Het weer van de dag VOLKSHEILGE - OUDE VOLKSGEBRUIKEN-
09-11-2005
St. Martens gewoontes
In het Hageland placht men mutsaards te stoken. Bij het geknetter van het vuur, steeg een gejoel en vreugdegeschreeuw op, waarna de jongelingen elkanders hand vast namen, en een rondendans begonnen. Terwijl de kinderen zich vermaken, komen ook de jonge lui feest vieren rond het Sint Martensvuur. Rond Leuven lieten ze zuiverende vuren branden, wat ene herinnering is aan de tijdvuren der Germanen. De jonge dochters plachten hunne verloofden en hunne familie te onthalen en te vergasten op boekweitkoeken. Te Mechelen gaat men van deur tot deur, met een kabbasken aan den arm en men zingt het Sint Martensliedeken, om een appelken, een peerken, een centje of zo iets te bekomen. Doch het bijzonderste feest is den Zondag nadien. Van in de week is men volop bezig aan het maken van een kruk, waar Sint Marten - een knaap - moet opzitten. Hoe dit verder gaat, dat leest u morgen dan weer wel.
Een speciaal gebeuren in november is alvast het naamfeest van de H. Martinus, BB of in de volksmond "Sinte Mette". Omdat er zoveel over en van te vertellen valt, steek ik er vandaag al maar van wal mee. Zo vertelt de Volkskundige kalender ons......Indien we het feest beschouwen als een volksfeest, bevinden wij eerst de vreugde vuren. Zoals deze van Sint Jan den midzomer gedachten, doen deze van St. Marten den winter ingaan. Reeds dagen te voren gaan de jongens aan het schooien bij de boeren, om wat hout te krijgen. Zij zingen daarbij een liedje : "Sint Marten heeft zoo'n kou, geef ons maar zoo groot als een boone Onze Lieve Heer zal 't in den hemel loonen." Doch niet alleen de warmte van het vuur wordt hierbij gewenscht, de knapen vragen ook appelen en kastanjen om in dat vuur te braden of te poeffen. Op St. Martensdag wordt dan, ter uitgelezen plaats, een vuurstapel opgericht, waarrond de jeugd al zingende danst : "Stookt vier, maakt vier, Sint Marten komt alhier met zijn bloote armen hij zou hem geerne warmen."
Een spreekwoord probeert ons te leren dat een verwittigd mens er soms twee waard is. Met de volgende weerspreuk probeer ik dit alvast te doen.
" Als het in november 's morgens broeit, wis dat de storm 's avonds loeit ! "
Vanaf morgen ga ik u al enkele weerspreuken brengen die op 11-11 en Sint Maarten terug slaan want rond deze brave man zijn er wel enkele gemaakt, teveel om ze op 1 dag te geven, vandaar dat ik ze zal spreiden over 2 dagen
Uit de volkskundige kalender over deze IV Gekroonden dit : Het is bij vergissing dat de IV Gekroonden tot patronen der metsers en steenkappers genomen zijn. Niet zij waren steenkappers, maar vijf andere martelaren die op dezen dag gevierd worden, te weten : Claudius, Nicostratus, Symphorianus, Castorius en Simplicius die weigerden afgodenbeelden te maken Den tweeden Zondag van de maand placht men den feestdag der Kerkwijdingen te vieren. Vóór de regeering van Jozef II in ons land, vierde elke parochie dit feest op zijn dag, doch de keizer-koster bracht al die verletdagen op een dag, in een tijdperk dat het moeilijk viel om veel te feesten. Het volk bleef nochtans weerspannig, het noemde dezen dag Keizerskermis en vierde voort den patroondag der parochie. Vanaf morgen kijken we al vooruit naar Sint-Maarten en de oude gewoonten op die dag, want geloof mij, er waren er velen !
Deze tijd van 't jaar is het wel geraadzaam om bij tijd 's avonds toch eens omhoog te kijken, soms kunnen maan en sterren ons heel veel vertellen, zoals deze weerspreuk het zo mooi zegt :
" Er is koude en vorst op handen, als de flikkersterren branden. "
Vandaag vereren men de H. Willebrordus en de volkskundige kalender vertelt ons 't volgende : Geboren in Noord-Humberland en monnik te Ripon werd hij door Paus Sergius naar Holland gestuurd. Hij was de eerste bisschop van Utrecht, predikte het geloof en stierf te Echternach in Luxemburg waar ieder jaar, op derden Sinxendag, de eigenaardige dansprocessie plaats heeft. Te Viersel(Antw.) wordt de heilige aanroepen tegen den kinkhoest, daar komt men bijzonderlijk beewegen den eerste Zondag van den Vasten. Te Wulpen(W-Vl.) bestaat eene wonderbare bron die hij deed ontspruiten. Men komt er water putten tegen de koorts en heeten brand. Te Berchem(Antw.) wordt ook een S. Willibrondputke bezocht waar de heilige eene kapel bouwde. Wat er momenteel nog rest van dit alles is ook mijn een vraagteken.
De H. Leonardus wordt op bijzondere wijze vereerd te Huyssingen en Zoutleeuw, alwaar hij aanroepen wordt tegen de lamheid en rhumatisme, en door de vrouwen in barensnood. Algemeen is de aanroeping voor de gevangenen. Door zijne machtige voorspraak bij Clodowich, bekwam Leonardus, zooals den H. Remigius, zijn leermeester, het voorrecht de gevangenen te verlossen wanneer de koning in of door de stad Reims kwam. Bij zijne reis in Aquitanië, genas hij meermaals de kreupelen en lammen. Toen hij vernam dat de koningin in stervensgevaar was bij den barensnood, begaf hij zich naar het paleis, stortte eene vurige bede ten hemel, en wanneer hij bij de lijderes kwam beviel ze zonder moeite. Tot belooning aanvaardde hij slechts grond om eene kapel en klooster te laten bouwen.
Omdat ik het echt mooi vind, wil ik u mee laten genieten van de dichtkunst ener P. de Haas.
November is in 't generaal Een stil en dromerig verhaal. Een maand die met zacht weer ons zegent, en nat is zonder dat het regent. 't Weer is doorgaans nog al knap, de zon raakt in gevangenschap. Tocht tracht ze er nog door te boren, en komt om 11 uur even gloren. Wordt dan in nevelen vocht en zacht, des middags weer naar bed gebracht. De 2de helft komt enkele malen, ons op een echte vorst onthalen. Dat komt de boeren op verliezen, daar bieten in de grond bevriezen. Gewoonlijk loopt het niet zo'n vaart, de winterjas wordt nog gespaard.
Tot daar een korte dichterlijke beschrijving van hoe november kan zijn.
De volkskundige kalender vertelt verder nog....De oorsprong dier wijze van vereering en van hare aanroeping vinden wij in een deel van het leven der heilige. Odrada had veel te lijden van hare stiefmoeder die haar zelfs de liefde van haar vader ontnam. Zeker jaar dat de echtelingen, van adelijke afkomst, op 15 Augustus, het feest der kerkwijding te Millegem gingen bijwonen, werd het Odrada ontzegd de plechtigheid bij te wonen. Op haar smeeken stond het haar vader toe wanneer ze een der wilde paarden die in het bosch liepen kon bestijgen.Toen de stoet der huisgenooten vertrokken was, nam zij twee stukjes hout, maakte er een kruis van, nam zadel en toom en trok naar het bosch. De wilde dieren kwamen tam toegelopen, de maagd zadelde er een, nam een lindetakje om het aan te zetten, en vertrok naar Millegem. Vooraleer aan te komen naderde zij den stoet van haar vader, die, bij het zien zijner dochter een wonder vermoedde. Knielend wachtte hij haar af en vroeg vergiffenis om zijne daad; de stiefmoeder ook, in hare dochter een beschermend kind Gods aanschouwende, bad om vergiffenis.Samen nu vervolgden ze hunne bedevaart. Vooraleer den tempel binnen te treden, hing Odrada het kruiske aan het paard en stuurde het terug; zij plantte het lindetakje in den grond, en, o wonder, aanstonds schoot het wortel en begon te groeien.Terwijl Odrada bad, overviel haar een geweldigen dorst, bij zoover dat ze dreigde in bezwijming te vallen. Water nochtans was er niet te vinden.(Millegem ligt op eene hoogte en was een dorre zandberg) Betrouwvol stuurt ze eene bede tot God en voor hare voeten ontsprong eene fontein. Zoo werd Millegem eene vermaarde bedevaartplaats welke heden nog aanhoudend bezocht wordt.
Vandaag vereren men de H. Odrada, M. Ik laat de volkskundige kalender aan 't woord en die vertelt : Deze heilige is de heilige der Kempen. Jaarlijks komen van den eersten Zondag vóór Allerheiligen tot acht dagen daarna, duizende Kempenaren naar Baelen, de geboorteplaats der heilige, alwaar ze water gaan scheppen uit het Odradaputje te Scheps, om van oogziekten en andere kwalen verlost te zijn. Er bestaat eene bedevaart van Baelen(A) naar Millegem die plaats grijpt voornamelijk bij aanhoudende regens of droogte. Deze bedevaart geschiedt op aanvraag van het gemeentebestuur, en, onder het bidden van den rozenkrans, gaan de pelgrims langs Moll, waar de deken den zegen geeft met het Allerheiligste, gaan dan voort, gevolgd van een aantal inwoners van Moll, naar Millegem, waar de H. Mis gecelebreerd wordt. Na een weing rust, keeren ze al biddende terug.
In de volkskundige kalender vond ik 't volgende over deze heilige. Hij was de moedige verzorger der pestlijders te Milanen in 1576, werd in geheel België bijzonderlijk aanroepen als beschermheilige tegen de pest. In 1616 werd ter eere van dien heilige te Brugge dicht bij de S.Donaaskerk, eene kapel gebouwd die in 1620 door Mgr. Triest werd gewijd. Er waren daar ook twee broederschappen ingericht, eene in de kapel, en eene bij de geschoeide Carmelieten.
Wegens een panne (geen Internet verbinding) kon ik er gisteren jammer genoeg niet zijn. Gelukkig is dit probleem rapper opgelost dan aanvankelijk voorzien en zijn we er weer ! Hopelijk voor een zeer lange tijd, stipt iedere dag weer op tijd.
Naar een oud volksgeloof keeren heden de zielen naar hunne oude woonplaats op aarde weer. De Huilende wind op dit tijdstip wordt vaak aanzien als het gedaver van den zielenwagen die door het ruim rijdt, en de klagende wind bediedt het smeeken der zielen om uit het vagevuur verlost te worden. Vandaar de volkszeg : Sluit de deur niet te rap, er zou een zielke kunnen tusschen zitten. Op wangeloof berust ook, het gebruik den eersten koek die men bakt in de asch te laten vallen; het schijnt wel een overblijfsel van de offerbroden aan de geesten. In de Kempen hoorde men vroeger veel spreken van zwarte hanen die driemaal kraaiden op het dak van de menschen die gedurende het jaar moesten sterven.
Wat vroeger, nu heel lang geleden, gebruikelijk was op deze dag, laat ik u de volkskundige kalender vertellen, want wie beter dan hij, kan het zich nog herinneren ? Op Allerzielen worden, vroeger meer, zielebroodjes gegeten. Deze dragen een kruiske en worden al heet en warm gegeten. Te Antwerpen doet men veel safraan in den deeg om de gele kleur eraan te geven " de vlammen van het vagevuur." In Limburg worden de Kruiskensbroodjes gewijd en nuchter gegeten, nadat men een gebed tot lafenis der Zielen gebeden heeft. In West-Vlaanderen noemt men ze Zielkoeken, Zielbroodjes, Cadetjes. In sommige streken luidde men de klokken gedurende 24 uren en de luiders mochten dan 's anderdaags bij de inwoners, van huis tot huis gaan bedelen.