WEET JE WAT ME HET MEESTE BOEIT? EEN KIND DAT STOEIT. IK KAN ER UREN NAAR KIJKEN. EN DAN MOET ALLES WIJKEN. ZO ECHT SPELEN ONDER ELKAAR. WAS DAT MAAR ALTIJD WAAR. EN ALS ER DAN EENS RUZIE IS. EN GAAT ER AL EENS IETS MIS. EEN KIND KAN VLUG VERGEVEN. EN DE WAAROM...DAN OOK VERGETEN. DE VOLWASSEN MENSEN. ZOUDEN BETER WENSEN. DAT HET VOOR HUN OOK ZO ZOU ZIJN. DAN WAS HET LEVEN WONDERFIJN.
DE SCHOOL GAAT WEER VAN START. VOOR SOMMIGE MET PIJN IN HET HART. ANDEREN ZULLEN KONTENT ZIJN. TERUG BIJ HUN SCHOOLVRIENDEN TE ZIJN. BIJ DE KLEINTJES ZULLEN ER TRAANTJES VLOEIEN. DIE SCHOOL ZAL HUN NIET VEEL BOEIEN. MAAR DAT KOMT ALLEMAAL WEL OKE. EN DAN IS IEDEREEN TEVREE. DE JUF EN DE MEESTER DOEN HUN BEST. EN DAN VOLGT VANZELF DE REST. AAN IEDER VEEL LEER PLEZIER. DAT WENS IK IEDER ,VANAF HIER.
IK BEN OPGESTAAN EN VOOR DE SPIEGEL GAAN STAAN. IK DACHT ZO BIJ MIJN EIGEN. ZE GAAN ME NOG NIET KLEIN KRIJGEN. IK BEGIN DE DAG MET VOLLE MOED. WANT IK VOEL MIJ HO ZO GOED. LAAT DIE RIMPELS MAAR KOMEN. IK ZAL NOG ALTIJD DROMEN. VAN EEN JONG GEZICHT. DAT KAN ALLEMAAL,IN EEN GEDICHT.
DE ZON SCHIJNT IN MIJN HART. NIET DAT HET MIJ VERWARD. MAAR HET DOET TOCH RAAR. DIE ZONNESCHIJN VOORWAAR. EERST AL DIE WIND EN REGEN. IK KON ER NIET MEER TEGEN. MAAR NU SCHIJNT VOLOP DE ZON. WOU DAT DIT ALLE DAGEN KON. LAAT ONS DUS MAAR HOPEN. DAT ZE NIET VLUG GAAT LOPEN.
MIJN BLOGJES WORDEN NIET VEEL GELEZEN. DAT IS ALGEMEEN BEWEZEN. MAAR ZIJ DIE ER ZIJN. DAT VIND IK REUZE FIJN. DAT ZIJN ECHTE VRIENDEN. DIE KUN JE NIET VEEL VINDEN. DAAROM DANK IK HUN VOOR DE TROUW. WEET,DAT IK VAN JULLIE HOU. DE ANDEREN WETEN NIET WAT ZE MISSEN. NIET TE KOMEN BEZOEKEN,IS HUN VERGISSEN. WANT IK WEET STEEDS WAT TE VERTELLEN. EN MET FOTO'S TE VERGEZELLEN. MAAR IK BEN OP HUN NIET BOOS. DAT JE VOOR EEN ANDER BLOGJE KOOS. MISSCHIEN KOMEN ZE LATER WEL KIJKEN. DAT ZAL DAN OOIT EENS BLIJKEN. EN MIJN BEZOEKERS AANTAL VERRIJKEN.
VANDAAG ZIJN WE 41 JAAR GETROUWD EN HEBBEN HET ONS NOG NOOIT BEROUWD. IK HOOP DAT WE NOG LANG MOGEN LEVEN. EN ELKAAR VEEL LIEFDE GEVEN. WE BEGINNEN ELKE DAG MET VOLLE MOED. DAT DOET ONS HARTJE HO ZO GOED. ZO KUNNEN WE HET AAN. NOG VELE JAREN TE GAAN.
IK ZEG TEGEN IEDEREEN EEN GOEDE DAG JA DAT MAG MAAR NIET IEDEREEN ZEGT IETS TERUG. MISSCHIEN ACHTER ONZE RUG ? IK TREK HET MIJ NIET AAN. HEB TOCH MIJN BEST GEDAAN. EN MIJN HARTJE VOELT ZICH GOED. EN HEB WEER VOLLE MOED.
IN MEI LEGT ELKE VOGEL EEN EI. MAAR IK BEN OOK ZO BLIJ,OMDAT DAN DE BLOEMEN GROEIEN VOOR JOU EN MIJ. DE VOGELTJES ZINGEN UIT VOLLE BORST. WANT WEG IS DIE STRENGE VORST. HET ZONNEKE ZAL WEL VLUG GAAN SCHIJNEN. EN AL DE DROEFHEID DOEN VERDWIJNEN. IEDER GENIET OP ZIJN MANIER. ZO GAAT DAT VOOR MENS EN DIER.
DE VOGELTJES ZINGEN EN FLUITEN. BINNEN IN HUN KOOI EN BUITEN. ZE VOELEN DAT HET WEER GAAT VERANDEREN. HET MOOI WEERKE IS IN ZICHT. WE GAAN ONZE KLEDING KUNNEN VERANDEREN. VAN ZWAAR NAAR LICHT. HET IS WEL HOGE TIJD. WANT WE ZIJN ONS GOED HUMEUR EEN BEETJE KWIJT. DE LENTE BEGINT VANDAAG. DAT VOELEN WE TOT IN ONS MAAG.
VANDAAG MOCHTEN WE EVEN VAN DE LENTE PROEVEN. EN HET SMAAKTE NAAR NOG. HOPELIJK BLIJFT ZE NU HIER WAT VERTOEVEN. WANT HET SMAAKTE NAAR NOG. WE VOELEN AL DE VLINDERS IN DE BUIK. HET IS ALSOF IK DE LENTE AL RUIK. LAAT HET ZONNEKE MAAR SCHIJNEN. ZODAT DE WINTER KAN VERDWIJNEN.
. HET ZONNEKE SCHIJNT OP MIJN BOLLEKE. RECHT OP DAT ENE KROLLEKE. MAAR IK BEN ZO BLIJ. DAT ZE SCHIJNT VOOR MIJ. DAT IS NATUURLIJK VOOR IEDEREEN. WANT DAT ZONNEKE OP ONZE KROLLEKES. MAAKT VAN ONS BLIJE BOLLEKES.
WAT IS HET TOCH WEER KOUD. GEEN WEER OM EEN HOND DOOR TE JAGEN. WAAR IK ZOVEEL VAN HOU. IS VAN DIE ZONNIGE DAGEN. ONZE LUNA LIGT HIER LEKKER WARM. HEEL DICHT BIJ MIJN ARM. ZE GENIET VAN HET VUUR. DAT KAN ZE EEN LANGE DUUR. HOPELIJK WORDT HET WEERTJE VLUG WARM. DAN KUNNEN WE WANDELEN ARM IN ARM.
WELDRA WORDT IK 62. EN IK BELOOF PLECHTIG. DAT IK NIET MEER ZAL ZEUREN. OVER AL DIE OUDERDOMS KLEUREN. EEN VLEKJE HIER,EEN VLEKJE DAAR. DAT HEEFT TOCH OOK ZIJN CHARME NIETWAAR? WEL DAT IS EEN PLICHT. EEN PLICHT VAN MOGEN OUDER WORDEN. EN IK VIND HET FIJN. DAT IK ER NOG STEEDS MAG ZIJN.
HET WEER GAAT WEER WILD TEKEER. REGEN EN WIND ZIJN ER WEER. IK WEET,HET ZIJN MAARTSE BUIEN. HOP,WEER IN DIE DIKKE TRUIEN. WANEER KOMT NU EENS DE ZON? ALS IK DIE MAAR TOVEREN KON. ZE ZOU NOGAL SCHIJNEN. EN AL DE WOLKEN DOEN VERDWIJNEN. ACH, HEB NOG WAT GEDULD. DE HEMEL WORDT NOG GEVULD. EN DAN GA JE WAT ZIEN. DAN SCHIJNT HET ZONNEKE VOOR TIEN.
VANDAAG ZIJN WE WEER BLIJ. DE ZON SCHIJNT VOOR JOU EN MIJ. IK DACHT ALE,WAAR ZIT DIE NU TOCH WEER? AL DIE REGEN,KEER OP KEER. MAAR JE ZIET,ZE KAN NOG SCHIJNEN. EN AL DE WOLKEN DOEN VERDWIJNEN. NOG EEN BEETJE GEDULD,EN GOEDE MOED. EN HET WEERTJE WORDT WEER GOED. OVER HET WEER WORDT TOCH NOGAL GEZAAGD. MAAR JA,ALS JE STEEDS DOOR DIE REGEN WORDT GEPLAAGD. NU HEBBEN WE WEER VOLOP MOED. WANT HET WEERKE WORDT WEER GOED.
IK HOU VAN EEN COMPLIMENTJE. EN ZEKER VAN MIJN VENTJE. MAAR ACH,WAT DOET HET ER TOE. IEDEREEN MAAKT ,IEDEREEN HET ZO MOE. MAAR HET DOET WEL DEUGD. EN GEEFT HET LEVEN VREUGD. ZONDER COMPLIMENTJES,KAN MEN NIET LEVEN. LAAT ONS , ER ALLEMAAL ,ELKAAR DUS WAT GEVEN . MIA
DE REGEN GUTST MET BAKKEN NEER. ALLE DAGEN,TELKENS WEER. ALS IK MOCHT KIEZEN ? VAN MIJ MAG HET EENS GOED VRIEZEN. EN DE ZON? DIE MAG OOK EENS SCHIJNEN. WANT MIJN GOED GEVOEL,IS STILAAN AAN HET VERDWIJNEN. MAAR ALE KOP OP. WE SCHUIVEN ALLE DAGEN OP. NOG WAT GEDULD EN GOEDE MOED. OOIT WORDT HET WEDER WEERAL GOED.
IK GENIET VAN ALLE DINGEN. VAN DE VOGELTJES DIE ZINGEN. OOK VAN EEN KLEIN GEBAARTJE. VAN EEN HOND,DIE KWISPELT MET ZIJN STAARTJE. EEN KOE DIE ROEPT "BOE " IK WORDT DIE GELUIDEN NOOIT MOE. EN GENIETEN VAN WANDELEN IN DE NEVEL. VAN HET LUISTEREN NAAR DE MEREL. IK BEN EEN MENS,VAN DEN BUITEN. DIE HET GROEN NOG ZIET ' DOOR DE RUITEN. IK HOOP DAT IK NOG LANG MAG LEVEN. EN DE NATUUR HAAR SCHOONHEID MAG BELEVEN.
IK VAL BIJNA IN SLAAP. HO,WAT HEB IK TOCH EEN GROTE VAAK. ZAL MAAR NAAR MIJN BEDJE GAAN. KAN BIJNA NIET MEER OP MIJN BENEN STAAN. HET IS PLEZANT,ALS JE GOED KUNT SLAPEN. EN DAN , S'MORGENS EENS GOED GAPEN. DAN VOEL IK MIJ IN MIJN SAS. EN DAN IN DIE WARME JAS. EN GAAN WANDELEN MET DE HOND. EEN WANDELING,IS ZO GEZOND. EN DAN DE DAGELIJKSE DINGEN. EN TERWIJL EEN LIEDJE ZINGEN. IK VOEL MIJ GOED IN MIJN VEL. DUS AAN HET LEVEN "DANK JE WEL "
VROEGER KON IK BERGEN VERZETTEN. DAT IS NU VOORBIJ. BEN AL BLIJ DAT IK MIJN ZINNEN KAN VERZETTEN. EN RIJMEN OVER JOU EN MIJ. DIE BERGEN ZIJN NU HOOPJES KLEIN. ZOALS VROEGER KAN HET NIET MEER ZIJN. MAAR IK VIND HET FIJN , HO ZO FIJN. DAT IK ER NOG STEEDS MAG ZIJN.