Eerste sigaret : Vierde studiejaar 1957xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
In het schooljaar 56-57 werd de overstap gedaan naar de grote broederschool waar vanaf dat schooljaar voor de eerste maal ook niet-broeders als onderwijzers werden ingeschakeld. Zo kwamen wij met een dertigtal leeftijdsgenoten (we waren 9 à 10 jaar) terecht bij meester Etienne. Een jonge twintiger, type rock en roller, met witte kousen en zijn haar gekamd zoals Elvis Presley. Ondanks zijn jeugdig en modern voorkomen had hij de gave de meute onder controle te houden. Eén slechte gewoonte en ook zijn zwakte was dat hij niet kon weerstaan aan de nicotineverslaving, t is te zeggen het roken van sigaretten, zelfs tijdens de les. Wij als jonge snaken vonden dit uiteraard heel tof en zouden dit ook wel eens proberen. Mijn grootvader, ook een verstokt roker, had de slechte gewoonte zijn tabak van het merk Ajja (blauwe of rode, naargelang de sterkte), met Rizzla- blaadjes (rolde zijn sigaretten zelf), overal te laten rondslingeren. Zodoende was het een koud kunstje om vlug een pruimpje tabak en enkele velletjes ongezien mee te graaien. Op weg naar de school werd er, zei het met veel moeite, een sigaretje gerold om met een lucifer uit het doosje Union Match stiekem aan te steken. We waanden ons op dat moment, net zoals onze meester, echte rock en rollers. Maar toeval wilde dat ons geluk niet lang duurde. In de verte kwam er iemand aangefietst en tot mijn grote verbazing, en hoe dichter de fietser kwam, merkte ik plotseling dat het mijn mama was die naderde. In grote paniek vond ik het niet beter dan vlug mijn brandende sigaretje in mijn vestzak te stoppen. Mama reed ons lachend en groetend voorbij en had dus niets opgemerkt. Intussen voelde ik op mijn dij enige warmteontwikkeling en graaide gauw in mijn zak waar tot mijn verbijstering mijn hand dwars door een groot smeulend gat verdwaalde. De vest met gat in zak werd door mij enkele weken goed verstopt .Op een goede morgen stond mama echter met de gehavende jas in haar handen mij onheilspellend op te wachten om wat meer uitleg te krijgen. Ik probeerde nog met een smoesje dat er iemand anders een brandende lucifer had achtergelaten maar ik zag aan haar gezicht dat zij dit niet geloofde. Dan maar de waarheid opgebiecht en met het te verwachten sermoen en een serieuze uitbrander in stilte terug naar school getrokken, waar ik na een poos meester Etienne, zoals elke dag, zorgeloos zijn sigaretje zag opsteken. Nu na 50 jaar zie ik soms meester Etienne nog eens terug al wandelend in het straatbeeld, een beetje gebogen en verweerd door de jaren maar steeds zonder sigaret. Hij en ikzelf hebben het roken dan toch afgeleerd.
|