Beste blogvrienden, het rijmverhaal dat ik schreef van het dagboek van een kennis zijn voettocht naar Santiago de Compostella begint op datum van 28/03/2008.
Dit Russisch verhaal over een zeer oplettende man heeft ook een mooi moraal:
Een kameeldrijver miste een van zijn kamelen. Hij reed op zijn paard de steppe in om de kameel te zoeken. Onderweg werd hij ingehaald door een onbekende ruiter. Ze begroetten elkaar vriendelijk en reden naast elkaar verder. "Ik ben een van mijn kamelen kwijt," zei de kameeldrijver.
"Is de kameel die je zoekt aan het linkeroog blind en mist hij zijn voortanden?" vroeg de ander.
"Ja ja!" riep de kameeldrijver blij. "Heb je hem soms gezien?"
"Nee, dat niet," was het antwoord, "maar ik zag de afdrukken van zijn hoeven in het zand."
Dat geloofde de kameeldrijver niet en hij beschuldigde de ander ervan de kameel gestolen te hebben. Hij liep naar de rechtbank en de rechter liet de twee mannen voor zich verschijnen. De beschuldigde zei: "Ik heb de kameel nog nooit gezien en toch weet ik over hem het volgende: blind aan het linkeroog, mist de voortanden, droeg aan de rechterkant een vat honing en aan de linkerkant een volle zak tarwe!"
"Het kan niet anders of deze man heeft mijn kameel gestolen!" riep de kameeldrijver. De rechter begon het nu ook te geloven, maar vroeg toch: "Als je de kameel niet gezien hebt, hoe kan het dan dat je zoveel over hem weet te vertellen?"
"Dat zal ik u uitleggen," zei de beschuldigde. "Dat de kameel blind is aan het linkeroog begreep ik toen ik zag dat langs de weg alles aan de rechterkant was afgegraasd, terwijl aan de linkerkant alles was blijven staan. Bij het grazen had de kameel steeds de middelste plukjes gras laten staan, ook van de smakelijkste distels. Dus dat betekende dat hij zijn voortanden miste. Rechts van de weg streken bijtjes neer op druppeltjes honing en links van de weg pikten musjes tarwekorrels. Dus begreep ik dat de kameel rechts een vat honing droeg en links een zak vol tarwekorrels."
De rechter had dit alles met een verbluft gezicht aangehoord en zei tenslotte: "Iemand die zo goed oplet, weet zeker wel het verschil tussen mijn en dijn. Deze man is geen dief. Hij is een oplettend, ja, hij is een oppassend mens!"
Vandaag vond ik een mooi Hongaars sprookje , veel leesplezier:
In een landstreek van het Zevenburgse Saksenland, leefde eens een arme, arme jongen. Zijn vader en moeder waren gestorven en zijn enige erfenis bestond uit een kleine gierstkorrel.
Wat had hij nog in zijn geboortedorp te zoeken toen hij de ogen van zijn moedertje had dichtgedrukt? Hij wilde de wijde wereld in. Dus greep hij vol goede moed zijn wandelstok en stopte de gierstkorrel in zijn zak, want die wilde hij niet achterlaten, omdat het zijn enige bezitting was.
Toen de jongen op een heldere, vriendelijke zomerochtend zo door de dauwfrisse weilanden liep, zag hij plotseling een oude man voor zich staan met een grijze mantel aan en een brede hoed op zijn grijze lokken.
De jongen groette de oude man vriendelijk en deze beantwoordde zijn ochtendgroet net zo vriendelijk en vroeg hem vervolgens: "Waar ga je zo in alle vroegte naar toe?"
"Op reis," zei de jongen trouwhartig, "maar ik heb mijn hele bezit, dat bestaat uit een gierstkorrel, meegenomen. Zou die niet van me worden gestolen?"
"Maak je niet bezorgd, jongen. De gierstkorrel zul je verliezen, maar daar zul je beter van worden."
En zo liep de jongen vrolijk verder langs weiden en akkers, door bossen en langs rivieren, tot hij tegen de avond bij een boerenhoeve kwam, waar hij onderdak voor de nacht vroeg. Toen hij ging slapen, legde hij zijn gierstkorrel op de vensterbank en zei tegen zijn gastheer: "Dat is alles wat ik bezit. Zou het niet worden gestolen?"
Zijn gastheer antwoordde echter: "Maak je niet ongerust jongen, in mijn huis word je niet benadeeld."
Daarop viel de jongen in slaap en sliep tot de ochtend. Toen de zon in de kamer scheen, zag hij nog net dat de haan van de boerderij op de vensterbank sprong en het gierstkorreltje, dat glansde in de zon, oppikte.
Toen begon de jongen te huilen, maar de boer troostte hem en schonk hem de haan die het korreltje had ingeslikt.
"Neem de haan Die jou onrecht heeft gedaan."
Opgewekt trok de jongen vervolgens verder met de haan onder zijn arm, tot hij 's avonds weer in een dorp kwam en bij een boer aanklopte. "Deze haan is mijn hele rijkdom, kan hij niet worden gestolen?" vroeg hij de boer.
"Maak je niet ongerust jongen. Op mijn boerderij overkomt je niets," antwoordde de boer.
Toen de jongen echter 's morgens de slaap uit zijn ogen wreef en naar buiten keek, zag hij plotseling dat een vet varken zijn haan bij de nek greep en hem doodbeet.
Huilend liep de jongen naar de boer en jammerde: "O wee, uw varken heeft mijn prachtige haan doodgebeten." Maar de boer troostte hem en zei:
"Neem het varken mee En wees tevree Ook al heb je je haan verloren."
Daarop bond de jongen het varken een touw om zijn nek en trok de hele stralende zomerdag lang verder tot hij 's avonds opnieuw bij een boerenhoeve kwam en om onderdak voor de nacht vroeg.
"Dit varkentje is alles wat ik bezit," zei hij tegen de boer, "het kan toch niet worden gestolen?"
"Maak je geen zorgen, mijn zoon," antwoordde de boer, "op mijn boerderij zul je geen schade lijden."
Toen de jongen echter de volgende morgen laat wakker werd, want hij had heerlijk geslapen, en het huis uit stapte, zag hij zijn varkentje dood liggen. De koe van de boer had het vreemde dier met zijn horens doodgestoken.
De jongen was diep ongelukkig, maar de boer zei vriendelijk:
"Neem de koe mee En wees tevree Ook al heb je je varken verloren."
Toen bond de jongen opgewekt de koe een touw om zijn nek en dreef het dier vele uren lang voor zich uit, tot hij moe en lusteloos bij een deftig landgoed kwam. De rijke herenboer stond toevallig juist buiten de poort.
Nederig nam de jongen zijn pet af en vroeg de edelman om een onderkomen voor de nacht, omdat hij zo moe was dat hij niet meer verder kon. "Deze koe," zei hij vervolgens, "is mijn hele rijkdom. Kan het dier niet worden gestolen?"
Toen lachte de herenboer en zei: "Maak je maar niet bezorgd jongetje. Op dit landgoed is een eerlijke voorbijganger nog nooit iets onaangenaams overkomen en een arme, eerlijke jongen zoals jij er een schijnt te zijn al helemaal niet."
Nog nooit had onze jongen zo zacht geslapen als in de pronkkamer van het deftige huis, maar o wee, ook zijn koe lag de volgende morgen dood op de grond. Toen de paarden van de edelman in alle vroegte naar de drinkplaats waren gebracht, had een vurige hengst de vreemde koe omvergelopen en daarbij was het dier zo ongelukkig gevallen, dat het stierf. Toen zei de herenboer tegen de huilende jongen:
"Neem dan teugel en paard Dat is het mij waard."
Wie schetst de blijdschap van onze jongen? Hij sprong direct op de rug van het vrolijk hinnikende paard en reed de wijde wereld tegemoet. Hij groeide uit tot een beroemde held die zich in vele oorlogen onderscheidde en ten slotte zelfs de hand van een mooie prinses wist te winnen.
Ja, wie geluk heeft, kan met een vermogen van slechts één enkele gierstkorrel koning worden, zoals uit deze geschiedenis van de arme jongen blijkt.
Niet iedereen heeft echter zoveel geluk, maar je kunt het natuurlijk altijd proberen!
Hier een mooi verhaal om aan te tonen dat het soms veel beter is om te zwijgen in plaats van zonder nadenken een grote mond op te zetten:
De zeldzaamheid deed zich voor dat een hyena en een ezel vrienden waren. Zij waren het trouwens al enige jaren. Elke dag kwamen zij elkaar tegen, praatten dan wat en soms een enkele keer gingen zij zelfs samen op jacht. De hyena met zijn gevlekte vacht verborg zich dan onzichtbaar voor de dieren in de struiken en samen met de ezel, die voor ongevaarlijk werd aangezien, maar die heel hard schoppen kon, overmeesterde hij zijn buit.
Toen zij weer eens zo op stap waren en pratend over koetjes en kalfjes naar hun jachtterrein liepen, vroeg de hyena aan de ezel:
"Weet jij wel, dat ik eigenlijk doodsbang voor je ben?"
"Jij bang voor mij?"
De ezel wist niet wat hij hoorde. Juist hijzelf was eigenlijk verschrikkelijk bang voor de hyena, maar dat had hij hem nooit durven zeggen.
"Maar waarom zou jij bang voor mij moeten zijn?" vroeg de ezel.
"Vanwege je puntige horens, natuurlijk," antwoordde de hyena.
Ze zeggen altijd van mij dat ik zo dom ben, dacht de ezel, maar de hyena moet toch nog veel dommer zijn. Want ik heb toch helemaal geen horens! De ezel schoot in de lach.
"Daarom hoef je me nog niet uit te lachen! Ik meen wat ik zeg," zei de hyena ontstemd.
"Heus waar?" wilde de ezel nog weten, voordat hij de hyena op zijn vergissing zou wijzen. "Heus waar?"
"Echt! Eerlijk!" antwoordde de hyena, die nu op zijn beurt wilde weten waarom de ezel zo geheimzinnig deed.
Luid schaterlachend sprak toen de ezel: "Nou, ik had je voor wijzer gehouden! Dit zijn toch geen horens, hier op mijn hoofd! Dit zijn mijn oren, man! Haha!"
"Zijn dat je oren?" riep de hyena stomverwonderd uit. "Alleen maar je oren? Maar dan..."
Zonder dralen sprong de hyena op de ezel en beet hem dood. Moraal van het verhaal: Ziet men u voor sterker aan, laat de ander in de waan!
Op een dag in de bus naar Miami. Een van de passagiers was juist vrijgelaten uit de gevangenis. Iedereen kon horen wat hij tegen de chauffeur vertelde. Juist voor zijn vrijlating had hij zijn vrouw een brief geschreven. Hij had geschreven dat hij het zou begrijpen als ze hem nooit meer wou terug zien. Maar hij had eraan toegevoegd: 'Als je me toch nog een kans wil geven, bind dan een geel lint rond de oude eik in het centrum van het dorp. Dan zal ik van de bus stappen. Als er geen lint is, rijd ik door en zal ik jou vergeten.' Wat later reed de bus het dorp binnen. De man boog het hoofd in zijn handen en vroeg aan de chauffeur: wil jij letten op de eik? Intussen kende de hele bus zijn verhaal. Iedereen keek vol spanning uit. Toen de bus de eik naderde, barstte er plots een luid gejuich en applaus los. De man keek uit het raampje en zag de oude eik, volgehangen met wel honderd gele linten. Onder het gejuich van de andere passagiers, rende hij de bus uit, in de armen van zijn vrouw.
Vandaag wil ik een prachtig indianenverhaal met U delen, bron onbekend, geniet er van en denk er na het lezen maar even over na:
Op een dag stond er een jongeman in het midden van zijn dorp en beweerde dat hij het mooiste hart had van de hele vallei. Een grote menigte had zich om de jongeman verzameld en ze waren het allemaal met hem eens, zijn hart was perfect. Er zat geen schrammetje of wond in zijn hart en ze waren het er allemaal over eens dat het het mooiste hart was wat ze ooit gezien hadden. De jongenman was er erg trots op en pochte nog meer over zijn mooie en perfecte hart.
Op een dag verscheen er een oude man vanuit de menigte en zei "Waarom is jou hart niet zo mooi als het mijne." De menigte en de jongeman keken naar het hart van de oude man. Het sloeg krachtig, maar het zat vol littekens en er waren plaatsen bij waar er stukken uit waren gehaald en andere stukken waren in gezet, maar deze stukken pasten er niet mooi in, de hoeken waren rafelig. Er waren plaatsen bij waar hele stukken misten uit zijn hart. De mensen keken verbaasd - hoe kun je zeggen dat je hart het aller mooiste is dachten ze?
De jongeman keek naar het hart van de oude man en zag de staat waarin het verkeerde en lachte "Je maakt een grapje," zei hij. "Vergelijk jouw hart eens met het mijne. Dat van mij is perfect en dat van jouw is een puinhoop vol littekens en scheuren." "Ja," zei de oude man, "jouw hart ziet er perfect uit, maar ik zou niet met je willen ruilen. Kijk" sprak hij, "elk litteken vertegenwoordigt een persoon aan wie ik mijn liefde heb gegeven - ik scheur een stukje uit mijn hart en geef het, en vaak geven ze een stukje van hun hart aan mij terug om zo de lege plaats op te vullen. Maar de stukken zijn niet precies hetzelfde. Ik heb gerafelde hoeken, dat ben ik met je eens, maar het herinnert me er aan dat we de liefde met elkaar hebben gedeeld. Soms geef ik een stukje van mijn hart weg en heeft de ander me geen stukje van zijn hart terug gegeven. Dat zijn de lege gaten - het geven van liefde is een risico. Ook al zijn die gaten in mijn hart pijnlijk, ze blijven open. Het herinnert me er aan dat ik ook liefde heb voor deze mensen en ik hoop dat ze op een dag zullen terug keren en het gat zullen opvullen. Zo," zei hij "zie je nu wat echte schoonheid is?"
De jongeman stond geheel roerloos met tranen die over zijn wangen rolden. Hij wandelde naar de oude man toe en greep in zijn perfecte hart en scheurde er een stuk uit. Hij offerde het aan de oude man met trillende handen. De oude man nam zijn offer aan, plaatste het in zijn eigen hart. Hij nam een ander stuk uit zijn hart en plaatste het in de wond van het hart van de jongeman. Het paste wel niet perfect, er zaten wat rafels aan, maar de jongeman keek naar zijn hart, niet meer perfect, maar mooier als voorheen, omdat de liefde van de oude man nu ook door zijn hart stroomde. Ze omhelsden elkaar en wandelden zij aan zij weg.....
Aangrijpend verhaal met een diepe levensles, bron mij niet bekend:
Er was eens een jongen met weinig zelfbeheersing.Zijn vader gaf hem een zak spijkers en zei tegen hem dat elke keer als hij zijn zelfbeheersing verloor, hij een spijker in de achterkant van de schutting moest slaan.De eerste dag sloeg de jongen 37 spijkers in de schutting.Over de volgende paar weken, toen hij leerde om zijn kwaadheid onder controle te krijgen, werd het aantal spijkers dat hij in de schutting sloeg geleidelijk aan minder. Hij zag in dat het gemakkelijker was om zijn zelfbeheersing niet te verliezen dan al die spijkers in de schutting te slaan.Uiteindelijk kwam de dag dat de jongen zijn zelfbeheersing niet meer verloor.Hij vertelde dit aan zijn vader en die stelde voor dat de jongen nu voor elke keer dat hij zijn zelfbeheersing behield hij een spijker uit de schutting haalde.De dagen gingen voorbij en de jonge man was eindelijk zover dat hij zijn vader kon vertellen dat alle spijkers waren verdwenen.De vader nam de jongen bij de hand en ging met hem naar de schutting. hij zei:"Je hebt het goed gedaan, mijn zoon, maar kijk nu eens naar al die gaten in de schutting.De schutting zal nooit meer dezelfde zijn.Als je dingen zegt in woede, dan laten ze een litteken achter net als deze gaten.Je kunt iemand met een mes steken en het mes er weer uittrekken. Het maakt niet uit hoe vaak je zegt dat het je spijt de wond zal er blijven. MORAAL VAN HET VERHAAL: een verbale wond is even erg als een fysieke wond.
Prachtig verhaaltje over het belang van samenwerken in het leven, schrijver onbekend:
Er was eens een man die drie zonen had. Tot groot verdriet van de man maakten de drie jongens altijd ruzie. Op een dag zei de vader, breng me zoveel takken als je kunt dragen! De jongens renden het bos in om takken te verzamelen en ieder kwam terug met een bos takken.Neem nu ieder 1 tak zei de vader en probeer die te breken. Hartstikke makkelijk zeiden de jongens en ze braken hun stokken in twee.Bind nu alle stokken met een touw samen zei de vader en probeer nu de hele bos takken te breken.Ze probeerden het om de beurt, maar de takken die afzonderlijk zo gemakkelijk gebroken konden worden, waren samengebonden zo sterk als staal. Zie je zei hun vader, wat jullie met deze stokken doen kan ook met jullie gebeuren.Wanneer je altijd alleen voor jezelf vecht, ben je alleen en kun je gemakkelijk aangevallen en gebroken worden.Samen zijn jullie sterk, dat geldt voor stokken maar ook voor mensen.
Vandaag een verhaaltje dat me erg aangreep, bron mij niet bekend:
Enkele jaren geleden strafte een vader zijn driejarig dochtertje, omdat zij overbodig gebruik had gemaakt van mooi verguld cadeau-papier.
Geld was er niet in overvloed en hij kon niet verdragen dat zij dit duur papier gebruikte om een cadeautje in te pakken en onder de kerstboom te leggen.
De volgende morgen bracht het kindje het vergulde cadeautje naar haar vader en zei: "Hier, papa, voor jou !"
Met stomheid verslagen en aangegrepen door het voorval, bekloeg de vader zich zijn sterke reactie van de dag voordien.
Het dochtertje aanvaardde zijn excuses maar al te graag. Hij opende de doos, maar ontdekte dat er in de doos helemaal niets inzat.
Hij schreeuwde naar haar!: "Weet je dan niet dat het heel dom is om iemand een lege doos te geven, er moet altijd iets in zitten!"
Het meisje kreeg tranen in de ogen en zei: "Maar papa, de doos is niet leeg, ik heb haar gevuld met kusjes, enkel voor jou!".
De vader was volledig van de kaart, omarmde zijn dochter en hoopte dat zij hem ooit zijn opwindende reactie zou kunnen vergeven.
Enige tijd later wordt het meisje door een ziekte getroffen en sterft.
De vader heeft de doos nog steeds bij zich, dichtbij zijn bed.
Elke keer dat het verdriet de overhand neemt, neemt hij de doos vast en neemt een verbeelde kus uit de doos en herinnert zich de grote liefde die zijn dochter in het cadeau had gestoken.
Tot slot herinnert ons dit verhaal aan het feit dat iedereen als mens zo een vergulde doos zou moeten bezitten, vol met onvoorwaardelijke liefde en kusjes van onze familie en vrienden.
Prachtig geschreven verhaal om even bij stil te staan, het werd me toegestuurd door vrienden via een pps:
Men overtuigt zichzelf er vaak van dat het leven beter zal zijn nadat men getrouwd is, nadat men een kind heeft en nadien,nadat we een tweede kind gekregen hebben. Later voelen we ons gefrustreerd want de kinderen zijn nog niet groot genoeg en we denken dat we beter zullen zijn als ze groot zullen zijn. Men is er dan van overtuigd dat men gelukkiger zal zijn als éénmaal deze stap voorbij zal zijn. Men zegt zichzelf dat het leven vollediger zal zijn wanneer de dingen beter zullen gaan voor ons, voor onze partner,wanneer men een schone wagen zal hebben of een groter huis, wanneer men op vakantie zal gaan , of wanneer men met pensioen zal zijn. De waarheid is dat er geen beter moment is om gelukkig te zijn dan het huidig moment. Indien het niet nu is, wanneer zal het dan zijn? Het leven zal altijd gevuld zijn met te bereiken objectieven of af te maken projecten. Het is beter om het toe te geven en om te beslissen om nu gelukkig te zijn, nu het nog kan. Heel lang heb ik gedacht dat mijn leven eigenlijk ging beginnen. Het echte leven ! Maar er is altijd een hindernis op de weg, een op te lossen probleem, een onbeëindigd project, nog door te brengen tijd, een te betalen schuld. En dan, dan zal het leven beginnen ! Totdat ik besefte dat deze hindernissen juist mijn leven zijn. Dit inzicht heeft mij helpen begrijpen dat er geen weg bestaat dat naar het geluk leidt. Het geluk is de weg. Aldus passeert ieder moment dat we hebben, en meer nog, wanneer men dat moment deelt met een speciaal iemand, speciaal genoeg om onze tijd ermee te delen, en dat men zich herinnert dat de tijd niet stilstaat. Dan moet men stoppen met studeren, met zijn loon te verhogen, met te trouwen, met kinderen te hebben, met te wachten dat de kinderen het huis uit zijn, of gewoon met te wachten op vrijdagavond, op zondagmorgen, op de lente, de zomer, de herfst of de winter, om te beslissen dat er geen beter moment is dan nu om gelukkig te zijn.
HET GELUK IS EEN WEG MAAR GEEN BESTEMMING
Er is niet veel nodig om gelukkig te zijn. Het is voldoende om ieder klein moment te appreciëren en om het te beschouwen als een der beste momenten uit zijn leven. Tijd wacht op niemand. Verzamel ieder moment dat je hebt en het zal van grote waarde zijn. Deel het met door jou gekozen personen en ze zullen nog waardevoller worden.
Gisteren is geschiedenis. Morgen is een mysterie. Vandaag is een cadeau. één leven is heus te kort om het leven te begrijpen
Vandaag heb ik weer een prachtig wijs verhaal gevonden, schrijver mij niet bekend, maar geniet er van:
Een manager was geschokt toen hij een visser op het strand naast zijn boot zag liggen in de zon, terwijl hij een pijpje rookte. "Waarom ben jij niet aan het vissen?" vroeg de manager. "Omdat ik voor vandaag genoeg gevangen heb." "Maar waarom vang je niet wat meer?" zei de manager. "Waarom zou ik?" vroeg de visser. "Wel, om meer te verdienen natuurlijk. Met meer geld ben je straks in staat een motor aan je boot te hangen en naar dieper water te varen om meer vis te vangen. Dat levert je vervolgens meer geld op om nylon netten van te kopen en weer meer vis te vangen, en: meer vis, meer geld! In de kortste keren heb je dan genoeg om twee boten te kopen en later misschien een hele vissersvloot. En dan, dan zou je rijk zijn, net als ik." sprak de manager. "En wat dan? Wat ga ik dan doen?" vroeg de visser. "Dan kun je eindelijk van het leven gaan genieten!" zei de manager. De visser keek de manager aan en zei: "En wat denk je dan dat ik nu aan het doen ben?"......
Ook deze tekst van Fr. Bauer is een eerbetoon voor elke moeder:
Een moeder brengt liefde en warmte in huis En is ook je beste vriendin Als zij bij je is dan pas voel je je thuis Je bent en je blijft toch haar kind Zij staat toch ieder moment voor je klaar In voor- maar ook tegenspoed Maak als haar kind elke droom van haar waar Pas dan voelt een moeder zich goed
Zij is het rustpunt in ieder gezin En knijpt vaak een oogje dicht Van haar krijg je steun als het jou tegen zit Zij ziet altijd ergens licht Wees altijd eerlijk ze vecht ook voor jou En loop nooit haar deur voorbij Geen vrouw op de wereld die meer van je houdt Zij is toch een voorbeeld voor mij
Maar als een moederhart moet huilen Is er reden voor verdriet Ieder kind moet zich gaan schamen Als het mammie's tranen ziet Want als een moederhart moet huilen Zorg dan dat het overgaat Want zij is veel meer dan al die tranen waard
Ook Fr. Bauer maakte een mooie ode voor alle moeders:
Zij leerde mij mijn eerste woordjes Zij troostte mij bij veel verdriet Voor kattekwaad sloot zij haar ogen Zij heeft 'n gouden kroon verdiend
zij gaf mij altijd al haar warmte En sloeg haar arm vaak om me heen Zij liet mij elk moment weer lachen Stond voor me klaar,...'k was nooit alleen
Nu heb ik zelf m'n eigen kinderen Denk hoe m'n moeder dat had gedaan Dan denk ik terug aan mijn kinderjaren Zij zal heel mijn leven dicht naast me staan
Want een moeder ben je niet maar even jong of oud je blijft altijd haar kind Zij heeft mij haar liefde steeds gegeven Het is zij die ik het meest bemin
Een bevalling betekent bloed, zweet, tranen en inspanning. En toch is dit het makkelijkste onderdeel van het moeder worden ... (H.Ausens-Habes)
Geen koele schaduw is als een moeder; geen toevlucht is als een moeder; geen bescherming is als een moeder; geen liefde is groter dan die van een moeder. (Indische wijsheid)
Moeders hebben een hart met een sleutel. Als ze het opendoen, stroomt de liefde eruit. (anoniem)
Mooi wijs verhaal ,wat je ook zegt of doet, er zal altijd iemand zijn met commentaar, schrijver mij niet bekend:
Op een dag gingen een vader en zijn zoon op reis. Vader gaf er zelf de voorkeur aan te lopen en zette zijn zoon op de rug van de ezel. Zo gingen zij op weg tot zij een paar mensen tegenkwamen die zeiden:" Zie daar, de wereld op zijn kop. De jeugd heeft geen respect meer voor de ouderdom. Die gezonde jongen rijdt op een ezel, terwijl zijn arme, vermoeide vader nauwelijks vooruit komt." Toen de jongen dit hoorde stond hem het schaamrood op de kaken. Hij stapte af en stond erop dat zijn vader verder zou rijden. Zo liepen ze voort, Vader op de ezel en de jongen te voet. Even later kwamen ze weer mensen tegen die zeiden:"Moet je dat zien! Wat een ontaarde vader, die zelf lekker op de ezel zit en zijn kind laat lopen." Na dit verwijt draaide de vader zich naar zijn zoon en zei:"Kom, dan zullen we samen op de ezel rijden." Zo vervolgden ze hun weg, tot zij mensen tegenkwamen die zeiden:"Kijk , dat arme beest. Zijn rug zakt door onder het gewicht van hen beiden, wat een dierenbeulen!" Daarop zei vader tot zijn zoon:"Laten we afstappen. Het is beter dat we allebei te voet gaan, dan kan niemand ons nog verwijten maken." Zo liepen ze verder achter de ezel. Tot een stel voorbijgangers wederom commentaar leverde:"Zie wat een dwazen er op de wereld zijn. Ze lopen in de brandende zon en geen van beiden denkt eraan op de ezel te gaan zitten." Vader draaide zich om naar zijn zoon en zei:"Je hebt gezien, mijn zoon. Hoe je je ook gedraagt, op- en aanmerkingen zullen altijd je deel zijn. Leer daarom je eigen mening te volgen."
In een dorp waar veel armoede was, liep een vreemdeling. Hij had een lange weg achter de rug en was hongerig, maar begreep dat hij in dit arme dorp niet zomaar om eten kon vragen. Het was koud. Toch was er in de meeste huizen geen vuur in de open haard. In een huis waar wel vuur brandde, zag hij een paar gezinnen bij elkaar zitten. "Dat doen ze zeker om brandstof te sparen", dacht de vreemdeling. Hij klopte op de deur en vroeg of hij zich ook bij het vuur mocht warmen. De kamer zat al vol, maar iedereen schoof een plaatsje op zodat er voor de vreemdeling ook nog een plaatsje was. De mensen zagen er hongerig uit. Toch werd er geen eten klaargemaakt. "Ik zou graag soep op het vuur willen koken", zei de vreemdeling, "hebben jullie een grote pan voor me?" Verbaasd keken de mensen hem aan en vroegen: "Waar wil je soep van koken? Je rugzak is bijna leeg, daar kan niet veel in zitten om soep van te koken." De man haalde een mooie steen uit zijn zak en zei: "Dit is een heel bijzondere steen. Een soepsteen. Als jullie een pan met water op het vuur zetten, kan ik van deze steen soep koken."
De mensen geloofden niet direct wat de man zei, maar ze hadden wel een grote pan en genoeg water, dus konden ze het allicht proberen. De kinderen dachten: "Misschien is die man een tovenaar." Nieuwsgierig zagen ze hoe hij de steen voorzichtig in de pan met water legde, die op het vuur was gezet. En vol verwachting bleven ze naar de pan kijken, waarin het water langzaam warm werd en tenslotte begon te koken. Toen zei de man: "Nu zou er eigenlijk een beetje zout aan toegevoegd moeten worden." De vrouw, die in het huis woonde, stond op en haalde wat zout uit de kast. "Ik heb ook nog een laurierblaadje", zei ze, "zal ik dat er ook in doen?" "Goed", zei de man, "Een stukje vlees zou de soep nog lekkerder maken." De buurvrouw zei: "Ik heb in de kelder nog wat soepvlees voor het avondeten bewaard. Nu we hier samen soep gaan eten, kan ik het er wel bijdoen." Ze haalde het vlees en nam ook een paar worteltjes uit de tuin mee. "Een ui en een prei zouden er ook goed in smaken", zei de vreemdeling. "Die heb ik nog in mijn tuin", zei de overbuurman. "Ik heb nog een restje bonen en wat selderij", zei een ander. Iedereen haalde iets op waardoor de soep nog lekkerder en voedzamer kon worden. En even later hing er een heerlijke geur in de kamer. De borden en lepels werden alvast klaar gezet. Na een poosje stond de man op, roerde in de soep en proefde. "De soep is klaar", zei hij en schepte de borden vol. Allen smulden van die overheerlijke soep. In lange tijd hadden ze niet zo heerlijk gegeten. Ze aten met elkaar de hele pan leeg. Alleen de soepsteen lag er nog in. De vreemdeling stond op en wilde vertrekken. "Uw soepsteen ligt nog in de pan", riep een kind, "je vergeet je soepsteen." "Die mogen jullie houden", zei de man, "daarmee kunnen jullie nog wel duizendmaal soep koken, als je 't maar zo doet als we het nu gedaan hebben." "Dat is een wondersteen", zeiden de kinderen tegen elkaar. De vreemdeling lachte toen hij dat hoorde terwijl hij de deur uitging. Buiten het dorp gekomen, zocht hij een mooie ronde steen, stopte hem in zijn rugzak en liep fluitend verder....
een mooie tekst over het maken van een goed huwelijk, schrijver mij niet bekend:
Op de vooravond van haar huwelijk stond zij voor haar moeder en keek naar de zon die over het strand onderging in volle zee .Toen vroeg zij haar moeder:"moeder mijn vader houdt van je en is je altijd trouw gebleven,wat moet ik doen opdat mijn man mij steeds zou beminnen ?"De moeder zweeg en dacht even na, dan bukte zij zich en vulde elke hand met zand.Zo kwam zij bij haar staan en zonder verder iets te zeggen, knelde zij de vingers van één hand steeds sterker om het zand Het zand glipte er uit;hoe krampachtiger zij haar hand balde, hoe sneller het zand eruit gleed.,toen zij haar hand opende kleefden er nog slechts enkele vochtige zandkorrels aan haar handpalm Maar haar andere hand had de moeder opengehouden als een kleine schaal; daar bleven de zandkorrels liggen, ze schitterden steeds heerlijker in het licht van de late zon."Dit is mijn antwoord" zei de moeder zacht tegen haar dochter.
Een Indisch sprookje vertelt een mooie levenswijsheid:
Een Indisch sprookje vertelt over een hond die in een kamer rondrende, waarvan alle wanden van spiegels voorzien waren. Plotseling zag hij veel honden, en hij werd woedend, liet zijn tanden zien en gromde. Alle honden in de spiegel werden even woedend, lieten hun tanden zien en gromden. De hond schrok en begon rondjes te lopen tot hij eindelijk in elkaar stortte. Had hij maar eenmaal met zijn staart gekwispeld, dan hadden al zijn spiegelbeelden hetzelfde vriendelijke gebaar teruggegeven....
De vader van een welgestelde familie nam zijn zoon op een dag mee voor een reis over het platteland. De man had het vaste voornemen om zijn zoon te laten zien hoe rijk en hoe arm mensen kunnen zijn. De man en zijn zoon verbleven een paar dagen op een boerderij van een familie die moeite had om rond te komen.
Toen vader en zoon na een paar dagen weer terugreden naar hun landgoed, vroeg de vader aan zijn zoon wat hij van de afgelopen dagen vond.
"Ik vond het geweldig, vader", zei de zoon.
"Heb je nu ontdekt hoe arm mensen kunnen zijn?" vroeg zijn vader.
"Ja, ik heb veel geleerd", antwoordde de zoon. "Ik zag dat zij vier honden hebben, terwijl wij er maar een hebben. Ik zag dat zij een beekje hebben dat doorloopt tot het eind van de wereld terwijl wij een vijver hebben die maar tot halverwege de oprit komt.
Wij gebruiken lantaarns, terwijl zij iedere nacht naar de sterren kunnen kijken en ons landgoed loopt maar tot aan de weg, terwijl zij de wereld tot aan de horizon hebben. Wij hebben bedienden die voor ons zorgen, terwijl zij voor anderen zorgen. Wij hebben muren om ons landgoed staan om ons te beschermen, terwijl zij vrienden hebben om hen te beschermen."
De vader zweeg verbijsterd. Toen sprak zijn zoon: "Dank je dat je mij hebt laten zien hoe arm we eigenlijk zijn."