Opties zijn rechten om een bepaalde onderliggende waarde te kopen of te verkopen. Het recht geldt gedurende een vaste periode, met een vaste koop / verkoopprijs. Opties kunnen betrekking hebben op verschillende onderliggende waarden.
Voorbeelden zijn:
-Aandelen
-Indexen
-Valuta
-Obligaties
Iemand die een optie bezit heeft dus het recht om een onderliggende waarde te kopen of te verkopen. Een optie met een kooprecht is een calloptie, een optie met een verkooprecht is een putoptie. Opties zijn geldig gedurende een bepaalde tijd. Opties van Amerikaanse stijl kunnen op ieder moment worden uitgeoefend tijdens de looptijd van de optie. Opties van Europese stijl kunnen alleen aan het eind van de looptijd worden uitgeoefend. Het meest wordt er gehandeld in aandelen- en indexopties.
Daar zal ik me dan ook tot beperken. Aandelenopties zijn van Amerikaanse stijl, indexopties zijn in Europese stijl. Bij aandelen- en indexopties gaat het bijna altijd om een onderliggende waarde van 100 stuks. Een calloptie Aegon houdt dus in dat de houder het recht heeft om 100 aandelen Aegon te kopen. Deze optie kan gedurende de looptijd op ieder moment worden uitgeoefend.
Voorbeeld 1:
Iemand koopt de volgende optie:
Aegon call oktober 2005 10,00
Dit houdt in dat de houder van deze optie tot en met de derde vrijdag van oktober (vervaldag, expiratiedag) het recht heeft om 100 aandelen Aegon te kopen tegen een vaste prijs van 10,00 euro per stuk.
Opties zijn vrij verhandelbaar op de derivatenbeurs te Amsterdam. Als iemand een optie heeft gekocht, kan hij deze dus zonder hem uit te oefenen weer doorverkopen. Een koper van een calloptie zal deze optie kopen omdat hij deze optie graag wil uitoefenen om de onderliggende waarde in bezit te krijgen, of om er aan te kunnen verdienen door een koerswinst te behalen. In beide gevallen zal de onderliggende waarde moeten stijgen om een winst te realiseren.
Voorbeeld 2:
Iemand koopt in oktober 2004 de volgende optie:
Unilever call januari 2005 40,00
Stel: de koers van Unilever is op het moment van de aankoop van de optie 38,00. De optie is gekocht voor 1,20. Als het aandeel Unilever stijgt en vervolgens boven de 40,00 uitkomt, is het aantrekkelijk om de optie uit te oefenen. Er wordt pas winst gemaakt als de koers van Unilever boven de 41,20 stijgt, want dan is pas ook het betaalde bedrag van de gekochte calloptie terugverdiend. Als de koers van het aandeel Unilever in december 2004 bijvoorbeeld op 45,00 staat, kan de optie ook worden doorverkocht met winst. De optie wordt dan bijvoorbeeld verkocht voor 6,00. Er is dan een brutowinst gemaakt van (6,00 1,20) x 100 = 480,-.
Bij putopties wordt er verdiend bij een koersdaling van de onderliggende waarde. Het is een verkooprecht voor een vaste prijs. De waarde van een optie neemt toe als de waarde van de onderliggende waarde afneemt. Er kan door de optie door te verkopen een winst worden gemaakt als de onderliggende waarde is gedaald. Maar het kan ook mogelijk zijn dat iemand een putoptie koopt terwijl hij de onderliggende waarde bezit. Hij dekt zich dan in voor een koersdaling van die onderliggende waarde.
Voorbeeld 3:
Iemand bezit 100 aandelen ING, gekocht voor 15,00 per stuk. Tevens bezit hij een putoptie ING mei 2005 15,00. Deze optie is gekocht voor 2,00. Als de koers van ING naar 10,00 daalt, zou het recht van de optie kunnen worden uitgeoefend. Er worden dan 100 aandelen ING verkocht voor 15,00 terwijl de koers 10,00 bedraagt. Op die manier wordt het verlies dat wordt geleden door de koersdaling, beperkt door een putoptie.
De waarde van een optie bestaat uit intrinsieke waarde en uit tijds- of verwachtingswaarde.
Als een calloptie een uitoefenprijs heeft van 10,00 terwijl de koers van de onderliggende waarde op dat moment 11,00 bedraagt, dan is de intrinsieke waarde van de optie 1,00. Als de optie op dat moment 1,50 kost, is 50 cent daarvan de tijdswaarde. Mensen verwachten dan dat de onderliggende waarde nog kan fluctueren in de tijd dat de optie geldig is. Hoe korter de resterende tijd tot de expiratiedatum, hoe lager de verwachtingswaarde is.
Een optie die pas over enkele jaren afloopt, zal dus een hoge tijdswaarde hebben. Een optie die binnen een paar dagen afloopt, zal weinig tijdswaarde hebben. Bij het bezitten van een optie, heeft een belegger een longpositie. De optie is gekocht. Tegenover de longpositie staat de shortpositie. Een belegger gaat short als hij opties verkoopt (schrijft) zonder deze in bezit te hebben.
Iemand kan bijvoorbeeld 100 aandelen Aegon bezitten en dan een calloptie schrijven. Als de koper van de optie zijn recht gebruikt en 100 aandelen wil kopen, is de verkoper (schrijver) van de optie verplicht om 100 aandelen af te staan. De koper van een optie heeft dus een recht, de verkoper heeft een mogelijke plicht. Als aandelenopties worden uitgeoefend, gaat het gewoon om aandelen. Maar als indexopties worden uitgeoefend, gaat het om geld. Indexopties worden cash-settlement afgerekend.
Voorbeeld 4:
Iemand bezit de volgende optie:
AEX call december 300
Als de AEX op het moment van de expiratie op 310 punten staat, moet de schrijver van de optie 10 x 100 = 1000,00 aan de eigenaar van de optie betalen. Dat is dus 1 euro per indexpunt. Het is een groot risico op opties te schrijven. Als iemand bijvoorbeeld callopties schrijft van een aandeel, en de koers van dat aandeel stijgt veel, dan is de kans groot dat de optie wordt uitgeoefend. De schrijver van de optie is dan verplicht om de aandelen te leveren. Omdat de koers flink is gestegen, gaat dit veel geld kosten.
Vaak kunnen deze grote risicos worden ingedekt door bijvoorbeeld naast het schrijven van een optie, ook een optie te kopen. Als er alleen maar een optie wordt geschreven (ongedekt, dus zonder de onderliggende waarde in bezit te hebben, of zonder andere opties te kopen die een deel van het risico dekken) verplicht de bank de schrijver tot het aanhouden van een margin, een bepaald geldbedrag. Door het aanhouden van een margin wordt er voor gezorgd dat schrijvers van opties hun verplichtingen kunnen nakomen.
Zoals gezegd, kan de houder van een calloptie verdienen aan een koersstijging. De houder van een putoptie verdient aan een daling. Ook kan de eigenaar van een optie winst maken of verlies voorkomen door de optie uit te oefenen, zoals ik heb uitgelegd. Nu de kant van de schrijver. Deze heeft er belang bij dat de door hem geschreven optie waardeloos afloopt. Op die manier hoeft hij niet aan zijn plicht te voldoen, terwijl hij wel de premie heeft ontvangen. Dit is dus een winst zonder een investering. In percentages een oneindige winst.
Ook kan de schrijver een andere bedoeling hebben. De schrijver van een putoptie kan putopties van een aandeel schrijven omdat hij dit aandeel graag wil kopen. Tevens ontvangt hij dan nog de premie voor de verkochte optie. Als de optie waardeloos afloopt, is dat geen probleem. De premie is verdiend, en er kan opnieuw een put geschreven worden. Bij callopties is het in dit voorbeeld juist net andersom. Dan wil de schrijver van zijn aandelen af.
Naast het kopen of verkopen van een optie zijn er ook nog verschillende strategieën mogelijk.
De volgende (veel voorkomende) strategieën zal ik kort bespreken:
-Putspread
-Callspread
-Bullspread
-Bearspread
Ik ga steeds uit van het aandeel Koninklijke Olie, met een koers van 40,00. Ik zal de strategieën niet uitleggen, maar met voorbeelden duidelijk proberen te maken.
Winst: Als het aandeel tot de expiratie in mei beneden de 42,00 blijft. Dan wordt de geschreven put (42) uitgeoefend. De aandelen die dan geleverd zijn worden verkocht voor 44,00 door middel van de put 44. De winst is dan 2,00 x 100 = 200,- per optie.
Winst: Als het aandeel tot de expiratie in mei boven de 38,00 blijft. Dan wordt de geschreven call (38) uitgeoefend. De aandelen die dan moeten worden geleverd kunnen worden gekocht door middel van het uitoefenen van de call 36. De winst is dan 2,00 x 100 = 200,- per optie.
Bullspread
Verkoop put mei 40,00 tegen 1,00
Koop put mei 38,00 tegen 0,45
Winst: Als het aandeel boven de 40,00 blijft. De geschreven put loopt dan waardeloos af. De premie ( 1,00 is verdiend)
De aankoop van de put 38 dient als verzekering als het aandeel zou dalen. Het maximale risico is dan 2,00 omdat de geleverde aandelen voor 40,00 dan altijd nog kunnen worden verkocht voor 38,00 dankzij de put 38. (Deze 200,- moet bij de bank als margin worden aangehouden.)
Bearspread
Verkoop call mei 40,00 tegen 1,00
Koop call mei 42,00 tegen 0,45
Winst: Als het aandeel onder de 40,00 blijft. De geschreven call loopt dan waardeloos af. De premie ( 1,00 is verdiend)
De aankoop van de call 42,00 dient als verzekering als het aandeel zou stijgen. Het maximale risico is dan 2,00 omdat de te leveren aandelen tegem 40,00 dan altijd nog kunnen worden gekocht voor 42,00 dankzij de call 42. (Deze 200,- moet bij de bank als margin worden aangehouden.)
In plaats van kopen van een optie kun je ook een optie schrijven. Een optie schrijven houdt in dat je premie ontvangt en dat je een verplichting aangaat. Het schrijven van opties is echter risicovoller dan het kopen van opties. De bank zal dan ook vragen om onderpand, om margin. Bij het schrijven van een call op een aandeel is het het beste om 100 aandelen in bezit te hebben. Je bent dan voor 100% gedekt tegen de risico's van het schrijven. Bij het schrijven van put op een aandeel zal je verplicht zijn om genoeg geld aan te houden om 100 aandelen te kunnen kopen voor de uitoefenprijs van de put. Per aandeel zal de te storten margin echter verschillen.
Bij het schrijven van opties op een index zal je altijd een margin in geld moeten aanhouden. De bank zal dan dit gedeelte blokkeren ter voorkoming dat je je verplichtingen niet na zal kunnen komen. Dit geldt zowel voor het schrijven op aandelen als voor schrijven op een index.
Als je een call schrijft ga je de verplichting aan om 100 aandelen te leveren. (In het geval van een index optie schrijven om af te rekenen.) En als je een put schrijft ga je de verplichting aan om 100 aandelen te kopen. (Bij een put optie schrijven op een index ga je de verplichting aan om af te rekenen.) Ook hier is het van groot belang te beseffen dat je bij het schrijven van opties op aandelen te maken hebt met Amerikaanse stijl. Je kunt vanaf het moment van schrijven gevraagd worden om te leveren of af te nemen tot aan de uitoefendatum. Bij het schrijven van een optie op een index schrijf je opties in Europese stijl. Je kunt nooit voor het expireren van de optie (de uitoefendatum) gevraagd worden af te rekenen.
Aandelen-optie
Kopen
Schrijven(verkopen)
Call
Recht om 100 aandelen te kopen.
Plicht om 100 aandelen te verkopen.
Put
Recht om 100 aandelen te verkopen.
Plicht om 100 aandelen te kopen.
Index-optie (aex)
Kopen
Verkopen
Call
Recht om 100 x 1 euro per index punt te krijgen uitbetaald.
Plicht om 100 x 1 euro per index punt te betalen.
Put
Recht om 100 x 1 euro per index punt te krijgen uitbetaald.
Plicht om 100 x 1 euro per index punt te betalen.
!-In beide schema's ervan uitgaan dat de optie opgevraagd wordt of kan worden..-!
Als je een order opgeeft om een optie te kopen of te verkopen moet je de volgende termen goed onder de knie hebben. Het makkelijkste is om een order eerst voor jezelf op te schrijven alvorens de order door te geven. Zeker in het begin is dit noodzakelijk. Je hebt de volgende mogelijkheden. Een call kopen is een "open koop"(open buy) en je koopt dus een recht. Een call verkopen die je al in bezit hebt, is een "sluit verkoop"(close sell) van het aantal contracten dat je hebt en dat je kwijt wilt.
Ga je een call schrijven dan gaat het om een "open verkoop"(open sell) van het aantal contracten dat je wil schrijven. Heb je dan een call geschreven en je wil de positie sluiten voor de uitoefendatum, dan gaat het om een "sluit koop"(close buy) van het aantal contracten dat je terug wil kopen. Bij het kopen van een put is het dus een "open buy" en het schrijven van een put een "open sell".
Wanneer sluit je een positie en wanneer nou juist niet. Bij het schrijven van opties is het nog belangrijker om precies op de voet te volgen wat er gaande is op de beurs en de koersen nauw te volgen. De ene dag loop je schijnbaar geen enkel risico en de twee dagen daarna zit je tot over de oren in de "problemen". Als je een call schrijft ga je erin principe vanuit dat je op dat punt de aandelen kwijt wil en zal je niet de positie gaan sluiten. Je krijgt voor je gevoel een mooie prijs en bent tevreden.
Als je een call hebt geschreven op een aandeel zonder de aandelen in zak te hebben kan het zeer raadzaam zijn om op het moment dat de koers teveel oploopt de positie te gaan sluiten en een "Close Sell" uit te voeren. Je koopt dan dezelfde optie terug met dezelfde uitoefenprijs en uitoefendatum als je hebt geschreven. Doe je dit niet dan moet je zometeen de aandelen tegen de hele hoge koers kopen en tegen een veel te lage koers (de uitoefenprijs) verkopen aan degene die de call gekocht heeft. Zie voor een voorbeeld de pagina over het schrijven van een call. Houdt er rekening mee dat als je een optie op aandelen schrijft je elke dag totaan de uitoefendatum opgevraagd kan worden!!
Als je een put schrijft heb je de verplichting op je genomen om 100 aandelen te kopen tegen een vantevoren vastgestelde prijs. In principe schrijf je alleen maar een put optie als je een bepaald aandeel zeer graag wilt kopen en tegen een vantevoren afgesproken prijs. Als de koers dan verder daalt is het niet erg. Je koopt de aandelen tegen de uitoefenprijs en je vindt dit een reëele prijs voor de aandelen. Je sluit de positie dus niet als de koers teveel daalt. Wil je de aandelen niet hebben en daalt de koers onder de uitoefenprijs dan is het raadzaam de positie te sluiten alvorens je met de aandelen opgescheept zit. Je voert dan dus een "Close Buy" uit. Houdt er rekening mee dat als je een put optie op aandelen schrijft je elke dag opgevraagd kan worden!!
De Turbo is een financieel instrument met een hefboomwerking. Een Turbo combineert de voordelen maar niet de nadelen van een optie en future. Turbos worden uitgegeven door ABN-AMRO en zijn met name geschikt voor actieve beleggers die willen profiteren van korte termijn (1 week tot enkele maanden) koersbewegingen. Er zijn twee soorten Turbos waar u in kunt handelen: de Turbo Long Certificaten en de Turbo Short Certificaten. U kunt dus profiteren van zowel een stijgende als een dalende beweging. Turbos kunt u gewoon bij uw eigen bank of broker kopen en verkopen.
Hoe werken Turbos?
De werking van een Turbo Long kunnen we het beste uitleggen aan de hand van het volgende voorbeeld:
Stel de AEX noteert op een stand van 345 punten en u verwacht een stijging van de AEX naar de 355 punten.
U kunt op deze stijging bijvoorbeeld inspelen met een AEX Turbo Long 325 certificaat. Het getal 325 verwijst naar het financieringsniveau van de Turbo, in dit geval de AEX stand van 325 punten. De koers van de turbo kunt u gemakkelijk uitrekenen door de huidige stand van de AEX te verminderen met het financieringsniveau van de Turbo.
In dit voorbeeld zou de koers van de Turbo dus: (koers AEX koers financieringsniveau) = AEX 345 325 = 20,- zijn. Maar omdat deze Turbo in een ratio van 10:1 wordt uitgegeven is de koers 2,-.
Indien de AEX stijgt naar 355 punten, dan is de waarde van de Turbo: (koers AEX koers financieringsniveau), bij een ratio van 10:1 = AEX 355 325 = 3,-
Het hefboomeffect van de Turbo: De koers van de Turbo is met 50% gestegen terwijl de AEX slechts een stijging van 2,9% heeft laten zien.
De automatische stoploss van de Turbo: Deze Turbo heeft een stoploss niveau van 335 punten waardoor u bij een daling van de index onder de 335 punten de stoploss waarde krijgt uitgekeerd. Bij het bereiken van de stoploss waarde ontvangt u: (koers stoploss niveau koers financieringsniveau), bij een ratio van 10:1 = AEX 335 325 = 1,-.
Koersen van Turbo Shorts (die u koopt wanneer u een koersdaling verwacht) rekent u op dezelfde manier uit, alleen is het financieringsniveau hoger dan actuele koers van de AEX. De berekening wordt dan: Koers Turbo Short = Koers financieringsniveau Koers AEX.
Grote voordeel van Turbos
Omdat u met Turbos maximaal profiteert van kleine koersbewegingen, zonder hierbij geld te verliezen als gevolg van een zijwaartse beweging, zijn Turbos een perfect instrument voor de actieve belegger. Door het gebruik van de automatische stoploss kunt u nooit meer dan uw inleg verliezen en krijgt u zelfs geld terug bij het bereiken van de stoploss koers. Bovendien kunt u inspelen op koersbewegingen van de AEX, de Dow Jones, de S&P-500, individuele aandelen, valuta en zelfs de goud of olieprijs!
De voordelen op een rij:
Maximaal profiteren van kleine koersbewegingen
Inspelen op zowel een stijgende- als een dalende markt / beweging
Automatische stoploss voorkomt grote verliezen
Turbos verkrijgbaar op aandelen, indices, valuta, de olie- en goudprijs
Heldere transparantie, koers is makkelijk te berekenen
Turbo koersen volgen de beweging van de onderliggende waarde perfect
Makkelijk te gebruiken product, geen ingewikkelde kennis voor nodig
Geen verlies van waarde bij een zijwaartse koersbeweging
Via uw eigen bank of broker eenvoudig te verhandelen
Uitgeroepen tot het beste financiële product van 2004 door IEX.nl!
Geen margin vereist!
Geen tijdspremie en geen expiraties zoals bij opties
Hoe kan ik succesvol beleggen met Turbos ?
Het mag duidelijk zijn dat u met behulp van Turbos zeer gemakkelijk profiteert van koersbewegingen van de onderliggende waarde (aandelen, indices, olie goud etc). Turbos blijven echter een hefboomproduct waardoor het van het grootste belang is dat u altijd op het juiste moment in de richting van de koerstrend handelt. Het is belangrijk dat u weet welk type Turbos (long of short) u aanschaft en op welk moment. Met behulp van het TurboTraders abonnement belegd u echter in het juiste type Turbo op het juiste moment. Vanwege ons goede rendement ontdekken steeds meer beleggers de voordelen van beleggen in Turbos met behulp van het TurboTraders abonnement. In turbo's belegt u dus optimaal met de signalen van TurboTraders en dankzij een uitstekende trading discipline.
Hoe werken ze? De Turbo is een financieel instrument met een sterke hefboomwerking. In dat opzicht is ze het beste te vergelijken met een optie. Echter, in plaats van een uitoefenprijs heeft de Turbo een financieringsniveau. Ik geef een voorbeeld met de AEX. Stel, de Amsterdamse graadmeter staat op een niveau van 330 punten.
ABN Amro kan dan een Turbo uitgeven met een financieringsniveau van 300 punten. De overige 30 punten betaalt de belegger zelf. Echter, de Turbo wordt met een ratio van 10 uitgegeven. Dat betekent dat in dit geval de prijs van de Turbo 3 euro is. De belegger moet er tien kopen (investering: 30 euro) om de ontwikkeling van de AEX volledig te volgen.
Het is vreemd dat ABN Amro een ratio van tien hanteert. In de markt zijn Turbos uitsluitend verhandelbaar in veelvouden van tien. Die ratio is derhalve zinloos en compliceert nodeloos. Hoe dan ook, als de AEX naar 340 stijgt, zijn de tien Turbos 40 euro waard. Daalt de index naar 320 punten, dan zijn de tien Turbos nog slechts 20 euro waard.
Stoploss Als de index verder onderuit gaat, dreigt het gevaar dat de Turbo een negatieve waarde krijgt. Daarom kent dit nieuwe financiële instrument een stoploss die minimaal 2% boven het financieringsniveau ligt. Als de index beneden de 306 euro zakt, wordt de Turbo geliquideerd. De belegger krijgt voor zijn tien Turbos nog maximaal zes euro uitgekeerd.
ABN Amro geeft een aantal voordelen van de Turbo boven de ouderwetse optie. De prijstransparantie is groter, er is geen vaste looptijd en er is geen verwachtingswaarde. Zo op het oog is dit geen sterke argumentatie. Een zestien paginas tellende brochure is nodig om de werking van het nieuwe product uit te leggen.
Zo transparant en eenvoudig is de Turbo blijkbaar ook weer niet, als ABN Amro wil doen geloven. Het ontbreken van een vaste, van te voren bekende looptijd zie ik eerder als nadeel dan als voordeel. In de prijs van opties is geen verwachtingswaarde opgenomen, daarom is dat ook geen voordeel voor de Turbo.
Voordelen ABN Amro doelt er hier op dat in de prijs van de Turbo geen volatiliteitpremie is opgenomen. Dat is inderdaad een voordeel ten opzichte van opties. Of nauwkeuriger aangeduid, het is een voordeel ten opzichte van at the money of out the money opties. De volatiliteitspremie in deze opties leidt er toe dat met het verstrijken van de looptijd premie verloren gaat.
Bovendien lopen deze opties niet volledig mee met de ontwikkeling van de onderliggende waarde. De Turbo participeert wél voor 100% in de ontwikkeling van de onderliggende waarde. Gedurende de looptijd gaat er geen tijdwaarde verloren. Turbos lijken op het eerste gezicht veel aantrekkelijker dan opties, vanwege het ontbreken van volatiliteitspremie.
Toch is dit niet bij voorbaat waar. In het bovengegeven voorbeeld moet de Turbo vergeleken worden met een diepe in the money optie, namelijk de call 300. Deze optie, met afloopdatum de derde vrijdag in augustus, heeft ook nauwelijks tijdswaarde. Deze optie heeft daarom dezelfde voordelen als ABN Amros Turbo.
Nadelen Nu kan de bank natuurlijk Turbos uitgeven met een hoog financieringsniveau van bijvoorbeeld 320 punten, bij een AEX index van 330. Het financieringsniveau is dan minder in the money. Het nadeel is dat bij dit financieringsniveau de stoploss (circa 326 punten) snel bereikt kan worden en de Turbo moet worden beëindigd.
Een ander punt van belang is het financieringsniveau. De Turbo heeft weliswaar geen tijdspremie, gedurende de looptijd stijgt het financieringsniveau met de financieringsrente. Stel dat de financieringsrente 5,5% is. In één maand tijd stijgt het financieringsniveau dan van 300 tot ongeveer 301,50.
De stoploss neemt dan eveneens met 1,50 toe en de waarde van de tien Turbos neemt af met 1,50 euro. Daar staat tegenover dat het dividend van de AEX verminderd wordt op het financieringsniveau van de Turbo en daarmee toevalt aan de belegger. De verrekening van rente en dividend lijkt precies zoals dat met futures gebeurt.
Zoek de verschillen Er is één verschil. Voor futures wordt de professionele rente gebruikt, terwijl ABN Amro voor de Turbo een commerciële rente berekent die daar beduidend boven ligt. Tegenover dit nadeel staat het voordeel dat de bank het risico neemt dat door een extreme gebeurtenis de index in één klap door de stoploss én door het financieringsniveau breekt.
In dat geval heeft de Turbo een negatieve waarde. Omdat ABN Amro garandeert dat de Turbo nooit minder dan 0 euro waard kan zijn, moet de bank in dat geval het verlies incasseren. Ik zet voor u de verschillende aspecten van futures, opties en turbos in de volgende tabel:
AEX futures
AEX Opties
AEX Turbo
In the money
At the money
Winst
Onbeperkt
Onbeperkt
Onbeperkt
Onbeperkt
Verlies
Onbeperkt
Beperkt
Zeer beperkt
Beperkt
Investering
Margins
Vast bedrag
Vast bedrag
Vast bedrag
Minimum inleg
Hoog
Hoog*
Laag
Zeer laag
Spread
Scherp
Scherp*
Scherp
Scherp
Delta
100%
Bijna 100%
Circa 50%
100%
Premie
Nee
Zeer beperkt
Ja
Nee
Rente
Professioneel
Professioneel
Professioneel
Commercieel
Looptijd
Vast
Vast
Vast
Onzeker
*) Voor AEX-light opties geldt dat een lage inleg mogelijk is, maar de spreads zijn veel ongunstiger.
Een prachtig instrument dat het midden heeft tussen futures en opties
Het biedt beleggers kansen die juist die twee andere instrumenten niet kunnen bieden, waaronder een veelheid aan onderliggende waardes die via de Turbo makkelijk te bespelen is.
verschillen/overeenkomsten,
bij Futures zien we dat zowel de winst als de verlieskant in principe onbeperkt is. Vanwege de dagelijkse schijnbewegingen op de Amerikaanse beurs is het geen pretje om over-night in Futures te zitten.
De opties hebben weer het probleem van de 'er uit lopende' premie,
Turbo's kennen een ingebouwde stop loss, iets dat kopers van opties ook wel kennen omdat die maximaal hun inleg kwijt kunnen raken. Dat is dus bij Turbo's net zo.
In feite maakt u wel gebruik van de ingebouwde hefboom, maar komt uw visie niet uit, dan sluit de Bank uw Turbo positie. Jammer, maar een vooraf te overzien risico. Turbo's gaan dus procentueel harder dan de onderliggende waarde en de stop loss kan snel komen als de koers van de onderliggende waarde de verkeerde kant op
Het is dus net als bij opties zo dat u het moet zien als speculatiegeld en u moet uw geld kunnen missen. Daarbij is het dus van groot belang dat uw visie uitkomt
Turbo's kennen een lager risico als u als belegger alleen maar op omslagpunten uw posities inneemt.
Dat vergt dus geduld, maar ook kennis over de markt, want u moet de omslagpunten in de markt kunnen herkennen. In die zin is het product niet moeilijk, maar is het succes toch wat afhankelijk van uw analysekennis.
stop loss automatisch wordt ingesteld, maar nadeel dat je steeds als je fout zit automatisch wordt uitgestopt
Bij Turbo's moet u overigens ook goed opletten waar de stop loss ligt. Vooral turbo's die al enige tijd lopen kunnen een stop loss hebben die vlak om de hoek ligt. Uw maximale verlies is dan niet groot, maar wel kunt u bijzonder snel en in feite, zonder dat het in uw analyse van de onderliggende waarde past, al te snel uitgestopt worden
Stel dat u een analyse van een onderliggende waarde heeft gedaan en een steun verwacht op 50, maar de stop loss van de Turbo die u koos ligt al op 51, dan is het niet handig om die positie in te nemen. Immers wordt u dan net boven de Technische stop al uitgestopt, terwijl uw analyse, een steun op de 50, wel zou kunnen uitkomen. Een Turbo met stop loss op 50, maar liever nog 49 zou dan beter zijn.
Financieringsniveau Turbo Long Het financieringsniveau van een Turbo Long is het deel van de onderliggende waarde dat ABN AMRO voor u financiert. In het algemeen wordt over dit niveau op dagbasis financieringskosten verrekend, waardoor dit iedere dag oploopt. Dividend wordt teruggegeven door het financieringsniveau te verlagen. Hierdoor heeft een dividenduitkering geen invloed op de prijs van de Turbo.
Turbo Short Een Turbo Short werkt tegenovergesteld. Als u een Turbo Short koopt, is het alsof ABN AMRO de onderliggende waarde voor u verkoopt. Dit noemen we 'short gaan'. In het algemeen genereert de opbrengst rente die ten goede komt aan het financieringsniveau. In dat geval ontvangt u bij een Turbo Short renteopbrengsten over zowel uw inleg als de verkoopopbrengst van de onderliggende waarde. Bij een dividend uitkering wordt het financieringsniveau verlaagd. Hierdoor heeft een dividenduitkering geen invloed op de prijs van de Turbo.
Een ander lastig punt is overigens de ratio. Hier moet u er een paar uit uw hoofd gaan leren als u met Turbo's aan de slag wil.
Onderliggende waarde Ratio verandering Verandering prijs Turbo AEX 10 1 EUR DAX 100 1 EUR Heineken 1 1 EUR Google 10 1USD ~ EUR 0.75-0.80 Dow Jones 100 1USD ~ EUR 0.75-0.80 EUR USD 0.01 1USD ~ EUR 0.75-0.80 Olie 1 1 euro Dus als de AEX met 10 punten verandert, zal de Turbo met EUR 1 veranderen. De ratio is ingevoerd, omdat anders bijvoorbeeld EUR 575 voor een Turbo op de DAX betaald zou moeten worden. Met een ratio van 100 is dat EUR 5,75.
Stel:
onderliggende koersen vond stond de AEX op 390,33.
Gezien de markt van vandaag (gisteren ging de Dow -99) pakken we er een short bij. De stop loss voor deze Turbo ligt op 393. Dat is niet ver weg, maar zou wel een nieuwe high inhouden, dus een goed punt om dan een short positie te stoppen.
De koers van de Turbo was gisteren 1,59 om 1,62. U zult bij een daling van de AEX zien dat deze Turbo snel waarde kan krijgen... hetgeen overigens voor 100% weg is (stop loss), als de beurs daarna ineens weer boven de 393 komt.
Wie iets meer bewegingsruimte wil hebben kiest voor de volgende Turbo Short: 2. AEX Turbo Short NL0000459758 / 45975 403,00 15,2 415,62 389,90 14.03.05 2,56 2,59
De stop loss ligt hier op 403. De koers per Turbo is 2,56 om 2,59.
Als de AEX de daling ook echt inzet, dan zijn dit mooie posities. Is de daling toch weer een eendagsvlieg, dan kan het snel gedaan zijn met deze positie. Stel even, de AEX gaat terug naar het uitbraakniveau van 380. In dat geval komt er 1,00 bij. Dat is ruwweg 70% winst op de bovenste Turbo Short en het is 40% op de onderste. Waarlijk geen percentage's om lichtvaardig overheen te stappen. Toch kan het zijn dat er opties uitstaan die in dit specifieke geval interessanter zijn. Ik vind zelf dat beleggers dit moeten uitzoeken voor ze een positie innemen. Als belegger moet u echter niet kiezen voor alleen het hoogste rendement. U moet ook het risico in ogenschouw nemen. Een kale future zou u een enorme winst opleveren, als uw visie van een daling van 10 punten ook uitkwam. Echter, zou de beurs ineens keren, dan kan ook een verlies van honderden euro's ontstaan. Bij opties zou de visie kunnen uitkomen, maar door het tijdsverloop verliest de koper van de optie een heleboel premiewaarde. Allemaal zaken die u moet meewegen in uw besluit. Nogmaals, u kan dat pas als u uw analyse gemaakt heeft. Als die analyse rammelt, dan rammelt de gekozen positie nog harder. Het is dus van groot belang dat u de best mogelijk analyse maakt.
We gaan er nu van uit dat het 'onze' analyse is dat de beurs terug naar de 380 gaat. Als dat achteraf niet gaat gebeuren heeft u geen goede analyse gemaakt....
We kopen (fictief) beide turbo's 200x. Investering Turbo Short nummer 1 is 200 keer 1,62 + 10 euro kosten = 334 euro Investering Turbo Short nummer 2 is 200 keer 2,59 + 10 euro kosten = 518 euro
Om een vergelijk te hebben verkopen we ook 1 future op een stand van 390,33. U moet hiervoor tenminste 10.000 euro op uw rekening hebben anders zou u geen future moeten innemen. Kosten 10 euro. Per indexpunt omlaag levert het 200 euro op, per indexpunt omhoog kost het 200 euro.
Verder kopen we een put optie juli 395 voor 5,70. Dit kost 570 euro + 10 euro kosten = 580 euro
We verkopen een call aug 395 voor 2,90 euro Margin 6000 euro + 10 euro kosten.
(Overigens zijn alle prijzen reeel gezien onbereikbaar, immers deed ik de fictieve transactie nabeurs)
Voorbeeld:
Stel u overweegt om aandelen Philips te kopen. De aandelen hebben momenteel een koers van bijv. 20 euro, en om 1000 aandelen te kopen moet u dus 20.000 euro investeren. Stijgt het aandeel in de komende 3 maanden 2 euro (van 20 naar 22) dan verdient u 1000 x 2 euro, zijnde 2000 euro. Daalt de koers met 2 euro, dan verliest u 2000 euro. Dat komt dus neer op een winst of verlies van 10%.
Nou heeft AbnAmro zelf aandelen Philips gekocht, en geeft daar turbo's op uit voor een deel van de waarde, bijv. alle waarde boven de 17 euro. De eerste 17 euro worden dus niet meeverkocht en bloijven van AbnAmro. Dat deel wat van AbnAmro blijft, en wat zij dus financieren, heet het financier.
Als u van AbnAmro een turbo op Philips koopt, dan koopt u alleen maar het stuk van het Philipsaandeel boven de 17 euro. Dus als het aandeel op 20 staat, dan is 17 euro van AbnAmro en 3 euro van u. Staat het aandeel op 22 dan is nog steeds 17 euro van AbnAmro, en de resterende 5 euro is van u. Daalt de koers naar 18 euro, dan is 17 euro van AbnAmro en 1 euro van u. U bent dus tegen een relatief klein bedrag (3 euro) medeeigenaar geworden van een aandeel Philips, en alle koerswinst of koersverlies is voor u. Ook dividenden e.d. zijn voor u.
Dus als we nu even ons oorspronkelijke plan opnieuw uitwerken, dan kopen we dus 1000 turbo's op Philips (financieringsniveau 17 euro) tegen een koers van 20-17 zijnde 3 euro. Onze investering is dus 3.000 euro ipv 20.000 euro. Stijgt de koers van 20 naar 22, dan stijgt onze turbo van 3 naar 5. Daalt Philips naar 18 euro, dan daalt onze turbo naar 1 euro. Dus onze winst of verlies blijft 2.000 euro, maar omdat onze investering niet meer 20.000, maar slechts 3.000 bedraagt, praten we nu over een winst of verlies van 66%.
In dit geval is dus een beweging van 10% vertaald naar een beweging van 66,7%, en daarom spreken we van een hefboom van 6.67. Alle bewegingen zijn 6,67 keer versterkt door de hefboom.
Tot zo ver de simpele gedachte achter de turbo's... de bank betaalt mee aan de aanschaf van de aandelen en bij verkoop gaat eerst weer het financeringsdeel van de koers af en wat er overblijft is voor u
Als een turbo onder z'n financieringsniveau zou zakken, dan zou de waarde van uw stukje negatief worden. Het is echter niet mogelijk om aandelen tegen een negatieve koers te verhandelen, en daarom moet Abn Amro zich indekken tegen dat risico. Ze doen dat via een Stoploss niveau: zodra de koers onder de stoploss zakt (bijv. onder de 17,50) dan wordt de turbo automatisch verkocht. U ontvangt dan uw deel en AbnAmro krijgt haar deel.
Abn Amro financiert het grootste deel van de onderliggende waarde, en wil daar graag rente over vangen. Ze doen dat door elke dag het financieringsniveau een klein beetje op te trekken. Omdat de rente op dit moment erg laag is, stijgt het financieringsniveau maar heel langzaam. Omdat de waarde van de turbo gelijk is aan de koers van het aandeel minus het financieringsniveau, wordt uw turbo dus elke dag een heel klein beetje minder waard. Maar nogmaals... bij de lage rentestand van dit moment is dat effect slechts heel miniem.
De turbo zoals we deze tot nu toe hebben besproken is een zogenaamde Turbo Long. Naast deze long turbo's zijn er ook short turbo's. Short turbo's worden meer waard als de koers van de onderliggende waarde daalt. Het is dus alsof u short bent in de onderliggende waarde.
·
Alias: dit is de korte naam
·
Naam: dit is de lange naam
·
Stoploss: dit is het huidige stoploss niveau van de turbo
·
Hefboom: dit is de hefboom die met de turbo wordt gerealiseerd. Bij een koers van de onderliggende waarde van 20 en een koers van de turbo van 4 euro is er sprake van een hefboom van 5 (20 gedeeld door 4).
Hefboom: geeft aan hoeveel je winst en verlies bij de turbo versterkt wordt ten opzichte van het onderliggende aandeel. Voorbeeld: als je een aandeel Philips koopt voor 20 euro, en het aandeel stijgt 1 euro in koers, dan heb je een winst van 5%. Koop je een turbo op Philips die 5 euro kost, en Philips stijgt 1 euro in koers, dan maak je op de turbo een winst van 20%. De hefboom is dan 4 omdat alle bewegingen met een factor 4 versterkt worden.
Het financieringsniveau geeft aan welk deel van het aandeel in handen van AbnAmro blijft. Dus als Philips op 20 euro staat, en AbnAmro verkoopt de bovenste 3 euro als een turbo, dan houden ze zelf 17 euro. Die 17 euro is het financieringsniveau. Je zult begrijpen dat AbnAmro als de dood is dat de koers onder de 17 euro zakt, want dan hebben zij een strop. daarom handeteren ze ook nog een stoplossniveau (bijv. 17,50). Zakt het aandeel onder de 17,50 dan wordt het aandeel verkocht en de turbo kan ingeruild worden tegen de resterende waarde. Zowel het financieringsniveau als het stoploss niveau worden af toe bijgesteld. Dat heeft te maken met o.a. de rente over het financieringsniveau, maar ook met divenden e.d. E.e.a. staat uitgebreid uitgelegd in de help.
·
Ref. koers: dit is de referentiekoers, oftewel de koers van de onderliggende waarde van de turbo.
·
Biedprijs: dit is de huidige biedprijs van de turbo *)
·
Vraagprijs: dit is de huidige vraagprijs van de turbo *)
·
Verschil: dit is de stijging of daling ten opzichte van de vorige slotprijs van de turbo
·
Slotkoers: dit is de vorige slotkoers van de turbo
·
Tijd: tijdstip van de laatste bijwerking van de referentiekoers
·
Sinds: datum wanneer de turbo is gelanceerd
·
Ratio: Ratio van de turbo ten opzichte van de onderliggende waarde. Normaliter is de ratio 1, en dan is er 1 turbo per onderliggende waarde. Bij duurdere onderliggende waarden, zoals de AEX index, kan het zijn dat er 10 of 100 turbo's worden uitgegeven per onderliggende waarde. Dit wordt gedaan om de prijs van de turbo's attractief te houden.
De ratio geeft aan hoeveel turbo's overeenkomen met 1x de onderliggende waarde. Bij aandelen is de ratio meestal 1, dus 1 turbo geeft de winst/verlies van 1 aandeel. Bij de AEX werkt men met een factor 10, zodat 10 turbo's overeenkomen met 1x de AEX index. Bij de Dow Jones werkt men met nog hogere ratio's.
Beleggers in opties en futures kunnen nu gebruik maken van een nieuw beleggingsinstrument om maximaal te profiteren van kleine koersbewegingen: de ABN-AMRO Turbo Certificaten® (Turbos). Met behulp van dit hefboomproduct speelt u in op koersbewegingen van o.a. aandelen, de AEX, Amerikaanse indices, obligaties en de olie- en goudkoers. Turbos zijn hét beleggingsinstrument voor de actieve belegger omdat wel de voordelen maar niet de nadelen van opties en futures gecombineerd worden in één product. Turbo's kunt u via uw eigen bank of broker eenvoudig verhandelen. Niet voor niets riep de onafhankelijke financiële website IEX.nl deze Turbos onlangs uit tot Het beste financiële product van 2004 met het rapportcijfer 9,0 ! - Lees meer over Turbos
Over TurboTraders
Meer informatie over Turbos
Op deze pagina hebben wij geprobeerd om zo duidelijk mogelijk aan te geven hoe de Turbos werken. Mocht u meer informatie willen over dit product van ABN-AMRO, dan kunt u de volgende paginas raadplegen:
Dagelijks analyseren de twee handelaren van TurboTraders de koerstrends van aandelen, (Amerikaanse) indices, obligaties en de olie- en goudprijs. Wanneer wij een goede koerstrend hebben ontdekt selecteren we de juiste Turbos om in te spelen op de verwachte koersbeweging. TurboTraders abonnees ontvangen deze signalen per SMS en e-mail. Door zeer gedisciplineerd te handelen in alleen de beste Turbos zijn wij in staat om een goed rendement te behalen. Onze abonnees ervaren dit dagelijks! - Lees meer over TurboTraders.