Heer, onzeGod, hoe prachtig is Uw naam over heel de aarde. De hemel en de sterren laten zien hoe groot U bent. Voor U is de stem van kinderen, zelfs van de allerkleinsten, het wapen waarmee U aan alle kwaad een einde maakt. Als ik naar de Hemel kijk, het werk van Uw handen, naar de maan en de sterren die U daar hebt vastgezet. Dan denk ik: wat is toch de mens dat U om hem geeft ? Wat betekent hij dat U voor hem zorgt ? Hij is bijna een god, zoveel macht hebt U hem gegeven. U hebt hem aangesteld over alles wat U gemaakt hebt. Alles hebt U aan zijn voeten gelegd: de schapen en de koeien, de wilde dieren op het land, de vogels in de lucht en de vissen in de zee, alles wat in het water zijn weg zoekt. Heer, onze God, hoe prachtig is Uw Naam over heel de aarde.
Mijn God, mijn God, hebt U mij verlaten? Ver weg bent U, ver van mijn roepen om steun en hulp. "O mijn God" roep ik overdag en er komt geen antwoord. Vooral in het donker van de nacht vind ik geen rust.
God in de hemel, mijn voorouders hebben op U vertrouwd en U hebt hen bemoedigd. Zij hebben tot U gebeden en U hebt hen bijgestaan. Maar ik heb maar een simpel geloof en soms vraag ik me af: nemen ze mij wel serieus? Lachen ze niet om mijn geloof?
Als een vroedvrouw hebt U mij uit de moederschoot getrokken en veilig aan de borsten van mijn moeder gelegd. Bij mijn geboorte vingen Uw handen mij op, sinds mijn begin bent U mijn God.
God, blijf mij nabij, want ik voel me zo benauwd nu er geen mens is die mij helpt.
God is het hart. Wij zijn zonen en dochters van God, die Vader en Moeder is. God is het hart van de Hemel, het hart van de aarde. Aan God behoren de dag en de nacht, de bergen en de dalen, alle dieren en ook wijzelf. God is onze oorsprong, de eigenaar van alles wat dichtbij en veraf is. God is een heilige Vader en een heilige Moeder, het middelpunt van de gemeenschap en van de vier hoeken van de wereld. God leeft; en waakt zonder ophouden over ons God is de bron van alle leven.
God van alle leven, hoe schitterend is Uw kracht, overal op aarde.
De hemel en de sterren zetten ons in het licht. In de ogen van kinderen, juist van de allerkleinsten, zien wij Uw levenslicht dat aan alle haat een einde maakt. Als ik naar de hemel kijk, het werk van Uw handen, naar de maan en de sterren, die U daar hebt aangeplakt, dan vraag ik me af : de mens is zo klein en U geeft om hem. Wat betekent die mens dat U voor hem zorgt? Bijna is hij een god, stralend hebt U hem gemaakt. Alles hebt U hem geschonken: het groen van het struikgewas, de tinten van de herfst, alle kleuren van de bloemen, en de dieren, de vogels en de vissen, alles wat op aarde zijn weg zoekt.
God van alle leven, hoe schitterend is Uw kracht, overal op aarde.
Wat een geluk, wanneer je iemand bent die niet wilt opscheppen en het niet zoekt in sensatie, die liever eenvoudig leeft en bescheiden zijn verhaal doet. Dan ben je een mens naar het hart van God.
Zo iemand staat sterk in het leven, stevig geworteld als een boom. Die is niet omver te krijgen. Zo iemand houdt stand en kan tegenslag verdragen. Vriendelijkheid gaat er van uit.
Wat een geluk wanneer je zo bent, want eenvoud is de taal van God.