Carnet de Flamandxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
In het schooljaar 1959 1960 begon ik mijn middelbare studies in de broederschool Sint-Gabriël in onze gemeente. Het was een internaat-externaat, voor, zowel leerlingen die meestal om de 14 dagen naar huis mochten (internen) als voor leerlingen die dagelijks huiswaarts keerden (externen). Dit laatste was mijn geval. Gedurende jaren was deze school gekend voor haar middelbaar onderwijs in het Frans, in de volksmond heette dit l école moyenne. Dit wil zeggen dat alle vakken volledig in het Frans werden gegeven. Vele ouders lieten in die tijd hun kinderen Frans studeren in de hoop dat zij hierdoor vlugger een baan zouden vinden in onze hoofdstad Brussel. Maar in 1959 werd gestart met een Nederlandstalige handelsafdeling met een 25 tal leerlingen, waarvan ikzelf deel uit maakte. Gelijklopend bleef ook de Franstalige afdeling bestaan, tot de taalwet van 1962 (zie hierna) daar verandering in bracht. Op de speelplaats liepen de leerlingen van zowel de Franse als de Nederlandse afdeling door elkaar. Op het eerste zicht zonder onderscheid. Doch was er een wezenlijk verschil. De jongens van de franse afdeling spraken, of beter gezegd, moesten onder elkaar in het Frans communiceren. Om inbreuken daarop te bestraffen (indien iemand een Nederlands woord uitbracht) was een ingenieus systeem bedacht door de directie. Het draaide rond de Carnet de Flamand. Dit was een klein zwart notaboekje waar dagelijks namen in kwamen van op heterdaad betrapte Vlaams sprekers en waarvan de laatst betrapte het boekje in zijn jaszak hield zonder dat anderen wisten wie die nu juist op zak had. Zo gauw hij die het boekje bij zich droeg iemand anders een Nederlands woord hoorde uitspreken gaf hij zijn carnet de Flamand door aan de betrapte medeleerling die er zijn naam in noteerde en het op zijn beurt in zijn zak mocht stoppen. Zo ging het boekje een ganse week van overtreder naar overtreder. Wie op zaterdagmiddag (toen was er nog les op zaterdag) het boekje als laatste op zak had moest als straf 2 uur nablijven, hetgeen nooit een prettig vooruitzicht was. Wij als leerlingen van de nieuw gestarte Nederlandse handelsafdeling kwamen gelukkiglijk niet in aanmerking voor dit soort terreur. Bij de taalwet van 1962 stopte dit gebruik volledig bij het verdwijnen van de Ecole Moyenne. Vele leerlingen die al één of twee leerjaren deze afdeling volgden moesten op de koop toe terug herbeginnen in het eerste jaar handelsafdeling, of hun studies afbreken zonder diploma. Dit waren taaltoestanden begin jaren 60. Maar vandaag is o.a. nog steeds geen oplossing gevonden voor de splitsing van het kiesarrondissement BHV. Er is dus nog steeds niets nieuws onder de zon.
------------------------------------------
Onder druk van de Vlamingen die de waarheidsgetrouwheid van de verklaring over de voertaal bij de tellingen in twijfel trokken, schortte de regering de talentelling van 1961 op wat in een blijvende afschaffing van de talentellingen resulteerde en werd door de Wet van 8 nov. 1962 de taalgrens definitief vastgelegd (zie ook faciliteitengemeenten). Bovendien verplichtte de Wet van 30 juli 1963 de kinderen in de Brusselse agglomeratie onderwijs te volgen in hun moedertaal, een waarborg tegen verfransing in de tweede generatie van ingeweken Vlaamse gezinnen.
Deze ingrijpende taalwetgeving van 19621963 was voorbereid door het Centrum-Harmel. De Wet-Gilson van 2 aug. 1963, die het gebruik van de talen in bestuurszaken opnieuw regelde, voorzag tevens in de oprichting van een Vaste Commissie voor Taaltoezicht, die in 1964 werd geïnstalleerd, met als taak nauwlettend toe te zien op de correcte toepassing van de nieuwe taalwetgeving in de Brusselse agglomeratie. Dit alles zette bij sommige Franstalige Brusselaars kwaad bloed en tegen deze taalwetgeving richtten zij in 1964 het Front démocratique des Bruxellois francophones (FDF) op. In 1968 heeft Vlaanderen het episcopaat en de regering onder sterke druk geplaatst om de hierboven genoemde Wet van 1932 ook van toepassing te maken op het hoger onderwijs te Leuven. Dat had tot gevolg dat de Franstalige sectie van de Leuvense universiteit in 1970 naar Ottignies verhuisde. Splitsing had ook plaats in de Université Libre de Bruxelles, waardoor de Vrije Universiteit Brussel ontstond.
Microsoft ® Encarta ® Winkler Prins Encyclopedie 2007. © 1993-2006 Microsoft Corporation/Het Spectrum. Alle rechten voorbehouden.
|