De capsules kunnen ook verschillende formaten hebben. We benoemen ze met dezelfde naam als de flessen Er zijn er wel niet zoveel Een Quart, (2,6 cm omtrek) Een gewoon formaat (3 cm) Een jeroboam (3,4 cm) Een Mathusalem (4 cm) Zie afbeelding Quart (van het huis Pommery)
Champagneflessen bestaan in heel wat verschillende formaten. Te beginnen bij de "quart" met een inhoud van 18,7 cl "halve" 37,5 cl "fles" 75 cl "Magnum" 1,5 l Jeroboam 3 l "Rehoboam" 4,5 l "Methuselah" 6 l "Salmanazar" 9 l "Balthazar" 12 l "Nebukadnezar 15 l. Alleen de halve, de standaardfles en de Magnum worden op de markt gebracht in de fles waarin het gistingsproces plaatsvond. De kwartfles, de Jeroboam en de nog grotere flessen worden onder druk overgedaan vanuit standaardflessen. De zeer grote worden tegenwoordig nog nauwelijks gemaakt.
Meteen na het afvullen wordt de fles afgesloten met de definitieve champignonvormige champagnekurk waarop men nog een "plaque" bovenop plaatst. De kurk en het metalen schijfje worden op hun beurt vergrendeld door een "Muselet" van ijzerdraad dat op de hals van de fles wordt vastgedraaid. (het grootste deel van deze ijzerdraad wordt vervaardigt in de firma Bekaert uit Zwevegem W.VL) Ten slotte verdwijnt alles onder een stevige folie.
Nu komt dus het moment om het gistbezinksel te verwijderen. Daarom worden de flessen op hun kop, met het topje van de hals door een ijskoud pekelbad gevoerd. Het bezinksel bevriest en het wordt één geheel. Vervolgens verwijdert men de capsule, waarna door de druk van het gevormde koolzuur, het depot als een propje uit de fles schiet. daarop wordt de fles snel bijgevuld en op smaak gebracht met de zogeheten "Liqueur d'expédition": champagne, rietsuiker en soms ook wat cognac. De hoeveelheid suiker bepaalt de zoetheidsgraad van de champagne. Deze gaat van "Brut" naar "Sec" en "Doux".
Als de gistcellen hun werk hebben gedaan kunnen ze niet in de fles achterblijven.het bezinksel moet verwijderd worden. Daarvoor worden de flessen in "Pupitres" gezet. Dat zijn schuinopgestelde stevige houten rekken, met ronde gaten waarin de halzen van de champagneflessen passen. Eerst staan ze horizontaal ,maar met een regelmaat worden ze geschud, gedraaid, getild en een tikkeltje verticaler geplaatst. De bedoeling id dat het bezinksel (depot) naar de hals glijdt. Dat is het werk van de "Remueur" Doch sinds de jaren zeventig heeft men nu metalen manden: "Gyropalettes" . Deze elektrich aangedreven, computergestuurde manden maken om de acht uur een kleine schokkende beweging en gaan vervolgens ook iets verticaler staan.
Vanaf 1 januari na de oogst, staat de wet het afvullen op fles toe. Meestal gebeurt dit pas eind maart.. Vlak vóór de botteling wordt "Liqueur de Tirage" toegevoegd aan de basiswijn. Deze zorgt voor een tweede alcoholische gisting. Nu niet in een tank maar in de met een tijdelijke capsule afgesloten fles. De gisting op de fles is de essentie van de "Méthode Champenoise" . De "Prise De Mousse" , de hernieuwde gisting duurt gewoonlijk zo'n twee weken maar het kan ook drie maanden duren. De wet schrijft een periode van 60 dagen voor. Dat wil zeggen dat elke fles 60 dagen "Sur Lattes" liggen. Anders gezegd: horizontaal. (Speciale Cuvées liggen soms tot 4 jaar sur lattes)
Nadat men uit het sap alle grove droesem liet bezinken wordt deze verwijderd. Het vocht wordt regelrecht naar gistingtanks geleid. Nog slecht enkele champagnehuizen zoals bvb. KRUG, BOLLINGER, SELOSSE en TARLANT laten hun wijnen in eikenhouten vaten gisten. De gisting gebeurt bij een temperatuur van ongeveer 18 tot 20° en duurt ongeveer 10 dagen. Het is wettelijk toegestaan om al tijdens die eerste gisting suiker toe te voegen. (Chapitaliseren)
Het persen van druiven , onmiddellijk na aankomst,neemt zo'n drie tot vier uur in beslag. Het gebeurt in 2 etappes. De eerste, (de Cuvée) de beste, waarbij de druk enigzins beperkt blijft, mag per 4000 kilo druiven 2050 liter most opleveren. Een tweede (de Taille) zwaardere persing is goed voor nog eens 500 liter.
Hier zien we hoe de druiven in de pers worden gebracht. Dit is een foto van een traditionele pers, die bijna niet meer gebruikt wordt. Er zijn momenteel heel wat modernere champagnepersen in gebruik.
In september worden de druiven met de hand geplukt. Met een soort kniptang worde de trosjes afgeknipt en in mandjes gelegd, daarna brengt men ze samen in bakken die op hun beurt op de tractor geladen worden. Dan is het heel druk in die kleine dorpjes. Tractoren voeren af en aan. De geplukte druiven worden zo vlug mogelijk naar de persen gebracht.
We hebben de afgelopen tien jaar ontelbare keren de Champagnestreek bezocht. Vooral de kleine dorpjes zijn de moeite waard. Hierbij een fotootje van het dorpje CRAMANT. Cramant ligt in de "Cóte Des Blancs" waar we merendeel de Chardonnay druiven vinden. Cóte Des Blancs is één van de drie districten van de Champagnestreek. De andere 2 zijn de "Montagne De Reims" en de "Vallée De La Marne".
En dan begint het grote werk! De eerste in de rij is champagnehuis ABELE HENRI. Prachtige capsules. het zijn als ware kleine miniatuurtjes. Zie foto hiernaast. En zo volgt men verder het alfabet. Van Abelé Henri tot Zimmerlin-Flamant. 267 blz. vol met mooie tot minder mooie capsules, maar ze zijn toch allemaal de moeite waard om tot je verzameling te behoren.
Na de vorige selecties begint het boek met de capsules zonder merk: wij noemen ze "Passe Partouts", de Franse verzamelaars noemen ze weleens de "Génériques". Ze bestaan in een grote verscheidenheid: gewoon in metalen uitvoering, in goudkleur of in rosékleur. daarnaast bestaan ze ook in kleuren: groen, geel, rood, blauw enz. Met diepdruk, vlakdruk of opdruk. De oudere met "encoches" (zie vroegere uitleg) De recente gewoon met plooitjes zoals we de hedendaagse capsules kennen. Er staat enkel CHAMPAGNE op gedrukt, geen merknaam! Hiernaast een goudkleurig exemplaar met diepdruk. Ook wel "estampée en creux" benoemd.
Als derde in rij hebben we de capsules van GLOBE TERRESTRE. (Er staat een kleine afbeelding van een wereldbol in het midden) Ook weer wel of niet gerpersonaliseerd.
Daarnaast krijg je capsules van "LE VIGNERONS" Je hebt ze met een zwarte, blauwe, bordeaux en crème fond. Wel of niet gerpersonaliseerd. Indien wel, dan staat de naam op het randje gedrukt.
Alhoewel ik vandaag heel veel last heb van een banale verkoudheid wil ik jullie toch verder inleiden in het wereldje van de PLAQUOMUSOPHILIE. Moeilijk woord hé, maar zo noemen ze het verzamelen van capsules. Na de capsules van L'AN 2000 hebben we deze van 3ème Millénaire. Je hebt er zonder naam, deze worden gebruikt door huizen die geen eigen capsules gbruiken, het is dus een soort PASSE-PARTOUT. (deze beschrijf ik verder ook nog) Daarnaast heb je er waar wel een huisnaam op prijkt. AUBRY, MARTIN, MARX BARBIER, MOREAU zijn er enkele van. De tekening blijft telkens dezelfde, alleen de naam veranderd. Zie hiernaast een vb. van champagnehuis AUBRY.
Hoe ziet die cataloog er nu van binnen uit? Na een voorwoord en de Index, natuurlijk allemaal in de Franse taal. Nederlandse catalogen bestaan immers niet, komen het eerst de capsules van "L'AN 2000" aan de beurt. Het zijn gepersonaliseerde capsules die als grondkleur wit, zwart, blauw of bordeaux hebben, ofwel een gouden randje hebben (zoals hiernaast afgebeeld) Verschillende champagnehuizen gebruikten deze capsules, natuurlijk telkens met hun eigen naam erop.
De tegenhanger van de vorige catalogus , is deze van Dhr. Olivier Belet. Ikzelf gebruik deze van Dhr. Lambert, anderen deze van Dhr. Belet. Nog anderen bezitten ze allebei. Jammer genoeg maar de quoteringen zijn niet altijd identiek, wat soms voor enige verwarring zorgt bij de verzamelaars. De afbeelding toont u al de nieuwe uitvoering van 2006.