Besluit
van de Waalse Regering waarbij de openings-, sluitings- en
schorsings datums voor de jacht van 1 juli 2006 tot 30 juni 2011
vastgelegd wordenDe Waalse Regering, Gelet
op de jachtwet van 28 februari 1882, inzonderheid op artikel 1ter,
ingevoegd bij het decreet van 14 juli 1994, en de artikelen 2, tweede
lid, en 10, vijfde lid, vervangen bij hetzelfde decreet; Gelet op het advies van de "Conseil supérieur wallon de la Chasse" (Waalse Hoge Jachtraad), gegeven op 14 en 28 september 2005; Gelet op het overleg gepleegd door de Regeringen van de Beneluxstaten op 24 november 2005; Gelet op het overleg gepleegd door de betrokken Gewestregeringen op 22 februari 2006; Gelet op het advies 40.133/4 van de Raad van State, uitgebracht op 19 april 2006; Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme; Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen Article
1. Dit besluit is van toepassing van 1 juli 2006 tot en met 30 juni
2011 voor vijf opeenvolgende jachtjaren die telkens lopen van 1 juli
tot 30 juni van het daaropvolgende jaar. Art. 2. De jacht op wild dat niet in dit besluit bedoeld wordt is verboden. Art. 3. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° bers- en loerjacht : soort jacht dat slechts door één enkele jager beoefend wordt, zonder drijver of hond; 2°
drijfjacht : soort jacht dat door meerdere jagers beoefend wordt
waarbij gewacht wordt op het wild dat gedreven wordt door drijvers die
al dan niet honden met zich mee voeren; 3° jacht met drijfhond :
jachtmethode die door één of meerdere jagers beoefend wordt, waarbij
zij voor hun bewegingen afgaan op het blaffen van de honden die het
wild opjagen en achtervolgen en postvatten op de weg die het opgejaagde
dier onvermijdelijk op zal gaan; 4° jacht met roofvogel : jachtmethode waarbij het wild gevangen wordt door middel van een daartoe afgerichte prooivogel; 5°
uitspruitsel : uitwas van de stang van minstens 2 cm, gemeten vanaf de
holte (d.w.z. op de bissectrice) van de door het uitspruitsel gevormde
bovenhoek en de rand van de stang waarvan hij voortspruit. HOOFDSTUK II. - Jacht met vuurwapens Afdeling 1. - Grof wild Art. 4. De openings- en sluitingsdatums voor de jacht met vuurwapens op het soort edelhert worden vastgelegd als volgt : 1° geweidragende herten : a)
bers- en loerjacht : van 1 oktober tot 31 december. De bers- en
loerjacht op edelherten met, aan elke stang, minstens drie enden boven
het middenend is echter toegelaten vanaf 21 september; b) drijfjacht en jacht met drijfhond : van 1 oktober tot 31 december; 2° voor hinden en jongen beider geslachten : a) bers- en loerjacht : van 1 oktober tot 31 december; b) drijfjacht en jacht met drijfhond : van 1 oktober tot 31 december. De
jacht op geweidragende herten is uitsluitend toegelaten op de gronden
die deel uitmaken van een erkende jachtraad en op het Koninklijk
Jachtdomein van Ciergnon. Art. 5. De openings- en sluitingsdatums voor de jacht met vuurwapens op het soort ree worden vastgelegd als volgt : 1° reebokken : a) bers- en loerjacht : van 1 mei tot 15 mei en van 1 augustus tot 30 november; b) drijfjacht en jacht met drijfhond : van 1 oktober tot 30 november; 2°
voor reegeiten en -kalveren beider geslachten : bersjacht, loerjacht,
drijfjacht en jacht met drijfhond : van 1 oktober tot 30 november; Art.
6. De openings- en sluitingsdatums voor de jacht met vuurwapens op het
soort damhert worden vastgelegd van 1 oktober tot 31 december. Art.
7. De openings- en sluitingsdatums voor de jacht met vuurwapens op het
soort moeflon worden vastgelegd van 1 oktober tot 31 december. Art. 8. De openings- en sluitingsdatums voor de jacht met vuurwapens op het soort wild zwijn worden vastgelegd als volgt : a) bers- en loerjacht : het jaar door; b) drijfjacht : van 1 augustus tot 31 december; c) jacht met drijfhond : van 1 oktober tot 31 december. Van 1 augustus tot 30 september wordt de drijfjacht enkel in open veld toegelaten. Art.
9. De loerjacht op grof wild mag beoefend worden van één uur vóór de
officiële zonsopgang tot één uur na de officiële zonsondergang. Afdeling 2. - Klein wild Art. 10. De openings- en sluitingsdatums voor de jacht met vuurwapens op het klein wild worden vastgelegd als volgt : 1° patrijs : van 1 september tot 30 november; 2° haas : van 1 oktober tot 31 december; 3° fazanthaan : van 1 oktober tot 31 januari; 4° fazanthen : van 1 oktober tot 31 december; 5° houtsnip : van 15 oktober tot 31 december. De jacht op de grijze patrijs en op de haas is enkel toegelaten in jachtgebieden die deel uitmaken van een erkende jachtraad. Art.
11. De loerjacht op de houtsnip mag beoefend worden van een halfuur
vóór de officiële zonsopgang tot een halfuur na de officiële
zonsondergang. Afdeling 3. - Waterwild Art. 12. De openings- en sluitingsdatums voor de jacht met vuurwapens op het waterwild worden vastgelegd als volgt : 1° wilde eend : van 15 augustus tot 31 januari; 2° Canadese gans : van 15 augustus tot 31 januari; 3° wintertaling : van 15 oktober tot 31 januari; 4° meerkoet : van 15 oktober tot 31 januari. Art.
13. De loerjacht op de wilde eend en de Canadese gans mag beoefend
worden van één halfuur vóór de officiële zonsopgang tot een halfuur na
de officiële zonsondergang. Art. 14. Het schieten van niet vliegvlugge wilde eenden is verboden Afdeling 4. - Ander wild Art. 15. De openings- en sluitingsdatums voor de jacht met vuurwapens op ander wild worden vastgelegd als volgt : 1° konijn : van 1 september tot 28 februari; 2° houtduif : van 15 augustus tot 28 februari; 3° vos : het jaar door; 4° verwilderde kat : het jaar door; De jacht met drijfhond op het konijn, de vos en de verwilderde kat is echter open van 1 oktober tot 28 februari. Art.
16. De loerjacht op het konijn, de vos, de verwilderde kat mag beoefend
worden van één uur vóór de officiële zonsopgang tot één uur na de
officiële zonsondergang. Afdeling 5. - Verbodsbepalingen inzake jacht met vuurwapens Onderafdeling 1. - Jacht bij sneeuw Art. 17. Bij sneeuw is de jacht met vuurwapens in open veld verboden, ongeacht de hoeveelheid sneeuw op de bodem. De jacht met vuurwapens blijft toegelaten : 1° op braakliggende bermen, in grienden, brem, heggen, kwekerijen, teelten van "kerstbomen"; 2°
bij het schieten van waterwild : op en tot maximum 50 meter afstand van
vijvers en moerassen waar de jager houder is van het jachtrecht; 3°
wat betreft het schieten van wild dat rechtstreeks te voorschijn komt
uit een bos, braakliggende bermen, grienden, bremstruiken, heggen,
kwekerijen, teelten van "kerstbomen" tijdens een drijfjacht, voor een
jager die op deze plaatsen, ofwel in open veld, langs en tegenover deze
plaatsen heeft plaatsgevat. 4° bij het schieten van vossen en verwilderde katten. Onderafdeling 2. - Jacht op waterwild bij vorst Art.
18. Indien de vorst lange tijd aanhoudt, kan de Minister bevoegd voor
de Jacht of diens afgevaardigde de jacht op de soorten bedoeld in
artikel 12 voor hernieuwbare periodes van vijftien dagen schorsen. Het schorsingsbesluit treedt in kracht de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. Onderafdeling 3. - Ingezaaide velden Art.
19. Het is verboden hoe dan ook te jagen in graanvelden, in velden met
graandragende planten, in velden met rijpe of rijpende zaaddragende
planten. Het verbod geldt ook indien de planten afgemaaid zijn en op de grond liggen. Dit verbod geldt niet voor : 1° maïs- en zonnebloemenvelden en velden van planten geteeld als groenbemesters of voeder; 2° de drijfjacht op het wild zwijn tussen 1 augustus en 30 september; 3° de bers- en loerjacht op het wild zwijn, de vos, de verwilderde kat, het konijn en de houtduif. Onderafdeling 4. - Jacht in de nabijheid van kunstmatige voederplaatsen Art. 20. De bers- en loerjacht is verboden op minder dan 200 meter van kunstmatige voederplaatsen. Onderafdeling 5. - Jacht in de nabijheid van woningen Art. 21. Tijdens de jacht is het verboden in de richting van woningen te vuren op een afstand van minder dan 200 meter ervan. HOOFDSTUK III. - Jacht met roofvogel Art. 22. De jacht met roofvogel op elk soort wild bedoeld in dit besluit is open van 1 september tot 31 januari. De
jacht met roofvogel op de houtduif is evenwel open van 15 augustus tot
28 februari en die op het konijn, de vos en de verwilderde kat is het
jaar door open. HOOFDSTUK IV. - Diverse bepalingen Art. 23. Van 1
augustus tot 30 september en van 1 mei tot 25 mei is het vervoer van
reebokken naar de plaats van verbruik of verkoop in de kleinhandel
slechts toegelaten indien de dieren op zichtbare wijze hun gewei of de
uiterlijke kenmerken van hun geslacht dragen. Art. 24. De verkoop,
het vervoer voor de verkoop, de verkoop en het houden voor verkoop van
welk soort wild ook dat afkomstig is van de jacht met roofvogel, van
wintertaling, meerkoet, Canadese gansen, houtsnippen die dood zijn en
elk deel of elk product dat verkregen werd door middel van de vlot
herkenbare vogel, zijn het jaar door verboden. HOOFDSTUK V. - Slotbepaling Art. 25. De Minister bevoegd voor de Jacht is belast met de uitvoering van dit besluit. Namen, 11 mei 2006. De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN