Van Luc Maes zijn we al het een en het ander gewoon, maar Patrick Sys weet ook wat stunten is.
Hij kon slechts 1 week wachten om dan toch een marathon te lopen binnen de 5 uur.
Hij koos ditmaal voor de Marathon van Beloeil die doorging op 11 oktober.
Bij Patrick hoort bij een marathon een marathon verslag. Voor zo een opstel krijgt hij van Meester Lieven gegarandeerd een 10 op 10 !!!
Marathon van Beloeil 11/10/2014
Een sportman moet kunnen pieken. Dat is gemakkelijk gezegd maar in de praktijk is zoiets veel moeilijker te plannen. Soms valt de dag waarop men optimaal wil en kan presteren iets te vroeg, soms te laat, en af en toe gooit een blessure roet in het eten, heel dikwijls doen ook de weersomstandigheden dat. Na afloop van de Kustmarathon Zeeland wist ik dat mijn crashprogramma ter voorbereiding van de marathon goed geweest was maar dat ik het uitgerekend 1 week te laat ingezet had. Ik was nog niet op het toppunt van mijn kunnen. Met die wetenschap voor ogen en met de zekerheid op zak dat ik de dagen na de kustmarathon heel goed hersteld was (getuige daarvan mijn goeie prestatie in de Crokyrun van 9/11/2014) trok ik afgelopen zaterdag naar de andere kant van de taalgrens, meer bepaald naar Beloeil om er – jawel – opnieuw een marathon te lopen.
Beloeil. Ik had er goeie herinneringen aan. Ik geloof dat ik present was op hun allereerste marathon, zo’n 23 jaar geleden. Inschrijven was toen nog volledig gratis! Alles daar was kleinschalig. Er deden zeker geen honderd personen aan mee maar het was in het dorp gezelligheid troef. Het parcours toen bestond uit twee dezelfde ronden van 21,1 km en was niet bepaald vlak te noemen. Vooral halverwege elke ronde was er een serieuze heuvel die overwonnen moest worden. Dat was 23 jaar geleden. Ikzelf was toen nog in de fleur van mijn leven en ik reeg de marathons met tijden van 2u 45, 3 uur en 3 uur dertig aaneen. Beloeil was er eentje van 3 uur 30. Een iets mindere tijd dus en dat was te wijten aan o.a. die heuvel maar ook aan de onbestaande publieke belangstelling. En ik herinner me nog dat het die dag vrij warm was en over het algemeen ben ik geen goeie warmweerloper.
Beloeil anno 2014. Ik had gelezen dat de sympathieke organisatoren vanaf 2015 in dit dorp met een kasteeldomein zo groot als het dorp zelf geen individuele marathon meer zouden inrichten. Dit was voor mij nog een extra reden om in extremis naar ginder te trekken. Hoe totaal anders was het weer die dag! Waar het kwik de week voordien (en ook 23 jaar voordien) opklom tot 20 graden was het zaterdag nauwelijks 14 graden. Prima voor mij hoor! Minder prima was de regen die met bakken neerviel. Na mijn inschrijving (niet meer gratis, maar in tegenstelling tot de stadsmarathons met 8 euro nog altijd spotgoedkoop) had ik nog een uurtje om me voor te bereiden. Ik keerde terug naar de wagen die net als de andere wagens geparkeerd stond op een graspleintje dat al gauw verworden was tot een modderpoel. De regen kletterde op het dak van mijn auto. Ik kwam er pas een tiental minuten voor de start uit tevoorschijn. Wandelde naar de start. Gelukkig stond er naast de startlijn een tent opgesteld waar we met zowat 60 deelnemers nog net allemaal onder konden schuilen. Ik rillend van de kou. Ik sprak er met enkele Oost-Vlamingen-veellopers die mij te kennen gaven wel te zullen starten maar, als die regen zo zou blijven aanhouden, er onderweg de brui zouden aan geven. Ik dacht daar anders over maar zei het niet. Doorzetten was de boodschap. Dacht wel eens na over mijn knusse zolderkamertje thuis. Hoog en droog. Wat een verschil met hier!
10u40. De verlossende start. Naar goeie gewoonte hield ik me koest ergens in de achterhoede. Haha, eindelijk kon ik de beentjes strekken. Opwarming was niet nodig. Daar had ik nog 42 km de tijd voor. Ik bleef Kareltje Lismonds gevleugelde woorden indachtig: “Een koerspaard heeft ook geen stretching nodig”. Ik voelde onmiddellijk dat die beentjes goed zaten en ook dat het lopen door de plassen heen best leuk was. Het enige waar ik me wat zorgen over maakte was dat mijn T-shirt al na enkele kilometers doorweekt was en zwaar tegen mijn huid aan plakte. En het bleef maar regenen. Gauw viel ik alleen. Niet moeilijk als je maar met zo weinigen start. Dat was geen probleem voor mij. Ik ben een geboren einzelgänger. Af en toe passeerde ik iemand. Af en toe passeerde iemand mij. Ik hield een mooi tempo aan. Ik had de indruk dat – in tegenstelling tot de week voordien - de kilometers voorbijvlogen. Elke kilometer, van begin tot einde, stond hier aangeduid. Dat is een pluspunt. Maar was de afstand wel juist berekend? Het zou niet de eerste keer zijn dat een organisatie korte kilometers incalculeert. Ik had mijn iFitprogramma op mijn smart Phone ingeschakeld, ik zou dus achteraf wel een controleren of alles klopte. Na vier kilometer werden we een bos ingestuurd. De plasserige wegen werden ingeruild voor drassige bospaden. Op sommige plekken liepen we enkeldiep met nergens een uitwijkmogelijkheid. Maar ik vond het nog altijd aangenaam. Het hield ons bezig, dat voortdurend zoeken naar het ideale spoor. En zo ook passeerden tijd en afstand voor je er erg in had. Langsheen heel het parcours waren er veel seingevers opgesteld. Maar in het bos werden die op sommige plaatsen vervangen door linten. Na 9 km liep ik daardoor even verkeerd. Gelukkig merkte ik dit gauw op omdat ik de jojoënde loper voor mij plots niet meer zag. Hij was als in het niets verzwonden. Dat kon niet. Ik keerde op mijn stappen terug en, jawel, ik was onbewust over zo’n lint dat op de grond lag gelopen. Ik had de verkeerde afslag genomen. Dit voorvalletje deed niks aan mijn algemeen gevoel van welbehagen af. Mijn lichaam was oké. De benen waren oké. Beter dan in Zeeland. Er hing hier zeker meer zuurstof in de lucht. Zuurstof waar ik zo economisch als mogelijk naar hapte. In en uit, in en uit, in en uit op het mantra van mijn passen. Alleen wist ik niet goed aan welk tempo ik liep. Kilometerbordjes 14, 15, 16, 17 ... Allemaal in het bos. Nergens een tijdsklok te bespeuren. Ik liep verder op het gevoel, een goed gevoel. Ik zou het wel merken na die eerste ronde van 21,1 km. Die zou ik zeker al lopend halen. Die zekerheid had ik al. Alles erna zou bonus worden. Eenmaal uit het bos opgedoken werden we voor even opnieuw een weg opgestuurd. Eventjes maar want daar was al het slijkerige domein van het kasteel van Beloeil. De regen was geminderd maar nog altijd niet opgehouden. Ik moest denken aan het nieuwe veldloopseizoen. Vele crossen liggen er lang zo drassig niet bij als nu die kilometerslange stukken tijdens deze marathon. Eenmaal het kasteeldomein doorploeterd was het nog een kilometertje naar het centrum van het dorp waar op dezelfde plek zowel de start- en aankomstmeet lagen maar ook de twee doorkomsten waren. Ik was benieuwd naar mijn tussentijd want ik wist dat daar tenminste een sportklok opgesteld stond. Tot mijn grote verbazing duidde die halfweg voor mij 1 uur 59 minuten en een handvol seconden aan. Ik had dus een halve marathon gelopen in minder dan twee uur! Terwijl het mijn plan was om er toch een kwartiertje langer over te doen. Met een glimlach uitgesmeerd over de hele breedte van de weg liep ik van toen af verder. Mijn dag – wat zeg ik? – , mijn jaar kon van dan af niet meer stuk. Ik hoefde alleen nog maar een stukje verder te lopen. Grenzen verleggen. Mijn grenzen verleggen. Proberen door te lopen tot aan km 25, misschien wel tot aan de 30. In ieder geval mijn eindtijd van Zeeland ruim verbeteren. Op naar een sub 5 uren tijd! Want dat was mijn doel voor die dag en dat doel lag binnen loopbereik. Plots was het opgehouden met regenen. Het werd daarom niet echt warmer. Dat hoefde voor mij ook niet maar het stoppen met regenen had als voordeel dat de waterplassen kleiner werden. Ik was bezig aan de tweede van de drie ronden. Die laatste twee ronden waren elk een goeie tien kilometer lang. Ze gingen niet meer door het bos maar wel nog iedere keer doorheen het zompige kasteeldomein. Kilometer 25 passeerde ik nog al lopend maar van dan af zette ik het op een wandelen. Het had geen zin om me nog verder te forceren. De volledige marathonafstand zou ik nooit helemaal kunnen lopen. Toch nog niet in dit jaar. Tot dan toe had ik een Lucske Maes gedaan: ik had onderweg niks gedronken. Gezien de weersomstandigheden was dat zeker geen probleem gebleken. Maar vanaf de eerstvolgende bevoorradingspost ging ik mijn schade inhalen. Na km 28 was het zover. Twee bekertjes water nemen en al snelwandelend leegdrinken. Ook mijn wandelen bleek me veel beter af te gaan dan een week voordien tijdens dat verschrikkelijke duinenoffensief. Toen kreeg ik op den duur mijn benen duinop nauwelijks nog omhoog. Nu voelde ik dat ik zeker mijn goedgetraind loopband wandelritme van ruim zesenhalve kilometer per uur makkelijk tot het einde toe zou kunnen volhouden, slijk of geen slijk. En ik begon nog meer te genieten. Genieten van het landschap. Ik had meer tijd nu om om me heen te kijken. Zelfs om een heel korte babbel te slaan met de schaarse toeschouwer. Of om de seingevers te bedanken voor hun onontbeerlijke vrijwilligerswerk. Af en toe liep er nog eens iemand mij voorbij. Het laatste uur welgeteld één iemand. En dan was het zelfs nog een man die ik een tijdje tevoren zelf al wandelend voorbijgestoken had. Niet dat mijn wandeltempo verzwakte. Neen. De echte reden was dat de man tijdens de laatste doortocht van het kasteeldomein nog een laatste loopeffortje kon opbrengen tot aan de meet toe terwijl ik wijselijk daarmee nog wachtte tot ik opnieuw vaste grond onder de voeten voelde. En toen was de vogel al gaan vliegen. Ik zag hem nog in de verte in de rue des Combattants, maar de strijd was al gestreden. Dan nog de rue de la Hunelle door, en daar de bocht naar de rue Baron Descamps waarvan ik wist dat daar even verderop de eindmeet lag. Oef, gelukt! Ik kreeg een medaille omhangen en in mijn rechterhand een magnumfles bier op kurk toegestopt. Vanuit mijn linker ooghoek zag ik de wedstrijdklok: 4u40’ en zoveel seconden. Missie volbracht. Bijna een uur beter gelopen/gewandeld dan de week tevoren! Mijn tweede carrière als loper is definitief ingezet.
Bij aankomst merkte ik dat de batterij van mijn smart Phone de geest gegeven had. Bij thuiskomst en na het opnieuw opladen merkte ik dat het iFitprogramma de gegevens van mijn loop geregistreerd heeft tot aan km 32,17. Ik deed er op dat moment 3:28:38 over en was op dat ogenblik aan mijn derde ronde begonnen. De kilometeraanduiding klopt dus wel.
Tot slot nog even verwijzen naar de website van de marathon. Hou er wel rekening mee dat het nog een tijdje kan duren eer de uitslag van dit jaar erop zal verschijnen. Van hun website maken ze blijkbaar geen prioriteit.
► ► http://users.skynet.be/marathon.beloeil/index.htm6
Of ik me nu opnieuw een marathonloper voel? NEEN. Want, ondanks het feit dat ik in een week tijd twee marathonmedailles aan mijn collectie mag toevoegen, heb ik er geen enkele uitgelopen. Ik heb ze uitgewandeld. Uitlopen, dat zal voor volgend jaar zijn. Zeker weten!
groetjes, Patrick
|