er is geen balans op te maken niets houdt elkaar in evenwicht de enige activa die ik bezit ben jij met je stralende gezicht
uit de prilheid van lente groende jij zomer en bloeide beeldschoon kleurrijk oogde herfst in rijpende oogst voor koude dagen die om feesten vragen
ik heb ooit je hand gepakt toen ik onomkeerbare liefde zag het laatste voornemen dat ik toen nog had was je liefhebben met heel mijn kleine hart
dat is gebleven als doel om voor te leven ook in onthutsende momenten waarin geven voor even op proef werd gesteld gezondheid en geluk is het enige dat nu nog telt
nog eventjes en dan is er alweer een jaar voorbij tijd houd geen pauze en staat nimmer stil om klokslag 12 regent het goede wensen over en weer en wij doen hier heel cliche aan mee
Kerstfeest zou een feest van vrede moeten zijn Op heel de wereld voor groot en klein Met eten en drinken genoeg voor ieder mens Dat is ieder jaar weer mijn kerstwens
Maar sla je de krant open Of kijk je naar het nieuws Is daar weer ellende en oorlog Of iets anders gebeurd
We worden soms overrompeld met slecht nieuws Hier en daar
Kon het maar even vrede zijn Voor ieder mens Dan kwam hij ooit eens uit Mijn jaarlijks wederkerige wens
op weiden legt zich vochtig rijm en nevelsluiers sluipen 's ochtends reeds over zwart-geploegde akkers appelbomen treuren 't laatste blad dat hen van zomer nu nog is gebleven
de stad ligt stil in dageraad en ademt zacht de nieuwe dag nog wachten vruchten op hun oogst de trek naar 't zuiden is in volle gang slechts kraaien zweven traag over de daken
't begin van winter laat zich voelen met nachten fris en de verwarming aan weert herfst zich tegen vorst en wind over het land drijven de regenwolken wij dekken ons tegen de koude in
Als mijn vuur dooft in de winter en de gemoederen worden mat het uitzicht is leeg en bleek vertrek ik, laat ik alles achter wat ooit groeide en begon wat leefde en wat was als het drogen van het gras in de zinderende hitte van de zon tot stro als het laatste sprankje hoop dat gloort in het sterven van uitblinkende gedachten ontbreken mij de krachten om verder te kunnen gaan waar sterren aan de hemel staan en ik, ik verlies weer het verband zoekend wat in mij nog brandt het is dat jij wel verder kon ik heb nog slechts de winterzon
Als je mij toelaat, in droomwereld of niet geveinsde werkelijkheid reizen we samen naar de stilte onder bloesem van de vlierstruik ruiken we adem van zomerse wind zonder verstandelijke conflicten of kleerscheuren van liefde graven we rivieren om te bevaren onze jeugdigheid en eerlijk streven begraven we liefde om te bewaren als een schat voor later leven
en je kust mij plotseling vol op de mond, als ik niet aarzel vallen ook de laatste woorden op de zachte zwijgende grond waar de stilte al eeuwen bestond.
Velen mensen lopen er in het rond Mannen, vrouwen, met haar in kleuren zwart, bruin en blond.. Winkels in en winkels uit De Fanfare die langskomt speelt hun muziek luid Terrasje met mooi weer Lekker binnen zitten met regen In de stad is altijd wat te doen!!
December maakt zich van de jaargang los, maar kwade trouw is niet aan de orde. De vraag wat geweest is of zal worden gloeit na als een rode blos.
Er daalt een blad naar het afwachtend mos, omdat hier en daar het loof verdorde. Na december gaan de trossen los, op de vlucht gejaagd voor de oude woeste horde.
Er komt in mij een vreemd soort onbehagen. Een diep in mij knagend gevoel. Dat de poort opent naar nieuwe vragen. Mijn onrust zoekt in december doel.
Maar in de schaduw van het oude jaar verlang ik naar december's lichte dagen. Antwoorden liggen nu niet klaar; december laat nog heel wat vragen.
December, lichtjes in een donker bos. Schaduw houdt mij niet gevangen. Ik richt mij op vanuit het mos. Het nieuwe jaar doet mij verlangen.
Onder een dennenboom houd ik stand; hoewel wat groen reeds in mij verdorde. Ver verwijderd van het vijandig land ben ik niet bang voor de oude woeste horde.
De krekels verstommen de wind begint te zingen de passiebloemen beginnen te ontluiken er hangt iets in de lucht wat zo schoon is als het zuiverste water zo mooi is als een lentedag zo zwoel als de zomer zo passievol kleurrijk als de hersft zo ijzig maar tegelijkertijd zo brandend als de winterse nachten waar de liefde opeens zal vlammen als wij elkaar samen zullen ontmoeten vinden in de zalige onstuimige bruisende als champagne kurken die mooie heftige liefde die altijd zal ontbranden
Stilte stile om mij heen, even dacht ik dat je echt verdween, maar algauw voelde ik je adem in mijn nek, ik zit helemaal alleen gevangen in een kreunend hek. Probeer te bewegen, schreeuwen is de volgende stap, maar wanneer dit wordt geprobeerd volgt er een klap. stil blijf ik liggen op de grond, en voel alweer haar natte mond. ' jongen jongen je hebt je straf gehad, je was ook nog veel te laat in het donker op pad'
Ik droomde vannacht van de nacht die ons samenbracht. Van de schemer, de gloed van de maan in het duister en van het gevoel dat ik krijg als ik je naam zachtjes fluister. Van het vrije in die tijden, de sterren en het mysterie dat schuilt achter elke muur met slapende zielen en in ieder geluid. Ik droomde van alle warme tranen over je blote koude huid en van het zachte licht dat daarop viel, dat ik op je viel, val, gevallen. En dat je om mijn grappen moest lachen omdat je was wie je bent. Dat je soms geheimzinnig doet en dat niemand je geheimen kent. Ik droomde over de weg waarop we lagen en over wat we zagen toen de hemel naar beneden viel, jij op mij viel omdat ik zei; "Waarom kijk je niet naar de sterren samen met mij?" De nacht maakt alles donker en het is een wonder dat ik jou zie zoals ik jou altijd zie als mijn ogen willen dromen en ik droom iedere nacht over de nacht die ons samenbracht.
wat is vriendschap?,dat vraag ik me zo vaak af ik bouw niet op beloftes en vertrouwen want in moeilijke tijden kun je op de meeste niet meer bouwen. Maar met jou is het anders,nog steeds mis ik jou Ik doe allemaal alsof het mij niks boeit maar vanbinnen is het nog steeds mijn hart wat om de geeft en bloeit. Ik vraag me af hoe is het zover kunnen komen,ik dacht ja wij zijn vrienden voor het leven,maar een hoi en hoe gaat het is er tot nu toe pas van gekomen. Ook al kende ik je nog niet zolang ik gaf onwijs veel om jou maar dat wist je allang. We gaan nu allebei een andere weg tekeer eerst waren we altijd samen maar dat is nu niet meer,of het ook zo woord als vroeger ik heb geen idee. Hopen dat is het enige wat ik nog kan,want ik blijf het niet steeds vragen als jij ut nog niet aankan. Een goede vriendschap komt overal doorheen, Hopelijk lukt het ons ook en zijn we ooit weer samen een