjes worden reeds zachter door het
verblijf in het zure sap...
Naar het schijnt zou geep vissen een plezante , en geen leuke, bezigheid zijn. Ik weet
het niet, van vangen, in de Antwerpse betekenis, ken ik wel wat, maar van vissen?
Het heeft wat langer geduurd dan gewoonte maar jullie zullen
waar voor je geld krijgen.
Gisteravond vond ik een wijncursus tussen mijn documenten
waarvan ik eerst dacht dat dit geschreven was door een collega, maar nee, t is
van mij zelf...
Dus dat mag zo maar op het internet gegooid worden.
Kijk helemaal onderaan, daar staat een knopje: bijlage. Klik
er op en je kunt het document zo binnenhalen. Alles selecteren, kopiëren en
opslaan...
De cursus is heel beknopt, ze behandelt alleen de basiskennis,
zoals de definitie van wijn, welke soorten, hoe stockeren en de opsomming en
beschrijving van de meest gekende wijnstreken van Frankrijk.Dat is reeds vijftien bladzijden, dat is
voldoende voor vandaag!
Mijn goede vriend Ludo zal daar wel wat opmerkingen bij
hebben maar die krijg je dan later ook gratis te lezen bij de reacties... !
Als hij niet reageert betekent dit waarschijnlijk dat alles
in orde is...
Over wijn heb ik hier nog maar zeer weinig geschreven.
Nochtans ben ik een grootgebruiker van dit edele vocht. Aan
mijn linkerhand staat op dit ogenblik een glas rode wijn te schitteren in de
namiddagzon.
Vroeger, lang geleden hebben wij (vrouw en ik) de
druivenpluk, de vendanges gedaan, in Saint-Tropez en later in de Haut côtes
de nuits... Bourgogne... Zeer boeiend, mocht je daartoe ooit de kans krijgen,
dan moet je absoluut proberen dit eens mee te maken.
Het verhaaltje staat te lezen hier
onder het stukje over haas. Er zit blijkbaar een foutje in de nummering.
In het Chateau Mouton-Rothschild was ik ooit getuige en
zelfs ongewild handlanger van een diefstal van twee flessen oude wijn. Dat was
niet zo mooi maar je zal het maar meemaken.
Als de vroegere buurman, Michel, in Douchapt einde september
zelf wijn maakte was het ook altijd feest. Daar kreeg je dan echt de vertoning
van hoe het niet moet maar interessant was het wel.
In 1869 schreef Napoleon III, om in de vetbehoefte van zijn
leger te kunnen voldoen, een wedstrijd uit om een product te vinden dat boter
kon vervangen. Mége Mouriés, een Frans scheikundige, slaagde erin een product
te maken dat aan die eisen voldeed. Het product was ook veel goedkoper dan
boter.
De geleerde vertrok van het idee om een emulsie te maken met
melk, rundvet, en uierextract. Wat dat laatste ook moge wezen. Later is het
uierextract er uit weg gelaten, het bleek niet nodig te zijn.
Tijdens het karnen bekwam hij ronde vetbolletjes die er uit
zagen als parels, margarites in het Latijn. Vandaar de naam: margarine!
Margarine is een botersurrogaat. Margarine had vroeger
gedurende lange tijd een slechte
reputatie maar nu wordt margarine aanzien als een goed vervangproduct, zelfs
evenwaardig aan boter.
Het grote verschil is wel dat boter een natuurlijk product
is en margarine is een fabriekfabricaat met
heel andere eigenschappen. Boter is samengesteld uit diverse vetzuren waarvan
er nogal veel verzadigd zijn. Dat is een nadeel voor boter.
Margarine is ook samengesteld uit diverse vetzuren maar
waarvan de meeste onverzadigd zijn. Dat is een voordeel. Tijdens het harden van
de plantaardige olie waarvan margarine gemaakt wordt ontstaan wel transvetten
en die zijn wetenschappelijk dan weer erkend als zeer schadelijk voor hart en
bloedvaten!
Kwestie smaak spant boter de kroon maar zelfs daar wordt
over gediscuteerd want ieder heeft zijn voorkeur. De voorstanders van margarine
zijn bijna altijd geïndoctrineerd door de misleidende margarinereclame...
Margarine is op zijn minst een betwistbaar product dat de
reclame nodig heeft om de bevolking te beïnvloeden tot aankoop.
Op dit ogenblik is het zelfs zo erg dat bijna niemand nog
het verschil kent tussen boter en margarine... Toen ik nog les gaf was dat één
van mijn geliefkoosde vragen; wat is het verschil tussen.... Als er één op tien
een behoorlijk antwoord kon geven was dat een succes!
Nu ziet men het nergens meer maar tot 1985 werd margarine,
wettelijk verplicht, verpakt inkubusvormige pakjes van hoogstens 500 gram.
Margarine mocht ook niet in dezelfde uitstalling liggen als
echte boter of er moest minstens een schot voorzien zijn tussen de twee producten.
Op elk vlak van de kubusvormige pakjes moest verplicht het woord margarine
voorkomen en ook in de winkel moest een bordje zichtbaar zijn waar in letters
van minstens11 centimeter groot het woord
margarine te lezen stond. Aan margarine wordt wettelijk een klein gedeelte
sesamolie toegevoegd, die door een eenvoudige test ( furfurol?) kan opgespoord
worden. Dit is vooral om boter te testen, om uit te zoeken of ze niet gemengd
werd met goedkope margarine...
De concurrentieslag tussen de margarine en de boterlobby was
zeer hard... een strijd die nog steeds niet uitgestreden is...
De eerste margarinefabrieken werden opgericht in Oss in Noord-Brabant,
Nederland.
Later ontstond in België de Union Margarinière Belge. De
fabriek die nu nog steeds de Solo verkoopt en in Merksem langs het
Albertkanaal gesitueerd is.
Ook deze Solo voerde een verbeten strijd om de botermarkt
te overrompellen en gaf daarvoor onder andere kleine kookboekjes uit. ( Buiten
nog een hele boel andere reclame gadgets...)
Vorige zondag kwam Linkerhand, hier vroeger ook al af en
toe genoemd, op bezoek met een vriendin. Zij hadden een stapel oude kookboekjes
bij zich waaronder een exemplaar, De keuken in film, door Solo uitgeven rond 1936 of iets later...
De datum is niet juist te achterhalen.
Ik heb twee bladzijden van het boekje gescand. Dit om aan te
tonen dat UMB gewoon leugens gebruikte als verkoopsargument. Hopelijk zal zoiets
nu niet meer lukken...
In margarine worden geen eierdooiers, gepasteuriseerde melk
uit eigen fabriek en godbetert, natuurboter, als grondstof gebruikt. Wel
kleurstoffen en smaakidentieke aromas, zo wordt dat nu genoemd!
Kokos- en arachideolie zijn zeker niet de beste vetten... maar
in 1936 was dat misschien wel waar... Zie hiervoor de tweede afbeelding.
Zo herinner ik mij ook nog dat er, toen ik in een van de
eerste klasjes van het lager onderwijs zat, een donkergroene verkoper van Coca-Cola
met een mooie pet ons kwam vertellen dat Coca-Cola gemaakt werd van
verschillende tropische vruchten... des te meer je er van dronk des te sterker
je werd...Echt waar!
Wie ook maar iets begrijpt van deze titel mag nu zijn vinger
opsteken!
Toch is het juist hoor. Ik wil het hebben over een onderdeel
van een klein schaapje, een lam.
Alleen, het probleem is, ik weet niet over welk
onderdeel...?!
Het begon zo:
Een tweetal dagen geleden rinkelde de telefoon in het holst
van de nacht, s morgens reeds om kwart na negen. Het was Jozef, de uitgever
van Wat verwerk je in de
keuken. Hij had dringend nog enkele fotos nodig voor de tweede uitgave.
Onder andere een afbeelding van een kongeraal, de vis die vroeger vaak
zeepaling genoemd werd.
Nu is er op heel het internet geen enkele aanvaardbare foto
van die reuzenpaling te vinden. Ofwel gelijkt de foto van het lieverdje te veel
op een gewone aal, ofwel vindt je alleen een afbeelding van zijn vervaarlijke
kop, ofwel is de kwaliteit van de foto ondermaats.
Toen dacht ik er aan dat de Marokkaanse vishandelaar op het
Antwerpse Kiel dikwijls kongeraal verkoopt.
De Marokkanen verwerken die in hun tajines van vis.
Kongeraal is een vis die niet gemakkelijk uit mekaar valt bij de bereiding,
daarom! Gekruid met een ruime hoeveelheid ras-el-hanout, groene olijven,
amandelen en gezouten citroenen maakt dat een heerlijk gerecht.
Dus met het fotoapparaat in de aanslag, hiermee bedoel ik,
het apparaat in een plastiek tas gestopt, op weg naar de visboer.
De vishandel bevindt zich op de St Bernardse steenweg, de
naam: Ibn Batouta...Voor de
Antwerpenaars, het gaat hier over een klein winkeltje honderd meter voor de
grens van Hoboken... als je uit Antwerpen komt gelegen aan de linkerkant. De
groenen kunnen er met de tram, de vierentwintig
en den twelf naartoe,die stopt er vlak
voor de deur. Ik ken wel een paar trucjes om daar mijn auto vlot kwijt te
raken...
Juist naast de viswinkel bevindt zich een Marokkaanse
slagerij en aan de andere kant is een open Turkse groentewinkel. Alles binnen
handbereik, een multiculturele supermarkt.
Nu, juist voor de slagerij kon ik mijn auto kwijt. Daar loer
ik altijd wel eens naar binnen want ooit heb ik daar eens lamspootjes ( ja, ja,
met p niet met kl) in de vitrine zien liggen.
Nu zag ik geen pootjes, maar in de koeltoog stond een platte
schaal met kl, zeg maar kloten... ! Dat zocht ik nu niet. Daarnaast stond een
andere schaal met onbestemde witte dingen die mij van ver gezien, deden
vermoeden dat het lamstongen zouden kunnen zijn.
Lamstongetjes... mens lief, waar vindt je dat nog...? Het
moet een eeuwigheid geleden zijn dat ik dat nog gezien, laat staan gegeten heb.
Dus, naar binnen...!
De slager zag er uit zoals een slager er hoort uit te zien,
groot sterk enzwart, zijn haar toch, in
en week niet geschoren maar dat is nu de mode, zijn witte schort bevlekt
metbloed.. Hij had een tronie als de
slechte uit die goede film...en hij kan waarschijnlijk een koe de kop afhakken
met één slag...!
-Zijn dat lamstongen,
vroeg ik voorzichtig, naar de witte dingen wijzend?
Hij schudde zijn hoofd een beetje heen en weer en tegelijk
een beetje op en neer... en bekeek mij alsof hij het in Marrakesh hoorde
donderen...
-Voof euro, kilo...!
Misschien het enige Nederlands dat hij kende?
-Lang geleden dat ik
dat nog gezien heb, voegde ik er nog onnodig aan toe...!
Hij schudde weer met zijn hoofd, bevestigend en ontkennend
tegelijk...
Een oogwenk later lag er een kilo en tweehonderd gram van de
tongetjes op de weegschaal... zes euro bedroeg de factuur.
Zeer tevreden was ik met mijn aankoop, zes euro voor meer
dan een kilo lamsvlees... het leven is soms zo eenvoudig.
Dan bij de vishandelaar, dat viel een ietsje tegen.
Er was geen hele kongeraal.
Nee, ik koop die altijd zonder de staart en zonder de kop,
zegde hij, want... en dan nog een hele
uitleg..
De kop daar kan je niets mee doen en die weegt zwaar, zo een
hele vis weegt zeven tot tien kilo, de staart zit vol kleine graatjes en
niemand wil die... Dus hij kocht alleen het mooie middendeel ervan. Eventueel
wilde hij wel een foto maken van een kongeraal met zijn GSM als hij weer eens
bij de groothandel kwam maar daar had ik dan weer geen boodschap aan. Met een
GSM maak je geen degelijke foto!
Dan maar eens gekeken welk visje we die middag thuis zouden
kunnen eten. Het werden kleine knorhaantjes.
Toen dacht ik er aan dat er zondag twee dames uit (de)
Limburg zullen komen eten.
Als ik nu een octopus zou kunnen kopen, dan kan ik die al
voorbereiden om die tegen zondag te serveren. Ik heb ook een opvoedende taak,
vind ik zo, en het hoort erbij om ook de
Limburgers vis te leren eten..!
Geen octopus.., pech!
(t Zullen dan weer boekweitpannenkoeken met spek en stroop worden...
)
De vishandelaar had wel een zeekat, een sepia, een seiche,
zo noemen de Fransen dit soort inktvis. Hij had er vijf gehad en de laatste lag
daar nog, reeds volledig schoon gemaakt op mij te wachten...Goed, die was dan geschikt voor de volgende
dag als lunch. Zo een zeekatje heeft een heel tijdje nodig om mals te worden.
De zeekat is evenmin een katje om zonder handschoenen aan te
pakken. Als je ze zelf moet reinigen hangen je handen en armen vol met zwarte
inkt tot aan je ellebogen... Dus gebruik die handschoenen heel letterlijk.
Ik heb de stukken wit vlees later gestoofd in olijfolie met
rode ui, enkele teentjes knoflook, een verse tomaat, een deeltje venkel en een
stukje hete rode peper. Peper en zout en een scheut witte wijn. Na een uurtje sudderen
was het vlees mals genoeg, een portie gekookte penne rigate er bij gegeven en
dat was in orde.Wel jammer vond ik dat
de rode ui te lang mee gestoofd heeft en er nu verlept en bijna zwart bij lag.
Volgende keer deze slechts enkele minuten in de saus laten. Zo kan de ui haar
mooie paarse kleur behouden.
Daarna ben ik nog eens langs de gewone supermarkt geweest
waar ik in een bevlieging een potje geraspte mierikswortel kocht en nog wel een
en ander natuurlijk... maar dat interesseert jullie natuurlijk niet dat dit
boter, melk, eieren, een bus wasverzachter en een schaaltje met zes peren
was...
Thuis gekomen begon ik onmiddellijk met mijn vrouw in de
juiste stemming te brengen voor de lamstongen.. die ik nu toevallig had kunnen
kopen... Zij is niet zo gesteld op al die rare dingen die ik soms mee breng,
zie je!Zo een uitleg als, lang geleden,
nergens meer te vinden, lekker, goedkoop, wat toch ook niet onbelangrijk is, en
zo nog enkele niet overtuigende argumenten... Hopelijk helpt het allemaal een
beetje.
Toen ik de inhoud van de zak met de tongen uitkieperde in de
gootsteen om ze te spoelen...
Wat was dat?
Ik weet het niet.
Indien iemand het wel weet mag die het mij altijd komen vertellen...!
Slijmerige vormloze klompen vlees waren het maar er zat
onmiskenbaar hetzelfde witte vlies op zoals bij een tong. Een wit vel met
uitstekende witte pinnetjes...
Een logische redenering bracht mij er toe om te vermoeden
dat het stukkenvlees uit de kaak moeten geweest zijn maar zeker geen tongen. De
helft van de kliederige massa bestond uit vetweefsel of toch iets dat er zeer
erg aan verwant is...
Maar weggooien, dat staat niet in mijn woordenboek. Dus,
eerst die slijmerige klieders in een grote pot met koud water gestopt en ze
enkele uren gedegorgeerd, zo noemen de koks dat. Het betekent gewoon
uitwateren, maar ook dat kan fout begrepen worden.
Enkele uren nadien zagen die ondingen er al heel wat beter
uit. Het slijm en het bloed was verdwenen, wat al een heel wat eetbaardere indruk gaf. Dan de stukken
geblancheerd. Dus opgezet in koud water, aan de kook gebracht en een minuutje
laten doorkoken.
Dan alle vetklompen er af gesneden en uiteindelijk hield ik
dan toch nog een achttal stukken vlees over die er goed genoeg uit zagen om als,
geschikt voor menselijke consumptie, bestempeld
te worden.
Deze heb ik dan gekookt met een bouillonblokje... Niet
verder vertellen, maar voor dergelijke twijfelachtige materie ga ik geen verse
producten verknoeien om die nadien misschien verloren te zien gaan. Een hond
heb ik ook niet.
Nu staan die stukken in de koelkast en zien er vrij
behoorlijk uit. Het witte vel ging er na een uur kooktijd zeer gemakkelijk
af... Het kookvocht is opgesteven tot een dikke gelei en het vlees is mals...
Mocht iemand weten over welk onderdeel van een schaap of lam
het hier gaat, laat maar weten..!
Misschien is het datgene wat in de antieke Franse keuken,
palais de boeuf genoemd werd. Maar dan van een schaap. Het gehemelte van een
schaap. Het is niet wat de krop van een tong genoemd wordt, dat ken ik... De
kaken, dat is ook mogelijk maar deze zien er dan toch heel anders uit dan bij
een varken, kalf of rund... in ieder
geval moet het een onderdeel zijn dat uit de binnenbekleding van een lams- of
schapenkop komt.
Wat ik nu ga doen met dat gekookte vlees. Er staat al een
potje met geraspte mierikswortel klaar, dat had ik als door een ingeving gekocht.
Van het kookvocht kan ik een witte saus maken, zoals in
grootmoeders tijd, wat is daar fout mee?Daar een scheut room bij om de saus smakelijk wit te maken, een beetje
citroensap en een schepje mierikswortel uit het bokaaltje.
Een gekookt bloemig aardappeltje er bij en wat jonge
worteltjes,want we moeten gezond eten... niewaar? Vitamientjes binnen halen...
Het enige probleem dat mij nu nog rest bestaat er uit om mijn
vrouw te overtuigen dat dit onbekend soort vlees ook geschikt is voor
menselijke voeding... ! ( Hoop ik toch...)
Categorie:Maak het zelf Tags:Lamstongen, kongeraal, zeekat
24-04-2011
Vlaai
.
Toen ik deze voormiddag het stukje aan het schrijven was
over de organisatie van een Paasbrunch
schoot mij plotseling het woord vlaai te binnen. Een stukje vlaai op een
brunchbuffet...!
Bovendien heb ik toen het woord Lokerse vlaai gebruikt.
Nu ben ik er zeker van dat vele lezers hun wenkbrauwen
zullen fronsen en zich daarbij zullen afvragen what the f*ck is Lokerse
vlaai?
Als klein kind zat ik reeds in moeders kookboek van de
boerinnenbond te snuffelen en ontdekte daar de eerste keer het woord vlaai,
maar het ging over een vlaai die gebakken werd in speciale vlaaikommen... dat kende
ik niet! Het heeft zelfs nog jaren geduurd vooraleer ik wist wat voor een soort
vlaai dat is...
Wel heb ik eens een vlaai tegen mijn oren gekregen omdat
ik toevallig de kan melk over moeders kookboek had uitgegoten. Dat was dan mijn
eerste kennismaking met een vlaai en het was toen geen Lokerse vlaai.
Daardoor heb ik het ook goed onthouden... Oost-Vlaamse
vlaai.
Het geven van vlaaien tegen de oren was in die tijd een
populaire en tevens zeer efficiënte methode om kinderen meer kennis bij te
brengen. Met doorslaande argumenten!
Een vlaai is een vlaai, en een vlaai is geen taart! Alhoewel...?
Een taart is meer een luxeproduct. Voor verjaardagen,
huwelijks- en scheidingsfeesten, enz..
Iedereen kent wel de Limburgse vlaaien veronderstel ik. Die zijn
zelfs tot in de Aldi te koop en de jeugdbewegingen verkopen nu jaarlijks vrachtwagens
vol Limburgse vlaaien om met de winst hiervan op kamp te kunnen gaan. Vroeger
had je een wafelbak, nu is het een vlaaienslaggeworden! Er bestaat zelfs een industriële
bakkerij die zich hier specifiek op toelegt, op het bakken van vlaaien voor de
vlaaienslag...
Zoals altijd ben ik steeds benieuwd naar de oorsprong van
een woord. Bij vlaai is er niet veel te vinden. De oudste term is vlade, een
woord dat ik ooit ook nog wel eens ergens gelezen heb. Een vlaai moet duidelijk
altijd iets plat zijn volgens het etymologisch woordenboek.
Daarom koeienvlaai? Maar erg lekker zal die niet zijn.
De Nederlanders kennen het woord vla, dat is ogenschijnlijk
wat anders maar het verband bestaat. Ook het Franse flan klinkt hetzelfde...
Uit een kookboek van de boerinnenbond van 1934, vermoed ik
toch, heb ik het recept gehaald voor vlaai. Het gaat hier eerst over de
Limburgse vlaai. De tekst is nog de oude spelling zoals hij in het boek staat.
Vlaaien
1 kg. bloem 1/2 1.
melk - 50 gr. gist - 100 gr. suiker - zout - kaneel.
De gist breken in
warme melk, mengen met suiker, een snuifje zout, en kaneel en er de bloem onder
werken. Het deeg 1/2 uur laten rijzen op een warme plaats.
Het deeg uiteenrollen
op een tafel die bestrooid is met bloem.
De vlaaiplaten
inwrijven met vet of boter en verwarmen.
De platen vullen met
het deeg en nog een weinig laten rijzen.
Doorsteken met een
vork, vullen met gelei, confituur, appelmoes, rijst of vanillepap en
in den oven laten
bakken. De vlaaien mogen ook versierd worden met bandjes deeg.
Niet tevergeten dat
hier in Antwerpen pruimenvlaaikens met Aswoensdag zeer in trek zijn.
De vulling bestaat dan uit een fijne puree van gedroogde
pruimen. Vroeger waren pruimenvlaaikens zelfs een zeer courant luxe baksel, gereserveerd
voor de zondag.
Dan de Oost-Vlaamse vlaai, de onbekende...
Het gaat hier over een heel ander product, een soort
pudding. Zelfs te vergelijken met een broodpudding. Donkerbruin van uitzicht en
mierzoet. De pudding wordt opgediend in speciale aardewerken kommen die nu
vervangen zijn door koele grijze aluminium bakjes. Maar alles verandert.
Nu zou je denken dat zo een vlaai gemaakt wordt als dessert.
Nee hoor. Vlaai wordt gegeten, in schijfjes gesneden, als broodbeleg. Wat
niemand verhindert om vlaai toch te aanzien als een zwaar en zoet nagerechtje. Dergelijke
zoete puddingen zijntypische gerechten
uit de negentiende eeuw. Ook de griesmeelpudding, tapiocapudding, broodpudding
en de lekkere kabinetpudding zijnandere
vertegenwoordigers van de zware puddingsoorten... denk ook aan de Engelse
plumpudding!
Elke Oost-Vlaamse stad heeft zo zijn eigen receptuur. Welke
stad nu eigenlijk het authentieke recept heeft? Wie zal het zeggen? Elke
huismoeder heeft haar eigen receptje,gekregen van haar moeder... en die kreeg het op haar beurt van haar
moeder...
Gent, Aalst, Lokeren, Dendermonde, Sint Niklaas, ze vinden
allemaal dat hun recept het beste en het origineelste is... en laat ze maar in
hun wijsheid.
Hieronder ook weer een recept uit het kookboek van de
boerinnenbond. Op het internet zijn er nog vele andere te vinden , bijvoorbeeld
ook van Piet Huysentruyt..
Eerst nog een beetje woordverklaring;
Broodsuiker is een
ander woord voor suikerklontjes. Wel de harde klontjes van de suikerfabriek van
Tienen nemen. Eén klontje weegt gemiddeld vijf gram..
Mastellen zijn een specialiteit van
Gent. Een soort zacht zoet broodje dat gekruid is met kaneel. Typisch is het
gat dat in het midden van het broodje gemaakt is. Te vervangen door oud wit
brood of zelfs paneermeel wordt ervoor gebruikt.
Sukade is
gekonfijte schil van een soort citroen, de sukadevrucht.
Foelie is nu niet
gemakkelijk meer te vinden maar kan vervangen worden door nootmuskaat. Foelie
is trouwens de binnenschil van de muskaatnoot.
Oost-Vlaamsche vlaaien
1 liter volle melk -
250 gr. broodsuiker - 5 mastellen (versche of gedroogde) of 5 beschuiten - 200
gr. peperkoek - 1 tas heet water - 4 eetlepels gewone bloem - 25 gr. sukade - 1
koffielepel gestampte kaneel - 1 koffielepel foelie (bruin poeder) - 25 gr.
gekonfijte oranjeschil - snuifje zout - 2 à 3 eieren - 2 eetlepels stroop (van
beeten) .
Melk aan den kook
brengen samen met de suiker en de in stukken gebroken mastellen of beschuiten,
Ondertusschen den
verbrijzelden peperkoek laten weeken in een tas warm water (al draaiende van
tijd tot tijd met een vork). De melk, bij het koken, binden met 2 eetlepels
gewone bloem, eerst omgeroerd in een tas koude melk. Dit mengsel (melk + suiker
+ mastellen + bloem) nog eens laten doorkoken tot men een dikke pap bekomt. De
kastrol afzetten van het vuur. Nu al de overige bestanddeelen er onder roeren
bij middel van een houten lepel: geweekte peperkoek, nog 2 lepels bloem,
kaneel, foelie, fijngesneden oranjeschil en sukade, zout, stroop en
fijngeklopte eieren.
De kleur van het
mengsel hangt af van de hoeveelheid stroop. Verlangt men ze donker, dan
verhoogt men het stroopgehaIte.
De stevigheid der
vlaaien is grootendeels aan de bloem te danken. Naar goeddunken verandert men
dus deze hoeveelheid.
Is alles goed gemengd,
dan vullen wij onze speciale kommen, «vlaaikommen » genaamd, gemaakt uit
verniste gebakken aarde, groen- of bruinkleurig van buiten en geel van binnen.
Gewone vuurvaste schotels volstaan ook heel goed.
Laten bakken in een
warmen broodoven gedurende 1 uur. De temperatuur mag niet zoo hoog zijn als bij
het broodbakken. Gewoonlijk 1/4 uur nadat het brood in den oven steekt, zetten
we de vlaaien er bij.
Als laatste hebben we nog de Lierse vlaaikens. Dit zijn
eigenlijk geen echte vlaaien, het zijn kleine gebakjes en geen grote vlaaien
zoals de Limburgse.
Het recept ervan wordt angstvallig geheim gehouden. Dus alle
recepten die nu op het internet te vinden zijn, zijn absoluut niet de
authentieke.
Een Liers vlaaike bestaat uit een flinterdun deegbakje,
zogezegd gemaakt van bladerdeeg maar waar ik aan twijfel...
De vulling bevat oud brood, siroop waarschijnlijk
kandijsiroop en een kruidenmengsel waarin een sterke anijssmaak herkenbaar is. De
vlaaikens worden verpakt verkocht per tien stuks en worden meestal bij de
koffie gegeten. Elke Lierse banketbakkerij heeft ze wel en de receptuur is
overal dezelfde.
Als ik nu niet als de wiedeweerga aan het koken ga bestaat
de kans dat ik van mijn vrouw ook een vlaai krijg... en geen Lokerse...
(grapje)
Er heerste nogal wat commotie rondom de biefstuk met frieten die de meubelgigant IKEA vorige week in zijn restaurant verkocht aan twee euro en vijftig cent. Er kwam zelfs een televisiedebat aan te pas om tot de conclusie te komen dat dit absoluut geen eerlijke prijs is.... in vergelijking met de prijs in andere restaurants.
De radio een deed ook zijn duit in het zakje door uit te testten uit of het mogelijk is om een maaltijd te bereiden voor minder dan twee euro... per persoon. Zij lieten door een geroutineerde chef een soep bereiden, kippenvleugels met witloofsalade en een dessert gemaakt van platte kaas en appeltjes. De prijs van de grondstoffen kwam dan uit op 1,73 euro of zoiets per persoon...!
De verse grondstoffen werden aangekocht in de supermarkten die bekend staan om hun lage prijzen zoals, Lidl en Aldi. Het vlees kwam van bij Renmans, een slagerijketen, doorgaans verbonden met de Aldi...!
Als je een klein beetje uit je doppen kijkt is het echt niet moeilijk om een maaltijd voor één persoon te bereiden voor minder dan twee euro. Wel houden we alleen rekening met de foodcost zoals dat heet. Dus er wordt geen rekening gehouden met het verbruik van gas of elektriciteit en de onkosten die er ontstaan om nadien de boel af te wassen.. ook niet met de onkosten om de boodschappen te doen enzovoort.
Ook is het zo dat de prijs lager wordt naargelang er voor meerdere personen kan gekookt worden.
Laten we vertrekken van het klassieke Vlaamse menu; soepje, vleesje, groente, aardappelen en misschien een dessert.
Altijd zal de prijs van het vlees, of de vis of iets gelijkaardigs het duurste element van het menu zijn. Dus door de kost voor het vlees te verminderen zal ook de totale prijs minderen of kan een extraatje gegeven worden naast het vlees.
Een portie vlees moet echt niet meer dan 100 gram wegen, hoogstens 125. Vanuit voedingsstandpunt is dit al veel te veel...!
Het goedkoopste vlees dat er nu, op dit ogenblik, verkrijgbaar is waarschijnlijk varkensvlees. Daarvoor moet wel het spek, de nekkarbonaden ( spiering) of de eerste koteletten van de lage rib genomen worden. Gehakt wordt dikwijls aangeboden in reclame.
Let wel op voor de prijs van gehakt want als het gemengd gehakt is, gemengd met rundvlees of zelfs met kalfsvlees stijgt de prijs. Dikwijls is het duurder dan bovengenoemde vleesstukken. Bovendien bevat gehakt veel vet, spek ook... dat is daarom zeer calorierijke voedsel. De spiering is redelijk vet maar dat geeft juist een sappigheid aan het vlees.
Koop geen gepaneerd vlees want dan betaal je zeer veel voor een dikke laag paneermeel. Paneer je vlees zelf als je dat lekker vindt. Een pakje paneermeel kost bijna niets ofwel maak je het zelf van oud hard geworden wit brood. Wil je gekruid paneermeel, meng dan wat kerriepoeder, paprikapoeder of gedroogde groene kruiden of geraspte parmezaan met het paneermeel. Door het vlees te paneren kun je vlees uitsparen want het paneermeel geeft de indruk dat het stuk vlees groter is...
Alle vlees dat een bewerking ondergaan heeft zoals hakken, malen, snijden of een andere behandeling wordt duurder, werkuren kosten veel meer dan de basisgrondstof.
Ook kip is redelijk goedkoop. Kipfilet is nu juist wel vrij duur maar bouten of vleugeltjes zijn meestal spotgoedkoop. Ook een ganse kip is soms voor een prikje verkrijgbaar, die kan dan verwerkt worden tot soep of waterzooi en van het vlees kan een kippenragout gemaakt worden.
Laatst kocht ik nog een hele kip voor minder dan drie euro... !
Als je een diepvriezer hebt kunnen grotere voorraden aangelegd worden als er ergens koopjes te doen zijn. Kip en varkensvlees zijn een half jaar houdbaar in de diepvriezer als het vlees goed ingepakt is in folie of plastiek zakjes.
In plaats van vlees is uiteraard vis een andere mogelijkheid. Nu is niet iedereen daar een even grote amateur van maar visjes zoals sardines, scharretjes of divers kleine Mediterrane vissoorten worden dikwijls aan prijzen verkocht van minder dan vijf euro per kilo. Je moet er wel voor naar een Marokkaanse vishandel trekken! Dergelijke visjes zijn soms een ware delicatesse. Gewoon met een kom sla en een stuk brood erbij... Sardienen bak je in een pan of op een gril. De andere visjes kunnen in de frituur. Knip er niet te veel vinnen af maar trek ze uit het vissenlijf nadat ze gebakken zijn. Trouwens van een klein graatje ga je niet dood.
Nog te duur? Gebruik dan eieren, maar overdrijf er niet mee. Een keer of twee keer per week een omelet dat moet mogelijk zijn. In een omelet kunnen allerlei restjes verwerkt worden zoals gekookte aardappelen, spekjes, tomaten, kruiden, gekookte groente, snippers kaas... Zo blijft je koelkast ook nog netjes opgeruimd.
Dan is de volgende vraag: moet er eigenlijk altijd vlees of vis in een maaltijd verwerkt zitten?
Nee!
Verwerk daarom peulvruchten zoals bonen, kekererwten en linzen in je menus... geen vlees meer nodig, tenzij af en toe eens. Ook gehakte noten kunnen voordelig vlees vervangen maar daar moet je toch beginnen met op de prijs te letten.
Vegetarische vleesvervangers zijn doorgaans veel te duur...ze kosten dikwijls meer dan vlees, behalve tofu en sojabrokken... Sojabrokken kunnen goed vleesballetjes in een soep vervangen.
Gebruik zeker geen imitatie vegetarisch vlees... Ten eerste is dat zo hypocriet als wat en ten tweede, dergelijke spullen zijn vreselijk duur.
Peulvruchten kunnen ook gemakkelijk verwerkt worden in soepen. Bonen moeten wel eerst een nachtje geweekt worden in koud water. Spliterwten hebben dat niet nodig en linzen ook niet.
Na dergelijke soep kan een schotel met groenten en pasta de maaltijd aanvullen. Een stuk fruit als nagerecht en je verkrijgt een goed uitgebalanceerd menu zonder vlees.
Een soep kan snel gemaakt worden door een of andere groente te gebruiken, zoiets als wortelen, witloof, rapen, prei, selder, bloemkool, broccoli, courgette, neem maar iets...
Neem ongeveer drie delen groente en een deel klein gesneden geschilde aardappelen. Stoof dit aan in een beetje vetstof, gelijk wat..; boter, margarine, olie, uitgesmolten spek en overgiet de groenten tot er een tweetal centimeter vocht boven de groenten staat. Voeg er bouillonblokjes bij volgens de hoeveelheid en laat een twintigtal minuten zachtjes koken.Stop er een mixer in maak de soep fijn. Proef en klaar is je dagelijkse potage du jour. Ook in soepen kunnen kleine hoeveelheden van restjes verwerkt worden, restjes van gekookte groente van de vorige dag. Een beetje tomatenpuree er bij en je hebt tomatensoep. Een blokje diepgevroren kervel uit de diepvriezer, want verse kervel is duur, en je hebt kervelsoep. Een scheut slappe room of koffiemelk zal je soep verfijnen zonder echt de prijs in de hoogte te jagen.
Bespaar niet op de prijs van bouillonblokjes. Die supergoedkope blokjes hebben ook een super slechte smaak!
Als groente nemen, nemen we de groenten van het seizoen... dat is nogal wiedes!!! Als de tomaten rijp zijn eten we tomaten en niet rond kerstmis want dat zijn dan geforceerde of ingevoerde tomaten en die zijn duur!Daarbij is de kwaliteit meestal minderwaardig.
Worteltjes, knolselder, koolsoorten, prei, pompoen, groene boontjes en tijdens de zomer, tomaten, sla ... Hier moet je zelf maar op de prijs letten want die schommelt nogal door allerhande factoren.
Koop geen voorverpakte en reeds gewassen groente. Die zijn zeer duur en van slechte kwaliteit. Dergelijke pakjes hebben ook voordelen, dat weet ik wel maar je betaalt er veel te veel voor.
Bekijk ook eens het aanbod van diepvriesgroente... de prijzen zijn soms belachelijk laag.
Aan diepvriesgroente is er geen afval, dus wat er in het pak zit is volledig bruikbaar. Nadeel is dat de groenten dikwijls papperig zijn na het verwerken in de keuken. Een hooiachtige smaak komt ook dikwijls voor. Als je zelf wil groenten diepvriezen, blancheer ze dan altijd eerst!
Sommige blikgroenten zijn ook best aanvaardbaar. Er bestaat beter... maar we hebben het hier over de prijs. Groene boontjes, erwtjes en vooral tomaten en tomatenpuree zijn goed bruikbaar.
Bij zowel ingeblikte groenten als diepgevroren groenten moet je de promoties van de supermarkten opvolgen...
Blijven nog de aardappelen over zonder dewelke de Vlaming niet kan leven!
De prijs van aardappelen verschilt nooit niet echt veel. Waar de goedkope aardappelen misschien drie euro zullen kosten voor een zak zullen de dure patatjes vijf euro kosten...
Aan zogenoemde frietaardappelen heb je het minste werk en het minste afval....!
Zij zijn evengoed geschikt om er gekookte aardappelen van te bereiden.
Aardappelvlokken van een generisch merk zijn ook spotgoedkoop en goed om een soep mee te binden of om een snelle puree te maken of om te verwerken in een stamppot.
Deegwaren en rijst, ook sommige graansoorten of couscous en polenta zijn waardige vervangers voor aardappelen en zijn meestal goedkoper. Niet per kilo maar als afgewerkte portie.
Kook zodanig dat er zo weinig mogelijk resten zullen zijn en als er resten zijn gebruik die dan de volgende dag. Verwerk ze in soepen of verwarm ze opnieuw, laat goed doorkoken,en serveer ze opnieuw.
Nagerechtjes...?
Hier stel ik mij de vraag; moet dat echt? We krijgen zo wie zo reeds veel te veel suiker binnen.
Indien er echt een nagerecht gewenst is gebruik dan zeker geen voorbereide producten! Die zijn veel te duur en staan stijf van de rommel om ze binden, goed te houden en er een mooi kleurtje aan te geven. In een chocolademousse uit handel zit soms nog niet eens chocolade!
Wel allerlei vieze vetstoffen en verdikkingsmiddelen.
Fruit...eet meer fruit zegde Freud reeds!
Een yoghurtje met vruchtenpuree of een lepeltje zelf gemaakte confituur.
Platte kaas met vruchten,(kwark voor de Nederlanders) en verder verwerkt tot en dessert.
Een griesmeelpuddinkje met rabarbermoes of aardbeien of blauwe bessen tijdens het seizoen... Gebruik onze inlandse vruchten want exotische vruchten kunnen de rekening enorm de hoogte induwen.
Aardbeien tijdens het seizoen. Pruimen en aalbessen kunnen soms wel eens aan spotprijzen verkrijgbaar zijn.
Een gewoon eenvoudig puddinkje ( vla) gemaakt met melk en een binding met puddingpoeder, rijst ofgriesmeel kost twee keer niets... Een paar gekookte vruchtjes daar op maakt er een verantwoord en zeer goedkoop toetje van.
Een zelfgemaakte vruchtentaart dat kan ook nog maar daar is meestal behoorlijk wat werk aan en een oven is zeer energieverslindend. Verloren energie!
Nog een laatste opmerking!
Behalve de bereiding zelf is een doordachte aankoop van even groot belang, misschien zelfs het meest belangrijke bij de bereiding van goedkope maaltijden. Supermarkten komen zeker niet altijd als winnaar uit de bus. Op de openbare markten daar zijn dikwijls reuze koopjes te doen. Zeker als de verkopers je na enige tijd beginnen te kennen. Ga altijd naar de markt tegen sluitingstijd... Waarom? Dat zul je snel genoeg ondervinden!
Dit haal ik dikwijls als voorbeeld aan: ooit kocht ik bijna twaalf kilo zomervruchten op de markt, voor amper vier euro. De vruchten waren niet schitterend maar het was toch maar om er confituur van te maken. Als je dan weet dat één potje confituur soms reeds twee euro en zelfs meer kost ...!
Wegens geen inspiratie heb ik enkele stukjes uit het hoofdstuk etymologie van mijn website gehaald. Writers Block heet dat... De link naar de website is dezeen is hiernaast ook te vinden.
SOMMELIER
Latijnse etymologie van sommus, slapen, rusten en van sauma, sagma, vracht. Hij die op de vracht moet letten terwijl de lastdieren: les bêtes de somme, de lastdieren, in rust zijn.
Dezetaak bestond vroeger in gemeenschappen, kastelen en grote hotels. Terwijl iedereen rustte, dus 's nachts, moest iemand er over waken dat de goederen, vooral de wijn niet gestolen werd of opgedronken .
De naam bestaat nu nog maar beperkt zich tot de persoon die zich ontfermt over de wijn.
De sommelier in een deftig restaurant giet steeds eerst een slokje wijn in voor de klant-die-moet-betalen of desnoods, in heel chique gelegenheden proeft hij zelf. Dit ritueel komt voort uit de middeleeuwse gewoonte om zure, jonge of schrale wijn te verbeteren met honing, kaneel, koriander, anijs, rosmarijn of andere kruiden. Om te bewijzen dat er geen vergif gebruikt werd bij het mengsel goot de gastheer of de opperproever zichzelf eerst wat in z'n beker en proefde ervan.
PATROONHEILIGE DER KOKS
De heilige Laurentius leefde in de 3e eeuw, in ongeveer 258 na Christus. Hij was een hoogwaardigheidsbekleder van de kerk en hij werd door de Romeinen verplicht om al zijn kerkelijke rijkdommen aan hun af te staan. Laurentius verklaarde dat zijn volgelingen zijn rijkdom waren. De Romeinen gingen hiermee niet akkoord en hebben hem op een klein vuurtje geroosterd.
Toen Laurentius aan een kant geroosterd was heeft hij zelf gevraagd ; draai mij maar om en eet mij op...
Eén van de eerste barbecues als het ware.
MARGARINE
Margarine is ontstaan als vervangmiddel voor boter waar op het einde van de negentiende eeuw een groot tekort aan was. Napoleon III schreef een wedstrijd uit om een surrogaat voor boter op punt te brengen die de bemanning van de vloot zou kunnen gebruiken en die langer kon bewaard worden dan boter.
Hippolyte Mège-Mouries bracht zijn idee binnen en won de prijs ..
Hij mengde afgeroomde melk met een extract van koeienuier, en oleo-margarine, dit is het laagsmeltend gedeelte van rundvet. Dit vormde een romige brij en uitgegoten op ijs vormde ze korrels die op boter geleken. De vetbolletjes zagen eruit als parels; margarites, in het Latijn. Later veranderde de naam naar margarine. Weldra ontdekte hij dat het uierextract niet echt nodig was voor een goed resultaat.
PAUW
Terwijl de pauw nu voor ons een oneetbaar beest lijkt, was dit in de middeleeuwen zeker en vast niet zo. De pauw werd toen als een meesterwerk van de kookkunst aanzien en werd als " piece montée " opgediend. Alleen het lijf werd gepluimd, de hals, kop en staartmoesten intact blijven. Tijdens het braden werden deze ongepluimde delen afgedekt met vochtige doeken en alleen het lichaam mocht gebraden worden, wat waarschijnlijk een hele kunsttoer was. Het beest werd dan opgediend op een zilveren schotel, de staart werd weer opengezet en om nog meer indruk te maken werden de bek en de poten verguld. Tenslotte kon men wat wol met kamfer in de bek stoppen, dit aansteken en dan leek de pauw vuyr te spouwen. Vermoedelijk een grandioos spektakel zolang men het beest maar niet moest eten !
BRUSSEL
De bewoners van Brussel worden zoals wel geweten is kiekefretters genoemd. Reeds in de 14e eeuw was Brussel gekend voor zijn gevogelte. Naar de legende danken de kiekefretters hun naam aan het feit dat ze te laat kwamen op het slagveld omdat ze vreselijk gehinderdwerden door de enorme hoeveelheden meegebrachte mondvoorraad.
De Franse dichter Eustache Deschamps, die tussen 1380 en 1383 te Brussel vertoefde, zwaaide de stad bij het verlaten ervan een lof toe : ' Adieu, schoonheid, levensvreugde, genot! Adieu, zang en dames en esbattementen! Adieu schone baden en stoven*, lieve meisjes, mooie kamers, rijnwijn en zachte bedden! Adieu, konijnen, pluvieren, kapoenen en fazanten, en adieu, aangenaam gezelschap en hoffelijk volk '. Dit was dus wel in 1383.
* Badhuizen.
BUFFET
Komt van het Frans "bouffer" wat zoveel betekent als het laten opzwellen van de kaken tijdens het eten.
Men bedoelt er ook een kast mee waar alle "bouffe" op uitgestald is. Later ook de tafels waar de koude gerechten op gepresenteerd worden.
BROOD
Tot de 9e eeuw was de kwaliteit van het graan zo slecht dat men er geen brood kon van bakken. Granen werden dan gekookt tot een dikke brei. In het begin van de 9e eeuw bestonden watermolens waarmee men meel kon maken dat kneedbaar was en dus tot deeg kon verwerkt worden. In de 12e eeuw is brood de basis van het volksvoedsel !
In de middeleeuwen bestonden er zeer veel soorten brood dat kon onderverdeeld worden in drie grote categorieën :
-het wittebroot of herenbroot gemaakt van witte tarwebloem
-het gewoon brood of regierbroot halfwit, een mengsel van tarwe en rogge.
-het armenbroot , van rogge, haver, gierst of gort of een mengsel van deze.
In zeer arme streken worden ook koeken van haver of boekweit gegeten.
In plaats van gist werd zuurdesem gebruikt dus deeg van daags voordien. Ook werd zure wijn, gierstdeeg of biergist gebruikt. Daarop werd alles gekneed, zomwijlen mit voeten, zomwijlen mit handen, ende ten laetsten wertet ghecoekt ende ghebacken.
Aangezien de meeste broden een bolvorm - boule - hadden werd de oude Franse naam voor bakker : talmemier tot boulengier omgevormd. In het Nederlands sprak men wel van bulleghier. Het brood werd ook niet zo vers gegeten, want op kerkelijke feestdagen en er waren er wat, werd er niet gebakken, er mocht zelfs niet gebakken worden !
In sommige steden zoals Parijs konden armen of bedelaars naar een soort broodvlooienmarktgaan om daar voor een prikje slecht gebakken, verbrand of onvoldoende gerezen brood te kopen. Sommige handelaars probeerden ook nog " des pains ratés " het brood dat door de ratten of muizen was aangevreten te verkopen ondanks dat dit verboden was. De term raté kreeg sindsdien een veel meer uitgebreide betekenis.
Het bakken gebeurde soms bij de burgers thuis. Men legde het deeg dan in de as of op een hete steen of stuk ijzer. Er werd een soort kap overgezet en daarop werd hete as of gloeiende kolen geschept. Deze manier van bakken werd zeer lang toegepast zelf nadat de oven reeds lang uitgevonden was en dit soort oven werd bij de Amerikaanse pioniers nog steeds een Dutch oven genoemd.
CHOUCROUTE
Zuurkool is een zeer populaire schotel in de Elzas. Maar om een goede zuurkool klaar te maken heeft men veel tijd nodig en daarom is zuurkool een uitgelezen gerecht om 's zondags klaar te maken. De zuurkool moet juist zo lang koken als de kerkdienst duurt (duurde). Dit wil zeggen iets meer dan twee uur. De Elzasser vrouwen zetten de zuurkool daarom op het vuur voor zij naar de mis gaan en als zij uit de dienst terugkomen is de zuurkool juist gaar. Er wordt verteld dat een vrouw, zeer gehaast, op een mooie zondag haar missaal in de pot met zuurkool stopte en in de kerk aankwam met een stuk spek in haar hand.
KOFFIE
Koffie en thee deden hun in intrede in de Arabische wereld in de dertiende eeuw, maar pas in de tweede helft van dezeventiende eeuw zouden ze in West-Europa algemeen verbreid worden.. Koffie komt van het Arabische kawha waarmee oorspronkelijk een soort van rode wijn werd aangeduid. In de dertiende eeuw verschijnt in de Arabische wereld de koffie of mokka zelf en hij dient als surrogaat voor degenen die geen alcohol willen drinken. De legende verhaalt dat de koffie zelf van Ethiopië afkomstig is. Een herder ondervond dat zijn geiten heel levendig bleven als ze van rode bessen gegeten hadden. Hij deed zelf de proef en bleef dagen wakker en kon dag en nacht tot Allahbidden zonder ook maar vermoeid te worden.
Bij het begin van de zeventiende eeuw zijn er een duizendtal koffiehuizen in Cairo. Vandaar ging de koffie naar Constantinopel en werd vandaar door een gezant van Mohammed IV naar het hof van Lodewijk XIV gebracht die er zich overmatig aan laafde. In 1582 geeft een Duitse arts er een eerste beschrijving van als drank. In 1644 ontstaat er een eerste koffiehuis te Marseille, maar er werd alleen maar geconsumeerd door Oosterlingen en zeelieden die de drank kenden uit het oosten.
In 1672 tenslotte opent ene Pascal, een Armeniër het eerste echte "café" te Parijs. Hij gaat vrij snel failliet maar een andere Armeniër, Maliban, volgt hem op, en verkoopt tevens andere attributen zoals tabak en pijpen in zijn koffiehuis en hij blijft wel bestaan. Sindsdien was de opmars van de koffie niet meer te stuiten.
Het lezen van onderstaand stukje lectuur kan geen schade aanrichten.
Het eventueel uitvoeren van het recept evenmin maar met het proeven van het resultaat zou ik toch maar oppassen. Daarvoor neem ik geen verantwoordelijkheid, evenmin als onze regering dat doet...
Na consumptie van zelfgemaakte cancoillotte kunnen de eventuele ziektesymptomen variëren tussen verschijnselen als de pest, cholera, windpokken, waterzucht of gewoon de vliegende spetter...
Is er iemand die cancoillotte kent?
Dat is de eerste vraag die ik mij hierbij stel?
Ik heb een paar forums afgezocht en in het Waalse gedeelte van dit (voorlopig toch nog)Belgenland is cancoillotte gemakkelijker te verkrijgen dan in het Vlaamse deel. In Brussel (Cora) hebben ze natuurlijk alles!
Cancoillotte is een soort halfvloeibare kaas, een specialiteit uit de Franche-Comté streek in Frankrijk.
In Frankrijk zelf is het in elke degelijke supermarkt te vinden in de kaasafdeling, verpakt in plastic potjes zoals roombekertjes. Er bestaan verschillende smaakjes; met peper, met look, met boter, enz...dat is een kwestie van commercie... een groot aanbod creëren.
De juiste omschrijving is: een soort halfvloeibare kaas gemaakt van gesmolten méton...!
Méton dat kennen we hier ook, dat zijn de matten waarmee mattentaarten gemaakt worden.
Ik heb het een paar keer gegeten en cancoillotte is een zeer speciaal product. Op koelkasttemperatuur heeft de kaas, alhoewel het eigenlijk geen echte kaas is, een structuur als van zachte smeerkaas maar op kamertemperatuur wordt de kaas halfvloeibaar.
Cancoillotte wordt gebruikt om bijvoorbeeld over warme aardappelen te gieten, gewoon om op een stukje lekker brood te smeren, bij gekookte worst zoals de uitermate smakelijke Morteau-worst. Tartiflette kan ook gemaakt worden met cancoillotte, aardappelen, spekjes en ui. Een interessant product dus, maar.... voorlopig nergens te vinden in Vlaanderen.
Nu heb ik reeds lang enkele recepten voor cancoillotte hier in de PC zitten die verloren gegaan zijn tussen een paar honderd andere documenten.
Dikwijls heb ik al gedacht: dat is nog eens iets om te proberen, maar tot hiertoe is het er nog nooit van gekomen. In Antwerpen is het niet zo eenvoudig om een koe te vinden langs de Amerikalei want om cancoillotte te maken heb je wel degelijk verse melk van een echte koe nodig. Natuurlijk, waar een wil is, is een weg... ik ben ooit melk gaan ophalen om kaas te maken, net voor de Noord Koreaanse grens, ... dus. Stabroek of Boechout zijn niet zo ver en daar hebben ze koeien, denk ik toch!
Voor de avonturiers, die eens willen proberen...Lees eerst de disclaimer hier boven!
Ik heb verschillende recepten, ze komen allemaal op hetzelfde neer.
Eerst matten bereiden en deze matten daarna smelten op een vuurtje en verder bewerken met melk, boter, peper en een knoflooksmaakje.
Dit is een nog niet zo oud Nederlandstalig recept uit een kookboek waarvan ik al lang de titel niet meer ken.
Om de « matten » klaar te maken.
Laat melk stremmen met stremsel. ( Te koop bij de apotheker of in een winkel die gespecialiseerd is in wijn- en kaasmakerij.
Verwarm de gestremde melk tot de vlokken die zich nu vormen naar boven stijgen. Haal deze er uit met een schuimspaan en laat uitlekken in een kaasdoek.
Goed laten uitlekken tot alle vocht verdwenen is.
Doe de matten nu in een kom, dek af met een doek en laat ongeveer twee dagen op kamertemperatuur fermenteren.
Regelmatig, enkele keren per dag omroeren.
De matten zijn klaar als het geheel geel verkleurt en een kaasgeur verspreidt.
Laat 500 gram matten samen met 80 gram boter smelten in een pot met zware bodem op een zacht vuurtje.
Er ontstaat een smeuïge romige crème. Voeg er een 50 gram melk bij, peper en zout en snuifje lookpoeder. Laat de massa gedurende een vijftiental minuten zachtjes koken.
Giet de room in kommetjes en bewaar in de koelkast.
De matten zijn dus niets anders dan gestremde melk, verse melk wel te verstaan. Afgeroomde melk zou ook bruikbaar zijn. In plaats van stremsel kan ook een kleine hoeveelheid echte verse karnemelk toegevoegd worden. Alles terug verwarmen tot er dikke vlokken ontstaan. Het uitlekken duurt zeker een nacht.
Hier ben ik niet zeker van maar een drietal liter melk zou ongeveer 500 gram matten moeten opleveren.
Het fermenteren van de matten wordt gedaan om de caseïne af te breken en de kaassmaak te ontwikkelen. In dit recept spreekt men over twee dagen. In een ander boek vond ik dat het tot vijf dagen kan duren... Tot de matten een sterke kaaslucht verspreiden... Hier zit dus een gevaar voor infecties!
In onderstaand andere ( Franstalige) recept gebruikt men een aardewerken pot en laat men de massa een kwartiertje koken...
Dat zijn dus allemaal zaken die proefondervindelijk moeten ondervonden worden...niewaar?
Voor de zekerheid heb ik hier ook een ouder recept aan toegevoegd in de oorspronkelijke taal, het Frans. Zo krijgen we zeker geen vertaalfouten.
Préparation du méton
Faire cailler du lait écrémé avec de la présure. Le faire chauffer à feu doux, dans son petit lait. À mesure que le caillé monte, le retirer avec une écumoire et le mettre à égoutter. Le presser dans un linge jusqu'à disparition totale du liquide. Le placer dans une terrine, le couvrir d'un linge, et le laisser fermenter pendant deux ou trois jours à température ambiante. Le remuer plusieurs fois par jour. Le méton est prêt lorsqu'il est devenu jaune.
Préparation
- 80 grammes de beurre - 500 grammes de méton. - 1 pointe d'ail (facultatif)
- 50 cl de lait ou d'eau - sel, poivre (avec modération)
Faire fondre le beurre et le méton. dans une casserole, à feux doux. Bien délayer pour obtenir une crème lisse. Ajouter petit à petit l'eau ou le lait. On peut aussi verser un filet de vin blanc pour parfumer. Saler, poivrer, ajouter la pointe d'ail. Porter à ébullition pendant au moins 1/4 d'heure. Verser dans des bols et laisser refroidir.
voila comment on obtient la cancoillotte, comme celle que vous trouvez en pot, mais quelle différence lorsque nous la faisons nous même.
Categorie:Maak het zelf Tags:Cancoillotte, matten, méton, kaas, zelf maken
27-03-2011
Marinades en kruidenmengelingen
Reeds jaren krijg ik gratis, zomaar een tijdschrift in mijn brievenbus. Food&Meat is de titel.
Het is een vakblad voor slagers waarvoor ik mij nooit ingeschreven heb, nooit betaald heb en toch blijf ik het krijgen....
Toen ik de hoofdredacteur van het blad eens tegenkwam, toevallig aan de bar... en ik hem ter verantwoording riep, glimlachte hij eens geheimzinnig...
Deze maand zat het blad weer in de bus. Merci, Daniel Boerjan, een vroegere collega!
Er stond deze maand een interessant artikel in over marinades in verband met het barbecueseizoen dat voor de slagers straks weer aanbreekt. Die mensen moeten vooruitziend zijn...
Interessant genoeg vond ik om ook aan jullie te laten lezen. Er komen heel wat namen in voor van kruiden en mengsels die misschien minder bekend zijn maar Google en zeker Wikipedia helpen je daar dan wel bij...
De bedoeling van marineren is: op smaak brengen, mals maken en conserveren.
Marinades kunnen tevens een zuur ingrediënt zoals azijn of citroen bevatten waardoor het vlees sneller mals wordt. Laat het voedsel op een koele plaats marineren maar niet in de koelkast want daardoor verflauwt de smaak. Als het twee uur of langer moet marineren, dan mag men het wel koel weg zetten. Marinades laat men het beste minstens een paar uur trekken vooraleer men ze gebruikt. Door de marinade wordt het vlees malser en zal het sneller gaar worden, zodat het aanbranden kan worden voorkomen. Het leuke aan buitenlandse marinades zijn de prachtige kleuren, ook al is men in het land zelf niet altijd zeker of er al dan niet kleurstoffen werden gebruikt.
Er zijn verschillende soorten uitheemse marinades:
-Chinese marinade bestaat uit rijstwijnazijn, sojasaus, sesamolie, vloeibare honing, geraspte gemberwortel, grof gehakte knoflook en een vijfkruidenpoeder. Deze marinade is heerlijk bij rund- en varkensvlees, kip of vis.
-Tandoori marinades zijn in feite pasta's, dikke substanties waarmee men de ingrediënten bedekt en een tijdje laat inwerken. Een tandoori kan knalrood zijn. Een tandoori-marinade is een saus op basis van yoghurt, gember, knoflook, peper, garam massala (zie verder) en komijn. Een klassieker is kip tandoori. Een groente tandoori kan ook op de barbecue worden klaargemaakt, zonder tomaat weliswaar want die zakt onherroepelijk door de rooster. Zorg dat de barbecue altijd heel heet is, zeker bij vis. Die heeft maar een paar minuten nodig om te garen. Het is een misverstand te denken dat alles wat uit de Indiase keuken komt, erg pikant is. Tandoori-gerechten zijn meestal niet pikant, maar kruidig.
-Ketjap manis is een Indonesische sojasaus die wordt gebruikt in oosterse gerechten zoals nasi en bami. Het wordt gemaakt van een mengsel van sojabonenmeel, grof gemalen tarwe, kruiden en zout. Ketjap manis is herkenbaar aan haar donkerbruine kleur en stroperigheid. Een marinadesaus van ketjap manis kan aangelengd worden met sambal (gestampte verse Spaanse pepers en zout), gember of laospoeder (een alternatief voor gember). Wil men ketjap manis iets zoeter houden, dan kan men wat bruine suiker, honing of mosterd toevoegen. Ook een gesnipperd teentje knoflook kan wonderen verrichten aan de marinade. Ketjapmarinade is geschikt voor varkensvlees, vis en kip. Leg het vlees in de marinade en laat deze zijn werk doen!
-Gembermarinade (met of zonder yoghurt) past uitstekend bij groenten, salades, varkensvlees, eend, vis, kalkoen en kippendrumsticks.
Gember geeft aan gepeperde gerechten een citroentoets. Een gembermarinade maakt men met zonnebloemolie, ketjap, vloeibare honing, citroensap, korianderpoeder en gemberpoeder. Gebruikt men yoghurt, dan is het beste natuuryoghurt met een paar eetlepels verse munt. Laat het te marineren vlees een uur in het mengsel staan.
-Garam massalamarinade gebruikt men in India voor elk gerecht. De basiskruiden
zijn verse gember, ui, komijnpoeder of -zaad, korianderpoeder, zwarte peper, laurier, kardemompoeder, kaneelpoeder en kruidnagelpoeder. Werkt men met zaadjes voor al deze ingrediënten, dan kan me ze eerst verpulveren en dan gewoon even verhitten in de pan. Het is experimenteren met de hoeveelheid, naargelang men het pittig of zoeter wil. Let wel op dat al wat 'zoet' wordt genoemd, niet meteen past in onze terminologie.
-Chimichurri is een saus en marinade die gebruikt wordt bij gegrild vlees in de Argentijnse en Uruguayaanse keuken.
De marinade bestaat uit gesnipperde teentjes knoflook, fijn gesneden rode chilipeper, regano, komijn, olijfolie, geraspte worteltjes, fijn gesneden sjalotjes, rode wijnazijn, suiker, peper en zout.
Als alle ingrediënten in de keukenmachine zijn verkleind, dan ontstaat een smeuïg mengsel dat heerlijk smaakt bij vooral rundvlees.
-Medina-kruiden passen in gehaktbrood en marinades. In de marinade gebruikt men muntblaadjes, pijpajuin, meloen, balsamico-azijn of -crème en olijfolie.
-Harissa is een kruidenmengsel afkomstig uit Marokko. Het bestaat uit diverse pepers zoals lamponpeper, cayennepeper en chilipeper, look, karwijzaadjes, korianderzaadjes, paprika en zout. Het wordt bij couscous en tajinegerechten geserveerd. Het kan ook aan de bouillon van groenten worden toegevoegd of aan het vlees.
-Mexicaanse marinade is een dieprode, sterk gekruide marinade op basis van tomaten en typisch Mexicaanse kruiden.
Kruiden zijn paprika (vers of poeder), ui, knoflook, gemalen koriander- en komijnzaad, oregano en optioneel tabasco, chilischilfers, cayennepeper, verse en zwarte peper. Deze marinade wordt gebruikt op rauw vlees.
Kruiden zoals koriander, gember, chili of citroengras zijn ideaal om te verwerken in marinades. Kaneel is lekker in een marinade van vijgen. Ook kokosmelk kan een lekker bestanddeel zijn in de marinade. Het geeft een zoete smaak aan vlees en groenten. Let er wel voor op dat men dan altijd op lage temperatuur grilt of wokt want kokosmelk bakt snel aan.
Je hebt kleine garnalen, daar spreken we hier niet over, dat is de moeite niet waard.
Een kleine garnaal is maar een kruimeltje, maar een garnalenburger, dat is een vette vis zou Bart zeggen... met frieten en mamoetsaus...!
Dit is allemaal flauwe kul natuurlijk maar met garnalen valt toch wel wat anders te doen dan het vervaardigen van de klassieke gerechtjes die iedereen kent.
Ik wil het wel hebben over rauwe garnalen onder de vorm van scampi of gambas. Niet over onze Noordzeegarnaal waar iedereen spontaan aan denkt als men het woord garnaal hoort.
Enkele weken geleden vond ik in de Carrefour een grote zak diepgevroren kleine scampi van meer dan twee kilo voor ongeveer zeventien euro. Zoiets laat je niet liggen.
Het zijn kleine scampi, garnalen dus, van het type litopenaeus vannamei, kleine maar smakelijke garnalen. Ideaal geschikt om er roerbakgerechten van te bereiden.
Ik heb er al een deel gesauteerd, gewokt zeg maar, met broccoli en een ander deel met fijne groene boontjes en gember, Chinese stijl, zo eens wat anders...
Van garnalenvlees kan gemakkelijk een soort gehakt met grote bindkracht gemaakt worden.
Je pelt hiervoor de garnalen maar bewaart de jasjes. Maak een lange insnijding lang de rugzijde en verwijder met een puntig mesje het zwarte darmkanaal. Dat darmpje hangt dan te bengelen aan de punt van het mes, dat hou ik dan onder de zachtjes stromende kraan en zo verdwijnt het direct de gootsteen in...!
Als je bij het verwijderen van het pantser, zijn jasje dus, goed op het staartje knijpt en trekt, komt dat kanaaltje soms al helemaal mee. Maar je moet toch altijd controleren.
Zo hou je een kommetje met garnalenvlees over en een kom met de pellen...
Dit garnalenvlees gaan we nu fijnmaken. Het snelst gaat dit in een keukenmachine, een cutter. Bij gebrek hieraan kan je ook zoals de Chinezen het doen, de garnalen plat meppen met de zijkant van een klein hakmes. De garnalenpap vliegt dan in het rond tot tegen het plafond toe en na weken vind je nog propjes garnaal op de keukenkast.
Je weet wel de Chinese koks gebruiken van die ververvaarlijke stalen kapmessen en snijden en hakken daar alles mee.. Ze slagen er zelfs in om ermee een kip volledig te ontbenen of een vis te fileren...
Vooraleer je aan dat hakken begint strooi je een beetje zout op het garnalenvlees en laat dat enkele minuten rusten. Tijdens het hakken zal het vlees door het zout een stevige massa vormen die zeer sterk aan mekaar kleeft.Je bekomt aldus een stevige witgrijze rubberachtig aanvoelende bal. Als je hiervan koekjes vormt en deze bakt zal je een zeer hard, taai rubberachtig baksel bekomen. Hetzelfde gebeurt trouwens met vlees van een rund of een varken. Gehakt moet aangemaakt worden met een extra vulsel om het malser en sappiger te maken.
Neem voor vier personen ongeveer 500 gram garnalen. Je houdt dan wel een 400 gram vlees over. Gooi de pellen niet weg!
Hoeveel je nu juist moet toevoegen dat heb ik nog nooit afgewogen maar laat ons zeggen een tweetal sneetje, van een groot wit brood. Laat dit ontkorst brood weken in een plasje melk of gewoon in water en knijp alle vocht er uit.
Neem ook nog een ei of alleen het eiwit.
De nodige kruiding zoals peper en zout maar let op, er zit reeds zout in de garnalen...plus een klein mespuntje cayennepeper. Eventueel een snippertje zeer fijn gehakte gember...
Zo, meng dit alles nu zeer grondig door mekaar. Als je een machine gebruikt meng dan alles in de machine.
In plaats van geweekt brood kan ook gekookte rijst gebruikt worden. Iets wat wij hier niet zo gewoon zijn maar dat levert een prima smeuïg gehakt op, ook voor vlees!
Een viertal opgehoopte eetlepels gekookte rijst bijvoorbeeld. Die moet ook eerst fijngemaakt worden in de machine ofwel met het grote Chinese hakmes..
Als je een volledig ei, met dooier gebruikt zal de burger nadien een gelig tintje krijgen maar slechter zal ie er zeker niet door worden. Wat doe je anders met die dooier? Mayonaise maken misschien?
Ondanks dat de massa nog rauw is kan je er nu reeds een beetje van proeven om de smaak te controleren. Helemaal koosjer is dat niet want rauw garnalenvlees zou kunnen een heel klein beetje ongezond zijn...maar roken is ook ongezond en met de auto rijden is ook zeer gevaarlijk..!
Vorm nu vier mooie platte ronde schijven van dit gehakt. Doe het eventueel met behulp van een metalen ring om een mooie vorm te bekomen.
Eventueel kan je de garnalenburgers ook paneren. Eiwit gebruiken is zelfs niet nodig maar het is wel beter. Als ze gepaneerd zijn kan je de burgers fruiten in de frituur... dat is een voordeel want dat gaat snel.
Zover zijn we dan.
Nu kan je de burgers bakken in de pan of als ze gepaneerd zijn, zoals reeds aangehaald, in de frituur. Ze zijn zeer snel doorbakken en dat is voldoende. Te lang bakken levert een taaie lap op!
Als goede Belg wil je daar toch een sausje bij!
Stop de gevormde burgers nog even in de koelkast en maak eerst een sausje met de overgehouden garnalenpantsers.
Bak daarom de pellen mooi aan in olie of boter samen met een in blokjes gesneden worteltje, een gesnipperde ui en een tweetal geplette lookteentjes. Als alles mooi bruin is doe je er een koffielepel tomatenpuree bij, laat dit even bakken en blus de pan dan met zoveel witte wijn als je zelf wil. Voor de geheelonthouders kan ook water en een visbouillonblokje gebruikt worden. Beter nog is echte visfumet te gebruiken maar niet iedereen heeft dat zo maar in huis. In het totaal een halve liter ongeveer, bijna...!
Laat dit nu een twintigtal minuten zachtjes koken samen met een blaadje laurier en een takje tijm. Proef na een tijdje voeg dan het nodige peper, zout en een snuifje cayennepeper toe.
Steek de saus door een zeef en bind ze met een bindmiddel naar keuze maar hou de saus een beetje vloeibaar. Werk af met een scheutje room of kokosmelk.
Proef nogmaals.
Mocht je een nog een kletske cognac in huis hebben of whisky, doe dan nu maar een klein scheutje in de saus... de garnalenpellen mogen ook geflambeerd worden met cognac... dat geeft een zachtere smaak!
Een zachte kerriesaus past ook perfect bij deze burgers.
Wil je een volledige maaltijd, voorzie dan ook een groente bij de burgers...
Courgettes, gebakken in olie en gekruid met Provençaalse kruiden. Gekookte asperges met boter, gestoomde roosjes broccoli of een kleine ratatouille...
Geen frieten, dat past niet... maar witte rijst of een deegwaar...
Een garnalenburger past evengoed tussen een zacht broodje, zoals het een echte burger past!
Dan horen schijven schijfjes dikke augurk, gebakken uienringen en curryketchup op de burgers te pronken...
Om een schijn van gezonde voeding hoog te houden geef je een lekkere gemengde salade bij de broodjes. Iedereen heeft daar zo een beetje zijn idee over.
In plaats van platte burgers kan je ook balletjes maken van het garnalengehakt. Dan werk je verder zoals bij het maken van een pitabroodje. Lees meer daarover hieronder bij falafel.
Indien je verder nadenkt over het idee om van garnalenvlees gehakt te maken ligt er een waaier van mogelijkheden over, zoals ook bij het gewone vleesgehakt.
Bijvoorbeeld gekookte garnaalballetjes, ( heeft een garnaal balletjes?), in een witte of andere saus, zoals een blanquette..?
Vroeger maakte ik er kleine voorgerechtjes van door dit gehakt in ringen, gemaakt van bittere komkommer, te stoppen. De bittere komkommer is alleen maar te koop in Aziatische winkels en smaakt echt bitter. Aangenamer is het om courgettes te gebruiken. Snij daar schijven van, van ongeveer een centimeter dikte. Druk met een metalen uitsteekvorm de zaden er uit zodat een ring ontstaat. Blancheer deze even en vul de ring dan met dit garnalengehakt.
Verwerk verder met de sauzen en garnituren zoals hierboven beschreven.
Zelfs een greepje grijze Noordzeegarnaal hierover uit gestrooid zou niet misstaan.
Bij het rondrommelen op het internet vond ik onderstaande spreuken die in verband staan met garnalen. De moeite waard om eens te lezen.
# garnalengeheugen - zeer beperkt geheugen
# garnalenverstand - zeer weinig verstand
# Zo stoned als een garnaal - onder invloed van verdovende middelen
# Een garnaal heeft ook een kop - kinderen, zo klein als ze zijn, kunnen behoorlijk
Categorie:Maak het zelf Tags:Garnalenburger, garnalengehakt
13-03-2011
IJsparfait
Parfait betekent zoveel als perfect!IJsparfait is dus een perfect ijs.
In vele kookboeken en op het internet zijn dikwijls recepten te vinden voor roomijs waarbij een ijsturbine nodig is om het ijs te draaien... Dit houdt in dat er dan negentig procent van de lezers, ongeveer denk ik zo, ... dit recept niet kunnen maken omdat ze geen machine hebben.
Er bestaan wel diverse kleine huishoudelijke toestelletjes. SEB had vroeger zoiets dat je in de diepvriezer moest zetten. Andere machines werkenmet koelelementen die eerst moeten diepgevroren worden om dan als koeling te dienen tijdens de ijsbereiding...
Geen enkele van dergelijke machines geeft echt een bijzonder goed resultaat.
Dan maar een echte kleine ijsturbine kopen? Als je voldoende gespaarde euros onder je boxspring of in de zwarte kous zitten hebt, geen probleem, doch reken toch maar op een minimum van een zevenhonderd eurootjes, liever nog duizend...
Misschien vindt je op de zolder of de kelder van opa of oma nog een antieke handgedraaide machine... fantastische toestellen waren dat. Je deed er ijs in, en grof zout en draaien maar.
Een ideale vermageringskuur die dan nadien gecompenseerd werd door een lekkere ijsje...
Indien de zwarte kous leeg is, geen probleem, maak dan een ijsparfait. Daar heb je geen machine voor nodig. Wel een diepvriezer maar zelfs een klein vriesvakje in de koelkast is reeds voldoende. Dan heb je wel een beetje meer geduld nodig.
Deze parfait blijft ook enkele dagen zacht in de diepvriezer. Het geturbineerde ijs wordt steenhard in de diepvriezer maar is wel heel lekker onmiddellijk na het draaien..!
Dergelijke parfaits worden gemaakt door een stevige schuimbasis te bevriezen. Aan het schuim wordt dan een smaakstof toegevoegd die er voor zorgt dat het ijs ook een naam kan krijgen, zoals bijvoorbeeld een chocoladeparfait! Heel veel moderne fabrieksijsjes worden op dezelfde manier gemaakt...!
Het schuim, dat ligt voor de hand, wordt gemaakt door ofwel eiwit of eierdooier op te kloppen tot schuim of slagroom of een mengsel van alle drie te nemen. Aan dit schuim moet suiker toegevoegd worden, voor de smaak natuurlijk maar ook om er voor te zorgen dat het schuim in de diepvriezer niet tot een hard blok beton zou bevriezen. Alcohol heeft dezelfde werking en ook het vet uit de room belet het hard worden van het ijs tijdens zijn verblijf in de diepvriezer.
Zo zijn de voornaamste elementen van het recept reeds genoemd, eierschuim, suiker, slagroom en een smaakstof.
We zullen eerst een eenvoudig recept nemen als voorbeeld.
Chocoladeparfait
Benodigdheden :
250 gram melk
200 gram dooiers, ongeveer zes stuks
200 gram suiker
400 gram slagroom
200 gram donkere chocolade
Bereiding :
De chocolade smelten met een beetje melk.
De dooiers, de suiker en de rest van de melk verwarmen tot à la nappe.
Dit mengsel opkloppen tot het afkoelt.
De opgeklopte room en de gesmolten lauwe chocolade er onder spatelen.
In gepaste vormen gieten en bevriezen.
Dit verwarmen tot à la nappe is een keukenterm die betekent dat het geheel opgewarmd wordt, al roerend, tot ongeveer 75 graden. De eierdooiers beginnen dan te verdikken en zo bekom je een soort dunne crème. Het opkloppen gebeurt best met een machine genre Kenwood maar met een handklopper gaat het ook. Werk zoveel mogelijk in metalen kommen en zet deze in koud water om snel af te koelen tijdens het kloppen.
Het resultaat zal een kom zijn vol met bleekgeel schuim. Eens de chocolade, die ook een beetje moet afgekoeld zijn en de room toegevoegd zijn mag er niet meer geklopt worden want dan zal gans het zaakje in mekaar zakken.
In dit recept worden de eiwitten niet gebruikt. Het zijn de dooiers die geklopt worden tot schuim.
In plaats van chocolade kan ook een andere smaakstof gebruikt worden zoals een sterk ingekookte frambozenpuree of een fijne puree van andere vruchten. Hou er wel rekening mee dat chocolade tijdens het afkoelen terug opstijft en dus ook stevigheid zal geven aan het ijs. Vruchtenpurees doen dat niet...!
Best is altijd om eerst het originele recept te testen en nadien je eigen fantasie uit te werken.
De parfait kan uitgegoten worden in een soort cakevorm, nadien kan die dan in plakken gesneden worden. Maar de parfait mag ook in individuele schaaltjes of kommetjes of wat dan ook uitgeschept worden. Vroeger werden nogal eens de schillen van sinaasappelen of citroenen gebruikt om te vullen met een parfait. Die werden dan gevuld met een parfait met sinaasappel of citroensmaak. Zorg er zeker voor dat er voldoende ruimte is in de diepvriezer.
Hoelang zo een parfait in de diepvriezer moet is niet voorspelbaar, reken toch maar op minstens een viertal uur. Te lang is niet erg. Nu moet je ook niet denken dat de parfait eeuwig in de diepvriezer kan blijven.. Vrij vlug vormen zich ijskristalletjes in de bevroren massa die een onaangenaam mondgevoel geven. Dus gebruik de parfaitbij voorkeur zo snel mogelijk.
De opgegeven hoeveelheid weegt 1,250 kilo, dit is voldoende voor tien personen.
Hier is nog een tweede recept, nu wat ingewikkelder.
IJsgekoelde sinaasappelsoufflé
In plaats van parfait gebruikt men soms ook de term; ijssoufflé... Of zoals Marc Sleen vroeger in zijn stripverhalen steeds sprak over ijskoud geblaas..
Benodigdheden :
4 eierdooiers
4 eiwitten
2 sinaasappelen waarvan de zeste in fijne julienne gesneden
2 sinaasappelen plus de rasp van de schil
het vruchtvlees van alle vier gepeld à vif
het uitgelopen sap van deze sinaasappelen
witte wijn + suiker
200 g suiker
300 g room
½ dl Sinaasappellikeur, bv GrandMarnier
Bereiding :
Neem de zeste van 2 of 3 sinaasappelen met een dunschiller af.Snijd ze in julienne, blancheer ze en kook ze even in een siroop van evenveel suiker als water. Laat de uitgelekte zestes in een droogovenvan 100°C verharden.
Klop een sabayon met de 4 eierdooiers en 4 eetlepels suiker met 8 eetlepels witte wijn en
De sinaasappelenrasp tot een stevige sabayon. Klop tot de sabayon zeer stevig en afgekoeld
is.
Klop de eiwitten met de rest van de suiker tot een stevig schuim.
Klop de room tot bijna slagroom.
Meng de drie schuimsoorten met het sinaasappelsap en desinaasappellikeur.
Breng over in een vorm die met folie bekleed is.
Laat minstens 12 uur bevriezen in een diepvriezer van- 18 °C.
Serveer met à vif gepelde sinaasappelen die op smaak werdengebracht met een scheutje likeur en versier met de gedroogde schilletjes.
-De zeste is de gele buitenste schil van citrusvruchten. Was eerst de sinaasappelen goed met heet water. Het maken van de versuikerde zestes is niet echt nodig maar het maakt een mooie garnering.
-Het opkloppen van de sabayon kan ook weer best met een machine gebeuren.
Sabayon wordt opgeklopt op een klein vuurtje of in en heetwaterbad tot een stevig schuim bekomen wordt. Nadien zet je de kom in koud water, verder kloppend tot het geheel weer afgekoeld is.
-Werk snel, maak best eerst de sabayon, dan de slagroom en klop daarna het eiwit.
-Deze hoeveelheid levert ongeveer tien porties.
De uiteindelijke versiering van de parfait of de soufflé glacé laat ik aan je eigen fantasie over.
Een paar druppels vruchtencoulis, een koekje, een trosje rode bessen, een ananaskersje...
Categorie:Maak het zelf Tags:IJsparfait, soufflé glacé, ijs zonder machine
06-03-2011
Kokkels
Enkele dagen terug heb ik nog eens kokkels gekocht bij mijn geliefkoosde vishandelaar.
Dat was lang geleden, zowel kokkels gekocht als iets gekocht bij die vishandelaar.
Eerst was de winkel gesloten wegens verbouwingswerken, daarna lag de straat open gebroken en zo was er elke keer wel wat, maar nu was er een mooie parkeerplaats vlak bij en er lagen kokkels in het uitstalraam...!
Eigenlijk wilde ik pasta maken met mosseltjes maar nu is dat niet het goede moment. De mosselen zijn niet veel meer waard. Kleine taaie beestjes en ze hebben soms zelfs een rare bijsmaak.
Kokkels zijn dan een goed alternatief, zelfs lekkerder dan mosselen. Wel iets duurder.
Acht euro of zowat per kilo, dus dat valt wel mee. Zeshonderd gram voor twee personen was voldoende. Dat levert uiteindelijk bijna honderd en vijftig gram schelpvlees op.
Het grote nadeel aan kokkels: er zit dikwijls zand in en dat ziet men niet bij aankoop. Men kan alleen maar hopen dat de schelpjes bij de producent goed uitgewaterd zijn. Dat ze lang genoeg in zuiver water vertoefden en aldus hun zand uitgespuwd hebben.
De meeste kokkels worden ingevoerd uit Nederland...
Om zeker te zijn moet je ze nog een uurtje in een kom met ijskoud water zetten waarin een grote greep grof zout opgelost is. Roer daarna niet meer in de schelpjes. Ze zullen zich dan openen waardoor het eventuele zand er uit kan vallen.
Om ze klaar te maken worden ze gewoon behandeld als mosselen. Een beetje fijngesnipperde ui of sjalot, eventueel een takje selderij of peterselie stoof je eerst aan in een beetje olijfolie. De schelpjes gaan er dan bij, een stevige draai van de pepermolen er over en een deksel er op.
Desgewenst kan een scheutje witte wijn toegevoegd worden.
Na twee minuten zijn de schelpjes vermoedelijk klaar. Schud goed met de pan, sommige kokkels hebben de neiging zich niet direct te openen, een goede tik tegen de gesloten schelp doet ze openspringen. Daarom goed schudden met de inhoud. Zo vallen de beestjes er reeds uit en kun je de losse schelpen er zeer gemakkelijk uitvissen.
Vroeger gaf ik ze nogal eens bij het aperitief. In een halve schelp werd een beestje gelegd, bestrooid met gehakte platte peterselie en overgoten met wat goede olijfolie en citroensap.
Maar nu zouden ze dienst moeten doen als garnering bij een pasta alle vongole !
Deze vongole zijn zeer populair in Italië. De bereiding is vooral geschikt voor lange fijne slierten deegwaar zoals spaghetti, capellini en linguini...
Er bestaan zeer veel versies van.
Ik maak het zo:
De schelpjes koken zoals zojuist beschreven. De gebruikte groenten mogen eventueel bij de inhoud blijven als ze mooi fijn gesneden waren. De lege schelpen verwijderen. Sommigen laten de schelpen ook bij de bereiding.Mijn part heeft dat geen zin, je kunt ze toch niet eten.
Controleer nog eens of er geen zand in het kookvocht zit. Eventueel filteren door een gaasdoekje.
De deegwaar koken volgens de normen, dus niet te zacht. Al dente...
Rasp een beetje Parmezaanse kaas. Zoveel als je zelf verkiest.
Nogmaals een klein fijngesnipperd sjalotje en een geplet teentje knoflook lichtjes glazig laten worden in een beetje olijfolie.
Voeg de inhoud van de schelpjes plus het vocht toe en daarna de deegwaar. Goed roeren en meng nu deel van de kaas door de bereiding.
Normaal zal de deegwaar het meeste vocht van de kokkels opslorpen. Daarom mag de pasta ook niet te mals gekookt zijn.
Werk af met zwarte peper. Serveer in en diep bord.
Nu zijn er allerhande varianten mogelijk.
Ikzelf doe er nog een scheut room bij. Dat geeft meer smeuïgheid aan de bereiding.
In de plaats van room kan je ricotta nemen of mascarpone.
Een greep gehakte platte peterselie of een handvol gesneden basilicum kan er ook bij.
Gepelde tomaten in blokjes gesneden.
Zelfs gekookte spinazie...
Een geklutst ei door de bereiding roeren, allemaal mogelijkheden.
Zo zie je maar, iedereen heeft daar een beetje zijn idee over.
En daarom moet je nooit spreken over: dit is het enige recept...!
De Italiaanse vongole zijn wel geen kokkels. Vongole, daarmee worden tapijtschelpen bedoeld.
Tapijtschelpen, ja, zo heten die beestjes in het Nederlands... Misschien zegt de Franse naam palourdes je een beetje meer? Wel dat zijn dan de Franse tapijtschelpen... de naam heeft misschien te maken met hun Latijnse naam: Tapes decussatus et Tapes philippinarum. ???
Er bestaan zeer veel schelpen die tapijtschelp genoemd worden...
Op de koop toe spreekt men hier dikwijls over venusschelpen om dergelijke schelpen aan te duiden.Ook dat is niet helemaal juist.
Venusschelpen zijn een groep van schelpen waar bijna alle schelpen die voor ons de moeite waard zijn om gegeten te worden, toe behoren. Ook de kokkel... Zelfs de messchelpen, de clams... maar er bestaat één soort die specifiek venusschelp genoemd wordt.
t Is allemaal niet zo simpel...!
In ieder geval, het was lekker.
Dezelfde bereiding kan zeer gemakkelijk gemaakt worden met andere schelpdiertjes.
Kleine Franse bouchot mosseltjes bijvoorbeeld of palourdes, waarom niet, maar dan wordt het wel een beetje prijziger... Palourdes of tapijtschelpen kosten al gauw dertien tot vijftien euro per kilo...!
Maar als het is om feest te vieren, waarom niet...?
Heel veel zin om dat te herschrijven heb ik niet want het is toch bijna onmogelijk om zelf thuis aan bloedworst te beginnen. Alleen al om het bloed te verkrijgen zal je veel miserie ondervinden...! Tenzij een bevriende slager je wil verder helpen of dat je zelf het varken zal slachten. Ook de darmen waarin de massa moet gestopt worden zijn niet zo maar te verkrijgen. Ook zal de bevriende slager weer ter hulp moeten komen.
Verder is er nog een speciale trechter nodig om de worstenmassa in de darm te duwen. Dat kan opgelost worden via een beetje kunst en vliegwerk.
Het wordt al heel wat gemakkelijker om niet bloedworst, maar witte pens te maken. Een specialiteit die op veel plaatsen in België gemaakt wordt. De witte pens van Luik is zeer bekend. Witte pens met truffel rond kerstmis is een andere specialiteit. Sommige witte pensen zijn zelfs erkend als authentiek streekgerecht.
Op de foto zie je aan de rechterkant een serie zelf gemaakte witte worsten hangen. Om eerlijk te zijn, zo erg wit zijn de worsten niet maar dat worsten- maak experiment verliep in Korea en je moet daar niet te kritisch over doen... Roeien met de riemen die je hebt heet dat!
Pensen maken voor een gezinnetje van papa, mama en twee kleine kindjes... dat is waanzin.
Worsten moet je maken in grote hoeveelheden, dat gaat anders gewoonweg niet.
Bijvoorbeeld voor een barbecue of het breughelfeest...Dan wordt het zelf maken van witte of zwarte pensen ook een feest.
Uiteraard heb je ook een vleesmolen nodig en/of een cutter. Zelfs met een kleine huishoudelijke cutter is al een zeer goed resultaat bereikbaar. Met een vleesmolen alleen zal je een iets grover product bekomen.
Om de worstenvellen te vullen heb je een trechter nodig, een die er uit ziet zoals op de foto hiernaast.
Die wordt op een vleesmolen gemonteerd maar met een beetje knoeiwerk lukt het ook wel om de worstenvellen te vullen, zo maar, uit de losse hand. Toen ik de worsten maakte in Korea had ik zulke trechter ook niet maar heb er zelf eentje uit een stuk blik bijeen gesoldeerd...
Dan moet het onderstaande nog aangekocht worden.
Voor 5 kg witte pensen neem je :
2,5 kg mager wit varkensvlees of nog beter, kalfsvlees.
1kg vast varkensvet, best van de rug,
0,5 kg oud wit brood zonder korst,
0,5 l gekookte melk
20 eieren
Verder gebruik je per kg pensen 15 g zout, 2 g witte peper, 1 g muskaat en 0,5 g foelie. Vermits het hier om vijf kilo gaat moeten deze hoeveelheden vermenigvuldigd worden met vijf.
Foelie is niet zo vlot verkrijgbaar. Bij gebrek er aan neem je gewoon meer nootmuskaat. Gemalen kardemom mag ook.
Werkwijze: eerst en vooral het brood, melk en eieren samen weken. Breek het brood in grove stukken en neem gewoon ordinair wit huishoudbrood.
Het vlees en vet in passende stukken snijden en zeer goed koelen, zelfs half bevriezen.
De kruiden nauwkeurig afwegen.
Alles; vlees, vet en brood goed mengen en één keer malen door een 4 mm plaat, of nog fijner.
Een beter methode bestaat er in om eerst het vlees met de kruiden en het zout in een cutter fijn te mixen. Doe dit wel in kleine hoeveelheden tegelijk anders zou je cuttertje wel eens kunnen gaan roken na een tijdje. Maak daarna het vet fijn en meng dan alles samen met het geweekte brood plus de eieren.
Alles nogmaals zeer goed mengen en nu proberen om deze dik vloeibare massa in de varkensdarmen te stoppen met behulp van de trechter, met de hand of gemonteerd op een vleesmolen. Vermijd om luchtbellen in de darmen te verkrijgen.
Nu rest er nog om de lange slierten worst te verdelen in handige porties.
Daarvoor wordt het stuk worst dubbel geplooid in twee even lange helften. Men begint nu bovenaan, waar de plooi is en meet ongeveer 18 centimeter af en men maakt een knoop met de einden van de resterende worst, enzovoorts tot de twee einden opgewerkt zijn. Niet duidelijk? Toch is het vrij eenvoudig. Het wijst een beetje zichzelf uit.
De worsten nu gedurende 20 à 25 minuten pocheren in water van 75°C . Let op voor de temperatuur, als die te hoog oploopt zullen de worsten openbarsten!!! Gebruik dus liefst een thermometer. Alhoewel ons moeder dat vroeger voelde met haar elleboog. Oefening baart kunst.
Nadien kort afkoelen in ijswater. Toch minstens in zeer koud water.
De witte pensen zijn nu klaar voor consumptie.
Eens je goed het basisprincipe onder de knie hebt kan je beginnen om worsten te maken met speciale toevoegingen. In de Luikse worst, le boudin de Liège, bijvoorbeeld zijn groene spikkeltjes te zien. Wel dat zijn stukjes peterselie. Ook zeer fijngesnipperde ui kan toegevoegd worden maar de ui moet wel aangestoofd worden, geen rauwe ui gebruiken, die kan naderhand gaan gisten.
Soms verwerkt men ook rozijnen in de vulmassa... speciaal voor kerstmis. Truffel natuurlijk als je portemonnee het toelaat.
De worsten bewaren wel enkele dagen in de koelkast. De mogelijkheid om ze in te vriezen is er ook maar dit moet individueel bekeken worden. Het hangt een beetje af van de basisingrediënten en de werkwijze.
Het bakken, braden of grillen van de witte pensen is in feite kinderspel. Ze kunnen op zijn geheel voorzichtig gebakken worden in een beetje boter of margarine. Stop ze desgewenst in de oven, om ze goed doorwarm te maken. Als je de witte pensen bakt bestaat de kans dat ze in de lengte zullen openbarsten. Dit is meestal omdat de worsten te sterk opgevuld zijn of ook omdat de verhitting in de pan te hevig is. Dus, doe het rustig aan.
De pensen kunnen ook gebakken worden in dikke schijfjes die dwars uit de pensen gesneden werden.
Een mooi effect geven gegrilde witte pensen. De mooie ruitjestekening op het blanke velletje van de worst... prachtig is dat...!
Wat eet je erbij?
De eeuwige appelmoes natuurlijk. Maar ook een fris slaatje is een mogelijkheid.
Spinazie of een andere bladgroente zoals andijvie in roomsaus.
Met een dikke uiensaus, dat geeft dan de wind van achter...
Waarom niet met boontjes in tomatensaus?
Gestoofde kriekjes erbij, zoals men ze eet in de Kempen.
Aardappelpuree als je er een volledige maaltijd wil van maken.
Dus er is geen gebrek aan keuzemogelijkheden.
Nog een laatste opmerking: die mooie jongen op de foto die de worsten triomfantelijk de lucht in steekt, dat ben ik niet hoor...Het is de Duitse Helmut Schmidt... Op zijn verzoek werden de worsten gemaakt!
Categorie:Maak het zelf Tags:Witte pensen, bloedworst, zelf maken
20-02-2011
Hersenen
Ik heb zin om eens iets te schrijven, alleen voor mij en voor nog een paar gelijkgestemden met een even perverse geest als ikzelf... Over iets wat bijna niemand lust, het zelfs verderfelijk vindt.
Hersens bijvoorbeeld...
Wat is lekker en wat is niet lekker?
Hoogstwaarschijnlijk heeft dit te maken met de opvoeding. Hersens of hersenen waren voor mij altijd iets waar verlangend moest naar uitgekeken worden.
Hersens kwamen alleen maar op tafel als het varken geslacht werd... en dat was maar één keer per jaar.
Terwijl het varken nog in zijn hok lag te gillen stond ik als klein jongetje van enkele jaren oud reeds klaar met het kleine pannetje om de hersens van het beest op te vangen. Het duurde lang voor het zover was.... Eerst werd het varken proper gewassen en geborsteld met koud water, dan geschoren met heet water en een vlijmscherp slagersmes, maar zonder scheerschuim, dan moesten de ingewanden er nog uit, het varken in twee helften gekliefd worden en pas dan werd de kop open gehakt en kwamen de begeerde hersens van het beestje te voorschijn....
Even later verwijderde de slachter dan de galblaas van de lever en dat werd dan het traditionele slachtontbijt... Gebakken lever en hersens met boterhammen en koffie...
Het klaarmaken van de hersens deed ik zelf. Misschien was dit wel het eerste gerecht dat ik ooit heb leren klaarmaken...
Moeilijk was het niet hoor! Ik zie de juf in de kleuterklas nu al bezig; en kindjes vandaag gaan we lekkere hersentjes klaarmaken.... !
Neem de nog lauwe hersenen, want hersens moeten zeer vers zijn... en haal een klein jong sjalotje uit de tuin.
Verder, een braadpannetje, boter, peper en zout en een ei... Dat is het.
Fruit het fijn gesnipperd sjalotje in boter. Als de sjalot begint te bruinen doe je de hersens er bij. Kruid met peper en zout en prak alles fijn met een vork... De grauwe prut die je nu gemaakt hebt is niet om aan te zien... Daarom en om nog wat meer volume te krijgen doen we er nog een ei bij... Zo maar, breek het ei boven de pan en roer... Nu krijg je een grauwgele massa... echt niet om aan te zien... Als je muskaat lekker vindt mag er ook wat nootmuskaat over geraspt worden. De eerste prijs win je er zeker nergens mee. Zeker weten.
Maar smeer deze vieze brij nu dik uit op een stuk vers brood, niet zo een dun sneetje maar een dikke homp vers wit brood... Hemels lekker is dat en je wordt er nog slim van ook, zegde de slachter altijd...
Van diegenen die de tekst reeds hebben gelezen tot hier, liggen er nu gegarandeerd een paar op apegapen...!
Dus we wachten even zodat ze een slokje kunnen gaan drinken.
Dat deed tijdens de slacht ook iedereen. De fles jenever kwam nu voor de pinnen en er werd gedronken op sus het varken... dat nu mooi open gespreid en proper gewassen en geschoren op de ladder hing. Zijn kop in het water en zijn hersens hier... bij mij... in t buikje...
Dat was mijn eerste ervaring met hersens... Toevallig hoorde ik een paar weken geleden op de radio identiek hetzelfde vertellen door Johan Seghers, de extravagante Antwerpse kok, voorstander van slachtafval... Restaurant t Fornuis, en eten wat de pot schaft want hij heeft geen kaart!
Veel later leerde ik dat het vlies van de hersenen moet verwijderd worden. Waarom?
Wel dat vlies oogt niet zo mooi, dat geeft een spinnenwebachtige afdruk op de hersens na de bereiding en als het ontsteekt wordt het varken er erg ziek van...
Om dit vlies te verwijderen breek je eerst de twee hersenhelften uit mekaar en haal het stuk, dat de kleine hersenen genoemd wordt, er ook af. ( Het stukje waaruit het ruggenmerg vertrekt)
Neem de delen in de hand en hou ze onder de zachtjes stromende kraan.Het water baant zich een weg tussen het vlies en de grijze hersenmaterie zelf waardoor het vlies bijna vanzelf lost.
Doe dit met de drie delen en laat de stukken daarna weken in een kom met ijskoud water. Ververs dit water geregeld. Een uurtje uitlogen is meestal voldoende om alle bloedresten te verwijderen.
Zet terwijl een pan op het vuur met zout peper en een laurierblaadje. Voeg een ruime scheut azijn toe. Laat de hersenen hierin zachtjes gaar worden. Dit duurt niet lang. Voor varkenshersenen een vijftal minuten, voor die van een kalf, tien minuten. Rundhersenen worden weinig of niet gebruikt. Schaapshersenen wel maar die vindt je hier niet zo gemakkelijk. Bij de Marokkaanse slager misschien.
Kalfshersenen zijn de fijnste wordt er beweerd. Eerlijk gezegd proef ik zeer weinig verschil tussen beide ...
Als de hersenen voldoende lang gekookt hebben, zeer zachtjes gekookt, laat je ze afkoelen in dit kookvocht.
Maak nu een dikke mosterdvinaigrette. Doe dit door een eetlepel scherpe dijonmosterd los te roeren met twee eetlepels azijn, peper en zout en roer daar ongeveer een deciliter slaolie bij. Best van al gaat dit met een kleine staafmixer. Zo krijg je een mooie gebonden saus. Voeg desnoods wat azijn of water bij tot een mooie sausdikte bereikt wordt.
Voeg hier nu zeer fijn gesnipperde sjalot en peterselie aan toe of enkele gehakte kappertjes.
Overgiet de hersentjes die je eerst in dikke plakken gesneden hebt met deze saus en smul ze op met stukjes brood.
Let wel op tijdens de bereiding dat je de hersenen zelf zeer voorzichtig behandelt want het is een zeer kwetsbare materie, ook als reeds gekookt zijn.
Een andere mogelijkheid bestaat er in om de hersens te bakken in schijfjes.
Snij de gepocheerde hersenen daarvoor in dikke plakken en wentel ze door bloem. Desgewenst kan ook paneermeel gebruikt worden maar dat plakt niet zo goed. Bak de hersensdaarna voorzichtig in hete boter. Besprenkel ze nadien met citroensap of het vocht van kappertjes uit een bokaaltje plus enkele kappertjes, als het maar lichtjes zuur smaakt. Versier met gehakte peterselie en overgiet met gebruinde boter.
Als je nu spreekt over een caloriebom en in dit geval ook nog over een cholesterolbom, dan ben je hiermee goed bezig...! Hersens bevatten van alle voedingsmiddelen het hoogste cholesterolgehalte.. na eierdooier!
Een soufflé wordt er ook wel eens van gemaakt. Maar wie maakt er nu in godsnaam nog soufflés?
Meng daarvoor een deel dikke bechamelsaus met evenveel fijngemaakte hersens, doe er enkele eierdooiers bij en het eiwit hiervan, opgeklopt tot niet al te stevig schuim. Giet in een geboterde vorm en bak in de oven tot de soufflé mooi opgekomen en is en toch gaar. Anders zakt de soufflé even snel in mekaar als de waarde van de Fortis aandelen een tijdje geleden...
Ook kan er een omelet gemaakt worden van de hersenen. Zoals hierboven eerst geschreven mogen meer dan één losgeklopt ei bij de hersenen gevoegd worden. Zo kan er een omelet van gebakken worden. Gebruik wel een anti kleefpan anders wacht er miserie....
In plaats van een omelet is een roerei even goed mogelijk... Een roerei is uiteindelijk niets anders dan een mislukte omelet. Niet ?
Gekookte hersenen kunnen door een frituurdeegje gehaald worden en gebakken worden in de frituur. Traditioneel komt er tomatensaus bij. Enkele takjes gefruite peterselie zal ook niet misstaan bij dit gerechtje. Dit is wel een recept uit de zeer oude keuken maar misschien kan het idee nieuw leven ingeblazen worden? Het gerecht heeft zelfs een naam: à lOrly. Cervelles de veau Orly...
Anderen beweren dat het Horly moet zijn... Wie weet? De benaming heeft verder niets met de oude Parijse luchthaven te maken...
De slager mengde vroeger gekookte hersenen met citroenmayonaise en gehakte peterselie. Dat was dan de beruchte of beroemde saus om bij de kalfskop te eten... De slager sneed dan schijfjes van een blok kalfskop, sneed die verder in kleine blokjes en mengde dat met dit sausje... Het gerecht is nog niet vergeten maar nergens meer te vinden vrees ik.
Raar, op zoek naar een foto om hierbij te zetten was er nergens op de Nederlandstalige sites een foto te vinden van bereide hersenen, op de Franse sites des te meer...
Hoe dit komt? Het Franse woord cervelles wordt gebruikt om aan te duiden dat het over het fysieke orgaan, de hersens gaat. Cerveau, daarentegen duidt op het brein, de hersenen als functie!
Mijn hersenen zeggen nu dat het hoog tijd is om iets nuttiger te gaan doen dan hier mijn tijd te verdoen aan al dit gebeuzel...!
Op zoek naar een onderwerp dat hier nog niet behandeld werd, kwam de banaan als winnaar uit de bus. Misschien werd hier en daar er wel eens gerept over de banaan maar veel zal het nooit geweest zijn.. Dus hieronder alles wat je over de banaan wilde weten maar nooit durfde vragen.
Als eerste de klassieke vraag; groeit een banaan aan een boom of een struik?
Vermits die aap het ook niet weet: de banaan groeit aan een soort reusachtige prei... Is de banaan een groente of fruit..? Men geraakt er niet aan uit. Er bestaan zowel bananen die fungeren als groente als er zoete bananen bestaan.
Ooit heb ik een bananenboom of struik of huiskamerplant gehad. Gekocht vele jaren geleden in de Brico. Van miserie heb ik hem in een vuilnisbak moeten overplanten, zo snel groeien dat hij deed en geen enkele bloempot die nog groot genoeg was. Een volledige emmer water pompte de plant letterlijk door zijn stengels naar boven naar zijn bladeren om daar als druppeltjes terug naar beneden te vallen.
Spijtig is er nooit een bloem, dus ook geen vrucht aangekomen. De plant is tweejarig, dus de vrucht ontstaat pas het tweede jaar en het eerste jaar moet de plant reeds een hoogte van 1,5 meter halen wil hij een bloemknop kunnen ontwikkelen. De plant was van het type dwerg Cavendish.
Er bestaan veel soorten bananen. Wij denken soms, banaan is banaan. Zeker niet waar!
De grote Cavendish is nu de meeste verkochte, omdat dit type banaan het beste het transport verdraagt.
Buiten de gewone gele handbanaan bestaan er nog rode bananen, babybananen, bakbananen, appelbananen, de golden banaan... en die hebben allemaal nog hun varianten.
Bananen rijpen op een speciale manier. Dikwijls wordt het rijpingsproces reeds in gang gezet aan boord van de schepen die de bananen van Afrika of Zuid Amerika naar hier brengen.
Tijdens het transport wordt het rijpingsproces onder controle gehouden door te koelen.
In normale omstandigheden begint een onrijpe banaan op een bepaald ogenblik ethyleen te produceren. De uitwasemingen van dit gas veroorzaakt een reactie die ervoor zorgt dat de banaan plots in hogere mate ademt. Dat is het startsein voor de rijping: het aanwezige
zetmeel wordt omgevormd tot suikers, de weefsels worden zacht, het chlorofyl in de schil wordt afgebroken en de banaan wordt geel. Wil men de rijping kunstmatig op gang brengen, dan stuurt men dus ethyleengas doorheen de rijpingskamers en verhoogt men er de temperatuur.
Eens je bananen gekocht hebt bewaar ze dan nooit in de koelkast dat remt hun rijpingsproces weer af en zorgt voor beschadigingen: de schil zal zwart worden.
Wil je dat een banaan sneller rijpt, stop ze dan in een papieren zak, eventueel samen met een rijpe appel of tomaat. Die vruchten en/of groenten stimuleren dan elkaars rijping.
De ideale bewaartemperatuur is 12 graden.
Als je een banaan in een plastic zak stopt zie je al snel druppels aan de
binnenkant van de zak. Dit is ethyleengas (in condensvorm) en dat komt vrij uit de banaan zelf. Als je de zak dus afsluit rijpt de banaan sneller. Ook appelen en peren laten dit ethyleengas los. Dit fruit bij elkaar op de fruitschaal rijpt dus sneller.
Dit is ook de reden dat een bos bloemen boven een fruitschaal veel sneller verlept is.
Bewaar bananen daarom gescheiden van ander fruit en niet in de buurt van bloemen.
Liefst op 12 graden, dan gaat een tros ruim een week mee!
Genoeg bananentheorie nu...
Wat doe je er zoals mee behalve uit het vuistje opeten?
De bakbanaan word in de Afrikaanse cultuur veel gebruikt. Ook hier bij ons zijn bakbananen te koop in de exotische supermarkten of in de zwarte winkeltjes.
Om ze te bereiden kun je ze gewoon in de oven stoppen, met schil en al. Als ze zwart verkleurd zijn, kunnen ze gepeld worden en in stukjes gesneden. Het smaakt naar gekookte aardappelen van slechte kwaliteit. De gare banaan kan ook verder gebakken worden in olie of in de frituur. Daar strooi je dan een ruim handvol fijn gesneden pili pili over uit. Zo heb je de echte Afrikaanse smaak te pakken.
Van de bananenbloem wordt in Azië een salade gemaakt met een vezelige structuur. Niet de moeite waard om zelf eens te proberen. Alhoewel de bloem hier soms vers of in blik of bokaal voor veel geld te koop aangeboden wordt.
Van de zoete banaan wordt een letterlijk wereldberoemd dessert gemaakt; de banana split.
Het woord zegt het een beetje zelf; een gespleten banaan. Er bestaan vele recepten maar meestal komt het hier op neer dat van een in de lengte doorgesneden banaan, de twee helften in een langwerpig schaaltje gelegd worden. Daartussen komen dan enkele bollen vanille-ijsroom en het geheel wordt overgoten met warme chocoladesaus en afgewerkt met een berg slagroom. Zo iets als onze dame blanche maar met banaan extra.
Bananasplit is ook een zeer flauw plezant programmaatje op TV waarmee je verondersteld wordt te kunnen lachen...!
Geflambeerde banaan is ook een tijdje een succesnummer geweest ten tijde dat alles in de restaurants eerst geflambeerd werd vooraleer het consumeerbaar was. De tijden veranderen toch snel...! Daarvoor werden ook weer in de lengte doorgesneden bananen eerst wat verwarmd in boter, daarna bestrooid met fijne suiker en nadien in de fik gestoken. Als brandstof gebruikte men cognac of Grand marnier of iets dergelijks...Het flamberen werd steeds gedaan aan het tafeltje van de klant in een mooie koperen pan op een spiritusbrandertje. Des te hoger de vlam des te beter het dessert gelukt was.
Het laatst dat ik het zag doen was enkele jaren geleden in Vietnam met een steekvlam tot aan het plafond als apotheose... welke lokale alcohol dat ze ervoor gebruikten zou ik niet weten.
In gans Azië kan je bananafritters krijgen als dessert. Desserten zijn niet echt Aziatisch. Verse vruchten, dat wel, maar een gekookt warm dessert is niet echt de top aldaar.
Maar banaanbeignets dat wel.
Daarvoor worden de bananen in vier stukken gesneden, eens in de lengte en dan nog eens dwars. De stukjes banaan worden dan door bloem gewenteld en door een beslagje gehaald en gebakken in de frituur of in hete olie... in de wok. Dikwijls worden ze dan geserveerd met warme vloeibare honing overgoten of gedoopt in een suikerstroopje met een vruchtensmaak.
Zeer gekend bij ons is de fruitsalade. Ook iets dat aan het verdwijnen is. Wil je banaan in de salade doen, zorg er dan voor dat de stukjes banaan eerst goed gemengd werden met citroensap, anders zullen ze bruin verkleuren. Meng de banaan pas op het laatste moment met de andere vruchten want anders wordt ze een beetje zompig en bruinig.
In de fruitpapjes voor babys wordt vaak een stukje banaan fijngeprakt maar daar ken ikverder niets van...
Er wordt ook een bananenlikeur gemaakt, de Pisang Ambon. Een gifgroen zoet drankje.
Pisang betekent banaan in het Maleis, Ambon is een eiland in Indonesië.
Toen ik in Ruanda werkte kwam president Khadaffi daar eens op bezoek en kreeg enkele bananenplanten als geschenk mee. De katholieke zwartjes hebben de bananenplanten eerst goed gevoed met varkensmest vooraleer de planten mee naar Lybië gingen...
In hetzelfde Ruanda maakte men een gele drank van bananen. Ik zal niet proberen om het woord hiervoor neer te schrijven, ik kan het amper uitspreken...en dannog...
Het meest intrigerende er aan is dat, om de drank te bereiden stukken banaan gekauwd worden door tandeloze oude vrouwtjes die de prut daarna in een grote ton spuwen waar de massa spontaan tot gisting komt.
Ik heb niet kunnen weerstaan aan de verleiding.... met de ogen toe en het verstand op nul, enkele lekjes geproefd en ... best te doen, zeggen ze in Antwerpen... maar als je dat beeld van die kauwende zwarte omas dan plotseling weer voor je ogen ziet opdoemen, geef mij dan toch maar een Pisang Ambon. ( Daarvan weet ik niet hoe dat gemaakt wordt??? )
Toch om de routine niet te verbreken zal ik een mooi
receptje voor een perentaart hier neerzetten.
Velen hebben ook al geïnformeerd hoe het met mijn vrouw
gaat...?
Ja, die was toch in Egypte, haar tiende trip gaan vieren..
Geen nood, zij is al twee weken terug, juist voor de herrie
daar begon.
Een gedeelte van haar kompanen zijn ginder nog. Die zijn ook
veilig en bevinden zich in een klein stadje niet zo ver van Cairo en weten niet
of er een vliegtuig hen kan komen of niet. Het zijn allemaal volleerde
globetrotters en ze worden begeleid door een groepje zeer ervaren en gehaaide Egyptenaars.
Terug naar de taart nu:
Officieel heet deze taart, Bourdalouetaart. Dit naar een
Parijse bakker die in de Rue Bourdaloue woonde in de jaren stillekes.
Het is een perentaart waarbij de peren ingebakken zitten in
een soort frangipane.
Gebruik bij voorkeur conferenceperen die reeds mals aanvoelen.
Zeer lekker en liefst zo vers mogelijk, zelfs lauw, te eten
met een koemmeke koffie!
Bourdaloue taart
Benodigdheden :
Voor
het zanddeeg :
·100 boter
·80 g bloemsuiker
·een mespunt vanillepulp
·een snuifje zout
·200 g gezeefde bloem
·40 g amandelpoeder
·40 g bloemsuiker
·
Voor de amandelroom :
·100 g melk
·100 g amandelpoeder
·100 g boter
·100 g suiker
·2 eierdooiers
·1 eetlepel maïszetmeel
·een snuifje zout
·6 rijpe peren.
Bereiding :
·Maak
eerst het zanddeeg. Meng met de vingertoppen 100 g boter, 40 g bloemsuiker, 2
eierdooiers, de vanille en een snuifje zout. Voeg dan de bloem, het
amandelpoeder en 40 g bloemsuiker toe. Meng het deeg voorzichtig zonder veel te
kneden. Laat 2 uur rusten.
·Rol het deeg uit en plaats het in een
taartring. Druk zachtjes aan en rol de randen af met een deegrol. Schuif gedurende
een half uur in een matige oven (170) graden. Laat het deeg niet kleuren. De
taart mag dan afkoelen. Gebruik eventueel een valse vulling.
·Meng alle ingrediënten voor de amandelcrème en
laat twee uur rusten in de koelkast.
·Bedek de bodem van de taart met de
amandelcrème.
·Schil
de rijpe peren en snijd ze in de lengte in vier of in acht. Onrijpe peren
kunnen in deze taart ook aan de bak komen, maar ze moeten dan eerst wel even
worden gepocheerd in een siroop met vanille en kaneel.
·Schik
de perenstukken op een artistiek verantwoorde wijze bovenop de room. Druk ze
lichtjes in het beslag.
·Bak
de taart gedurende een half uur in een oven van 185 graden tot de amandelroom
is opgesteven en de bereiding een blond kleurtje heeft gekregen. Serveer deze
heerlijke taart op kamertemperatuur.
Allée, smakelijk
en verslik je niet in de koffie...!
Op het andere blog, keukenweetjes staat nu een stukje te lezen over Brugge kaas.
Tijdens het schrijven daarvan kwamen vele herinneringen terug naar boven... Delen daarvan staan ook ergens op een van mijn oudere blogs te lezen maar ik heb ze hier nog eens boven gehaald.
Toen ik mijn lerarenopleiding volgde in Brugge, werden wij verondersteld om af en toe ook eens les geven. Het onderwerp mochten we vrij kiezen. Zo kwam ik op het onzalige idee om een les te geven over kaas.
De theoretische materie kende ik wel:
- Inleiding.
- Hoe wordt kaas gemaakt.
- Soorten kaas.
- Welke kazen in welke landen. België, Frankrijk, Zwitserland, enz...
- De rest van de reutemeteut...
Maar als je wil les geven heb je ook didactisch materiaal nodig. In dit geval, kaas !
Starten vanaf de koe of de geit zou tamelijk moeilijk zijn.
Wat zou er nu beter zijn dan zelf een kaasje te maken, zo kon ik gans het proces een beetje aanschouwelijk maken!?
Melk, zout, een vorm om de kaas model te geven, dat is ongeveer alles wat nodig is om een kaas te maken. Niet te vergeten dat er ook enige kennis voor nodig is.
Een proper gewassen zakdoek kon dienst doen als kaasdoek maar... er is ook stremsel nodig om kaas te bekomen. Nu moet je in een stad zoals Brugge eens zoeken naar stremsel. Eén apotheker wilde het bestellen voor mij maar de prijs die hij voorstelde lag buiten mijn budget.
Nu had ik ooit ergens gelezen dat erwtenpeulen ook melk kunnen doen stremmen.
Dus naar de GB, nu Carrefour, het was voorjaar, en daar een handvol verse erwtjes gekocht. De erwtjes hebben we opgegeten en de peulen in een kom melk gelegd.
Hoe lang moeten die peulen daar nu in? Weten jullie het ? Ik toen ook niet en nu ook nog niet!
s Anderendaags was er in ieder geval nog geen spoor van stremming te bekennen.
De dag daarna ook niet. Toen, na drie dagen begon de melk plotseling te verdikken...
Ze was gewoon zuur geworden want ik had de melk niet in de koelkast gezet om het stremmingproces niet te vertragen ( dacht ik). Op de koop toe had ik melk uit een brikverpakking gekocht... die blijft zelfs buiten de verpakking zonder koeling volledig intact.
Het was toen reeds woensdag en op zaterdag moest ik mijn kaasje hebben.
De verzuurde inhoud in een kartonnen ring bekleed met een zuivere uitgewassen zakdoek gekieperd en dan maar wachten wat er nadien zou gebeuren.
Dat viel wonderbaarlijk goed mee...
De smurrie veranderde in kaas! De geur die opsteeg uit het doosje was onmiskenbaar de geur van zweetvoeten...
Nog een bordje op het kaasje gelegd om een mooi model te bekomen en op vrijdag had ik iets dat zeer goed op kaas geleek. Een beetje bleekjes weliswaar maar met een geweldig aroma.
Op zaterdag naar de klas, les gaan geven over kaas aan de medeklasgenoten.
Mijn didactisch materiaal had ik een stukje aluminiumfolie verpakt.
Mijn buurman, wij zaten toen nog mooi twee per twee aan een bankje, weet je nog ... begon reeds vieze smoelen te trekken en hij verdacht mij ervan, allerlei niet in een klaslokaal geapprecieerde handelingen ( nu ja, handelingen) verricht te hebben.
Toen ik tijdens de les mijn zelfgemaakte kaas uit de folie haalde deinsde iedereen verschrikt achteruit. Een bataljon soldaten die drie weken gemarcheerd hadden en nu hun combat boots losknoopten, dat was ongeveer de geur die uit het folie opsteeg...
En toch : ik heb een stukje uit de kaas gesneden, prachtig was dat, helemaal vol met mooie gaatjes. Ik heb er niet van geproefd, van de smaak weet ik dus niets en mijn medestudenten ook niet want zij durfden gewoon niet te proeven. Het aantal toiletten in de school was dan ook vrij beperkt
Veel later heb ik mijn toen opgedane kennis (?) goed kunnen gebruiken toen we in Korea woonden. Kaas is in Azië niet bekend. Dat is een beetje overdreven maar kaas is er zeker niet inheems. Aziaten hebben zelfs moeite met de vertering van zuivelproducten. Ze mankeren een bepaald enzym of iets dergelijks om de melkeiwitten te verteren. Of hapert er wat aan hun chromosomen, wie weet?
Na enig verblijf in het buitenland krijgt een mens steeds visioenen over lekker eten.. Voor een doorsnee Belg gaat dat meestal over frieten, bier en chocolade voor de vrouwen. Kaas en wijn behoort ook tot deze groep, en zuurkool en bloedworst... en...
Aan alles is een mouw te passen. Veel zaken zijn op te lossen door het ontbeerde product zelf te maken. Ook kaas maken kan zelf gedaan worden.
Een oude pater benedictijn had nog eens goed herhaald en getoond hoe alles in zijn werk gaat.
Die Duitse paters hadden hun eigen Holsteiner koeien maar houdt eens een eigen koe op een klein Koreaans appartementje.
Het grootste probleem was daarom aan de nodige melk te komen. 45 Kilometer reed ik er voor. Tot bijna aan de grens van Noord-Korea. Akelig was dat, de Zuid Koreaanse stoorzenders stonden daar opgesteld om elke radio-ontvangst uit Noord Korea onmogelijk te maken. Dat leverde een hevig knetterend geluid op in de auto in plaats van muziek uit de luidsprekers, zelfs gewoon met de radio af !
Dan bracht ik 20 liter verse onbehandelde volle melk van echte koeien mee, geen rommel uit brikverpakking, en daarmee konden dan twee kazen van ongeveer één kilogram gemaakt worden.
Soms viel het wat tegen maar we hebben dikwijls mooie kaasjes gemaakt, zacht smeuïg en zonder al te veel zweetvoetengeur. Soms ook te droog of te zout.
Later, eens terug in België wilde ik zelfs een heuse kleine kaasmakerij opzetten. Gelukkig heeft mijn vrouw me toen weer met de voeten op de aarde getrokken. Ga jij maar terug software plegen of desnoods koken of les geven... dat laatste heb ik dan maar gedaan.
(Ik heb ook een kwekerij van tropische vissen willen opstarten, ook een brouwerij, een reisbureau, een productie van gezondheidsstenen en een goudsmederij... )
Toch ben ik er later nog in gelukt om bij mijn moeder thuis een poging te doen om een soort camembert in mekaar te knutselen. Ook dat lukte. Als schimmelstarter gebruikte ik gewoon een gekochte camembert. Dat ging in Korea niet want daar hadden ze geen camembert of brie te koop...
Nog later heb ik geprobeerd om een groene kaas te maken, genre roquefort en ook dat lukte, alleen vreesde ik dat de schimmel in de kaas afkomstig was uit de muren van de vochtige kelder bij mijn moeder. De schimmel was grijsachtig en niet groen of blauw... Dus ook nooit van geproefd... Toch zag de kaas er lekker uit.
Op het andere blog, keukenweetjes heb ik eens beloofd om een uitleg te geven over het opbinden van kwartels. Er stond toen een link bij naar een Franse site. Als je nu op die link klikt vindt je : page introuvable...
Dat is de miserie van het internet, dat verandert voortdurend...
Dus naar de supermarkt om een kip te kopen, ik zal ze dan wel zelf opbinden, was dan het idee. De enige hele kip die Colruyt verkoopt zijn kippen met een label... Hoevekip...zogezegd. Dus duur!
Eerst nog eens uitleggen hoe het vroeger ging. Dat gaat zo als je ouder aan het worden bent...!
Kippen kwamen toen binnen in de keuken, geslacht dat wel, maar met de kop, oren en poten en ingewanden er nog aan en er in... Zo kon je ze ook kopen bij de poelier.
De ingewanden werden er dan uitgehaald; een vies werkje. De kop er af gehakt en de nek vrij gemaakt. Zelfs die nek bleef dikwijls aan de kip vast zitten. Die was voor de heer des huizes die graag de kippennek oppeuzelde.
Van de poten werden alleen de tenen afgehakt. Zo bleef er nog een stukje van het been vastzitten. Daar zouden later na het braden de papillotten opgestoken worden. Dat waren decoratieve papieren kokertjes met franjes die de gebraden kip zijn feestelijk uitzicht gaven. (Nu op het internet niet één, zelfs geen klein, fotootje te vinden van zo een opgedirkte kip, ik zal het weer zelf moeten doen.)
Op de foto helemaal bovenaan zie je zo een kip met de stukjes poot er nog aan. Die kip is ook mooi opgemaakt maar zonder touw te gebruiken. Dit lukt alleen maar vanuit het slachthuis, brider à lentrée noemen de Fransen dat.
Door allerlei wetgevingen mochten later geen kippen meer verkocht worden met de poten er nog aan en de ingewanden er nog in, wegens gevaar voor salmonellabesmetting en nog wat van die flauwe kul... Maar ik neem dat aan hoor, als je nu leest en hoort en ziet wat het doorsnee publiek met hun voedsel aanvangt... droevig is dat...
De kippen van nu zijn reeds opgebonden met een soort elastiek die hittebestendig is. Maar kwartels en fazanten en dergelijke zijn dikwijls niet opgebonden bij aankoop, daarom volgt een hele serie fotos over hoe je dit zelf kunt doen.
Je hebt er wel een grote naald, een brideernaald, voor nodig die normaal in elke goede keukenwinkel moet te koop zijn. De naald op deze foto is wel extra groot maar dat werkt ook gemakkelijk.
Op het eerste beeld zie je een kip, een kieken... een luxekip met label en zwarte poten...
Uiteraard moet eerst de hele papierwinkel verwijderd worden en als er nog klompen vet of andere ongerechtigheden in de kip zitten haal je die er beter ook eerst uit.
Op het volgende beeldje wordt de naald door de vleugels geprikt. Als het nekvel nog vastzit aan de kip wordt dit ook mee vastgeprikt. Deze kip had geen nekvel meer...
Let er op dat het touwtje niet vastgeknoopt is. Dat is voor niets nodig en de knoop zou het doortrekken van het touw alleen maar bemoeilijken. Laat gewoon een stukje touw van ongeveer 15 centimeter vrij los hangen.
Trek het touw door de vleugels en prik nu de naald door beide poten, net onder het kniegewricht. ( Alhoewel dit niet klopt, dit is reeds de voet van de kip...)
Indien mogelijk worden zelfs de buikflappen mee vast geprikt.
Trek ook het touw hier door.
Nu heb je aan één kant twee eindjes touw. Leg er een losse gewone huis, tuin en keukenknoop in. Sla het losse eindje touw er nog eens door.
Als je dit geheel nu goed aantrekt en terwijl de kip een halve slag doet draaien op haar zijkant, dan blijft de voorlopige knoop strak vast zitten.
Anders roep je maar iemand die zijn vingertje op de knoop legt om hem vast te houden.
Leg nu een definitieve knoop. Alles zit nu goed vast. Knip de eindjes weg.
Zo is de kip netjes opgebonden volgens de regels en je hebt letterlijk een kieken genaaid...!
Vermits deze kip toch gekocht was als didactisch materiaal, zit ze nu in stukken verdeeld in de diepvriezer,... ik heb ik ze nog eens verder verdeeld in panklare stukken.
Eerst de twee bouten er af gehaald. Doe dit met een behoorlijk mes... en niet met een mes dat gratis gekregen werd bij de Flair of bij een pak waspoeder. Dat is om miserie vragen.
Daarna snij je de twee borstfilets er af.
De vleugeltoppen heb ik hier in stukken verdeeld omdat ze nadien in een bouillon gegaan zijn. Kippenvleugels zijn zeer lekker maar met twee stuks kan je niet veel aanvangen.
De twee bouten kunnen best ook juist op het gewricht in twee stukken verdeeld worden. Snij langs de binnenkant van de bout, zo gaat dat heel vlot.
Nu blijft het karkas nog over.
Ook dit kan letterlijk in twee stukken gebroken of gehakt worden.
De twee borststukken en de bouten zijn de diepvriezer in gegaan.
Van het karkas en de vleugeltjes heb ik een fond gemaakt gewoon met een ui, een takje selder en enkele kruiderijen zoals tijm een laurier... Peper en zout
Na een uurtje koken heb ik alle vlees van de beentjes gepeuterd, en dat is nog heel wat.
De beentjes zijn nogmaals de pot in gegaan en hebben nog een half uurtje getrokken. Zo verkrijg je een sterke en lekkere kippenfond.
Deze kippenfond staat nu in de koelkast en zal morgen in soep veranderen.
Van het afgepeuterde vlees heb ik een vulling voor kippasteitjes gemaakt samen met een beetje gestoofde champignons, kleine gehaktballetjes en een saus gemaakt van de fond.
Categorie:Maak het zelf Tags:Kip opbinden, kip versnijden, brideren, brideernaald
16-01-2011
Experimenteren
Ik ben een beetje later dan gewoonlijk met dit stukje omdat ik eerst enkele experimenten heb moeten doen.
Zo gaat dat toch, als je op zaterdagavond een artikeltje wil schrijven over een experiment, doe je dat experiment op zondagmiddag want zaterdagavond vindt je plotseling ergens op het www dat verslavende spelletje dat bubbels heet
Iedereen heeft waarschijnlijk reeds gehoord van de moleculaire keuken?
Daarmee wilde ik reeds lang geleden enkele proefjes doen maar zo eenvoudig ligt dat allemaal niet. De scheikundewinkel die hiervoor nodig is kan niet zo maar bij de kruidenier gekocht worden en via het internet zijn deze producten nog duurder dan ze in de horecagroothandel zijn.
Het eerste en gemakkelijkste experiment is de zogenaamde sferification. Bolletjes of pareltjes maken met een smaakje
Na lang zoeken had ik toen een traiteur gevonden die mij een beetje van zijn poedertjes wou verkopen Uiteindelijk heb ik ze van hem cadeau gekregen. Brave man!
De bolletje worden gemaakt door een vloeistof met sterke smaak te verdikken met, schrik niet, natriumalginaat ! Deze verdikte vloeistof word dan in bad van water en calciumchloride gedruppeld. Deze druppels verharden in dit bad en vormen zo kleine kogeltjes of sfeertjes. Het woord sferification betekent gewoon; sfeertjes of bolletjes maken.
Het eerst gekende product dat in het restaurant El Bulli met deze techniek gemaakt werd was de meloenkaviaar. Kleine gele kogeltjes die naar meloen smaken
Het alginaat van de brave traiteur heb ik nog steeds. (Het is ondertussen reeds minstens drie jaar oud ) Het calciumchloride is reeds lang veranderd in een waterig plasje. Wist ik veel dat dit soort calciumzout zeer vochtaantrekkend is. Dezelfde namiddag reeds had ik geen korrels meer maar een helder plasje slecht smakende vloeistof op de keukentafel Het was wel regenachtig weer toen ik de poeders ophaalde. Het alginaat heb ik veilig bewaard tot meer geschikte tijden zouden aanbreken.
Op 31 december van vorig jaar, 2010 dus, stond er op ncrnext.nl een artikeltje over het maken van pareltjes met crème de cassis.
Een paar dagen later geeft mijn broer me een pakje met daarin een doosje natriumalginaat en een doosje calciumchloride gelukkige Nieuwjaarendaar moogt ge dan een beetje mee spelen !
Bovendien staat er thuis in de schapraai toch wel een fles crème de cassis met nog een kletske er in zeker
De commerciële naam voor natriumalginaat is Algin en hetzelfde voor de calciumchloride: Calcic. Deze producten worden verdeeld door El Bulli, de pioniers in dit soort keuken.
Zo, deze middag heb ik mij er dan mee geamuseerd.
Hier volgt een stukje tekst uit het de NRC:
Het principe is simpel: Algin vormt een gelachtige substantie als het in aanraking komt met Calcic. Druppel een vloeistof waarin alginaat is opgelost in een waterbad waarin calciumchloride is opgelost en er ontstaat een pareltje.
De simpelste maar superfeestelijke champagnetoepassing voor spherificatie is: Kir Royal met crème de cassis-kaviaar.
* 1,5 dl crème de cassis
* 0,5 dl Monin cassissiroop
* 3 gr Algin
* 1,5 gr Calcic
De verhoudingen zijn voor beide stoffen (Alginen Calcic) in principe 5 gram op een liter. Maar met alcohol werkt het niet zo goed, dus doen we wat meer.
Meng eerst 1 gram Algin met een staafmixer door 1 deciliter crème de cassis. Als het goed is wordt het nu dikkig. Roer er de rest van de crème en de siroop bij en mix er nog 2 gram Algin door. Laat het staan tot de lucht er uit is getrokken. Dat kan makkelijk een uur duren. Je ziet het vanzelf als de luchtbelletjes er uit zijn.
Los 1,5 gram Calcic op in een liter water. Hang een zeef in een kom zodat die grotendeels onder staat. Druppel met een injectiespuit of een pipetje (beide voor minder dan een halve euro bij de apotheek of drogist verkrijgbaar) het alginaatmengsel in de zeef die in het water met Calcic hangt. Laat de pareltjes een halve minuut uitharden. Spoel ze af door de zeef in een andere bak met zuiver water te hangen. Laat de pareltjes goed uitlekken en schep ze voorzichtig in een glas champagne.
Leg een flinke laag parels in ieder glas, anders proef je er weinig van. Serveer ze direct, want na een kwartiertje zijn ze volledig uitgehard en worden het een soort gelballetjes.Eén voor één dansen de pareltjes langzaam door de champagne omhoog. Superfeestelijk.
Zoals het bij alle proeven gaat heb ook ik bovenstaande eerst geprobeerd en daarna gaan opzoeken hoe het eigenlijk moet
De wachttijd van een uur moet je zeker respecteren de stroperige vloeistof wordt dan terug helder. Op de foto is een witte vlek op de vloeistof in het glas te zien dat is nog resterend schuim.
De bolletjes die ik bekwam geleken meer op mini vliegende schotels. Platte ovaaltjes. Mijn vermoeden ging in de richting dat de hoeveelheid calciumchloride wel eens te weinig zou kunnen geweest zijn. Dat klopt ook, volgens de site van Chef Simon, is er 10 gram calcic nodig voor een liter water. Hier wordt maar ongeveer 5 gram gebruikt.
De druppeltjes uit de druppelteller ( ik heb een gewone druppelteller gebruikt) laten vallen juist boven het wateroppervlak helpt wel.
Wel is het waar dat de alcohol in de crème de cassis het uitharden tegenwerkt. Zelfs de hardheid van het gebruikte water heeft zijn invloed. Conclusie, met deze techniek moet eerst geëxperimenteerd worden om tot een perfect resultaat te komen.
Verder is hier niet veel aan toe te voegen.
Maar probleem één, een weegschaal die tot op een tiende van een gram nauwkeurig kan wegen is absoluut nodig. Gelukkig zijn die de laatste tijd te koop voor een tiental euro. Steeds van Chinese makelij, ongeijkt maar ze zijn nauwkeurig genoeg. Zoeken is de opdracht via internet of in de elektronicawinkel Ik heb nog meer dan honderd euro betaald voor mijn weegschaaltje, maar dat is ook weer lang geleden.
De basisvloeistof moet zeer sterk smaken anders merk je er niet veel van.
Velen zullen misschien gruwelen en vinden dat dit allemaal pure scheikunde is Dat is het ook, maar de producten zijn volkomen veilig. Alleen de calciumchloride mag je niet met natte handen aanraken, dat kan in het ergste geval erge verhitting veroorzaken. Een beetje zoals wat er gebeurt bij het aanraken van sodakristallen. Bewaar deze korreltjes ook zeer droog en goed afgesloten of je vind een plas vocht terug..!
Calciumchloride wordt ook gebruikt om groene boontjes in blik of glas mooi stevig te houden, anders koken de boontjes tot pap! Maar het kan ook gebruikt worden om sneeuw te ruimen ! Hadden we dat deze winter maar gehad !
Het alginaat is een derivaat uit algen, het woord zegt het zelf Ook dit wordt voor allerlei doeleinden gebruikt onder andere in de geneeskunde en om afgietsels van het aangezicht van doden te maken dodenmaskers dus
Als je nu nog zin hebt om zelf eens te experimenteren, stuur dan een mailtje, maar ik ben zeker geen specialist na dit ene experiment.
Categorie:Maak het zelf Tags:Sferification, alginaat, calciumchloride,
09-01-2011
Hoppas
Mijn vrouw is weer eens nest aan het dragen !
Dat betekent dat ze heel zenuwachtig allerlei persoonlijke bezittingen, waarmee ik mij verder niets te bemoeien heb, op hoopjes bij mekaar aan het dragen is. Allerlei kledingstukken waarmee zij hier niet durft op de straat te komen worden weer eens uit de kast gehaald. Zo bijvoorbeeld een stapel veel te ruime slobberige T-shirts met rare mannekens of woestijnvosjes op en haar hoeden! Je gaat toch niet zonder hoed naar de woestijn ? Die hoopjes verdwijnen dan plotseling weer uit het beeld. Allerlei boodschappen moeten nog dringend gedaan worden, afspraken met vriendinnen kunnen plotseling niet meer doorgaan en andere koffiekletsen of etentjes moeten absoluut nog voor het uur H afgewerkt worden!
Aan de telefoon klinkt het van : ik zal wel terug bellen als ik weer thuis ben !
Sinds donderdag staat haar lichtblauwe reistas, 12 kilo zwaar of licht, in de gang klaar.
Mijn eega gaat de Egyptische woestijn weer eens stofzuigen . Voor de tiende keer reeds. Toen ik haar vroeg of ze nu gratis mee mag kreeg ik geen antwoord!
De reistas van slechts 12 kilo, dat is geen toeval Elke medereiziger moet wat toegelaten kilos in reserve houden om Belgisch bier, vooral Duvel, mee naar de Grote Zandzee te slepen.
En bier weegt zwaar, zelfs als het in blik verpakt is en de woestijn maakt dorstig heel dorstig.
Wist je trouwens dat de Egyptenaren de uitvinders van het bier zijn?
Een beetje schoolse theorie:
De Egyptenaren hadden reeds 4500 jaar voor onze jaartelling de kennis om bier te maken. Het zal wel niet hetzelfde bier geweest zijn als nu. Tijdens de middeleeuwen werd bier vooral gedronken omdat bier drinken veiliger was om te drinken dan het ongekookte en vervuilde water.
Bij de bierbereiding wordt vooral gerst gebruikt als basisgrondstof. Ook tarwe, rogge en maïs kunnen toegevoegd worden. Het water dat gebruikt wordt bij het brouwen speelt ook een grote rol. Zeer zuiver bronwater is het ideale water om bier te brouwen.
In het kort komt het hier op neer dat graan, vooral gerst, vochtig gemaakt wordt. Hierdoor kiemt de graankorrel en het zetmeel in de korrel zet zich om tot oplosbare suikers.
Deze suiker wordt in de brouwketel al kokend opgelost. Het dan bekomen product noemt men de wort. Daaraan wordt gist toegevoegd om de opgeloste suiker om te zetten tot alcohol en er wordt hop toegevoegd om een bittere aromatische smaak te bekomen. Tijdens de gisting ontstaat ook koolzuurgas dat later het schuim op het bier zal vormen.
Na de gisting wordt het bier een tijdlang bewaard in fusten of tanks om het meer smaak te doen krijgen.
Nadien wordt het op flessen of in vaten getrokken en naar de drankgelegenheden gebracht.
Men onderscheidt bier van lage gisting, zoals al de pilsbieren.
Bier van hoge gisting zoals bijna alle donkere bieren en ..
Bier met spontane gisting. Daar wordt geen gist aan toegevoegd maar de gisten aanwezig in de lucht zetten het bier aan het gisten. Geuze is zo een typisch voorbeeld.
Er bestaan honderden soorten bier in België. Elke brouwer heeft zijn eigen recept en creëert zo ook zijn eigen product. België is het land met waarschijnlijk de meeste biersoorten en allemaal van zeer hoge kwaliteit.
Bieren kunnen ook ingedeeld worden volgens hun kleur :
Witte bieren, bevatten dikwijls tarwe als grondstof. ( Hoegaerden)
Amberkleurige bieren, deze zijn amberkleurig, donkerder dan de pilsbieren. ( Palm)
Bruine bieren, deze zijn gekleurd omdat de mout, de gekiemde gebrande gerst, veel kleurstoffen heeft afgegeven aan het bier. ( Abdijbieren )
Trappistbieren zijn bieren die gemaakt worden in de kloosters van de paters Trappisten. Alle gelijkaardige bieren die niet bij de paters Trappisten gemaakt worden noemt men abdijbieren.
Trappistenbier of kortweg trappist is een bier dat door trappisten, monniken van de orde der cisterciënzers, wordt gebrouwen. Het is dus geen biersoort, zoals vaak wordt gedacht, maar een omschrijving van de herkomst ervan. De naam "trappist" is afgeleid van La Trappe, een Franse abdij waar in 1892 de orde der trappisten is gesticht.
Er bestaan maar zeven trappistbieren : Zes in België en één in Nederland.
"Achel" van de Achelse Kluis in Hamont-Achel
"Chimay" van de Abdij Notre-Dame de Scourmont in Chimay
"La Trappe" van de Abdij Koningshoeven in Berkel-Enschot ( Nederland )
"Orval" van de Abdij van Orval in Villers-devant-Orval
"Rochefort" van de Abdij Notre-Dame de Saint-Rémy in Rochefort
"Westmalle" van de Abdij van Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart in Westmalle
"Westvleteren" van de Sint-Sixtusabdij in Westvleteren
Men probeert nu bier te promoten als drank bij de maaltijd. Bier werd sinds eeuwen gedronken aan tafel maar deze gewoonte werd onder invloed van de Franse keuken verdrongen en zo werd wijn drinken aan tafel de gangbare norm.
Bij rauwe schelpdieren past een wit bier. Bij vis in saus kan een blond bier gedronken worden.
Bij schaaldieren en wit vlees past een amberkleurig bier.
Bij chocoladedesserts, sterk smakende kazen en vlees dat langdurig gestoofd werd past een donker bier.
Bier is ideaal als aperitief, vooral een frisse pils is de ideale starter. Alle klassieke hapjes die normaal geserveerd worden passen ook bij bier. Vooral zoute versnaperingen zoals stukjes worst, gerookte hammen en dergelijke passen perfect bij een koel biertje.
Alleen zoete hapjes en pilsbier gaan niet goed samen.
Heb je al gehoord van de nieuwste horecatrend in Vlaanderen? De hoppas!?
Hoppas zijn de Vlaamse variant van de Spaanse tapas. Het zijn hapjes die geserveerd worden bij een streekbier. De woordverklaring is simpel: hop plus tapas worden hoppas. De hop komt van de speciaalbieren ; de tapa wordt gemaakt met producten en ingrediënten uit Vlaanderen.
Om af te ronden een echte hoppa van eigen bodem
Gebakken sprotjes met geuzesabayon
Benodigdheden :
·Ongeveer 6 gefileerde sprotjes per persoon
·een flesje geuze
·3 eierdooiers
·100 g boter
·peper
·citroensap
·gehakte peterselie
Bereiding :
·Bereid de saus door de eierdooiers op te kloppen met de peper en een halve deciliter bier. Een biersabayon, de rest van het flesje drink je maar op !
·Opwerken met geklaarde boter of met klontjes koude boter.
·Afwerken met citroensap, eventueel wat zout, maar denk er aan dat de sprotjes zeer zout kunnen zijn !
·Leg de sprotjes op een plaat en rooster ze zeer snel onder een zeer hete grill. Omdraaien en de andere zijde grillen of bak ze gewoon in een pan met amper vetstof.
·Maak een sausspiegel op een bordje, schik de gegrilde sprotjes er op en bestrooi met peterselie.
De sprotjes kunnen het beste voorbereid worden tot aan het stadium zoals te zien zijn op de derde foto op bovenstaande link. De graat blijft er dan wel in maar de sprotjes zullen niet tot moes vallen. Ook het vel is eetbaar maar een beetje zwaar verteerbaar, daarom moet er veel bier bij gedronken worden !
De Egyptereizigers hebben mij beloofd om een fotoreportage te maken over het bakken van brood op de meest primitieve wijze Op en houtvuurtje of zelfs gewoon in het zand
Dat wordt dan iets voor later, ten vroegste februari.