In movies, everything seems so perfect True Love, happiness, romance, Two persons just meet, talk, eat And they are in love...
Why can't it be that simple In real life, the real world When you meet the one Love at first sight Yes, I believe in it But making it public Boundaries are rising Silence, uncertainty, fear
When you've survived this And met your perfect partner They run away without notice Or break up for other reason
Nobody's perfect Neither am I Some try to be But they can't stay
er is geen balans op te maken niets houdt elkaar in evenwicht de enige activa die ik bezit ben jij met je stralende gezicht
uit de prilheid van lente groende jij zomer en bloeide beeldschoon kleurrijk oogde herfst in rijpende oogst voor koude dagen die om feesten vragen
ik heb ooit je hand gepakt toen ik onomkeerbare liefde zag het laatste voornemen dat ik toen nog had was je liefhebben met heel mijn kleine hart
dat is gebleven als doel om voor te leven ook in onthutsende momenten waarin geven voor even op proef werd gesteld gezondheid en geluk is het enige dat nu nog telt
nog eventjes en dan is er alweer een jaar voorbij tijd houd geen pauze en staat nimmer stil om klokslag 12 regent het goede wensen over en weer en wij doen hier heel cliche aan mee
Kerstfeest zou een feest van vrede moeten zijn Op heel de wereld voor groot en klein Met eten en drinken genoeg voor ieder mens Dat is ieder jaar weer mijn kerstwens
Maar sla je de krant open Of kijk je naar het nieuws Is daar weer ellende en oorlog Of iets anders gebeurd
We worden soms overrompeld met slecht nieuws Hier en daar
Kon het maar even vrede zijn Voor ieder mens Dan kwam hij ooit eens uit Mijn jaarlijks wederkerige wens
op weiden legt zich vochtig rijm en nevelsluiers sluipen 's ochtends reeds over zwart-geploegde akkers appelbomen treuren 't laatste blad dat hen van zomer nu nog is gebleven
de stad ligt stil in dageraad en ademt zacht de nieuwe dag nog wachten vruchten op hun oogst de trek naar 't zuiden is in volle gang slechts kraaien zweven traag over de daken
't begin van winter laat zich voelen met nachten fris en de verwarming aan weert herfst zich tegen vorst en wind over het land drijven de regenwolken wij dekken ons tegen de koude in
Als mijn vuur dooft in de winter en de gemoederen worden mat het uitzicht is leeg en bleek vertrek ik, laat ik alles achter wat ooit groeide en begon wat leefde en wat was als het drogen van het gras in de zinderende hitte van de zon tot stro als het laatste sprankje hoop dat gloort in het sterven van uitblinkende gedachten ontbreken mij de krachten om verder te kunnen gaan waar sterren aan de hemel staan en ik, ik verlies weer het verband zoekend wat in mij nog brandt het is dat jij wel verder kon ik heb nog slechts de winterzon
Als je mij toelaat, in droomwereld of niet geveinsde werkelijkheid reizen we samen naar de stilte onder bloesem van de vlierstruik ruiken we adem van zomerse wind zonder verstandelijke conflicten of kleerscheuren van liefde graven we rivieren om te bevaren onze jeugdigheid en eerlijk streven begraven we liefde om te bewaren als een schat voor later leven
en je kust mij plotseling vol op de mond, als ik niet aarzel vallen ook de laatste woorden op de zachte zwijgende grond waar de stilte al eeuwen bestond.
Velen mensen lopen er in het rond Mannen, vrouwen, met haar in kleuren zwart, bruin en blond.. Winkels in en winkels uit De Fanfare die langskomt speelt hun muziek luid Terrasje met mooi weer Lekker binnen zitten met regen In de stad is altijd wat te doen!!
December maakt zich van de jaargang los, maar kwade trouw is niet aan de orde. De vraag wat geweest is of zal worden gloeit na als een rode blos.
Er daalt een blad naar het afwachtend mos, omdat hier en daar het loof verdorde. Na december gaan de trossen los, op de vlucht gejaagd voor de oude woeste horde.
Er komt in mij een vreemd soort onbehagen. Een diep in mij knagend gevoel. Dat de poort opent naar nieuwe vragen. Mijn onrust zoekt in december doel.
Maar in de schaduw van het oude jaar verlang ik naar december's lichte dagen. Antwoorden liggen nu niet klaar; december laat nog heel wat vragen.
December, lichtjes in een donker bos. Schaduw houdt mij niet gevangen. Ik richt mij op vanuit het mos. Het nieuwe jaar doet mij verlangen.
Onder een dennenboom houd ik stand; hoewel wat groen reeds in mij verdorde. Ver verwijderd van het vijandig land ben ik niet bang voor de oude woeste horde.
De krekels verstommen de wind begint te zingen de passiebloemen beginnen te ontluiken er hangt iets in de lucht wat zo schoon is als het zuiverste water zo mooi is als een lentedag zo zwoel als de zomer zo passievol kleurrijk als de hersft zo ijzig maar tegelijkertijd zo brandend als de winterse nachten waar de liefde opeens zal vlammen als wij elkaar samen zullen ontmoeten vinden in de zalige onstuimige bruisende als champagne kurken die mooie heftige liefde die altijd zal ontbranden