Het eerste dat ik zie is een monument voor de oorlogsslachtoffers. Dan volgt de klokketoren (1902), en een sikh, die de gurudwara van Baba Farid bewaakt. Baba Farid was een 13de eeuwse Punjabi-moslimmysticus, dichter en prediker. Hij wordt zowel vereerd door de moslims, de hindoes en de sikhs. In het gebedshuis is er tijdens de offergaven muziek te horen, ik kan het dan ook niet laten een tijdje te gaan luisteren.
Tot slot volgt er nog een bezoek aan de Qila Mubarak. Dit fort is een samensmelting van verschillende stijlen. Het omvat verschillende paleizen van de koninklijke famile, waaronder Raj Mahal en Darbar Hall de belangrijkste zijn.
Een hartelijk ontvangst door de grootouders van mijn gastvrouw. Ik wordt zelfs uitgenodigd voor de lunch. Samen met studenten, die hier ook verblijven, geniet ik van een chapati met kikkererwten in een licht pikante saus en yoghurt.
Na het maal volgt een bezoek aan de Qila Mubarak. Het fort werd gebouwd in de 7de eeuw, maar herbouwd in zijn huidige vorm in de 12de eeuw. Binnen het fort werd in 1705 een Gurudwara gebouwd. In het gebedshuis is een ceremonie bezig, wordt er eten geserveerd en is er een ruimte voor de schoenpoetsers. Na Qila Mubarak op zoek naar het Hotel Bahia Fort. Dit fort was vroeger de woonplaats van het Koninklijke leger van Patiala, maar werd in 1980 omgebouwd tot een luxueus erfgoedhotel.
Wist je dat het tegenwoordige Delhi gebouwd is op de ruïnes van 7 oude steden? Satpula, een oude wateropvangdam, maakte deel uit van de vierde stad Jahanpanah. De Khirki-moskee werd gebouwd tussen 1351-54 en de Sheikh Yusuf Qattal-tombe in 1527. Begampvanuri Masjid en Bijay Mandal zijn ook overblijfsellenvan de oude stad.
Siri-fort is de tweede stad van Delhi en stamt uit 1297 tot 1307. Het Hauz Khas-complex herbergt de madrasa in L-vorm gebouwd, met in het midden het graf van Firuz Shah en een kleine moskee. De noord- en zuidarm kijken uit op het stuwmeer. Op het grondgebied liggen nog de Chor Minar en de Tohfe Wala Masjid.
Tijdens de vlucht van Paro naar Kathmandu zijn de besneeuwde toppen weer te bewonderen. In de namiddag een bezoek aan Purana Qila, Het oude fort (16de eeuw) bestaat uit een ommuurd terrein, Er zijn 3 versterkte toegangspoorten. Binnen de ommuring zijn slechts 2 gebouwen bewaard gebleven: de Qila-I-Kuhnemoskee en de Sher Mandal (heeft een octagonaal grondvlak)
Taktshang Goemba, beter gekend als Tijgersnest, klampt zicht vast aan de rots die 800 m boven de vallei uitsteekt. Om 6 uur 's morgens rijden we naar het vertrekpunt. Een half uur later zijn we op weg naar het klooster dat nog in de wolken ligt. De foto's zijn dus vooral genomen op de terugweg na het bezoek aan de tempels van het klooster.
De tocht naar boven is in 3 stukken verdeeld:
1) Van het startpunt naar het cafetaria is de afstand 1,6 km en gaan we van 2600 m naar 2900 m, dus ong. 300 m stijgen. In de cafetaria gebruiken we het ontbijtpakket dat we van het hotel meekregen.
2) Dan gaat het naar het tijgersnest uitzichtpunt. De afstand is ong. 1,1 km en gaan we van 2900 m naar 3000 m. Tot hiertoe was het terrein een ruig rotsachtig bergpad, dat vooral bergop ging en af en toe iets daalde.
3) Het derde deel heeft stenen trappen. Het pad daalt eerst enkele honderden meters om dan te stijgen na de waterval. Het klooster zelf ligt op 3120 m. Na het bezoek keren we terug naar beneden. In totaal zullen we ongeveer 900 m geklommen hebben.
Een slaapkamer in de Choden Homestay was het verblijf voor deze nacht.
In Bhutan wordt de mantra "Om mani padme hum" ingegrift op de rode steen van deze muur. Mensen van het dorp lopen rond de muur en zeggen de mantra.
Nog in het dorp volgt een bezoek aan Lhakhang Karpo, de witte tempel. De architectuur van deze tempel is een weergave van de Bhutanese kunst.
Op weg naar Paro volgt nog een stop bij de Kila Gonpa Nonnery. We moeten een stukje wandelen om het nonnenklooster te bereiken, maar het ligt prachtig tegen de berghelling aan met een prachtig uitzicht op de omgeving.
Als laatste volgt een museumbezoek in het Ta Dzong (wachttoren) van Paro en de Paro Rinpung Dzong.De Ta Dzong ligt boven de Dzong en tussen beide zijn we getuige van een landing.
Paro ligt in een diepe vallei, omgeven door ergen. De landing op de luchthaven is daardoor zo uitdagend dat er maar 50 piloten gekwallificeerd zijn om er te mogen landen. Ze moeten kunnen werken zonder radar.
ln de meeste musea en het binnenste van de boeddhistische tempels mogen geen foto's genomen worden.
Een eerste stop is aan de Simtokha Dzong. Deze dzong uit 1629 is de oudste in Bhutan die als compleet bouwwerk bewaard is gebleven. In de muur van de centrale toren zijn 300 leistenen ingebouwd met een reliëf op van heiligen en filosofen.
Een tweede stop is Chhuzom, een plaats waar twee rivieren samenvloeien. Hier werden 3 chortens gebouwd, in volgorde: een nepalese, een tibetaanse en een bhutanese.
Ook op de hoofdweg tussen Thimphu en Paro rijdt zeer weinig verkeer.
Een derde stop is aan een hangbrug. Eens aan de overkant van de rivier heb je een zicht op de luchthaven en de Dzong in de vallei van Paro.
Eens op de Chele La, de hoogste berijdbare pas van Bhutan (3988 m), staat ook een stoepa.
Aangekomen in het dorp Haa, wandelen we over een jaarmarkt waar allerlei zaken van beeldjes tot matrassen verkocht worden en waar zowel jong als oud zich kunnen uitleven in een spel.
Tot slot de homestay voor de nacht. De fallus op de muur brengt geluk en houd de boze geesten buiten voor de bewoners.
Simple Bhutan is een levend museum, je wordt begroet door een slokje lokale arra (rijstdistilaat), er wordt gezongen en gedanst, je kan boogschieten uitproberen, ook maakt er een gehandikapte artist houtsnijwerk.
Takin Reserve: de takin is het nationale dier van Bhutan, ook zijn er enkele andere dieren zoals het Sambar-hert en de himalayagoral en andere.
National Folk Heritage Museum, hier mogen geen foto's genomen worden in het museum
Thimphu is de enige hoofdstad waar geen verkeerslichten staan, een politieagent regelt het verkeer met balletachtige bewegingen.Na het neerhalen van de vlag mag Tashichho Dzong bezocht worden. Het is verdeeld in drie grote secties: het kantoor van de koning, het
Clock Tower Square met zijn klokketoren
Na het neerhalen van de vlag mag Tashichho Dzong bezocht worden. Het is verdeeld in drie grote secties: het kantoor van de koning, het administratieblok en de spirituele sectie.
Een hangbrug over de Mo Chhu-rivier en een steile klim brengen je naar het Khamsum Yulley Namgyal Chorten. De Chorten werd gebouwd door de koninging-moeder Ashi Tsering Yangdon Wangchuck met de bedoeling vrede in de wereld te brengen. Vanop de chorten heb je een prachtig uitzicht op de Punakha-vallei. De Punakha Dzong bereik je via de Cantilene Bridge. De Punakha-hangbrug (160m) is een van de langste hangbruggen van Bhutan. Chimi Lhakhang, Tempel van de vruchtbaarheid, bereik je door een wandeling bergop van een 20-tal min. Ze werd gebouwd door een tibetaanse Lama in 1499 die er nogal onorthodosche zienswijzen op nahield. Vandaar de tallose fallussen die je vindt op de huizen en in de winkels van de vallei. Op de Dochu La (3140m) staan de Druk Wangyal Chortens, 108 herdenkingsstoepa's voor de omgekomen Bhutanese soldaten. Tot slot een zicht op Thimphu, de hoofdstad van Bhutan.
In de voormiddag een bezoek aan Ganthey Goempa, een belangrijk boeddhistisch klooster van de Nyingnapa school, gesticht in 1613. Verder een wandeling door de natuur en een bezoek aan het Black-necket Centre dat twee zwartnekkraanvogels, Karma en Pema, opvangt die niet meer kunnen vliegen. Dan gaat de rit verder naar Punakha. Sangchen Dorji Lhuendrup, een nonnenklooster en college, werd pas in 2010 ingewijd. Voor de India-kenners, twee gekende namen komen voor in het boeddhisme: garuda (foto 3) en naga (8). Garadu symboliseert in veel verhalen de deugd van de kennis, macht, dapperheid, loyaliteit en discipline. Naga, een bovennatuurlijk wezen, vaak in de vorm van een slang, heeft zijn woning in het vierkant gebouwtje en krijgt van de mensen soms te eten. De laatste foto: een zicht vanop het kamer-terras.
Na een rustige nacht in het Tarpaling-klooster: een volwassen monik brengt offergaven naar de tempel, jongere monikken krijgen hun ontbijt. Tijdens de afdaling zien we een Yak en worden boomstammen naar boven getrokken. De Yontong La is een pas van 3425 m. In Trongsa (2170 m) bezoeken we Ta Dzong, een uitkijktoren waarin een museum is ondergebracht (foto's verboden) en de Trongsa Dzong die nauw verbonden is met de koninklijke familie. In een leuk restaurantje naast de waterval gebruiken we een middagmaal. Zowel op de kleine wegen, als op de hoofdweg komen we regelmatig aardverschuivingen tegen. De laatste foto is de Pele la (3429 m) en leid ons naar de Phobjikha Valley, eindpunt voor vandaag.
Het Ogyen Chholing Palace en museum is de oorspronkelijke residentie van een heersende Bhutanese familie die afstamt van een 14de eeuwse boeddhische leraar. Het hoofdgebouw van het complex is ingericht als een mùuseum. Men vindt er alcohol containers gemaakt van de hoorns van buffels of yaks, maskers, interieurs, muziekinstrumenten e.a.. Onderweg nog een picnic, waarna nog een bezoek aan het Lhodrak Karchu Monastery (1970) en het Yatra Weaving Center in Chummey volgt, om te eindigen in Tharpaling Monastery.
De enige weg die van oost naar west loopt is een tweebaans weg. De koning is heel geliefd bij de bevolking en je ziet hem dan ook overal, zelfs op de Kori La, een pas van 3.750 m hoogte. In de winter vaak gesloten wegens hevige sneeuwval. Eens beneden hebben we zicht op Ura gelegen in de hoogste vallei van Bumthang (3100 m). Een kleine zijsprong laat ons de meest heilige plaats van de regio zien: Mebar Tso of het Brandend Meer. Na de middag nog een bezoek aan Jakar Dzong (16de eeuw) met zijn ronde wachttoren, Kurjey Lakhang (1652) met zijn 3 tempels waar we getuigen zijn van een ceremonie en Wangdichcholing Palace (1859), waar we eigenlijk niet binnen mochten zijn wegens renovatie.
Foto's 2-6: Lhuentse Dzong (1551) is een fortklooster. De dzong bevat vijf tempels, waarvan er drie in de centrale toren staan.
Foto 7-9: Het Takila Guru standbeeld (ong.47m hoog) is het grootste standbeeld van Guru Rinpoche in Bhutan. Guru Rinpoche wordt gezien als de legendarische heilige die het boedhisme in Bhutan verspreidde.
Foto 10-11: Autsho Nandpoling Gompa is een recente boedhische tempel met een fresco van de koninklijke familie.
Foto 12: Een tibetaanse stoepa omgeven door 108 kleinere stoepas.
Foto 13-15:Mongar Dzong (1930) is een van de nieuwere Dzongs. Het is een klassiek voorbeeld van hoe bhutanezen proberen hun cultuur te behouden.
Op weg naar Khoma, een eerste stop bij een 16de eeuws klooster, Drametse Lhakhang. Het is een van de belangrijkste kloosters van Oost-Bhutan. Daarna volgt een korte stop in een mini-stadje, Yadhi genaamd, waar we door de hoofdstraat wandelen. De Kori La, een pas op 2450 m hoogte ligt in de mist. Iets verder ligt Mongar waar de lunch is voorzien. Daarna gaat het verder naar Khoma, gekend voor zijn fijne weeftechniek in zijde.
Dat de lucht hier zeer zuiver is merk je aan de baardmossen aan de bomen. Op de rijstvelden zijn ze volop bezig het graan binnen te halen. De man slaat de rijststengen op een eenvoudige steen en de vrouw klopt er de laatste korrels af. Rangjung Woensel Choling(1989) is een school voor de studie van het Boedha-dharma en heeft een 300-tal monniken.Foto 13 zijn torma's, dizijn ceremoniele offerkoekje gemaakt van gestemeel en boter.. De laatste foto is Trashigang Dzong (1659), een complex van versterkte gebouwen die dienden om invloed te verwerven in de regio en als verdediging tegen de invallen van de Tibetanen.
Tot 2012 was Merak alleen te bereiken via een tweedaagse wandeling. Nu ligt er een 1-baansweg maar nog niet volledig geasfanteerd. Merak ligt op een hoogte van 3500m. Een verwelkoming in de homestay door de gastvrouw. Phurba (naast mij) is een voozichtige chauffeur. Daarna volgt een bezoek aan de enige school in het dorp met ong. 160 leerlingen. Zeer gedissiplineerde en hoffelijke kinderen die aanschuiven aan de keuken waar iedereen een gratis maaltijd krijgt. Na het middagmaal gaan de laagste klassen naar huis. Door de gastvrouw wordt ik en mijn begeleiders nog in de traditionele klederdracht aangekleed en wandelen we zo even buiten het dorp waar we toeval uitgenodigt worden om een schaaltje rijstwijn mee te drinken.
Na het ontbijt een wandeling door het Wildlive Sanctuary en daarna naar het Zorig Chusum, een school waar de tradionele kunsten worden aangeleerd. Na de lunch, met zicht op de Dzong van Trashigang, gaan we dit fortklooster uit 1659 bezoeken, waarna er nog een wandeling volgt door het kleine stadje Trashigang.
Verwelkoming door mijn gids Sonam op de luchthaven van Yonghpula, gelegen op een bergrug. Op weg naar Trashiyangste een stop bij Gom Chora, een bezoek aan de Dzong, op zondag doen de mannen aan boogschieten, Chorten Kora en een wandeling door het dorp.
De drie eerste foto's zijn genomen bij het opstijgen in Kathmandu. Wie vindt de Swayambhunath? De vliegroute gaat langs een aantal bergtoppen van meer dan 8000m hoogte. Na landing op de kleine luchthaven van Paro wordt je meteen ondergedompeld in de sfeer van Bhutan.