Wat zie je zuster, wat zie je ? Wat denk je als je kijkt naar mij? Een gebrekkig oud mens , niet helemaal wijs, met onhandige manieren, een afwezige blik, die kwijlt bij het eten en geen antwoord geeft, Als je met harde stem zegt: `` ik wil dat je het probeert``! Die niet schijnt te zien wat je doet, en altijd weer een kous of schoen verliest. Die weerloos of niet , me laat doen wat je wilt, bij het baden en eten, als het je dag maar vult, is dat wat je van me vind, is dat wat je van me ziet? Doe eens je ogen open, want je kijkt niet echt naar mij, ik zal je zeggen wie ik ben , tewijl ik hier zit zo stil, terwijl ik beweeg op jouw bevel en eet wanneer en zoals jij dat wil. Ik ben een kind van tien, met een vader en moeder, met broertjes en zusjes die van elkaar houden. Op m`n zestiende een jong meisje met gevleugelde voeten, die er van droomt spoedig een geliefde te ontmoeten. Met twintig een aanstaande bruid, mijn hart springt op, als ik denk aan alles wat ik heb beloofd. Met vijfentwintig heb ik kinderen van mezelf, die me nodig hebben voor een veilig en gelukkig huis. Een vrouw van dertig, mijn kroost groeit nu snel, verbonden met elkaar door een band die hopelijk blijvend is. Met veertig zullen m`n kinderen spoedig het huis verlaten, maar mijn man blijft bij me, zodat ik niet treur. Op mijn vijfigste spelen er weer baby`s op m`n knie, we hebben opnieuw kinderen , mijn fijne man en ik. Dan komen er donkere dagen, mijn man is dood, als ik de toekomst bezie, ril ik van angst, want mijn kinderen zijn veel te druk met hun eigen kroost, en ik denk aan de jaren en de liefde die ik toen heb gekend. Nu ben ik een oude dame en de natuur is wreed, het is een wrede grap dat ze oude mensen belachelijk maakt. Het lichaam verschrompeld, kracht en schoonheid gaan heen, waar eens mijn hart zat , ligt nu een steen. Maar binnen dit oude karkas leeft nog steeds een jong meisje, en af en toe zwelt mijn gehavende hart, dan herinner ik me de vreugde, ik denk aande pijn, en ik leef mijn leven opnieuw en bemin, ik denk aan de jaren, te kort, te snel voorbij, en aanvaard het naakte feit dat niets blijft. Dus zuster, doe open je ogen en zie, niet een gebrekkig oud mens, kijk beter, zie MIJ
|