Het paard van de melkboer was een gewoontedier. En dat moest de melkboer nu net hebben. Wanneer zijn ‘palm’ hem terug op de kar hoorde stappen dan reed ze automatisch naar de volgende klant. Ze had nog meer gewoontes en een ervan was dat ze altijd, of toch wel heel dikwijls, bij ons voor de deur kakte. Het ergerde mijn vader, het leek wel of hij het kon proeven in de melk en hij deed zijn beklag bij de melkboer. Deze verloor ons niet graag als klant omdat mijn moeder er ook margarine en kaas kocht. Verder was er nog een melkboer actief op het dorp en dat hield hem scherp. Hij bond een zak bij de uitgang van het paard en het zakendoen liep weer als vanouds. Toen de andere melkboer stopte wegens pensioen verwaterde de voorzorgsmaatregel weer en 'hoopte' het probleem zich wederom op. 'Hij heeft nu toch geen keuze meer', moet de melkboer gedacht hebben, die mijn vader tenslotte niet echt mocht. Mijn vader echter was een actief lid van de PVV en in een aanpalend dorp tipte hij de melkboer aldaar dat er klanten op hem zaten te wachten. Zijn kakloze melkwagen stonk weleens naar een olie zuipende motor, maar in die tijd werd dit nog niet als stank ervaren. Mijn moeder kon haar ongeduld nauwelijks bedwingen en voordat de deur van de wagen was geopend stond ze al buiten. " Wat fijn meneer, dat u nu ook naar ons komt', zei ze enthousiast, 'heeft u wat lekkers bij u?" 'En of ik wat lekkers bij me heb mevrouw', zei de melkboer en hij lachte wat geheimzinnig toen hij het zei. Mijn moeder rapporteerde alles eerlijk aan haar man en hij moet gedacht hebben dat hij van de regen in de drup was geraakt.
Met gretige borsten staat begeerte aan het aanrecht zoent het zaad uit tomaten, kijkt naar het zwellen van beslag onder vochtige doek. Haar hand liefkoost de haas van een jonge stier, zijn zoekende tong is gemaakt voor de hare, verzaligd streelt ze zijn ballen de pan in. Hartstocht is een keukenprinses met aanraakbare huid, donzig als deeg, geurig als boter, een weerloze van bot bevrijde eend die naakt wil zijn als een olijf in olie, een perzik op sap. Ze wil zich ontleden op het hakblok, betast worden door gulzige vingers en gloeiend verslonden. Een vis zijn, zwemmend in roomsaus gewiegd, gekend, begeerd, genoten.
Na het nuttigen van enkele duizenden glazen wijn in een verhouding van 80% rood, 15% wit en 5% rosé, moet ik met een beetje spijt constateren nog steeds geen kenner te zijn. Ik ben dus nog steeds een liefhebber. Echte kenners gebruiken de meest uiteenlopende soms dichterlijke vaktermen. Wanneer de kenner zich over de kleur uit, dan kan ik mij dikwijls nog met diens visie eens zijn, maar als dan de geur ter sprake komt dan vraag ik mij soms af hoe de kenner de vergelijkingen kan maken. Laatst las ik nog een beschrijving waarin gewag gemaakt werd van naar een bosviooltjes riekende Haut-Medoc wat verderop in de beschrijving had men het over zwarte bessen aroma en de karakteristieke vuursteensmaak van sommige Bordeaux wijnen. Nu had ik altijd gedacht, dat wijnen gewoon naar druiven zouden moeten ruiken en smaken, doch dat ligt soms wat anders. Ik beschik momenteel over zeeën van vrije tijd en er gaat mij dan ook geen zee te hoog om bepaalde zaken uit te proberen. Zo heb ik van alles wat maar enigszins groeit en bloeit in onze rustieke achtertuin wijn trachten te maken. Dat lukt meestal niet. Maar vorig jaar had ik met behulp van een mix van zwarte, rode sint jansbessen en kruisbessen een uiterst drinkbaar wijntje gemaakt. Om de kleur nog wat te verdiepen had ik er nog een scheutje rode bietensap aan toegevoegd. Voor de stevige afdronk had ik er een goed scheutje oude Hasseltse jenever aan toegevoegd. Helaas had ik maar vijf flessen; Maar de smaak was raak. Bovendien verkeer ik in de gelukkige omstandigheid een aantal wijnkenners in onze vriendenkring te hebben. En die heb ik uiteraard van het eigen gebrouwen kruisbessenwijntje, gebotteld in fraaie Rhoneflessen, laten proeven. De diverse reacties wil ik jullie niet onthouden. Kenner CW uit B: Duidelijk een Pinot Noir !! Kenner DWP uit T: Ruikt naar vlierbessen met een vleugje vanille!! Kenner HVA uit L: Lijkt qua geur en smaak op een Chateau Neuf du Pape uit 2002!! Na de bekendmaking van de juiste samenstelling van deze wijn heb ik een drietal namen uit mijn adressenbestand moeten verwijderen. Deleten zoals dat in vaktermen word genoemd.
Ik heb een oude pyjama die ik al half mijn leven draag en die me omwikkeld tijdens mijn beste avonden en morgenden. Hij is mijn nachtkleed dat ik draag wanneer de dag sterft en alles uitdooft in roze einders en nostalgische aanstellerij. Het is altijd plezierig na een rijkgevulde dag huiswaarts te keren. Maar het plezierigste is me te ontdoen van mijn werkkleding en alvorens de avond valt een gemakkelijke pyjama aan te trekken. Een pyjama, zoals een pyjama zijn moet, met knopen en strepen, elegant en zacht. Vergezeld van een rood wijntje om het rusten aan te vatten. Maar dat zou iets te veel gevraagd zijn. Het is om verstaan te geven dat ik vanavond het huis niet meer wil verlaten alhoewel het nog vroeg in de avond kan zijn. Wanneer het mooie uur van de valavond en het moment van zonsondergang aanbreekt dan heb ik de neiging om mijn pyjama aan te trekken. Enkel en alleen om er op gekleed te zijn om dit natuurevenement gepast te kunnen bijwonen. Ik zou een pyjama kunnen aantrekken die op een kostuum gelijkt. Maar beter is een pyjama die zich aan de vormen en plooien van ons lichaam aanpast, daarin voelen we ons echt thuis. Alhoewel de laatste jaren heeft er zich, tot geluk van de pyjama’s, een grote wijziging plaatsgevonden. Niet alleen zijn de strepen groter en breder geworden maar zijn er ook verschillende motieven en kleuren bijgekomen. Zelfs pyjama’s met ons lievelingsteam op. Maar laten we wel wezen zulke pyjama’s dienen alleen maar om, wanneer we met goede vrienden op weekend in een berghut zitten, aan te trekken. Thuis bij de haard, is het symbolisch om een pyjama te dragen bestaande uit vest en broek, met vier knopen, drie zakken en goed dubbel genaaid. We kunnen twee types hebben: een lichter type in de zomer en een warmer type in de winter. Gewoonlijk vergezelt, om helemaal compleet te zijn, van huispantoffels met ruitjes. Pantoffels vanouds en voor altijd. Een zool van rubber om de stap van zijn baas niet te opvallend te laten klinken en zacht door het huis te zweven. Lieve pyjama laat me nog dikwijls bij jou binnen.
Er zijn zo van die gewoontes in ons leven die het verblijf in dit aards paradijs aangenamer maken. Zoals het mij ontdoen van mijn schoenen op het einde van een noeste werkdag of tijdens de lunchpauze of zelfs stiekem in het midden van de voormiddag. Mijn tenen op en neer bewegen, zolen tegen mekaar wrijven, de voeten strekken en rekken. Ik weet niet welk gezegend gevoel het teweegbrengt in ons lichaam. Maar dit obsceen gebaar zou een ongekende duizend jaar oude Chinese massage kunnen zijn, denk ik dan. Aan de schoenen kent men de eigenaar, de drager, de persoon. Thuis, na zich van het dagelijkse schoeisel ontdaan te hebben, bestaan er verschillende mogelijkheden om zich doorheen het huis te bewegen. Al dan niet geschoeid. We kunnen ook de, afschuwelijke, pantoffels met een leeuwenhoofd of zelfs erger een apenhoofd aantrekken. Een onschuldige gift van de familiekinderen, om op deze manier onze medewerking te vragen om aan hun eenvoudige ingebeelde spelletjes te participeren. Blootsvoets rondlopen in het bedauwde gras, heerlijk. Het is zelfs goed om de slechte geuren, welke sommige voeten verspreiden, te bekampen. Maar het moet des morgens gebeuren, liefst op nuchtere maag. In ieder geval het schoeisel, dat onze voeten in gevangenschap doet leven, formeel wegrukken van onze welriekende voeten om hen de mogelijkheid te geven vrij te ademen is een voortdurend plezierig gevoel. Ook voor hen die kunnen vluchten voor de genadeloos nijpende spanningen en zich verlichten van de beklemmende gewoontes van de ziel.
Ik ben Albert, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Alcalde.
Ik ben een man en woon in Tremelo (Bélgica) en mijn beroep is Leven....
Ik ben geboren op 10/03/1949 en ben nu dus 75 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Leven, helpen, reizen....