"MIJN ZOON, IK BEN IN DE LAATSTE WAGON"
Elk jaar namen Martin's ouders hem mee naar zijn oma voor de zomervakantie en gingen de volgende dag met dezelfde trein naar huis.
Op een dag zegt de jongen tegen zijn ouders: "Ik ben groot genoeg nu. Wat als ik dit jaar alleen naar oma ga? »Na een kort gesprek zijn de ouders het ermee eens.
Hier staan ze op het perron van het station, begroeten hem, geven hem een laatste tip door het raam, terwijl Martin blijft herhalen:
"Ik weet het, gij hebt het mij al honderd keer gezegd...! »
De trein vertrekt en de vader fluistert: "Mijn zoon, als je je plots slecht of bang voelt, dan is het voor jou! » En hij stopt iets in zijn zak.
Nu zit de jongen alleen in de trein, zonder zijn ouders, voor de eerste keer... Hij kijkt naar het landschap door het raam dat voorbij gaat.. Rondom hem lopen vreemden rond, maken lawaai, gaan in en uit de compartiment, de controleur geeft hem commentaar op het feit dat hij alleen is.. Een mens kijkt zelfs een trieste blik naar hem... Zo voelt de jongen zich steeds ongemakkelijker... En nu is hij bang.
Hij buigt zijn hoofd omlaag, kruipt in een hoek van de stoel, tranen stijgen in zijn ogen. Op dat moment herinnert hij zich dat zijn vader iets in zijn zak heeft gestopt.
Met een bevende hand zoekt hij dit papiertje en opent hij het:
"Mijn zoon, ik zit in de laatste wagon... »
Zo gaat het in het leven... We moeten onze kinderen laten gaan, vertrouwen in hen... Maar we moeten altijd in de laatste wagon zitten zodat ze niet bang zijn... We blijven dicht bij hen zolang we nog leven...
|