Facetime is het communicatiemiddel om via Ipad videogesprekken te voeren. Bea doet dit met bijzonder veel enthousiasme. Omdat het weer nog goed meevalt, zijn we dan gaan stappen langs de dunes de Ste Marguerite. Foto’s zeggen veel meer van een hoop geschrijf.
Weinig nieuws uit Landéda is goed nieuws. Het weer blijft mooi, al steekt er een wind op en waarschuwt het internet voor minder goed weer. Weer of geen weer, Diarmuid en Felix gaan samen het zeebad in. En de dames willen persé op de foto staan, ook al verschijnen zij niet in een of andere plaatselijke gazet. Tenslotte moet ik Marcelleke nog voorstellen, ons nieuw huisdier. Marcelleke loopt voor de voeten van de voortschrijdende ambtenaren en is blij dat hij zijn eigen huis altijd bij zich heeft, een echte kampeerder met caravan dus.
Gisteren ben ik naar de grote stad Brest gereden om ons nichtje af te halen aan het station. Ik heb er een dagje “Brest” van gemaakt om te zoeken naar bezienswaardigheden en mooie gebouwen. Helaas blijft Brest een grauwe stad, waar weinig te zien is. De stad heeft geen bekoring. Het enige wat voor mij in aanmerking kwam, was het majestueuze stadhuis. Je moet weten dat Brest tijdens de laatste wereldoorlog plat gebombardeerd werd en dat de stadshernieuwing een mislukking is. Daarom staan er zoveel en grauwe en triestige huizen. Ter compensatie plaats ik een foto van de camping hier in Landéda, van waaruit wij het zicht op de zee hebben.
Vanavond kregen we bezoek van onze Nederlandse vrienden. Omdat we aan zee zitten, kon het niet anders dan zeevruchten, langoustines en oesters op het menu te plaatsen. Het matrozenkoor Libenter uit Landéda zong zeemansliederen op deze donderdagavond. Het was een vrolijke bende mannen, die er duidelijk zin in hadden. Misschien waren ze ook blij omdat ze thuis de afwas niet moesten doen. Ze zongen de ziel uit hun lijf.
Het is broeiend heet in Les Abers. Het asfalt op de wegen smelt. Maar over de zee hangt een nevel en de dampen stijgen omhoog. Wellicht krijgen we morgen een totaal ander weer. In Bretagne is er een gezegde: “het is altijd mooi weer in Bretagne, meermaals per dag!”. We zien morgen wel. Hier staat nog een foto van deze ochtend rond 06 uur. Ik sta meestal vroeg op om van het ochtendlicht te profiteren. Dan zie je nog twee foto's van gisteravond. De avondzon is toch zo mooi in Les Abers.
Vlijt, dat is het minste dat men kan zeggen over Bea. Mogen wij hopen dat breien en haken vele sokken en pullovers opleveren, want de winter komt eraan! Straks is het Kerstmis. Natuurlijk moet er ook een was gedaan worden, we blijven immers meerdere weken van huis. En Diarmuid is nog steeds super enthousiast, de zee en de vriendjes zijn nooit ver weg. Buurman Harald geeft de hondjes een douchebeurt.Wit en zwart is de Bretoense vlag: gwenn ha du. Bretagne is land aan zee: ar mor. Zo kennen we Armorica en slimmeriken die niet op de eerste rij in de klas zaten, hebben het nieuw ontdekte land aan de overzijde van de oceaan "America" genoemd.
Een stralende dag als vandaag kan je niet in luiheid doorbrengen. Met Duitse vriend Gunter zijn we naar Portsall, de ruïnes van Trémazan, het kasteel van Kergroadès en de menhir van Kerloas gereden, een mooi uitstapje. Gewapend met onze fototoestellen hebben we voldoende tijd uitgetrokken voor lichtmeting, compositie en stitching. Het was ons dagje dus. In Portsall ligt het fameuze anker van de Amoco Cadíz, die in 1978 tegen de rotsen van de Bretoense kust te pletter sloeg en vele duizenden liter olie verloor. In Trémazan kan je de geweldige partijen rotsen bewonderen en de menhir van Kerloas was helemaal het einde. Het ding is 5000 jaar oud en is 9,5 meter hoog. Het staat symbool voor mannelijkheid. De legende zegt dat mannen er kwamen ter wille van hun potentie. Vrouwen konden maar bidden dat zij de baas waren thuis. Voor ons, twee Duitse en Vlaamse senioren, volstond de hoop op het behoud van enige vorm van mannelijk kunnen.
Vier vrouwen stappen met militaire tred langs de vloedlijn: eindelijk wat beweging en fierheid aan het eiland Avel. En dan zijn Bea en Christel aan het zoeken naar iets. Zijn zij hun kluts verloren? Of zoeken ze naar verloren euro’s of Engelse Ponden? Ik zal het nooit weten. Dan zie je nog het Fort Sizun, een oude oorlogsbunker, die vol zat met munitie. Lange tijd was deze niet toegankelijk wegens de achtergebleven springtuigen, maar nu kan men met een gids het fort bezoeken.