Canal du Midi Fietstocht 2012
Dagboek van Canal du Midi Fietstocht 2012
Fietsen van Bordeaux naar Montpellier langs Canal de Garonne & Canal du Midi van 7 mei tot 19 mei 2012 met de Bende van Bob
29-12-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.13 dag 11 Montpellier – Aigues-Mortes 17 mei 2012

 

13 dag 11  Montpellier – Aigues-Mortes  17 mei 2012

 

 

Beter kun je het niet dromen, een zalig bed en prachtig sanitair met alles wat er maar kan zijn….

 Het is feestdag vandaag, we zullen het rustig doen. Afspraak voor het ontbijt is _ 8h30. Christiane en Gerard zijn al in volle actie wanneer we aanschuiven. Het is te fris om op het terras te eten, geen nood mensen. Het gastgezin behandeld ons alsof ze ons jaren kennen, wat een service! Variatie aan vers brood, eigen gemaakte confituren en allerlei beleg.

 

 

Samen met het gastgezin ontbijten is op en top genieten. Gerard blijf ons maar bestoken met vragen over onze fietsvakanties, hij is super benieuwd en verwonderd wat wij al allemaal gedaan hebben!…..We geraken niet uitgepraat! Nadien legt hij ons uit hoe we in Aigues-Mortes geraken zonder storend autoverkeer.

 

Het is 9h30 en nog wat fris wanneer we ons verblijf verlaten. We willen eerst eens  “Port Ariane” van Lattes bezoeken. De Rue Palladio loopt recht naar de haven. Vóór de jachthaven is er een prachtige en nieuw aangelegde woonzone rond een cirkelvormige reuze vijver. De gebouwen zijn heel recent en hebben een modern architectonisch uitzicht met zuiderse crépitinten. Alles is heel smaakvol en geeft blijk van een doordachte urbanistische aanpak.

 

 

We fietsen de volle cirkel rond en komen automatisch aan het fietspad op de oever van le Lez. Het is nog 10 minuten fietsen tot op de plaats waar we gisteren het Canal du Rhône verlaten hebben. Op de brug hebben we een fantastisch zicht op het kruispunt van kanalen en de verschillende “Etangs”.

 

 

We negeren een wegversperring en volgen de zandweg op de oevers richting Carnon. Links zien we Etang de Pérols en rechts Etang de Grec met een massa watervogels. Natuurlijk zijn het meest opvallendst de “Roze Flamingo’s”. Bij Carnon wordt het moeilijk .We moeten een eindje stappen door een bouwwerf om op een paadje langs de kustweg naar “La Grande Motte” te komen. Ze hebben aan de zwakke weggebruikers gedacht. Er is gelukkig een doorlopende afsluiting als afscheiding tussen fietspad en parking-weg. Zoals meestal zouden de zonnekloppers hun auto wel slordig op de fietsstrook achterlaten…..Hoeveel keer we ons daaraan ergeren is niet te tellen. De automobilisten permitteren zich echt alles en dit ten koste van fietsers en voetganger….foei, foei, foei!

 

         

 

Tussen de duinen zien we futuristische hoogbouwflats van “La Grande Motte” opduiken. Gelukkig hebben ze al die betonnen mastodonten in een groen park ingeplant. Wat een verschil met de afschuwelijke muur van gebouwen aan onze kust! De hypermoderne en piramidevormige vakantieonderkomens zijn alom bekend en lijken een architectonische stunt.

We rijden, het is aangenaam, tussen de gebouwen over brugjes en duinen door de stad. Mooi en ja chique, alles is goed onderhouden en de beplanting is passend zuiders gebleven. Het is een zaligheid tussen het groen en de eigenaardige bouwvormen, over schaduwrijke wandel en fietspaadjes met veel fleurige bloemperken, te peddelen.

 

We blijven en dat kan wonderwel, nu het nog geen hoogseizoen is, langs het strand op de boulevard fietsen tot in “Le Grau du Roi”. Het wordt warmer en de terrasjes zijn uitnodigend. We hebben tijd zat en vleien ons aan een van die mooie kaaien neer. Het  is druk, we moeten vlug zijn om een tafeltje met vier plaatsen te bemachtigen.

 

 

Zalig eens een aperitieftime in de zon, voor de eerste keer zijn we ietsjes geconfronteerd met vakantiedrukte. Hemelvaartsdag is ook in Frankrijk vrijaf. We drinken een lekker fris biertje, ’t lijkt op Hoegaarden maar ’t is wat fletser!

 

 

Na de drukte van Le Grau du Roi moeten we over een paar kanalen, door en tussen enkele scheepsherstelwerven om richting Aigues-Mortes te geraken.

We moeten langs een grote baan door het Etang du Repausset, langs “Les Salins d’Aigues-Mortes”. Wonderbaarlijk hoe ze tot eind augustus  zeezout oogsten. Spijtig dat de bezoeken aan deze natuurgebieden  enkel in de drukke zomermaanden worden georganiseerd.

 

 

Het is een broedgebied  voor duizenden trekvogels en loopt tot aan de muren van de oude stad.  De zoutproductie dateert vanuit de oudheid en is een van de belangrijkste  activiteiten van de Camargue.

Een samenspel van micro-organismen en algen geven  een roze kleur aan het water.

 

 

Aigues-Mortes, wat feitelijk dood water betekend, is gebouwd door Louis IX als uitvalsbasis voor een van de kruistochten.  Midden op het mooie pleintje staat zijn standbeeld. Rond het stadje is er een hoge dikke muur met kantelen,. Hier en daar een poortgebouw en een ronde toren van 40m hoog.  Binnen de muur zijn er smalle straatjes vol met, hoe kan het anders, souvenirwinkeltjes en eetgelegenheden. Je loopt je moe tussen al dat volk….We zoeken een zonnig eetplaatsje en bestellen enkele broodjes met een koel wijntje. Dat is genieten mensen.

 

         

 

Natuurlijk hadden we graag de Camargue in gefietst tot Saintes-Maries-de-la-Mer, maar dat is te ver. We maken een ruime bocht rond de versterkte stad. “Naar de overkant van het kanaal en die blijven volgen”…..weet Pol ons te vertellen. Hij kent het nog .We rijden langs het Canal du Rhône in Noordelijke richting tot er een splitsing komt. Er is enkel doorgang voor 4x4, paarden en stoere fietsers…..Op de splitsingshoek moeten we bijna 180° naar links. We zitten in de uitlopers van de Camargue .We zien witte paarden en jonge zwarte stieren.   

 

 

We blijven het kanaal volgen .Enkele keren moeten we van oever wisselen. We fietsen flink door, een groot verschil zonder onze  bagage. We rijden op een bepaald ogenblik naast een wijngaard. De wijnstokken staan in het witte grove zand. “Vin des sables” kunnen we lezen op de pancarte. Zou deze wijn dan zoutig smaken? Dat zouden we straks wel willen proeven!

 

 

In de verte zien we de luchthaven van Montpellier…..Nu we zo dicht zijn willen we wel eens gaan zien hoe we overmorgen zullen vertrekken en waar de fietsen kunnen worden ingepakt…… Gelukkig brengt de GPS ons, al is het wel heel eigenaardig en moeilijk voor fietsers, tot bij het vliegplein…..Het is niet veel zaaks, net iets zoals Oostende, maar veeeel moderner. En….. een Airport waar Ryanair komt! Een half uur later zijn we terug in ons prachtig verblijf. Iets later komt ons gastgezin ons op de aperitief uitnodigen. Ze maken ons nieuwsgierig en we besluiten deze avond de tram naar Montpellier te nemen en daar ons souper te nemen.

 

 

Na 10 minuten wandelen kunnen we de tram nemen bij Port Ariane. De tramlijn is eind april ingehuldigd en is een groot succes. Alles is splinternieuw. Gelukkig worden we geholpen door de plaatselijke bevolking, kaartjes uit de muur halen is voor ons fietsers niet zo evident…..maar ’t lukt allemaal wonderwel. De tramstellen zijn nieuw en het is een plezier, wat een vervoermiddel …..Een half uur en 15 stopplaatsen verder zijn we midden in de stad.

 

 

Wanneer je voor het eerst in zo’n grote stad komt voel je je wat onwennig. Het is wat rondwandelen van pleintje naar pleintje. Aan de kathedraal vinden we een gezellig terras op een groen plein. Hoog tijd om onze dorst te lessen. Iets verder vinden we een, naar onze mening, niet toeristisch restaurant. Toch hebben we ons duidelijk vergist…..gisterenavond hebben we voor de helft van de prijs, tweemaal beter gegeten! Het is er snikheet en het duurt en blijft duren…..

 

 

Na een slaapmutsje, op een druk terras met veel jongeren, gaan we terug naar onze afstapplaats om de tram te nemen. We worden er na een tijdje op gewezen dat we enkele honderden meters verder op een evenwijdige avenue moeten opstappen. Gelukkig zijn er overal gedienstige medemensen!

Na een drukke dag vallen we als een steen in slaap….Hopelijk maken we niet teveel storende geluiden!

 

 

Start :   Lattes -   Aigues Mortes 9h30

Aankomst:  Lattes  17h00

Afstand :    73km

Tot nu toe 712km

Weer:    zon & warm +/- 22°C

 

 

Verblijf:

B&B Figues & Palmiers

15 Rue Palladio

34970 Lattes (Montpellier)

+33 6 63 26 94 03     +33 467 67 04 50 54

Madame Christiane Toureille

toureille.christiane@gmail.com

http://www.figuesetpalmiers.com/

 

29-12-2012 om 15:08 geschreven door Via de la Plata


26-12-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.12 dag 10 Vias – Montpellier 16 mei 2012


12 dag 10  Vias – Montpellier  16 mei 2012

  

 

Rustig, heel rustig, ja abnormaal kalm is het hier wel. Dat is voor ons raar en uitzonderlijk. Wat een verschil met de vakantieperiode. Voor mij is het ongeveer 35 jaar geleden dat ik nog hier was. Waar het Motel en alle andere horecazaken staan, was het destijds nog een grote zandvlakte met een drukke camping. Na lang zoeken heb ik zelfs nog een familiedia uit 1977 gevonden.

 

 

Ons ontbijt moeten we in de hoteleetzaal nemen, tussen enkele haastige Fransen en Engelstalige minder jonge koppels. Het is gelukkig een continentaal ontbijt met zelfbediening. Bij het afrekenen zien we voor de eerste maal onze gastvrouw Madame Babeth. Zij runt een krantenzaak aan de voorzijde van het Hotel. Wat ons hier gebracht heeft, lijkt voor haar een raadsel. Haar nieuwsgierigheid maakt dat wij nog niet onmiddellijk kunnen starten….Excuus Madame, we moeten vandaag nog in Montpellier geraken.

Merci, au revoir et salut!

 

 

Twee rotonden verder moeten we naar beneden en komen we door een park langs het Canal du Midi. De zon is van de partij maar het is frisser dan de laatste dagen. We volgen het parallelle asfaltwegje tot aan de “Ecluse Ronde” van Agde. Deze ronde sluis is een kruispunt tussen de Hérault en het Canal. Het is uniek, de schepen kunnen om hun as draaien en verschillende uitgangen kiezen.

 

 

We volgen een eindje de rivier Hérault en arriveren in het centrum van Agde. Niet te geloven hoe doods het is, in de zomer sta je hier altijd in file, nu zijn we bijna alleen. Wanneer je naar Cap d ’Agde wilt moet je hier voorbij!

 

 

Aan de oevers van de Hérault houden we halt om drank te kopen op het schilderachtig plein aan de St. Etienne kerk. We maken wat kronkels door het centrum, langs een spoorweg en over enkele bruggen komen we opnieuw langs het kanaal. Agde wordt wel eens de zwarte parel genoemd. De stad ligt op een zwarte lava rots en vele oude woningen zijn met zwarte lavasteen gebouwd.

 

        

     

Bij “Pont Saint. Bauzille” moeten we weg van het kanaal, er is geen mogelijkheid meer om te fietsen op de oever.…..We volgen nu de GPS, op een asfaltpad vol putten en met vals plat rijden we tussen de wijnranken. Zo komen we in het minidorp “Les Maugères”.

 

Het gehucht ligt tussen l’Etang du Bagnas en l’Etang de Thau. Plots staan we bij de monding van het kanaal aan “Pointe des Onglous”. Dit punt, met een sierlijke vuurtoren, is het beginpunt van “Canal du Midi” juist geteld 240km van Toulouse. We voelen ons ietsjes emotioneel…

 

 

Onze rit van de Oceaan naar de Middellandse zee langs de kanalen zit erop na 600km fietsen! Natuurlijk hadden we hier graag op gedronken…..Het zal wachten zijn tot in de bewoonde wereld, vrezen we…. Hier is niets anders dan vies zeewater!

 

Maar onze tocht zit er  nog niet op! We moeten iets terug tussen jachtwerven en over een reeks kanaaltjes naar Marseillan. Het is ingewikkeld, maar de gps helpt ons uit een bijna hopeloze situatie. We geraken na heel wat bochten en achterbuurtstraatjes op een fietspad naar Sète. De pas aangelegde fietssnelweg heeft Hollandse allures. Het is een lust voor lange afstandsfietsers op de landengte tussen de Etang de Thau en de Méditerranée. Hiermee zullen ze scoren als Voie Verte in de Hérault!

 

 

We blijven bijna 10km lang op het fietspad flink doortrappen. Met rechts van ons de zee en links het “Bassin de Thau”. Deze grote binnenzee is op vele plaatsen ondiep, het is een domein voor flamingo’s, eenden en andere watervogels. Toch is het best bekend als oesterpark van Bouzigues. Pol weet ons te vertellen dat ze met hun jacht mooi tussen de boeien moesten blijven, de enorme oesterbanken liggen vlak bij de vaarroute.

 

  

Zonder dat we het goed beseffen zijn we in Sète. Het fietspad stopt abrupt en we zitten middenin het verkeer….De gps, met een vooraf ingestelde route, stuurt ons gelukkig langs de zee en niet over de steile 180m hoge Mont Saint Clair. Uitein- delijk moeten we toch onvermijdelijk naar het centrum.

 

 

Het “Canal Royal” verspert de doorgang en we moeten over een brug. We rijden rond de alom bekende kleurige haven, met zijn statige huizen, met overal luxe jachten ervoor….

Op dit kanaal houden ze elke zomer de “Les Joutes  Nautiques” De folkloristische gondelsteekspelen. Sète is ook de stad van Georges Brassens, de zanger, dichter en troubadour. We moeten dicht bij elkaar blijven, af en toe worden we toch door automobilisten uit elkaar gedreven……We zijn die auto’s niet meer gewoon en willen vlug weg uit deze heksenketel.

Oef….enkele minuten later zijn we langs het “Canal du Rhône”.

 

 

Het is bijna 13h00, we krijgen honger en dorst. Oesters, ja die zouden we wel lusten……Onze vriend Pol weet in Frontignan de weg…….“ je kan er “huitres à volonté “ kopen beweert hij. Vol goede moed volgen we hem. Maar de teleurstelling is groot, zo vroeg in het voorjaar zijn er geen toeristen en dus ook geen oesterkiosken! Geen nood Pol, op “La grande Place” vinden we een zonnig terras. Maar …..de patroon is nog in zijn winterslaap. Wanneer ik binnen ga, drank en eten bestel, blijkt hij enkel drank te willen schenken. Eten moeten we op een andere plaats zoeken, maar we mogen het gerust hier verorberen. Antoine heeft ondertussen een broodjeszaak gevonden. Enkele minuten later zijn we onze honger en dorst al kwijt.

 

        

 

 

Na een paar kronkels komen we aan “Le grand canal de Frontignan”….. Op goed geluk af, nemen we de rechter oever en volgen een zandweg….De gps kent die weg echter niet! Zouden we dit kanaal kunnen blijven volgen? Pol meent zich te herinneren dat we hierlangs kunnen blijven fietsen. Enkele lijnvissers weten het niet……maar we blijven, als echte West-Vlamingen, koppig doorfietsen. Op een smalle landstrook, tussen links het kanaal en “Etang de Vic” en rechts “Etang de Pierre Blanche” komen we na kilometers door het grove zand fietsen aan “Abbaye de Maguelone”. Op het eiland zien we zelfs wijngaarden…. Zou dit de fameuze “Muscat de Frontignan” kunnen zijn?

 

        

 

We weten echt niet wat we zien. Rechts van ons is er een grote gesloten poort en links een soort drijvende brug. Op een pancarte kunnen we lezen dat het een vulkanisch eiland is met een kathedraalfort erop. Het is te bezoeken vanaf de maand juni! We zijn te vroeg op het seizoen…..geen geluk dus! Aan de houten palen bij de boord van het kanaal, groeien er net onder het watervlak oesters. Plukken en openen, enkel Hugo heeft geluk en kan een volle grote oester proeven….Alle anderen schelpen hebben te weinig inhoud.

Smakelijk Hugo!

 

 

Enkele kilometers verder zijn we terug in de bewoonde wereld, Palavas les Flots. De gps komt in actie bij de brug over het kanaal. We moeten weg van het “Canal du Rhône”. Links omhoog naar de “Piste Cyclable de Méjan”, op de dijk van “Le Lez”. Dit mooie nieuwe fietspad blijft langs het water.  3 km verder zijn we aan de jachthavenhaven van Lattes “Port Ariane”.

 

 

Met de GPS is het een fluitje van een cent om onze Chambres d’hôtes in de Rue Palladio te vinden. Oei, wat een chique buurt! Met een zekere schroom, om ons voorkomen van slordige fietsers, bellen we aan bij de prachtige B&B “Figues & Palmiers”. Wat een enthousiaste ontvangst… Madame Christiane stelt ons onmiddellijk op ons gemak. We kunnen onze fietsen onder een carport stallen.

 

Wat een luxe!  Zo’n chique verblijf hebben we nog nooit gehad, menen we. We staan versteld hoe smaakvol de woning, de kamers en het sanitair zijn ingericht, echt subliem. Hebben we geluk ….en dit voor drie dagen!

 

 

Na onze douchebeurt nodigt het gastgezin ons uit op het aperitief ! Christiane zorgt voor de hapjes, terwijl Gerard onze glazen maar blijft vullen met lekkere frisse wijn. Gelukkig hebben we al een aantal dagen ons Frans kunnen aanscherpen. Het wordt een lange praat en drankpauze waarbij we heel wat wederzijds te weet komen.

 

Op aanraden van ons gastgezin stappen we voor ons avondmaal naar de jachthaven. In een klein gezellig restaurant “Tribord” worden we uitzonderlijk verwend door vriendelijke en goed kokende jonge dames. We beloven hen voor onze laatste avond terug te keren om hier afscheid te nemen van “La douce France”. Moe en voldaan strompelen we naar ons verblijf.

We zullen proberen stil (!) te slapen in ons paradijselijk verblijf……

Slaapwel!

 

Start :   Vias 9h30

Aankomst:  Lattes  17h00

Afstand :    73km

Tot nu toe 654km

Weer:    zon & warm +/- 22°C

 

 

Verblijf:

B&B Figues & Palmiers

15 Rue Palladio

34970 Lattes (Montpellier)

+33 6 63 26 94 03     +33 467 67 04 50 54

Madame Christiane Toureille

toureille.christiane@gmail.com

http://www.figuesetpalmiers.com/

 

26-12-2012 om 13:10 geschreven door Via de la Plata


22-12-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

 

11 dag 9  Le Somail – Vias  15 mei 2012

 

 

Ontbijten in de morgenzon, het is een zaligheid. Na een stille rustige nacht, komen we zoals afgesproken op het zonneterras aan de ontbijttafel. Het gastgezin is in volle actie, alles staat al klaar en we kunnen onmiddellijk beginnen…..

Lekkere koffie met variatie aan vers brood en allerlei beleg. Een echt Vlaams ontbijt voor fietsers….Ze weten ons te verwennen!

 

 

We hebben mooi gezelschap, de familie ganzen komen regelmatig kwetterend voorbij. Ze worden door de dorpelingen gedoogd. De vogels gedragen zich zelfs bazig. Ze komen bijna tot bij onze tafel om een stukje brood bedelen.

 

 

Ons Brugs gezin komt nog wat bijpraten en genieten van onze fietsbelevenissen.

Het overgrote deel van hun gasten zijn hoofdzakelijk mountainbikers en plezierjachttoeristen, die wel eens nood hebben aan een echt bed en een badkamer. We blijven maar kletsen tot we beseffen dat we vandaag absoluut de Middellandse zee willen bereiken…..Om 9h30 nemen we afscheid van de Lucrèce en Dirk…..

Tot in Brugge vrienden, wie weet!

 

 

Vanaf Le Somail rijden we eerste 500m op een mooie asfaltweg tot deze afbuigt en we gedwongen worden op het één rijspoor paadje naast het kanaal te fietsen. Op een rijtje is het wat trager elkaar volgen en regelmatig op de hoogte houden van boomwortel obstakels! Neen, zo slecht hebben we het nog niet gehad!

Na “Epanchoir des Patiasses” een kanaaloverloop met spuigaten in de muur, komen we aan het “Pont Canal de Cesse”. Vroeger waren er stuwdammen in de rivier de Cesse, die genoeg water opstapelden om de doorvaart van het kanaal mogelijk te maken….Nu is er een kanaalbrug.

 

 

Iets voorbij het pont canal start er een verbindingswaterweg tussen het “Canal du Midi” en Narbonne. Naast het “Canal de Jonction” ligt de “Piste cyclable la Littorale”. Er volgen nu 2km goede asfalt tussen het kanaal links en wijnvelden rechts tot Argeliers. Na dit dorp komt er een korte kronkel en moeten we opnieuw op een onmogelijk smal paadje verder…..

 

 

Na enkele korte bochten, waar iets langere boten zeker veel moeite mee zullen hebben, komen we in Capestang. Het kleine stadje zien we al van ver liggen, een wel zeer grote kerk overheerst het zicht. Toch kan het stadje ons niet bekoren. Na de aankoop van drank zijn we vlug opnieuw langs het kanaal.

 

 

Plots moeten we een gravelweg omhoog, we beseffen niet goed wat er gebeurd, het kanaal is verdwenen. We kruisen een spoorweg en een drukke weg, de D162 en zo komen we op een open plaats. Nu begrijpen we het eindelijk! In de diepte zien we de ingang van een scheepstunnel “Tunnel de Malpas”. Hier heeft Riquet, de ontwerper van het Canal,  wel iets uitzonderlijks gepresteerd. Dwars door de 120m hoge zandsteenheuvel liet hij op korte tijd en zonder toestemming, met man en macht een tunnel hakken van 165m lang.

 

 

Bovenop de heuvel zien we links van ons een open groene vlakte. Dit zou een overblijfsel van “Etang de Montady” moeten zijn. Het is een door cisterciënzers drooggelegd moeras uit de 12° eeuw. Drainagegrachten lopen zoals spaken van een wiel naar het centrum. De vrijgekomen stukken zien eruit als taartpunten en werden verdeeld, de landbouwers kregen zo een soort polder te bewerken.

 

 

We zijn juist 40km ver vandaag wanneer we de stad Béziers voor ons zien opdoemen hoog op een heuvel. We moeten door een soort park langs een reeks sluizen “Ecluses de Froserannes” en over een stalen loopbrug. Iets verder rijden we via een fameuze Pont Canal over de l’Orb, de stad binnen.

 

       

 

Pol kent hier de weg, we volgen hem en komen in het centrum bij het standbeeld van Pierre-Paul Riquet, in deze stad geboren in 1609.

Béziers is een grote stad met brede groene lanen en vele religieuze monumenten. We rijden naar het hoogste punt van de stad en bewonderen het  uitzicht over de Orb-vallei. Overal zie je wijngaarden. Béziers is de hoofdstad van een van de grootste wijnregio’s van Frankrijk, “Le Languedoc”. Dit gebied  zou drie maal groter zijn dan de Bordeaux streek. Het is het flink maar kort klimmen. We worden door de automobilisten geapprecieerd. Ze geven ons zelfs voorrang en laten ons door. Dit zijn we niet gewoon in la Douce France. Na al dat rondrijden krijgen we honger…..Op een pleintje vinden we een broodjeszaak met een zonneterrasje, hier kunnen we onze dorst lessen en een hapje eten.

 

 

Na onze pauze laten we ons naar beneden bollen tot aan het station. Pol heeft hier verleden jaar de trein genomen na zijn boottocht op het Canal du Midi. Hij weet hoe we opnieuw bij het kanaal komen…..Inderdaad enkele minuten later zijn we op een mooi fietspad bij “Ecluse d’Arièges” en kunnen bijna blindelings onze reisweg verder zetten. Lang duurt de pret niet, het fietspad eindigt abrupt en zonder aankondigen zitten we op een zandweg met veel putten en wielsporen…..Het is nogmaals oppassen geblazen! Bij “ Port Cassafières” moeten we weg van het kanaal en een bochtje maken rond het toeristenhaventje.

 

 

Dit is het haventje waar onze vriend Pol zijn boottocht met “Le boat” beëindigde. Terwijl we gebruik maken van de sanitaire accommodatie worden we door een groep Vlamingen aangesproken. Het wordt een prettige uitwisseling van hun en onze Canal du Midi ervaringen….Zij zijn net als Pol vanuit de Camargue  naar hier gevaren en moeten hun jacht op de “Le boat-basis” inleveren.

 

We dokkeren verder op de barslechte fietsweg tot aan “Ouvrage du Libron”.

We kunnen niet door en moeten onze fietsen over leuningen heffen. Echt onbegrijpelijk en fietsonvriendelijk, waarom verhinderen ze hier deze passage nu?

 

 

Toch blijven we enkele minuten het eigenaardige bouwwerk bestuderen…..

Omdat het niveauverschil tussen het kanaal en de rivier te klein was voor een aquaduct is hier een ingenieuze constructie gemaakt. Dit om te voorkomen dat in geval van hoog water in de rivier, het kanaal en omliggende land zou overstromen. Als er water vanuit de bergen door het riviertje de Libron stroomt wordt het water via goten over het kanaal geleid.

 

We volgen de Libron tot Vias, een oud stadje waar we op een zonnig terras een frisse pint verdiend hebben. Het is ongelofelijk rustig in vergelijking met de zomermaanden. We zijn bijna de enige toeristen vandaag, vertelt ons de patroon.

 

 

Het wordt echter hoog tijd om onze gereserveerde slaapstek op te zoeken. Na enkele minuten zijn we in Vias-Plage bij het “Motel Myriam”. We krijgen twee ruime vakantiehuisjes met alles erop en eraan.

 

 

Wat een luxe! Zouden ze ons dit ook in de zomermaanden aanbieden en aan die prijs??? Na een wasje en een plasje willen we absoluut de zee zien…..We moeten slechts 100m wandelen en we komen over lage duinen op het strand. Laat ons maar een uurtje genieten van een wat flauwer wordend avondzonnetje. Heerlijk, wat kan de zee fascinerend zijn. We krijgen er zelfs honger van!

Vias-plage lijkt ons te toeristisch en te commercieel, in het oude dorpje hebben we daarstraks enkele volkse eetgelegenheden opgemerkt. We besluiten wandelend naar het oude dorp Vias, zo’n 2km te stappen….

 

 

Geen geluk, bij alle restaurants staan we voor een gesloten deur. Gelukkig vinden we op het dorpsplein “ Café de la Paix” open. Na een iets te stevig avondmaal met aangepaste, maar zware wijnen, moeten we al onze moed samenrapen om terug te wandelen naar ons verblijf….Er komt een weddingschap tussen Hugo en Pol. Hoera, we krijgen van de verliezer dicht bij ons hotel nog en ijsje cadeau. Bedankt Hugo. Met een flink gevuld buikje, een beetje vermoeid, vallen we onmiddellijk in slaap.

Zullen we dromen van Toon Hermans zijn:
Méditerranée, zo blauw, zo blauw

Méditerranée, zo blauw, zo blauw

Met je mademoiselles

Belles, belles, belles

Méditerranée

 

 

Start :   Le Somail 9h30

Aankomst:    17h00

Afstand :    70km

Tot nu toe 581km

Weer:    zon & warm +/- 22°C

 

Verblijf:

Motel Myriam

Av de la Méditerranée

34450 VIAS – PLAGE

Madame Babeth

Tél. 04 67 21 64 59

www.motelmyriam.com

motel.myriam@aliceadsl.fr

22-12-2012 om 14:37 geschreven door Via de la Plata


18-12-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.10 dag 8 Carcassonne – Le Somail 14 mei 2012


10 dag 8 Carcassonne – Le Somail  14 mei 2012

 

 

Raar maar waar, niemand heeft gesnurkt! Of zouden wij dan toch stilaan doof aan het worden zijn? Gehoortest doen bij onze thuiskomst….Zou dit de oplossing zijn??? We menen van niet! Een paar knipogen laat iets anders vermoeden…..Zoals bijna altijd, zijn wij de eersten om te ontbijten. Onze gastvrouw is blij, ze kan eindelijk starten en bezorgt ons, een prima en tegen de Franse normen in, volumineus “Petit déjeuner”.

 

 

Net wanneer we, na het afrekenen, willen vertrekken, komen Brigitte haar andere gasten binnen. Ze heeft duidelijk moeite met hun mengeling van Engels en gebroken Frans. We krijgen de sleutel van haar garage en moeten ons plan trekken….Ze wordt zenuwachtig van de taaloverschakeling. Merci, Madame Mistler, het was hier prima. Een aanrader voor wie Carcassonne wilt bezoeken.

 

Nu we de weg kennen, rijden we rustig richting “Pont Vieux”. Vandaar naar “Boulevard Jean Jaurès” om zo aan “Gare de Carcassonne” bij ons fameuze Canal du Midi te belanden. Zeggen dat het oorspronkelijke tracé van het kanaal, een grote bocht rond de stad maakte. Carcassonne wilde geen financiële bijdrage leveren aan Riquet. Nadien kreeg het stadsbestuur spijt. Omdat de omliggende dorpen een economische opbloei kenden, ten koste van hun stad.  Veel later is het kanaal verlegd en tot hier gegraven. Nu loopt het door de benedenstad en is er aan het station, bij de sluis een haventje.

 

 

Het wordt warm en zonnig, drank bevoorrading vóór we de stad verlaten is absoluut nodig. Iedereen is blij wanneer we opnieuw op de fiets zitten. Een zalig fietsweertje maakt alles toch veel aangenamer en mooier. We moeten op het jaagpad onder de spoorweg door. We komen al heel vlug aan “Pont Canal de Fresquel” over de Aude. Met onmiddellijk daaropvolgend een enkel- en een dubbelsluis.

 

 

Op het fietspad, zo noemen ze hier zo’n wegel met veel takken en boomwortels, wordt er af en toe gevloekt, wanneer er gebladerte tussen de spaken meedraait. Hugo krijgt zelfs een ferme tak tussen zijn versnelling. We moeten noodgedwongen halt houden. We hebben in feite geluk! Tot nu toe is er nog geen enkele lekke band geweest. Dit zal in hoofdzaak te danken zijn aan de bandenkeuze. Sinds we met “Schwalbe Marathon Plus” rijden, behoren lekke banden tot het verleden. Wel moeten deze banden een hoge drukspanning krijgen, maar daar zorgt Hugo voor. Hij neemt op elke tocht zijn grote handvoetpomp met manometer mee.

       

Na de “Pont de l’Orbiel” en “l’Ecluse de Trèbes” belanden we kilometers lang in mullig zand.  Met mijn ballonbanden (Schwalbe Big Apple 50-622) ben ik duidelijk bevoordeligd. Mijn banden zijn veel breder dan deze van mijn vrienden, waardoor ik door het zand fiets zonder diepe spoorvorming, net als Sven Nys maar dan veeeeeel moeizamer en trager uiteraard!

Aan “Ecluse de Marseillette” moeten we naar de andere oever, op het brugje slaan we een babbel met fietscollega’s. Ai, die mannen met hun koersfietsen met smalle bandjes, zullen straks plezier beleven in ‘t zand….Zoek maar een betere weg mannen!

 

        

 

We hebben gelukkig heel veel drank meegenomen. ’t Wordt warm en veel mogelijkheden om iets te kopen is er niet. De sluizen liggen iets verder uiteen, toch krijgen we heel wat eigenaardige zaken te zien. “Epanchoir de l’Argent-Double” is er zo eentje waar we even bij stilstaan. L’Argent-Double is een kleine rivier met zijn bron in de Montagne Noire, die naar de Aude stroomt. Het debiet kan, zoals bij de meeste rivieren in deze streek, sterk variëren naargelang het seizoen. Maar ook met hevige onweersbuien, in de zomer. Waar deze rivier het kanaal kruist is er niet alleen een kanaalbrug maar ook een overstort, waardoor het overtollige water automatisch afgevoerd wordt. Natuurlijk is het allemaal iets ingewikkelder, er zijn bedieningsstuwen en bodemkleppen met drainage openingen……maar dat is te gecompliceerd, vinden we!

 

       

 

In Homps, het eerste dorp met iets of wat beweging, vinden we bij de brug aan de jachthaven van “Le Boat” een terras. Het is hoog tijd om te eten en te drinken, een echt goede beslissing…..We ploffen neer en drogen ons zweet. We zijn niet de enige Vlamingen, een bende vrienden uit Mechelen, hebben juist hun middagmaal genomen…..

 

Grote verwondering en ongeloof, wanneer wij hen vertellen dat wij al een week onderweg zijn met de fiets vanuit Bordeaux. Zij doen jaarlijks samen een boottocht op het “Canal” en vertrekken nu van hier naar Castelnaudary. We kunnen hen nog juist goede vaart wensen!

 

 

Enkele Leffe ’s met voor ieder een Pizza vormt ons middagmaal. Als toetje nemen we een crème, het is ijsjes-weer….Genieten maar!

Homps was vroeger een belangrijke haven langs het kanaal, maar werd meermaals verwoest. Enkel de fraaie Romaanse kapel en kasteeltoren zijn nog overgebleven.

 

Na onze middagpauze komen we wat traag op gang. We zijn een beetje loom, maar dat duurt niet lang. Het oeverpaadje wordt nog slechter, hobbeliger en gevaarlijker. Hier en daar hebben ze de platanen uitgedaan. De prachtige bomen worden al een tijdje bedreigd door de “platanensterfte” afkomstig uit de VS. Hier en daar worden zieke bomen gerooid en daardoor zijn de oevers omwoeld met alle gevolgen van dien voor de fietsers! Erg soms hoe de paadjes erbij liggen. Maar we zetten door geen nood!

 

 

Iets voorbij Argens-Minervois komen we in Roubia. Antoine heeft in Sint-Niklaas, bij een wijnbeurs daar, mensen van het wijnkasteel “Chateau Tourril” ontmoet. Hij werd er zelfs uitgenodigd. Met veel hoop stel ik de gps in en daar gaan we dan. Vanuit het dorp zou het +/- 3 km zijn. Het is echter zweten geblazen. Het blijft maar bergop met een aanzienlijk stijgings percentage door de glooiende wijnvelden.

 

 

Na een poosje is Hugo het klimmen beu, samen met Pol rijdt hij terug naar het dorp. Antoine en Bob zetten door en worden op het wijndomein met open armen ontvangen. Ze herkennen Antoine en we moeten van alle wijnen proeven na een bezoek aan de kelders.

Gelukkig is het bergaf op de terugweg naar het kanaal. Onze maatjes hebben ondertussen een dutje gedaan onder de platanen bij de brug van Rubia. Ze zijn blij en daar gaan we dan voor onze laatste 12 km voor vandaag.

 

 

Vlak na Paraza, maakt het kanaal een bocht naar het noorden en terug, zo’n 500m landinwaarts. Midden in de prachtige natuurlijke omgeving komen we bij een waterbouwkundig kunstwerk “ Aquaduc du Répudre”. Dit is de 1° kanaalbrug ooit gebouwd in Frankrijk. Paul Riquet de architect van het kanaal, heeft deze ontworpen, alle andere pont canal’s zijn later door Vauban geconstrueerd. Er is een in natuursteen gebeitelde plaquette, ter ere van de ontwerper, aangebracht.

 

 

Na het dorpje Ventenac komen we in het, voor ons althans, mooiste plaatsje aan het kanaal “ Le Somail”. We moeten over het pittoreske romaans brugje en rijden recht onze B&B voor vandaag binnen. Het gastgezin heeft ons zien komen, het is een hartelijke ontvangst, in het Brugs. Jawel, het gastgezin Depré zijn beiden rasechte stadsgenoten van ons. Terwijl Lucrèce onze de fietsen veilig binnen brengt, gaan we met Dirk naar onze kamers. We hadden een 4-persoonskamer gereserveerd, maar we krijgen twee 2-persoons kamers aan de zelfde prijs.

Wat een service zeg!

 

 

Na ons verfrissingsuurtje is het aperitieftime op het terras. Een gezellige babbel leert ons heel wat over het dorp en de geklasseerde chambres d’hotes woning.

Le Somail wordt als het meest opvallende dorpje op het Canal du Midi bestempeld. Er zouden slechts 200 inwoners zijn. Net voor het haventje vind je er de oudste en mooiste brug van het Canal du Midi. Tegen de brug werd een kapelletje gebouwd waar de kanaalschippers vroeger kwamen bidden. In het piepkleine dorpje ligt een hoedenmuseum met niet minder dan 6.500 exemplaren uit 85 landen.

 

 

We moeten absoluut de oude bibliotheekwinkel bezoeken. Het is, een verbazingwekkende plaats met tienduizenden boeken, van goedkope paperbacks tot echte antiquiteiten. Natuurlijk allemaal in het Frans.…

 

De Depré’s hebben hun B&B, na een vakantie in de streek, toen ze reeds op de terugweg waren, hals over kop gekocht. Bij hun bezoek aan Le Somail hadden ze een bod gedaan op de bestaande B&B, die ja en neen te koop stond. Enkele dagen later heeft de toenmalige eigenaar, zich bedacht en plotseling aan hen verkocht. Het Brugs gezin baat de Chambres d’hôtes uit, zonder ook maar enige wijziging aan te brengen en slechts gedurende de vier zomermaanden. Nu zijn ze hier uitzonderlijk in de maand mei. Voor jullie, lachen ze beiden…..Toch zijn al hun kamers onverwacht bezet! Dit hadden ze helemaal niet verwacht, beweren ze. Toch gaan ze op het eind van de week terug naar Brugge, waar ze zich zullen voorbereiden op 4 maanden Zuiden, weten ze met veel enthousiasme te vertellen.

 

 

We willen nog souperen na een bezoek aan de fameuze bibliotheek. Op de andere oever, vinden we tegen het water een gezellig buitenterras in de zon. Het wordt een lange eet-en drinkavond met veel ambiance en belevenissen. Zo zien we een groot prachtig plezierjacht de brugopening missen. Er is veel paniek bij de jachteigenaars van de aangemeerde bootjes, wanneer de boot recht op de brug afvaart. De schipper kan slechts op het laatste ogenblik zijn motor in achteruit gooien. Dit op enkele meters vóór de brug. Toch botst het schip tegen heel wat gemeerde jachten en bezorgt ze veel averij. Veel geroep en getier doen iedereen op de oever belanden. Nadien is er drukke ( zoals alleen de Franse het perfect kunnen) discussie met veel armgezwaai. Wijzelf hebben van op het terras, heel wat gekraak van hout en polyester kunnen horen. Amai, wat een toestand…..wat moet dat in de zomermaanden zijn?

 

 

We nemen nog een flesje wijn om rustig af te sluiten. Vandaag vieren we één week onderweg. Alle mogelijkheden zijn goed om met elkaar te klinken toch!

Het wordt donker en fris, hoog tijd om onze bedjes op te zoeken.

Naar goede gewoonte zullen we maken dat er geen storende geluiden zijn…

Slaapwel!

 

 

 

 

Start :   Carcassonne 9h00

Aankomst:    Le Somail 17h00

Afstand :    70km

Tot nu toe 511km

Weer:    zon & warm +/- 25°C

 

Verblijf:

Chambres d'Hotes «  Le Neptune »

 Allée des Cyprès

11100-LE SOMAIL

Familie Depré (Brugge)

04-68.46.04.74

www.chambresleneptune.com

chambresleneptune@hotmail.com


18-12-2012 om 10:47 geschreven door Via de la Plata


15-12-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.09 dag 7 Castelnaudary – Carcassonne 13 mei 2012


09 dag 7 Castelnaudary – Carcassonne 13 mei 2012

Om 8h00 zijn we klaar met ons ochtendritueel.
De zon schijnt al in volle glorie. In tegenstelling tot vorige nacht ben ik niet één minuut wakker geweest. Alles in de fietstassen bergen en we kunnen gaan ontbijten. We moeten slechts +/- 40km rijden vandaag, dus rustig aan. Het is te fris om op het terras te zitten. Het ontbijt staat klaar in de veranda. Samen met ons gastgezin genieten we van een overvloed aan variatie. De jongens, Stijn en Robin bedienen ons.

Hun ouders, Leen en Patrick hebben duidelijk nood aan een Vlaamse babbel. Onze vrienden zijn ook hartstochtelijke fietsers. Patrick is ooit renner op niveau geweest. Hij koerste in het begin van de jaren 80 nog samen met Hendrik Redant. Leen waagt zich hier in de Montagne Noire dikwijls aan iets lastigere bergritten…..

Om 9h30 moeten we uiteindelijk en met spijt afscheid nemen van de familie De Donder. Leen, Patrick, Stijn en Robin we zullen jullie enthousiasme zeker blijven onthouden. We staan in bewondering voor wat jullie hier van deze “Las Brugues” gemaakt hebben…..Een echt vakantieparadijs met alles erop en eraan.

Mooi hoe jullie ons, senioren, als gasten opgenomen hebben in de familiekring. We voelden ons onmiddellijk thuis. Het domein ligt met de fiets op een boogscheut van het Canal du Midi, een enorme troef!

Het appartement is tiptop, het uitzicht op de Montagne Noire prachtig. De maaltijden zijn tot in de puntjes verzorgd. Of je nu fietser bent, wandelaar, of een gezin met kinderen, dit is zo’n plek waar geleefd wordt als God in Frankrijk. Een dikke proficiat! Het uitwuiven duurt tot we op de landweg richting Labordes zijn. Enkele minuten later rijden we door het dorp en zijn we opnieuw aan het ons vertrouwde kanaal bij Ecluse de Tréboul.

Het jaagpad is rommelig en ligt vol takken, wat een verschil met dit langs het Canal de Garonne. De slechte toestand van het hier en daar te smalle paadje maakt dat je meer aandacht moet hebben wat er enkele meters vóór je te zien is in de plaats van de natuur te kunnen bewonderen.

Iets verder komen we in Villepinte aan de gelijknamige sluis. In Bram aan de sluis is er een jachthaven met café, maar we hebben amper 15km afgelegd en het is nog te vroeg om te aperitieven. Er volgt een lang stuk met grillige bochten en gevaarlijke paadjes, het is netjes op een rijtje met wat afstand er tussen. Regelmatig moeten we noodgedwongen over sierlijke brugjes….

Gelukkig hebben we van bij onze B&B, deze morgen, genoeg drank meegenomen. We beslissen na de “Ecluse de Béteille” in Villesèquelande waar we aan de sluis over een Romaanse brug moeten, door te fietsen tot Carcassonne. Het is maar 10 km meer en daar verwachten we meer drank- en eetgelegenheden. Na enkele sluizen en Epanchoirs of overstorten belanden we in Carcassonne.

Het is nog maar 12h30 we willen aperitieven en iets eten voor we onze Chambres d’hôtes voor vandaag opzoeken. Toch doe ik een telefonische aankondiging. Onze gastvrouw Brigitte zal slechts vanaf 14h aanwezig zijn….Wat een geluk dat ik haar geïnformeerd heb. In Boulevard Barbès recht tegenover Cathédral St.Michel vinden we het restaurant Saint Germain met een zonnig terras. Na onze lunch, wat drankjes en een dessert wagen wij ons tussen het verkeer.

De GPS doet ons via “Pont Neuf” over de Aude rijden…..niet goed want Rue Trivalle ligt in het verlengde van “Pont Vieux”. Langs achterbuurtsteegjes belanden we op ons afgesproken adres. Met veel zwier en Franse flair worden we uitbundig begroet door Madame Mistler. We kunnen onze fietsenzakken afladen, onze stalen rossen bergen we op in een garage. Brigitte is een sneltrein, ze toont ons haastig onze ruime mooie kamers. Ze geeft wat toeristische uitleg en in enkele minuten weten we alles…..zo denkt ze toch! Voilà Messieurs à vous!

       

Het is warm en zonnig wanneer we na onze verfrissing het alom bekende Carcassonne willen bezoeken. De stad bestaat uit twee duidelijk van elkaar gescheiden delen. De Cité is gebouwd op een hoger gelegen deel aan de rechteroever van de rivier de Aude, terwijl de “Batide St. Louis” of benedenstad zich aan de linkeroever van de rivier bevindt. Beide delen worden al sinds de oudheid met elkaar verbonden door de oude stadswijk “La Trivalle” en “Le Vieux Pont”. De bezoeker treft in Carcassonne een bijzonder cultureel erfgoed aan dat de 2000 jaar  oude geschiedenis van de stad weerspiegelt.        

De beroemde cité ligt recht voor ons, enkele minuten later zijn we na wat klauter- en trappenwerk over de gladde keibestrating aan de “Porte d’Aude. De Cité van Carcassonne is vooral bekend als middeleeuwse vestingstad. Het stadje is een van de grootste ommuurde vestingen van Europa en is Werelderfgoed. De dubbele ommuring maakt op ons een overweldigende indruk, je kunt maar torens blijven tellen…..We veronderstellen dat er meer dan 30 zijn! Het is zondag en de straatjes en pleintjes zijn overspoeld met toeristen, het zou na de Mont St. Michel, de drukst bezochte plek van Frankrijk zijn….

     

Het lang slenteren tussen de souvenirwinkels doet ons op het plein bij “Le chateau Comtal” op een terrasje belanden. We drinken, het is werkelijk van de dorst, een Leffe. Wanneer we de “Basilique St. Nazaire binnen stappen is er een concertoptreden bezig van Russische zangkoren. We blijven een uurtje de mooi diepe stemmen beluisteren …..Zijn we nu echt cultureel geworden ???

We verlaten de Cité via de belangrijkste poort “Porte Narbonnaise en wandelen naar de benedenstad. Verwondering, ook “La Ville Basse” ziet er middeleeuws uit. Het heeft een vijfhoekige vorm en een dambordpatroon….Het lijken allemaal dezelfde rechtlijnige straatjes, je loopt er verloren. Het is wat onverzorgd en verwaarloosd. Op het centrale plein met fontein, de enige fraaie plaats, vinden wij, gelukkig een uitnodigend terras. Een wit koel wijntje ’t is een keer iets anders! Al dat rondlopen, maakt ons moe en loom, het wordt hoog tijd om een douche te nemen en iets te gaan eten.

Wanneer we aan ons verblijf toekomen, worden we begroet door de joviale Monsieur Henri-Jean. We willen absoluut het streekgerecht “Cassoulet” proeven deze avond. Onze gastheer prijst ons zijn buur aan, het piepkleine restaurant “Le Trivailou”….Ga maar reserveren, roept hij ons toe. Wij kunnen nog juist het laatste tafeltje versieren.

In het mini zaaltje zijn er slechts 8 tafels. We zitten eerder gedrongen in een hoekje. We maken er een gezellige boel van en beginnen met een flinke Ricard. Natuurlijk moeten we hier Cassoulet eten, het zou zonde zijn om dit beroemde mythisch gerecht van de Occitaans keuken hier niet te proeven.

    

Cassoulet behoort dan ook landelijk tot de top tien favoriete gerechten van de Fransen en komt van oorsprong uit de steden Castelnaudary, Carcassonne en Toulouse met in elke stad zijn eigen ingrediënten en manieren van bereiding. Cassoulet kent geen afgebakend recept. Het wordt samengesteld uit ingrediënten welke op dat moment aangeboden worden in de streek. Voorop staat dat het altijd met witte bonen gemaakt wordt. Voor de Fransen is Cassoulet meer dan alleen een ovenschotel. Het is ook een bijzonder moment waar vrienden bij elkaar komen en genieten van elkaar rond een grote, dampende aardewerk caçòla.

We moeten eerlijk toegeven, geen van ons vier is echt weg van het gerecht….De meelsmaak van de witte bonen is echt niet onze favoriet! We zullen het geen 2° keer bestellen. Gelukkig is er een aangename ambiance met allerhande verschillende nationaliteiten en alle soorten talen. We begrijpen de stress van de twee opdienende dames niet. Wat een toestand en inefficiëntie…. Wat een onhandigheid, ’t is bijna theater. Gelukkig smaakt de heerlijke wijn en is het ijsdessert prima! Dat maakt veel goed.

Na dit zware souper, moeten we absoluut nog een flinke avondwandeling maken. Met een volle maag geraken we nooit in slaap, menen we. Het is donker en de contouren van de cité zijn spookachtig mooi. Na een fris slaapmutsje wandelen we naar onze stek…..Hopelijk wordt er niet teveel lawaai gemaakt. Allé voor alle zekerheid gebruiken we onze oordopjes. Slaapwel!

Start : Saint Papoul (Castelnaudary) 9h30
Aankomst: Carcassonne 12h30
Afstand : 41km
Tot nu toe 441km
Weer: zon & warm +/- 25°C

Verblijf:
Chambres d'hôtes les "" Florentines "
71 rue Trivalle - 11000 Carcassonne
Brigitte et Henri-Jean Mistler
+33(0)4 68 71 51 07 mob +33(0) 6 88 89 33 42
www.lesflorentines.net
lesflorentines11@gmail.com

15-12-2012 om 10:39 geschreven door Via de la Plata


12-12-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.08 dag 6 Toulouse – Castelnaudary 12 mei 2012

 

08 dag 6  Toulouse – Castelnaudary  12 mei 2012

 

 

Wat ik gevreesd had, is werkelijkheid geworden. Onze kamer, een mezzanine in de nok van het dak, was broeierig heet. Pol, toch een specialist op gebied van airconditionering, kreeg het toestel niet aan de praat. Na enkele uren kwam ik in ademnood door de warmte. Een ligzetel in de zithoek, beneden naast de tuin, bracht de oplossing. Met open raam ben ik er toch in geslaagd enkele uren te slapen. Gelukkig heb ik weinig slaap nodig, ik voel me, niettegenstaande dit euvel, in prima conditie. Pol heeft geen last gehad van de hitte.

 Antoine en Hugo hadden een frisse kamer. Vanmorgen is het veel frisser, de zon is gesluierd en er is bewolking.

 

 

Om 8h00 stipt komt Madame Michèle ons het ontbijt brengen…Zoals we bijna zeker waren is het een karig “Petit déjeuner”. We mogen echter niet klagen. We hebben met vier overnacht, voor een bedrag waarvoor je in een hotel, meer zou betalen voor één persoon. Om 8h30 hebben we afgerekend en zijn we op weg voor onze 6°dag……We worden zonder veel enthousiasme uitgewuifd door onze gastheer Remy.

 

 

 

Voor we de stad verlaten doen we inkopen: drank en fruit. We vrezen dat er langs het kanaal niet veel te vinden zal zijn.

3km bergaf en we zijn na enkele minuten aan “Port Saint Sauveur” waar we het “Canal du Midi” terugvinden.

 

 

Blij dat we rustig het ons vertrouwde water kunnen volgen, ook al horen we naast  ons, de auto’s als gekken razen. Na het “Pont Canal “ over de autosnelweg E80 zijn we echt weg uit de stad Toulouse. Kort na elkaar moeten we enkele bruggen oversteken…..We ondervinden nu al, na enkele kilometers, dat de wegaanduidingen veel minder duidelijk worden en het pad niet geasfalteerd is.

 

 

“Ecluse de Castanet” is een van de eerste sluizen en we houden halt. We zien dat die sluis een heel andere vorm heeft dan al die vorige.  De sluizen op Canal du Midi hebben een ellipsvorm, deze bij Canal de Garonne zijn rechthoekig. De ellipsvorm was de beste oplossing, dachten de ingenieurs vroeger, om aan de waterdruk te weerstaan. Later ging die vorm vrijwel teloor. Om grotere boten door te laten moest de lengte van de sluizen aangepast worden. Nog veel eerder werden de boten vanop het jaagpad met paarden en zelfs door mensen voortgetrokken. Van die jaagpaden wordt nu dankbaar gebruik gemaakt door ons fietsers, maar ook door heel veel joggers en wandelaars.

 

 

Daar waar bij het kanaal van de Garonne de trajecten bijna kaarsrecht zijn, ondervinden we dat we korte kronkels maken. De volgende sluis is deze van “Montgiscard” met heel kort daarop deze van “Ayguesvives”. We vorderen goed en het weer valt heel goed mee. Het is veel minder warm dan gisteren. Toch schijnt de zon steeds meer, maar zweten we veel minder. We hebben bijna constant schaduw, ’t is zalig  onder de platanenrij.

 

 

Het kanaal ligt tussen, links de autoroute A61 en rechts de route National D813, maar heel wat lager. De bomen en struiken maken dat het drukke verkeer gelukkig bijna onhoorbaar is. Op Canal du Midi hebben we al veel meer toeristenbootjes gezien. Het is telkens een aangename begroeting. Meestal zijn het leeftijdsgenoten van ons.

 

 

Na “l’Ecluse de Negra” krijgen we in Gardouche een dubbele sluis. Het is echt de moeite om het schutten, wat soms met veel gesakker en geschreeuw gebeurd, te volgen.  Ook bij de smalle lage brugjes loont het om te zien hoe de amateur schippers roekeloos te werk gaan….Iets voorbij Renneville moeten we over een aquaduct van de rivier “Hers”. Bij Port-Lauragais, we hebben dan juist 50km, willen we iets eten en drinken.

 

 

Bovendien, we zijn op deze plaats bij het hoogste plekje van het kanaal. Dit punt is gekend als “Seuil de Naurouze” . Hier bevindt zich de waterscheiding tussen de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee, bijna 200m boven de zeespiegel.

 Het kanaal wordt van water voorzien, dat via een voedingsgracht ”Rigole de la Plaine” van een spaarbekken komt. Het opvangbekken ligt ongeveer 40km verder en wordt gevuld door beken afkomstig van “ Montagne Noire”. Lac de Ferréol , kan zo’n 64 miljoen kubieke meter water bufferen. Vandaar wordt het water dan gedoseerd geloosd naar het Canal du Midi . Het kanaal voorzien van voldoende water, zeker in droge zomerperioden, moet wel een van de fantastisch problemen vormen. We geraken steeds meer in de ban van dit magistrale kanaal-kunstwerk van de 17de eeuw en zijn ontwerper Riquet.

 

 

Het gaat bij de sluizen opnieuw naar beneden, maar daar zullen we helemaal niets van voelen op de fiets natuurlijk. Het aantal sluizen is niet te tellen. Bijna elke kilometer hebben we er ééntje. Vóór we in Castelnaudary toekomen zijn we zelfs een dubbele en een drievoudige sluis gepasseerd. We zijn de tel kwijt, maar we veronderstellen dat we minstens 25 sluizen tot nu toe geteld hebben vanaf Toulouse, ’t kunnen er ook meer zijn.

 

 

Castelnaudary ligt in het hart van de vruchtbare Lauragais vlakte tussen Montagne Noire, de uitlopers van het Centraal massief en de Pyreneeën. Grote dorst, goesting en nieuwsgierigheid, doet ons de wandelboulevard tussen de dubbele bomenrij omhoog rijden en zo de stad binnen komen. Even voor de kerk vinden we een geschikt terras. Wat een meevaller, we kunnen zelfs een echte Westmalle bestellen. Iets verder zit er een luidruchtige man, die duidelijk al wat Ricards teveel op heeft. Wanneer hij ons West-Vlaams hoort, begint hij ons in ’t Nederlands toe te roepen. Wat wij van zijn brabbeltaaltje kunnen verstaan is dat het een Antwerpenaar is! Die hier al jaren geleden aangespoeld is…..Hij wordt door iedereen duidelijk genegeerd. Wanneer hij vervelend wordt, verlaten we het terras, net als iedereen trouwens. We moeten zeker nog +/- 15km verder om onze overnachtingsplaats te vinden.

 

 

Castelnaudary is vooral vermaard als hoofdstad van de fameuze “Cassoulet”, men houdt hier jaarlijks “La Fête du Cassoulet de Castelnaudary” in de laatste week van augustus er zijn dan meer dan 50.000 bezoekers!……En wij die denken dat “Cassoulet” met witte bonen en eend een wintergerecht is!

 

 

We verlaten het stadje langs “Le grand Bassin” met tientallen plezierjachten van “Le Boat”. Dat zal wel de allergrootste verhuurmaatschappij zijn op het kanaal. Het reusachtige waterbekken dient om het verlies van water op te vangen van de reeks sluizen welke we nu tegenkomen….er is zelfs een vierdubbele bij, sluis Saint Roch.

 

 

Onze gastheer voor vandaag heeft mij de gemakkelijkste weg vanaf het kanaal naar zijn B&B doorgemaild. Vanaf Castelnaudary moeten we 9 sluizen verder tot aan het sluis van Pexiora, daar linksaf naar Lasbordes. We volgen de GPS langs een aangename dreef en komen, na 2km door landerijen, in het dorp Lasbordes. We moeten met een paar korte knikjes omhoog. Op een kruispunt midden in het dorp zoeken we de D71 richting Saint Papoul ” Route de la Montagne Noire”. Eén kilometer voorbij het dorp zien we een paneel “Las Brugues”…..voilà goed gevonden hé mensen.

 

 

Wat een ontvangst zeg! De eigenaars Leen en Patrick en hun jongens  Robin en Stijn komen ons met veel enthousiasme tegemoet. Iedereen helpt ons de fietstassen afnemen, de fietsen bergen en enkele minuten later genieten we reeds van een drankje op het terras. We willen ons echter verfrissen. Patrick brengt ons naar het verblijf, een appartement met twee slaapkamers, keuken, sanitair, living en een terras met een fenomenaal uitzicht op een vallei en in de verte de Pyreneeën. Grote luxe hé mannen!

 

 

Onze fiere gastheer nodigt ons uit om snel het aperitief te komen nemen en een wandeling te maken op het enorme domein van Las Brugues….Dat kunnen we toch niet weigeren hé! Rap een wasje en een plasje en daar zijn we al.

Het wordt frisser, toch is het nog juist goed om een flesje te kraken in het flauwe zonnetje.

Leen babbelt mee, we worden heel wat wijzer over het domein en hun verhuizing naar het zuiden. Las Brugues heeft helemaal niets met jullie stad Brugge te maken begint Patrick lachend.  Het is simpel weg de naam welke de oude boerderij had bij de aankoop. Het betekent“Heide” in het Occitaans Het was  weldegelijk vroeger een heidegebied weten we nu. De familie De Donder wilde al heel lang naar het buitenland, zeker Patrick. Maar toen de kinderen er kwamen was dit geen optie meer, lacht Leen. Wij hadden beiden een goede baan, reisden naar Zuid-Frankrijk en waren van plan hier een vakantiewoning te kopen.

 

 

We brachten er al onze vakanties door…..toch bleef het idee om te verhuizen heel ver hangen! Toen Sabena, waar Patrick werkte, opgedoekt werd en Leen last kreeg van haar luchtwegen. Werd de stap gezet en gingen we in de vakantie op zoek…..

 

Onze stek moest onmiddellijk bewoonbaar zijn. In een natuurlijke omgeving liggen, rustig maar niet te geïsoleerd zijn. Onze huidige B&B tussen het Centraal Massief en de Pyreneeën, voldoet aan al die eisen. In 2006 zijn we uiteindelijk naar hier gekomen.

 

 

Op het domein Las Brugues kwamen een woning en een gastenkamer, een gîte, een studio en twee appartementen. Leen: In Zemst hadden we een heel actief sociaal leven. Patrick en ik waren onder meer muzikant in de fanfare ‘Willen is Kunnen’. Om voldoende mensen te ontmoeten, wilden we vakantiegangers ontvangen. Intussen mogen we heel wat klanten onze vrienden noemen.
Stijn en Robin, de kinderen zijn nu 12 en 10. Toen ze in Saint Papoul aankwamen, spraken ze geen Frans. Maar een half jaar later was de taalachterstand verdwenen. De dorpsschool had ervoor gezorgd dat het gezin snel in de gemeenschap integreerde. Nu spelen Robin en Stijn voetbal en de ‘nationale’ sport van Zuid-Frankrijk, rugby.

Als ze de vraag krijgen of ze terug naar Zemst willen, antwoorden ze beslist: “Ja, maar enkel om de familie te bezoeken.” Ondertussen genieten we al tezamen van de BBQ. Patrick heeft deze morgen samen met zijn jongens, forellen gevist en…..die zijn overheerlijk op de barbecue!

 

 

We blijven maar eten, drinken en avonturen vertellen tot in de late uurtjes. Wanneer iedereen wat met zijn woorden begint te sukkelen, besluiten we ons bedje op te zoeken…..Slaapwel iedereen.

Best de oordopjes gebruiken zeker?

Start :    Toulouse 8h30      

Aankomst:   Saint Papoul  (Castelnaudary) 17h30

Afstand :    77km

Tot nu toe 400km

Weer:    zon & bewolking +/- 22°C

 

 

Verblijf:

B&B  Las Brugues

Saint Papoul  bij  Castelnaudary 

Patrick en Leen De Donder

Route de Lasbordes

Tél.: 0033 (0)4.68.23.43.11

www.lasbrugues.fr

info@lasbrugues.fr

 

 

12-12-2012 om 12:52 geschreven door Via de la Plata


07-12-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.07 dag 5 St. Thècle (Moissac) – Toulouse 11 mei 2012


07 dag 5 St. Thècle (Moissac) – Toulouse  11 mei 2012

 



De zon brengt altijd optimisme. Om 8h00 is onze Pol al op stap om de paarden te fotograferen. Zoiets zijn we niet gewoon van onze maat. Iedereen is al fit, en we staan te trappelen om Annette haar ontbijt eer aan te doen. We hebben alle vier een prima nacht gehad….Ofwel zijn we doof geworden ofwel is Johan zijn wijn, een mirakelvocht. ’t Zou ook kunnen dat zijn wijn een medicijn is tegen het snurken! We zullen het hem straks eens vragen!

       

Ook al zijn we te vroeg op de ontbijtafspraak, onze tafel staat al klaar. We krijgen onmiddellijk vers geperst appelsiensap. Onze gastvrouw wilt haar reputatie hoog houden en komt ons vers gebakken eitjes van haar kippen presenteren. Natuurlijk weigeren we dit aanbod niet. Het wordt een copieus ontbijt met eigen bereide confituren, veel soorten beleg en zachte kazen van de plaatselijke markt.

Het gastgezin komt op het einde van de maaltijd ons nog gezelschap houden…. Zullen we nog wel weg geraken jongens? We zullen het niet doen vooraleer we weten wat de naam van hun B&B “La Débottée Belge” betekend. Het doet Annette en Johan duidelijk plezier dat we dat echt nog willen weten. Ze zijn op de hoogte dat wij Compostela  pelgrims geweest zijn. De route naar Moissac komt voor onze deur voorbij, beginnen ze lachend. Het werkwoord “débotter” zou in het oud Frans “schoenen of laarzen uittrekken” betekenen. Dit werd gedaan in een herberg om te overnachten. Zo’n auberge noemde men hier in de streek “La Débottée”. Onze B&B is dus een rustplaats lacht Annette en gezien Johan zijn beroep ook met schoenen en botten te maken heeft, kwam dit ons heel goed uit. “Belge” zo worden we hier bestempeld door de plaatselijke bevolking.

Een heel mooi verhaal, hoog tijd om onze fietsschoenen aan te trekken en met veel spijt afscheid te nemen van het enthousiaste gastgezin. Annette en Johan we zullen jullie nog lang herinneren en zeker reclame maken voor de prachtige chambre d’hôtes, en jullie uitzonderlijk lekkere table d’hôtes.

       

We worden, tot we uit hun gezichtsveld zijn, uitbundig uitgewuifd. De honden blijven ook lang meelopen….’t Zal veel beter gaan dan gisteren Hugo….Tot in Moissac is het bijna voortdurend in dalende lijn. Het wordt warm en de zon doet ons vóór we de stad binnenrijden halt houden om onze bidons te vullen en zonnecrème te smeren. Veel vlugger dan gedacht komen we zonder probleem aan “Le Port de Moissac” en kunnen we opnieuw het kanaal volgen.




Even buiten de stad, genieten we al volop van de rust langs het kanaal. Nu moeten we over de Tarn via “Pont Canal du Cacor”. Een wonderbaarlijk kunstwerk, een combinatie van natuursteen en rode baksteen. Ook al is hij iets korter dan deze in Agen, we vinden deze veel mooier en eleganter. Met zijn lengte van 350m en breedte van 8m staat hij op 14 steunpunten welke 15 grote bogen vormen. We moeten halt houden en enkele foto’s maken jongens. We hebben toch al 15km op ons tellertje…..zonnecrème smeren hoort erbij vandaag. Het kanaal loopt nu kaarsrecht zuidwaarts en maakt slechts bij Castelsarrasin een bocht naar het oosten. We moeten via de drukke D12 naar de andere zijde van het kanaal. Castelsarrasin is het dorp waar 2 jaarlijks in de zomer een grote Cadillac ontmoeting plaatsgrijpt. Hier werd Lamothe-Cadillac geboren de gouverneur van Louisiana. Hij stichtte de autostad Detroit. Het beroemde merk werd naar hem genoemd. Kort na elkaar rijden we voorbij sluis 17 “St-Martin” en sluis 16 “Ecluse de Escatalens” tot we langs een afleidingskanaal weggestuurd worden naar “Pente d’Eau de Montech”.




Wat is dat hier allemaal? Een hellende sluis met een dubbele truck op banden erin. Maar alles staat droog, werkloos te roesten. Een paneel leert ons meer….Het kanaal heeft hier op een heel korte afstand een vijftal sluizen. Om tijdverlies te beperken heeft men in 1974 deze hellende sluis gebouwd. Het is een smalle betonnen geul van 440m lengte en 3% helling. Aan beide kanten staan zware aan elkaar verbonden trucks op banden. Door een waterdicht schot te laten zakken duwen ze de boot met water en al naar boven of naar beneden in 6 minuten.

       

Met bewondering blijven we een poosje de bizarre constructie bestuderen. Wat heeft men hier toch allemaal bedacht zeg!  Spijtig dat we de werking van die uitvinding niet meer kunnen meemaken. Er wordt weliswaar over gesproken om de helling weer in gebruik te stellen, maar hoe meer tijd er voorbijgaat, hoe minder men erin gelooft. Het is nochtans een geweldige toeristische attractie, horen we van een oudere wandelaar!

In Montech eindigt het fietspad bij het havengebouw. We moeten onder een brug langs een gevaarlijk smal paadje en over een fietsbrug naar de overkant. Bij de volgende sluis veranderen we opnieuw van oever. We rijden tien kilometer in de schaduw van de platanen. Soms zien we kleine oeverhuizen versierd met blauweregen en seringen. Een zaligheid die soms heel knus aanvoelt, zo tussen de bomenrijen en oevers vol riet. In Dieupentale, het eerste dorp dat we tegenkomen na 10km absolute rust, willen we stellig aan eten geraken, het is ondertussen 13h00 en we hebben al 46km. We rijden met veel moed, wat honger maar vooral dorst richting het kerkje, meestal is daar wel iets.

Het dorp ligt op het kruispunt van de D6 en de D813 op 500m van het kanaal. Op het eerste terras dat we tegenkomen ploffen we neer. Wat een geluk, hier kunnen we eten en drinken in de schaduw.

Alles duurt wat lang, maar we zijn toch heel tevreden, onze dorst is gelest en we hebben een kleinigheid kunnen eten…..We zullen wel in Toulouse geraken. We moeten nog ongeveer 30km vandaag en we vorderen goed langs het kanaal waar steeds meer industrie opduikt. Iets voorbij Grisolles komen we in het departement “Haut-Garonne” . Dit departement zou een van de streken zijn met meer dan 2000h zon per jaar. We ondervinden het, want wanneer we uit de schaduw van de platanen komen voelen we de sterke straling van de zon. Het is ondertussen meer dan 27°C.

De sluizen volgen zich snel op en de nummers gaan in dalende lijn. Na Castelnau-d’Estrétefonds komen we aan sluis nr. 7 met het “Pont Canal de l’Hers”  Deze kanaalbrug overspant met 3 bogen de bijna droogstaande rivier “Le Hers”. Hoog tijd voor een sanitaire stop en foto’s. Na L’écluse de St.Jory en l’Espinasse rijden we dicht bij een drukke snelweg en een spoorweg, overal is er industrie. We beseffen dat we in de voorsteden van Toulouse beland zijn.

Gelukkig kunnen we het kanaal blijven volgen en hebben we nog steeds een tamelijk goed fietspad. Na de laatste sluis nr. 1 “Ecluse de la Lalande” moeten we over een brug naar de andere kant van het kanaal. Vanaf hier is het zoeken naar onze B&B. We rijden op GPS tussen het onvoorstelbaar drukke stadsverkeer. Het is goed opletten geblazen, bij elk kruispunt moeten we op elkaar wachten en worden vele malen door gekke automobilisten de weg afgesneden.

       

We komen uiteindelijk aan “Canal du Midi” en moeten dit ongeveer 4km volgen op een erbarmelijke aarden strook, beneden vlak naast het water. Enkele keren moeten we zelfs afstappen en onze fietsen over de meertouwen van de woonboten dragen….Bij het standbeeld van de ontwerper van Canal du Midi, Pierre-Paul Riquet, moeten we omhoog en verlaten we de kanaaldijk. We volgen Avenue de la Gloire, een flinke lange beklimming tussen toeterende auto’s. Na 3km geeft de GPS aan dat we ter plaatse zijn.

Inderdaad enkele meters verder vinden we Rue du vol à voile, met onze gelijknamige chambre d’hôtes. Madame Michèle bezorgt ons onmiddellijk de 2 kamers, de fietsen kunnen we op het terras plaatsen. We zijn erg bezweet en iedereen wilt zich vlug opfrissen en een douche nemen. Gelukkig staat er fris water in de ijskast….

We kunnen een wasje doen en alles mooi laten drogen aan de draden in de achtertuin. Toch zitten we te popelen om de stad Toulouse te bezoeken. Onze B&B ligt ongeveer 3km van het centrum. We besluiten om, op aanraden van onze gastvrouw, er naar toe wandelen. We zijn ons niet bewust dat Toulouse de 4° grootste stad van Frankrijk is waar meer dan 1 miljoen mensen wonen. Enkel Parijs, Marseille en Lyon zijn groter. De stad heeft zijn belangrijkheid te danken aan Charles de Gaulle die hier de vliegtuigbouw liet ontwikkelen, later kwam daar nog de ruimtevaart bij.

In dalende lijn slenteren we naar de binnenstad van “La Ville Rosé” met zijn overwegend bakstenen architectuur. Toulouse heeft een kleine oude kern, het is zoeken en vragen om het te vinden. Opvallend toch hoeveel studenten hier rondkuieren en luidruchtig de terrasjes terroriseren.

Na een poosje vinden we een plaatsje en bestellen, enkele echte Belgische trappisten. We hebben echt teveel dorst om wijn te drinken.  We weten ondertussen hoe we bij de Basilique St.Sernin en Cathédral St.Etienne geraken. Het zijn absolute hoogtepunten van Zuid-Franse romaanse bouwkunst, dit hadden we niet verwacht in deze bruisende stad.

       

Het is 19h en we krijgen honger, na een poosje vinden we toch een terras waar ze reeds eten willen geven. We hebben duidelijk de verkeerde keuze gemaakt. We worden in sneltempo bediend. Ze zien ons liever vertrekken om bekende klanten onze tafel te kunnen aanbieden….We vinden het absoluut Franse arrogantie! Zoiets hebben we in de dorpjes nooit meegemaakt….Betalen en wegwezen is de boodschap.



Iets verder willen we onze bezoekavond afsluiten met een ijsje en daarna nog een slaapmutsje aan de rand van de binnenstad. Het is bijna donker wanneer we na wat zoekwerk, bij onze overnachtingplaats arriveren. Zullen we goed slapen in die broeierige zolderkamer ???

 

Start :    St.Thècle 9h30      

Aankomst:   Toulouse 17h30

Afstand :    86km

Tot nu toe 323km

Weer:    zon +/- 27°C

 

Verblijf:

Chambres d'hôtes le Vol à voile

27 rue du vol à voile 31500 TOULOUSE

Mdm Michèle Muller & Remy Masseron

05 61 20 61 25 / 06 85 04 93 91

michele.muller0@sfr.fr

www.chambredhotes-toulouse-levolavoile.com

 

 

07-12-2012 om 14:00 geschreven door Via de la Plata


04-12-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.06 dag 4 Montesquieu (Sérignac) - St. Thècle (Moissac) 10 mei 2012

06 dag 4 Montesquieu (Sérignac)   - St. Thècle (Moissac) 10 mei 2012

Oordopjes kunnen wonderen doen! Niets maar ook niets gehoord, ook al lopen allerhande hoevedieren en enkele honden op het erf. Wanneer we de dopjes uitnemen stellen we vast dat het zonder niet te doen zou zijn geweest met het raam open! We zouden nooit zolang en zo rustig, denken we toch, hebben geslapen.

Het ziet er naar uit dat we een prachtige dag krijgen, een wat wazige blauwe hemel, voorteken van een warme zonnige lentedag. Fris als een hoentje zijn we vliegensvlug klaar met ons toilet. Het ontbijt staat al gereed op het overdekte terras met zicht op de tuin.

Maryse, onze gastvrouw, komt verse koffie brengen en we kunnen aan tafel. Het wordt een “Petit dejeuner” zoals ze in Frankrijk gewoon zijn. Iets te karig voor ons….en …. met brood van enkele dagen geleden. Gelukkig krijgen we een overvloed aan vers fruit en is de koffie van prima kwaliteit. De gastvrouw moet duidelijk nog ervaring opdoen….Maar we vergeven het haar, ze is er zich helemaal niet van bewust en aanvaardt onze raadgevingen, met de glimlach.

Om 9h00 staan we vertrekkenklaar. Fier komt onze stoere gastheer afscheid nemen na zijn ochtendwandeling. Ons gastgezin, Maryse en Pierre, hebben duidelijk genoten van ons verblijf en willen absoluut een foto. De sympathieke gastvrouw blijft ons uitwuiven tot we bij het kanaal zijn.

Vlug zijn we bij de brug van Sérignac-sur-Garonne en kunnen we de getorste kerktoren bewonderen. Zouden we het dorp binnen rijden om ons te bevoorraden? We besluiten nog een 10-tal km door te fietsen tot Agen.

 Het is zalig, geen wind en al 20°C, straks moeten we nog zonnecrème gebruiken. Antoine zijn enthousiasme doet de snelheid stijgen, tot Hugo hem tot kalmte aanmaant, we zullen ons rustig houden, beloven we onze ouderdomsdeken.

De Garonne ligt plots heel dicht bij het kanaal en we zien al een tijdje de stad Agen. Zonder dat we het goed beseffen zijn we bij “Le Pont Canal d’Agen”. Deze kanaalbrug over de Garonne is de 2° grootste van Frankrijk. Het is echt een fameus bouwwerk van ongeveer 580m lengte en 9m breed met aan beide zijden een jaagpad. Wat een kanjer zeg….wel 10m boven de stroom. Er zijn 23 boogoverspanningen.

We hebben een prachtig panoramisch zicht over de hoofdstad van het departement Lot-et-Garonne. Het veel te druk verkeer ontneemt ons de moed om de stad binnen te fietsen. Laat ons maar gerust het kanaal volgen langs een groene wandelweg. We komen voorbij een plezierhaven en moeten over een brug. Oef…. we zijn uit de drukte en opnieuw op ons vertrouwd jaagpad.

Bij “écluse de St-Christophe” nr. 33 hebben we voor de eerste maal op onze tocht het geluk aperitieftime te kunnen houden. “La Poule à Vélo” doet ons zonder af te spreken halt houden en binnenstappen.

 De bazin verwacht zo vroeg (?)blijkbaar nog geen klanten. Toch hebben we direct ons lekker fris biertje te pakken. ’t Doet deugd en we genieten nog van een tweede drankje. Ondertussen kunnen we een vrij grote boot zien schutten in het toch wel zeer smalle sluisje. De schipper en zijn bemanning moeten elkaar voortdurend toeroepen, af en toe is er toch een doffe bonk als het schip tegen de houten fenders aanschuurt.

Het is 11h30 wanneer we het omgebouwd sluishuis verlaten. De twee dames hadden verwacht dat wij hier zouden blijven lunchen. Wanneer ik hen duidelijk maak dat we vandaag nog minstens 45 km verder moeten, begrijpen ze ons, blijkbaar is het hier zelfs een auberge.  

Bij de volgende sluis “écluse de Lenoble” moeten we naar de rechter oever en 2km verder opnieuw naar de andere kant.  We fietsen tussen de D813 en het kanaal en heel dicht bij de Garonne. De platanen zijn prachtig en vormen een scherm van schaduw en koelte.

In Laspeyres zien we in de verte twee grote koeltorens met enorme damppluimen. Dit moet de kerncentrale van Golfech zijn. De centrale kreeg de bijnaam “Marmite”  of kookpot gezien het erg storend zicht met torens van wel 180m hoog.

 

Valence d’Agen is het volgende dorp, we beslissen binnen te fietsen.Hopelijk vinden we wel iets om te lunchen. We zien een mooi gebouw, nieuwsgierig zoals we zijn, rijden we er naar toe….Het is een prachtige gerestaureerd slachthuis, ingericht als slaap en verblijf voor het kanaaltoerisme. Er is nochtans niemand te bespeuren, we kunnen er zomaar binnen en buiten lopen en gebruik maken van het sanitair.

Tegen de zomer zal het officieel in dienst worden genomen, kunnen we lezen. Om het dorp binnen te geraken moeten we op onze kleinste versnelling steil omhoog. Gelukkig is het slechts 150m tot we op de “Grand Place” komen. Oei veel is er hier niet te bespeuren, een rondje door de eerder verlaten straten brengt ons bij de kerk waar we enkele stoeltjes en tafeltjes vóór een deurportaal vinden. Het winkeltje is open en twee jonge dames maken onmiddellijk sandwiches klaar. Terwijl we onze frisdrankjes laten smaken worden we zelfs bediend. Hebben we geluk, nooit hadden we gedacht dat het hier zo kalm en doods zou kunnen zijn! We menen dat het hoofdzakelijk het tijdstip is waarom er helemaal niets te beleven valt. Wij zijn dus wel buiten het toeristische seizoen. ’t Zal binnen enkele weken wel heel anders zijn, veronderstellen we. Vóór we opnieuw afdalen naar het kanaal, zoeken we toch naar de “Lavoirs”. Het zijn oude, goed bewaarde, dorpswasplaatsen. De ronde vorm is wel heel sierlijk, de constructie is rank en goed bewaard.

Aan het kanaal zijn we blij dat we in de schaduw van mooie platanen op een geasfalteerd fietspad, rustig onze tocht kunnen verder zetten. Bij Malause rijden we tussen twee kanalen en iets verder is er een enorm brede Garonne. Feitelijk begrijpen we het niet. We houden een rustpauze. Ik wil zien hoe dat hier in de haak zit. De 2 kanalen zijn Canal du Garonne en Canal de Golfech en de brede stroom is de monding van de Tharn in de Garonne.

We zien regelmatig aanduidingen voor de St-Jacobsroute van Le Puy-en-Velay naar Saint-Jean-Pied-de-Port. Pelgrims zijn er echter niet te bespeuren….. Nochtans Moissac is sinds de middeleeuwen een belangrijke etappe langs de bedevaartweg naar Santiago de Compostela. De Abdij van Saint­ Pierre is er het levendig bewijs van. Het portaal is wereldberoemd, de versieringen stellen het laatste oordeel voor. Dit portaal is zelfs gebruikt in de film "The name of the Rose" met Sean Connery.

Wanneer we de stad willen binnen rijden zijn we onze vriend Antoine uit het oog verloren. Neen dat is niet de eerste keer…..We weten dat we naar de hoofdkerk moeten fietsen, meestal vinden we daar ons maatje wel. Hij staat er ons breed lachend op te wachten! Antoine trakteert ons, zoals we eerder afgesproken zijn moest dit voorvallen, op een zonneterrasje om alles goed te maken….Een fris wit wijntje op jouw kosten maat, we laten het ons smaken!

We zijn gecharmeerd door alles wat er te zien is in dit stadje. Maar…. We moeten nog 15km verder de heuvels op, zo is ons toch beloofd. Gelukkig heb ik eerder met Mapsourse een geschikte fietsweg uitgedokterd naar ons verblijf voor vandaag.

We moeten het eerder drukke verkeer volgen om de stad uit te geraken. Mijn maatjes volgen mij nu op een lijntje en we fietsen mooi aan de rechterkant van de rijweg. Na 5km volgt een helling “Côte de St Julien” tussen de wijnvelden. Ai ai, een beklimming, dat zijn we niet meer gewoon. Na 4km zwoegen en zweten, moeten we op de top, iedereen laten bijkomen. Gelukkig kan ik Hugo geruststellen, er volgt nog slechts één bergje met een zwakkere helling op de D957. Eenmaal we het kerkje van St.Thècle zien moeten we rechts af en 500m verder zijn we ter bestemming. We worden uitbundig ontvangen door ons Vlaams gastgezin, Annette en Johan samen met hun twee herdershonden.

Het gastgezin komt onmiddellijk met koele drank, wat een ontvangst! Annette en Johan zijn allebei afkomstig uit het Leuvense en verbouwden de typisch Zuiderse woning tot een chambre en table d’hôtes op een domein van 7 hectare. We kunnen onze fietsen in een achter gelegen werkplaats stallen en onze ruime kamers in een naastliggend gebouw betrekken.

“Om 19h00 houden we “L’Apero” op het terras, krijgen we te horen van Annette. Dat moeten ze ons geen tweemaal zeggen natuurlijk……

Na onze douche en een wasje zijn we op het appel. Het gastgezin zit ons al op te wachten, Annette verzorgt de hapjes, terwijl Johan begint met de Ricard en daarna de koele wijn. Het wordt een lange aperitieftime met veel gebabbel en gelach…..We zijn erg verwonderd, het paar verstaat ongelofelijk goed ons West-Vlaams. Ze krijgen jaarlijks heel wat trouwe provinciegenoten in hun B&B, weten ze ons te vertellen.

Terwijl de wijn overvloedig vloeit en door iedereen, het gastengezin inbegrepen gesmaakt wordt, vertellen Annette en Johan hoe zij hier verzeild zijn en hoe het leven hier is. Johan was zelfstandig schoenmaker en kampte met enorme rugproblemen, vanuit zijn beroep. Deze kwaal noodzaakte hem om een ander beroep te zoeken. Op zeker ogenblik besloot het koppel alles in Vlaanderen op te geven en naar het zuiden te trekken en een B&B te runnen.

Nu zijn ze al meer dan 10 jaar hier, ze voelen zich echt thuis en wat meer is, Johan heeft geen rugklachten meer. De joviale man is een “handige Harry” en bezit op zijn domein een atelier waar een metaalbewerkingsbedrijf jaloers zou op zijn. Hij speelt metser, aannemer, mekanieker, lasser, smid, landbouwer, fruitteler en paardenfokker en nog veel meer. De dorpelingen komen geregeld zijn hulp vragen…..kortom een duiveltje doet al.   

De B&B is uitzonderlijk goed gelegen, op een heuvelrug met een prachtig uitzicht over het departement Tarn et Garonne. Overal zie je wijngaarden, fruitbomen bosjes en zonnebloemen. Er heerst een mild klimaat waardoor het zwembad veel bijval kent. Johan is ook paardenkweker en zelfs keurder! Hij bezit enkele haflingers met veulens.

Terwijl Annette ons avondmaal klaarmaakt, toont Johan fier zijn domein. We staan perplex. Wat onze gastheer allemaal presteert is fenomenaal. Zijn paarden zijn passie, maar ook de “ Citroën Méhari” is een juweeltje. Hij heeft het wagentje eigenhandig in zijn oorspronkelijke staat hersteld.

Lekker in het avondzonnetje, genieten we samen van Annette haar kookkunsten. Een volumineus eetfestijn met een uitgebreid voorgerecht, een hoofdgerecht met eend, nadien plaatselijke kazen en een dessert. Alles rijkelijk overgoten met aangepaste streekwijnen. We kunnen, het is dan allang donker, geen deftige zin meer uitbrengen. Gelukkig is onze slaapkamer slechts enkele meters verder. Als een steen vallen we in slaap……Dromen van deze overvloed zeker…… met de bijhorende geluiden…denkelijk!

Start :     Sérignac Montesquieu 9h00     

Aankomst:   St.Thècle 17h30    

Afstand :    73km

Weer:    zon +/- 25°C

Verblijf:

B&B La Débottée Belge 

La Molère – St.Thècle 82200 Montesquieu   bij Moissac

GPS L:01°05'00" O - B:44°11'28" N

Johan & Annette Dekeyzer

0033(0)6 76 53 20 994

www.ladebotteebelge.com

annette.dekeyzer@wanadoo.fr

 

04-12-2012 om 03:27 geschreven door Via de la Plata


30-11-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.05 dag 3 La Réole – Montesquieu (Sérignac) 9 mei 2012


05 dag 3 La Réole – Montesquieu (Sérignac)  9 mei 2012

 

 

Wanneer ik wakker word is het bijna 8h00. Pol heeft nog geen zin, elke minuut langer, is voor hem een zaligheid. Nochtans zal alles nu snel moeten gaan.  Wassen en scheren verlopen in record tempo. Gordijnen weg en het raam openen. Wat zalig die ochtendkoelte. Pol begint te beseffen dat Hugo en Antoine al een tijdje klaar zijn…Ik zie ze in de tuin al hun fietsen beladen.

Zoals afgesproken met de gastvrouw zitten we echter om 8h30 aan de ontbijttafel. We worden onmiddellijk door Jean-Michel bediend terwijl Fréderique verse wortel confituur aan het maken is.  De overvloed aan brood, beleg en zelf gemaakte confituren doet ons buikje zwellen. Het gastgezin is blijkbaar teleurgesteld met hun nieuwe president, ze kunnen er maar niet over zwijgen. Dat ze nu zullen geregeerd worden door François Hollande is helemaal niet hun keuze.  De president heeft geen enkele ervaring menen ze. Dank zij de slechte campagne van Sarkozy  is hij verkozen. De Fransen waren de show van hun vorige president beu, blijven ze beweren. Wanneer we naar nog meer uitleg vragen, gaan de schouders van de Binda’s omhoog er volgt een algemene stilte. De honden trekken zich van dit alles niets aan, ze komen regelmatig bedelen.  Jean-Michel zal nog veel en hard moeten optreden, de jonge Sint-Bernardus hond  wilt helemaal niet luisteren!

We zijn het niet gewoon om zolang aan het ontbijt te zitten. Het is ondertussen reeds 9h30.  Maar ja, ons Frans wordt steeds beter! Afrekenen en de fietsen klaar maken.  Een afscheidsfoto en daar gaan we dan voor dag drie!

We kunnen het niet laten, nadat we ons bevoorraad hebben met drank, willen we nog een rondje doen in het stadje. La Réole ziet er een middeleeuws oord uit met charmante smalle straatjes en fraaie vakwerkgevels. Ons gastgezin heeft ons opgedragen zeker het “Benedictijnen klooster” eens van dichtbij te bekijken. Het staat langs de oevers van de Garonne.  Zoals op vele plaatsen zijn de monniken ook hier verdreven ten tijde van de Franse revolutie. Nu zijn, in dit enorme gebouw, de gemeenteadministratie en de rechtbank  ondergebracht.

We moeten over een oude hangbrug naar de andere oever.  Op een plaat aan een van de pijlers kunnen we lezen dat de ontwerper een zekere Eifel is, ja die van de befaamde toren in Parijs. Hoewel dit kunstwerk meer dan honderd jaar oud is, straalt het nog steeds, zoals de meeste van zijn ontwerpen, rankheid en kracht uit. Ik blijf altijd bewondering koesteren voor zo’n bruggenbouwontwerp.

       

Eenmaal aan de andere kant blijven we de stroom in zijn winterbedding volgen. Het paadje zit geklemd tussen de Garonne links en een met beton versterkte dijk rechts. 3km verder komen we aan “Pont de Tartifume”. Vanaf nu volgen we Canal du Garonne.  We blijven de frisgroene struiken op de oever van de mooie Garonne soms dicht soms heel ver van ons zien. De stroom wringt zich in vele meanders met zelfs hier en daar eilandjes.


Wanneer we 10 km verder in Meilhan-sur-Garonne bij “l’ecluse de Gravières” over een brug naar de andere oever van het kanaal moeten, houden we noodgedwongen een rustpauze. Pol heeft zich duidelijk moeten haasten deze morgen…..zijn sanitaire stop bezorgt hem zelfs natte voeten wanneer hij tussen de struiken bijna in een beek dreigt te sukkelen.


Iedereen is in zijn nopjes. Het is warmer geworden en we volgen op de kanaaloever een uitstekend lopend fietspad. Om de beurt moeten we soms links soms rechts het “Canal” volgen. De oevers zijn overwoekerd door groene struiken, een zalig stukje natuur gevormd door een onnatuurlijk gegeven…..maar ja het kanaal ligt er al zolang! We hadden gedacht dat zolang langs een kanaal rijden vlug zou tegensteken. Niets is minder waar, hier is er elke kilometer iets te beleven. Een boot met uitbundig wuivende opvarenden, een sluis, een brug, sluiswachter gebouwtjes en allerlei watervogels.  Merkwaardig hoe ze hier de sluizen zelf moeten activeren, een eindje vóór de sluis hangt er een kabel boven het water met een soort kermisflos aan. Door hieraan te snokken doen de sluisdeuren automatisch hun werk. Toch vragen we ons af hoe zo’n zelfbediening afloopt wanneer er druk toeristisch bootverkeer is in de zomerperiode. Elke sluis heeft een nummer en een naam, na 30km zijn we aan sluis nr44 in “Mas d’Agenais”.


We zijn 50km ver, iedereen krijgt honger en vooral dorst.  Bij “port de Damazan” vinden we niets. Men verwijst ons om rechts omhoog het dorp binnen te fietsen. Na een taaie korte klim belanden we op een sublieme marktplaats. We staan verstomd. Rondom het plein staan mooie vakwerkpanden op zware houten kolommen.  De ruimte eronder vormt een beschaduwd terras.  Wij willen genieten van de zon en ploffen ons neer op een terrasje naast de stadswaterput.


Bediening op terras zijn ze hier blijkbaar niet gewoon…..het duurt en blijft duren. De patroon heeft het druk met een luidruchtige uitleg aan een paar tooghangers en een als kunstenares uitziende dame. De Ricard heeft hier blijkbaar al overvloedig gevloeid! “Mijn zoon zal jullie wel komen bedienen” roept hij mij toe vanuit zijn chaotische keuken. We bestellen een Ricard, koele witte wijn en een sandwich met vlees en groenten. De jonge garçon komt ons met veel haast bedienen.

 Ondertussen komen we op adem, rusten en kunnen de bewegingen in het dorp gadeslaan……Spijtig genoeg doen ze hier allemaal hun verplaatsingen per auto, deze laten ze ook zelfs nog draaien, ook al blijven ze minuten lang ergens binnen. Terwijl we eten, verlaat de “kunstmadam” met iets teveel lawaai, naar onze mening het café. Amusement is hier blijkbaar verzekerd in dit anders wel rustige dorp.


Na een rustpauze van anderhalf uur, bollen we wat loom naar beneden  en vervolgen onze weg langs het kanaal. Het wordt warmer en onze bidons zijn leeg. Het is nog maar 15h30 en volgens onze excellijst moeten we maar 15km meer verder……We nemen het wijs besluit bij het volgende dorp een terrasje te zoeken.


Bij sluis nr. 39 zijn we in Buzet-sur-Baïse. We rijden zonder veel hoop het verlaten dorp binnen. Wonder boven wonder, naast de kiosk op het dorpsplein is er een café met terras. We zijn de enige gasten en worden direct voorzien van een frisse pint.  De waardin heeft niets te doen en komt een babbeltje slaan, ze is curieus en wilt weten waar we vandaan komen. Momenteel is het rustig maar in juli en augustus wordt het dorp overladen door bootjestoeristen en fietsers beweert ze. We willen haar gerust geloven en bestellen nog een drankje.

Wanneer we terug aan het kanaal komen merken we dat “L’ecluse de Baïse” een dubbele sluis is, met een aftakking. Iets verder zien we een ander water en beseffen dat Baïse feitelijk een rivier is. Dan rijden we over het “Pont Canal de la Baïse”.  Wat een mooie constructie in wit zandsteen, 150m lang en 3 grote bogen. Toch fameus wat ze ooit allemaal verwezenlijkten.

 

Voortaan moeten we naast de kanaakdijk rijden. Links van ons kilometers lang niet anders dan boomgaarden.  Hugo herkent appel- peren- pruimen en abrikozen of perzikbomen…..Zelfs kiwiplantages vermoedt hij. Alles is overspannen met reusachtige netten op palen, tegen de vogels denken we.


De gps zegt plots dat we aangekomen zijn bij onze vooraf gereserveerde Chambres d’hôtes “Sauvin”. Er is echter niets anders te zien dan fruitbomen.  20m verder bemerkt Antoine echter een zeer klein pijltje. We moeten een paadje volgen en zien tussen de bomen een boerderij met een statig woonhuis ernaast. We zullen er zijn vermoed ik, want straat noch nummer kennen ze hier niet.

Noodgedwongen moeten we op de voordeur bonken. De gastvrouw komt, ietsjes verbouwereerd open doen. Wanneer ik uitleg, dat ik gereserveerd heb, geeft ze spontaan toe dat ze het helemaal vergeten was. Toch zijn we welkom en mogen onze fietsen bergen en krijgen onmiddellijk onze kamers ter beschikking. Maryse, onze gastvrouw is het duidelijk niet gewoon en verteld dat het voor haar allemaal nieuw is.


Ze verhuurt voor het eerst gastenkamers sinds haar dochters het huis uit zijn. We krijgen twee zeer ruime kamers met een groot sanitair gedeelte…..maar zonder toilet. De wc is gemeenschappelijk zowel voor de gasten als voor de eigenaars. De vrouw lijkt duidelijk wat uit haar lood geslagen en is wat wereldvreemd….Ze verteld dat haar dochters haar opgedragen hebben hun kamers te verhuren en deelt mij de prijzen mee. Als ik haar vertel dat wij gereserveerd en een voorafbetaling deden weet ze het helemaal niet meer…..Gelukkig kan ik haar de betalingsbewijzen tonen. Ze vraagt zelfs of wij ook de euro als munt gebruiken….Uiteindelijk wanneer de gastheer Pierre binnenkomt, begrijpen we maar al te best wie hier de baas is. Pierre een joviale wat brute man met een zeer zware lage stem legt uit dat hij “pied noir” is. Een in Algerije geboren Fransman. Hij is een gepensioneerd fruit- en bloemenkweker. Duidelijk iemand die van wanten weet….Alles wat nu niet meer in dienst is als stapelruimte is verhuurd als stoeterij. De fruitteelt is niet meer zo renderend beweert hij.  Zonder Europese subsidies kunnen we niet meer voldoende verdienen. Maar….ons gastgezin zal overduidelijk niets tekort hebben.  


We nemen een zalige douche en kunnen onze fietskledij wassen en drogen in de tuin. ’t Wordt hoog tijd om de omgeving eens te verkennen. Pierre raadt ons aan om ofwel in Agen of Sérignac te gaan eten…..5 minuten verder! Per auto natuurlijk….alles gebeurt hier altijd per auto uiteraard…... We vragen ons zelfs af of het gastgezin wel een fiets heeft en kan fietsen! Wij nemen in ieder geval onze tweewielers en rijden naar het dichtbij gelegen minidorp Sérignac. Op hoop van zegen in dit verlaten gat iets te vinden waar we aan eten en drinken geraken.

3km verder komen we aan een brug over het kanaal, een verroest plaatje doet ons rechts afslaan. Langs een platanendreef komen we in Sérignac. “’t Is hier zo dood als een luis”, zoals men in ’t Brugs zou zeggen. Vertaling voor de niet West-Vlamingen….”er is niemand te bespeuren”. Na wat rondjes belanden we bij het kerkje met zijn bizarre getorste toren.


Op het terras vóór de bistro zit een koppel te eten. Ah, we hebben prijs, allé zo denken we althans. “We zijn gesloten vandaag” roept de man ons haastig toe. Algemene teleurstelling…..de vrouw heeft onze teleurstelling in de gaten. Neem plaats en als jullie wat geduld hebben, zullen wij na ons avondmaal iets voor jullie koken!  Enkele minuten later komen er nog meer eters, blijkbaar bekenden uit het dorp. Zij nemen gewoon plaats. Zij worden onmiddellijk voorzien van een aperitief en wij krijgen eindelijk toch witte koele wijn van de bazin.


De patroon wilde jullie plagen…..beweert madam. We hebben echter niet veel keus zegt ze. We nemen dan maar wat ze willen klaarmaken en bestellen een 2° fles “Coeur de Gascogne”….wat smaakt dat zeg! Het lange wachten doet er ons nog enkele meer bestellen. Wat er ons allemaal voorgeschoteld wordt, is ons niet helemaal duidelijk, groentjes, vlees en deegwaren in ieder geval……We blijven nog lang en gezellig in het avondzonnetje, samen met de eigenaars napraten. Wanneer we af en toe over onze woorden beginnen te struikelen wordt het hoog tijd om onze bedjes te gaan opzoeken ….


Gelukkig hebben we licht op de fietsen en enkele minuten later zijn we terug in ons verblijf. Ai, ai waar zijn de oordopjes……Slaapwel.

 

Start :       La Réole 9h30    

Aankomst:   Sérignac Montesquieu 17h30    

Afstand :    67km

Weer:    zon +/- 22°C

 

Verblijf:

 

Chambre d’hôtes    Sauvin

47130     Montesquieu Sérignac

une ferme rénovée sur la voie verte entre Montesquieu et Sérignac

Maryse et Pierre Amizet

tel 05 53 95 21 56  gsm  06 42 22 82 33

pepinieresamizet@wanadoo.fr

 

 

30-11-2012 om 14:12 geschreven door Via de la Plata


26-11-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.04 dag 2 Bordeaux – La Réole 8 mei 2012

 

04 dag 2 Bordeaux – La Réole  8 mei 2012

 

 

Ongelooflijk…… iedereen heeft prima geslapen…. Rond het station is er nochtans veel verkeer te horen.

Om 8h00 stappen we de eetzaal binnen. Continentaal ontbijt in buffetvorm, tegenwoordig is dat, gelukkig maar, in de meeste Franse hotels. “Petit dejeuner” zoals vroeger is voor fietsers absoluut  onvoldoende. Het is hier wel geen eetfestijn…..maar honger zullen we zeker de eerste uren niet krijgen.

 

 

De receptiejuffrouw is heel verwonderd wanneer we de sleutel van de berging komen ophalen. “Jullie gaan Bordeaux toch wel een bezoekje brengen” gebied ze ons bijna. Wij antwoorden bevestigend en dragen haar op, ons vóór haar hotel te fotograferen. Wat zij met veel plezier en de bijkomende elegantie komt doen.

Daar gaan we dan voor onze “Canal du Midi” avonturen.

 

       

 

Natuurlijk willen we de wijnhoofdstad bezoeken. Heel vlug komen we aan de Garonne en volgen de prachtige nieuw aangelegde wandel-en fietsboulevard langs de kades.

 

 

Bordeaux is niet enkel de hoofdstad van de wijn, het is ook een van de grootste Zuid- Franse havensteden. De wijngaarden liggen uiteraard rondom de stad. Zo herinneren we ons van toen we in 2005 naar Compostela reden. Een urenlange dagtrip op de glooiingen tussen de wijnvelden met hier en daar een grijze chateaugevel. Zo fietsten we door Entre-deux-Mers, Blayais en Libournais. Nooit vergeten we het bezoek aan het beroemde wijndorp Saint-Emilion. (voor het verslag Camino Kriebels 2005 zie linkerzijde van mijn blog)

 

 

De statige pakhuizen verwijzen naar de bloei-en kolonieperiode van de 18° eeuw. De uitvoer van wijn met schepen zal wel van op deze kaaien zijn gebeurd. We pedellen traag verder op het houten wandelpad en moeten oppassen voor de vele joggers. Pont de Pierre met zijn 17 bogen is zonder twijfel de allermooiste brug over de statige Garonne. Bij La Grosse Cloche en Porte Cailhau  wagen we ons, tussen het drukke verkeer en de trams, naar de andere kant van de brede boulevard.

 

 

Er zijn enkele winkeltjes in de steegjes bij “Basilique St-Michel” waar we ons kunnen bevoorraden met water. We rijden terug op de “Quai de la Monaie” langs “Eglise St-Crois”. Wanneer we opnieuw ter hoogte van het station komen moeten we over “Pont Saint-Jean” naar de rechter oever van de stroom.  Er is een fietspad en we vertrekken uit Bordeaux.

 

 

Het wordt heel wat rustiger. We kunnen zelfs naast elkaar rijden. Toch blijven we nog steeds langs de oever van de Garonne. We worden linksaf gestuurd richting Latresne.  Er staan bordjes “Piste cyclable Roger Lapébie”. Deze “Voie verte” kreeg de naam van de plaatselijke Tour de France winnaar 1937. Zoals op vele plaatsen is deze groene weg een oude spoorwegbedding. Dit fietspad gaat van Bordeaux naar Sauveterre-de-Guyenne , zo’n 50km verder.  Het is een fietspad met uitstekend lichtlopend asfalt.

 

 

Vanaf Latresne is het een fietsfestijn door groene landschappen. Een afwisseling van bossen, waterpartijen en wijnvelden. We vorderen goed. Het is uitstekend fietsweer met wolken en af en toe zon zo’n 16° à 18°C. Honger en vooral dorst doet ons Créon binnenrijden. Het is 13h00. Op “La Place de la Révolté” moeten we niet lang zoeken naar een eetgelegenheid……want er is er slechts eentje, gelukkig onder de arcades.

 

Het liefelijk dorpje Créon, ligt in het hart van Entre-deux-Mers tussen bossen en wijngaarden en slechts op 25km van Bordeaux. Een echte Franse oase van rust en eenvoud. In Creperie “Suc’sel” heerst er een ongedwongen gezelligheid.

De inwoners zullen zich zeker niet opjagen.

 

 

Na een poosje komt madam met ons een babbeltje slaan. We bestellen een fles koele witte wijn en een garnituur van vis met groeten. Wanneer we iets te lang moeten wachten, of zijn wij te vlugge drinkers, moeten we een 2° karaf laten aanrukken. Als dessert een pannenkoek met ijs en een koffie. Het heeft ons fantastisch gesmaakt.

We betalen een peulschil….in vergelijking met wat we in Vlaanderen gewoon zijn.

 

Na Créon rijden we door een 300m lange tunnel bij La Sauve. In Guillac, maar dat heb ik voor onze start bij de mapsourse van Garmin opgezocht, kruisen we de “Camino de Santiago”. We moeten even halt houden, het is voor elk van ons een mooi moment. Het is niet mogelijk ook maar iets te herkennen, wij vinden het spijtig dat er geen aanwijzingen staan!

 

 

We blijven  constant door en tussen de wijnvelden rijden, zover we ook maar kunnen zien. Na een poos  flink doorfietsen komen we aan het eind van dit mooie fietspad. We zijn na 65km in Sauveterre-de-Guyenne. Door een oude stadspoort komen we onmiddellijk op de marktplaats.

 Alles  staat hier in het teken van wijn.

 

 

Rondom la Grande Place staan er statige huizen met arcades op het gelijkvloers.

Hoog tijd om onze dorst te lessen. Volgens de omschrijving in onze gids, krijgen we heuvels tot onze overnachtingsplaats. We moeten nu absoluut wijn drinken. We weten dat dit ons moeilijkheden zou kunnen bezorgen, maar we bestellen enkele koele droge witte wijntjes om op adem te komen! 

 

 

Vanaf nu zullen we op de GPS moeten vertrouwen.  We rijden het stadje buiten via een andere stadspoort. Onmiddellijk krijgen we een flinke helling te verwerken.  Door weidse wijnvelden   komen we in St-Martin-de-Lerm. Een piepklein dorpje op de top van een heuvel. De afdaling is zalig met overzichtelijke bochten tot we over een snelstromende rivier “Dropt” moeten. 

 

 

Vóór we de volgende helling opklauteren komen we links voorbij een watermolen, “Moulin de Laubens”  We nemen de tijd om enkele foto’s van  deze bijzonder elegante constructie  te maken. Blijkbaar was het eerst een hennep en vlasmolen en dan een graanmolen. Veel later is de molen uitgerust met een elektriciteit-turbine. Momenteel is de molen buiten dienst en uitsluitend een historisch monument, leert ons de pancarte.

 

 

 

Er volgt een korte nijdige beklimming langs een kronkelend pad door de bosrijke natuur langs het “Chateau de Lavison” in St-Sève.  Wanneer we boven komen, rijden we een tijdje op het plateau. De lange flauwe afdaling doet ons in La Réole arriveren. Zonder probleem brengt de GPS ons bij de chambre d’hôtes “Les Galants”.

 

 

Het is precies 18h00, wanneer we ontvangen worden door de enthousiaste gastvrouw Fréderique en haar twee grote honden.  We krijgen 2 magnifieke kamers. Hugo en Antoine op de 1° verdieping met een ruim zonneterras, Pol en Bob op de 2° verdieping met een goed uitzicht over de stad. We doen een wasje en een plasje, de gewassen kledij kunnen we op het zonneterras laten uitwaaien.

 

 

Na een flinke avondwandeling door het drukke centrum, een matig avondmaal en iets teveel wijn kruipen we iets vroeger dan gewoonlijk in ons bed. De wijn maakt ons loom, we kunnen er maar deugd van hebben ! ! 

Oordopjes zoeken en…..Slaapwel.

 

 

Start :         Bordeaux 9h00

Aankomst:   La Réole 18h00    

Afstand :    83km

Weer:    Grijs en af en toe zon +/- 18°C

 

Verblijf:

Chambres d’hôtes  Les Galants

4 rue Bellot des Minière 33190 LA REOLE

Fréderique et Jean Michel BINDA

Tel: 05 56 71 32 41  Port: 06 70 54 83 82

www.les-galantes.com

frederique.binda@orange.fr

 

 

 

26-11-2012 om 10:46 geschreven door Via de la Plata


23-11-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.03 dag 1 Charleroi – Bordeaux 7 mei 2012


03 dag 1  Charleroi – Bordeaux 7 mei 2012

 

 

 

Hoe geraken we weer eens in Charleroi? We vinden  telkens wel een goede ziel, om ons naar de luchthaven te brengen..

De fietsen zijn goed ingepakt en staan in sneltempo op de aanhangwagen. Het is 14h00, we laten Hugo niet zenuwachtig worden, neen dat mogen we onze vriend niet aandoen…..vertrekken maar!

 

Er heerst steeds meer een grote drukte op de luchthaven van Charleroi, straks wordt het even erg als in Zaventem. We zijn te vroeg, toch aanvaarden ze onmiddellijk onze in dozen verpakte fietsen. De uitzonderlijke bagage wordt gewogen en gescand, in een handomdraai zijn we ingecheckt. Toch weet je nooit hoe ze zullen reageren bij Ryanair…..We hebben geluk deze keer, alles verloopt probleemloos.

 

 

Tijd voor ons eerste drankje, de bende is weer bij elkaar. Ons zoveelste avontuur kan beginnen. Het vliegtuig staat vlak bij het gebouw en al stappend is iedereen in de kortste tijd in het toestel. Stipt om 18h20 stijgen we op en om  20h00 zetten we voet op Franse bodem.

 

 

De bagageafhandeling  in Bordeaux verloopt vliegensvlug. Wat een verschil met onze Nationale vlieghaven zeg! Wanneer we buiten het gebouw onze fietsen klaarmaken, hebben we ook al vlug in de gaten langs waar we het centrum van Bordeaux kunnen bereiken.

 

GPS instellen en om 20h45 kunnen we vertrekken. Ik heb met Map Source een fietsvriendelijke weg uitgedokterd. Mooi op een rijtje volgen mijn maatjes. Zonder moeite arriveren we een uur later en 15km verder bij “Hotel du Faisan”. De receptiejuffrouw begroet ons met Franse charmes, ze weet onmiddellijk wie we zijn. Reservatie en betaling is gebeurd met de PC. De fietsen kunnen we bergen in een zijlokaal. 

We kunnen direct onze vier personen kamer betrekken. 

Vlug een douche nemen en een stukje eten is de boodschap. 

 

 

 

Ver moeten we niet, ons hotel ligt recht tegenover het station en eetgelegenheden zijn er hier genoeg. We stappen een typische Franse bistro “la Taverne”  naast het hotel binnen. We bestellen een Affligem, meteen weet “le garçon” dat wij Belgen zijn. We krijgen met veel zwier een uitstekend verzorgd  koel Abdijbiertje.  Laat het smaken vrienden.

 

 

Bij onze vis met salades zou het hier zonde zijn moesten we geen wijn drinken. We moeten Bordeaux, de wijnhoofdstad  toch eer aandoen, menen we.

 

Na ons etentje willen we nog een avondwandeling maken. Het groot stationsgebouw maakt ons nieuwsgierig. Het is 23h30 en er blijft volk haastig binnen en buiten stappen .  

 

       

 

Bordeaux Saint-Jean ziet er een gebouw uit van rond de jaren 1900. Het ligt op de strategische lijn van Lille-Parijs naar de grens met Spanje, Biarritz. De sporen zijn overkoepeld met een metalen dakstructuur ontworpen door de fameuze Gustave Eiffel. Ook de TGV komt hier toe. We staan in bewondering voor zo’n fameus en goed onderhouden gebouw.

 

 

Iets na middernacht worden we door de bewakers gevraagd het station te verlaten. Hoog tijd om onze kamer op te zoeken…..Ai met vier op één kamer! We zullen de oordopjes maar gebruiken zeker!

 

 

Aéroport Bordeaux – Bordeaux Gare de Saint-Jean    15km

 

Hotel du Faisan    Madame Audrey

Rue Charles Domercq  28    33800 Bordeaux

05 56 91 54 52

www.hoteldufaisan.fr

contact@hoteldufaisan.fr

 




23-11-2012 om 11:39 geschreven door Via de la Plata


20-11-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.02 Verslag Canal du Midi Fietstocht 2012 De voorbereiding

02 De voorbereiding

 

 

 

 

 Op onze fietstocht van Brugge naar Eupen van 4 tot 7 augustus 2011, groeide het idee. Het was trouwens mijn eerste grote fietstocht na mijn ongeval in Siena. Hugo verfoeide verleden jaar de bergetappes, hij wilde liever vlakke ritten. Ons maatje Antoine kwam onmiddellijk met een oplossing. “Canal du Midi” wist hij ons te vertellen, is 100% vlak. Dit had hij opgevangen bij een bezoek aan het vakantie salon!

 

Bij onze terugkeer uit Eupen lag de bal in mijn kamp. Ik kon beginnen zoeken naar een reisweg met korte ritten en overnachtingsmogelijkheden.

Zoals bij onze vorige tochten, zullen we er een vakantie voor genieters van maken. Onze prioriteiten zullen ook deze keer zowel bij het sportieve als het culinaire liggen maar we houden eveneens van de natuur en wat cultuur ! 

 

Even op Google en je weet het wel….Onze Nederlandse fietsvrienden hebben een geschikte gids  “ Fietsen langs het Canal du Midi” van onze alom bekende Luc Oteman. De man die ons al zoveel mooie ritten deed maken in het verleden. Zoals “Fietsen in Portugal” en de “Zuid-Franse Gorges in de Provence” (zie voor de verslagen naar de linker kolom van mijn blog).

Dit is zeker voor ons de meest geschikte handleiding.

 

 

 

Ik heb dit boekje aangekocht en als leidraad gebruikt, samen met de gegevens van de leden “Wegwijzer Reisinfo” www.wegwijzer.be  Beenhouwerstraat 9 8000 Brugge.

 

Het grootste probleem bleek echter de datakeuze. In elke familie was er minstens één feest voor een van de kleinkinderen.

 

De reisweg krijgt stilaan vorm. Data worden definitief, nadat we samen met de dames, op Pol ’s uitgesteld verjaardagsfeest in november, onze agenda vergeleken. Enkel de dagen tussen maandag 7 mei en zaterdag 19 mei bleken nog mogelijk.

 

  

 

 

Dat je eigenaardige zaken bij Ryanair kunt tegenkomen wisten we. Het bleek onmogelijk 4 tickets te bestellen om in Bordeaux te geraken. De verrassing werd nog groter, toen ook uit de bus kwam dat het onmogelijk was om terug te keren vanuit Montpellier……….met vier tegelijk.

Het heeft alle schijn van oplichterij bij deze low budget maatschappij. Tickets bestellen 2 per 2 lukte wel maar dan telkens met een hogere prijs! Uiteindelijk kostte de reis heen en terug, fietsen inbegrepen 1080€ of 270€ pp. (Opgepast het fietsticket kost per vlucht telkens 50€pp)

 

Om verrassingen te vermijden moest er ook voor elke dagbestemming naar een overnachting worden gezocht. Deze opgave was tussen kerst en nieuwjaar al in kannen en kruiken.

 

Nog alles mooi in een excellijst gieten, van dorp naar dorp met afstanden en cumuls per dag. Ik maakte voor iedereen een routeboekje met teksten, trajectkaartjes en overnachtingadressen.

 

Enkele boeken uit de bibliotheek van “Wegwijzer” leerden mij meer over de geschiedenis van de streek. Algauw wist ik heel wat over de Katharen en hun tegenstellingen met de Katholieke kerk. Maar ook over “Pierre-Paul Riquet” de ontwerper van “Le Canal du Midi”.

 

Na enkele dagritten om het wintervetlaagje kwijt te geraken vertrokken we op maandag 16 april voor een weekje door Wallonië. Nog enkele weken resten ons om thuis en in de tuin alles op punt te zetten. Het verlangen om te starten is verrassend groot bij de bendeleden.

 

 

De hoofdrolspelers van de bende zijn ook nu, zoals vorige jaren:

Hugo, Bob, Antoine en Pol.

 

 

20-11-2012 om 17:43 geschreven door Via de la Plata


19-11-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.01 Voorblad Canal du Midi Fietstocht 2012




Canal du Midi

Fietstocht 2012

 

Met de “Bende van Bob”

 

Dagboek van een fietstocht

van 07/05 tot 19/05/2012

 

 

%% 

19-11-2012 om 18:28 geschreven door Via de la Plata




>

Blog tegen de regels? Meld het ons!
Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!