Opinie: is elektrisch rijden alleen maar geschikt voor op de kermis?

Voor u mij op de brandstapel flikkert: de boutade “elektrisch rijden doe je op de kermis” komt niet van ondergetekende, maar is veelal terug te vinden in de commentaren op social media. Een publicatie over elektrische crossmotoren is telkens weer “gefundenes fressen” voor alle motorsportfans die elektrische crossmotoren vergelijken met elektrisch aangedreven keukengerei zoals een staafmixer.
Sinds het ontstaan van de motorcrosssport, lang voordat ik voor het eerst een hengst op de kickstarter van een crossmotor mocht geven, worden deze machines aangedreven door benzine. Je kan het Nikolaus August Otto, de uitvinder van de benzinemotor, moeilijk verwijten maar die dingen maken lawaai. En net dat is het argument van de tegenstanders, om over te schakelen op elektrische motoren.
Toen Stark Future op de markt kwam met hun elektrische Varg, liepen de gemoederen hoog op. Bij het gros van het conservatieve crossvolk, schoot de lancering van de elektrische machine uit Barcelona in het verkeerde keelgat. Het was toen, net als bij de komst van de elektrische auto’s, dat voor en tegenstanders hun argumenten ontplooiden op sociale media. Die waren niet altijd even fijnbesnaard en werden zonder enige vorm van kennis, research of ervaring op het wereldwijde web geslingerd.
Motorcross wordt al decennialang geassocieerd met geluid, rook en geur. Of dat een argument is om dit gegeven in stand te houden is een andere vraag. Feit is dat zowel de believers als de non-believers weetjes aanslepen om hun standpunten te verduidelijken. Elektrische motoren worden aangedreven met een batterij en daarin zitten niet zo milieuvriendelijke stoffen.
Niet omdat ze per definitie allemaal “giftig” zijn in normaal gebruik, maar omdat winning, productie en afvalverwerking impactvol zijn. Lithium, kobalt, nikkel, grafiet, mangaan, elektrolyt, aluminium en koper zijn op hun manier allemaal milieubelastend, de ene door de manier van ontginnen, de andere in het productieproces en sommigen bij de recyclage. Sommige stoffen zijn zelfs milieubelastend in elk proces, van ontginning tot recyclage.
Er zijn mijnuitbaters die zich schuldig maken aan kinderarbeid, uitbuiting en mensonwaardige arbeidsomstandigheden, vaak de hand boven het hoofd gehouden door corrupte regeringsleiders. Zeg maar dictators die garen spinnen door mee te heulen met rebellen en zo een vette cent in eigen zak steken ten koste van hun eigen bevolking. Tesla, een voortrekker in de elektrificatie van auto’s, beweert dan weer dat het werkt aan “ethisch verantwoorde” toeleveringsketens voor de productie van hun batterijen, maar daarmee zijn alle problemen niet van de baan.
Het kan dus ironisch klinken dat je het milieu gaat redden door geen CO₂ uit te stoten met je voertuig terwijl je net voor de productie van batterijen toch CO₂ in de atmosfeer gaat pompen. Helaas is dit gegeven voor onze geliefde sport naast de kwestie want de belangrijkste tegenkanting van de motorcross is het geluid. We willen allemaal een planeet die gezond blijft maar we willen ook dat de motorcross blijft bestaan. De sport heeft de afgelopen twintig jaar flinke klappen gehad, zeker in ons land. Je kan je trouwens afvragen wat de milieu-impact is van al die stukjes groen, die onder druk van vastgoedmakelaars, zijn verdwenen? Maar dat is een andere discussie.
Soit, geluid dus. Dat de beleidsmakers in deze sport, en daarmee bedoel ik echt die uit de hoogste rangen, de bui te laat zagen hangen, staat als een paal boven water. Het dichtbevolkte België was als motorcross-grootheid blijkbaar niet belangrijk genoeg om te zien wat er moest gezien worden. Nu, twintig jaar later zie je hetzelfde fenomeen opduiken elders in Europa. In Ierland, Nederland, Engeland, Frankrijk en Duitsland staan tegenstanders en milieuverenigingen op hun achterste poten en zie je langzaam maar zeker hetzelfde gebeuren.
Bij de teloorgang van de sport (lees het verdwijnen van circuits) werd er geschreeuwd om een mars op Brussel, werden er CO₂-bossen aangeplant, werden er wilde ideeën gespuwd op social media maar gebeurde er verder niks concreets. Er werd geopperd dat het flauwe zever om langs elke Stark Varg een stroomgroep te zetten om zo de batterij op te laden. Elke nieuwe technologie heeft echter groeipijnen en dus tijd nodig om tot een bevredigend resultaat te komen.
Dat België een succesvol land was in de motorcross doet nu niet meer ter zake. Wat er nu moet gebeuren, is dat de uitbaters van de enkele circuits die ons land nog rijk is, alles aangereikt moeten krijgen om deze omlopen verder te kunnen uitbaten. Elektrisch rijden is één van de oplossingen, ondanks al de negatieve en niet onderbouwde tegenargumentatie. Het is echter in de verste verte niet de enige oplossing.
Na Stark Future en Honda is Yamaha de derde grote fabrikant die op de kar van de elektrificatie springt. Op de voorbije motorbeurs EICMA in Milaan stonden ze met een goed door ontwikkeld exemplaar te blinken, netjes in de voor het merk typische blauwe livrei. Dat de fabrikanten de stap naar elektrificatie met de nodige omzichtigheid aanpakken spreekt voor zich. Grote investeringen doen in een kleine sport als motorcross doe je dus met de nodige voorzichtigheid.
Als je een leven lang op de wedstrijden aanwezig bent, lijkt het alsof je midden in een waanzinnig grote sport zit, maar niets is minder waar. Om een voorbeeld te geven: Honda verkocht in 2024 wereldwijd ongeveer 19 miljoen motoren, waarvan minder dan 1% offroadmotoren. Daar moet je dan nog de adventure- en andere off-road gerelateerde modellen van aftrekken. U begrijpt dat de elektrificatie van motoren traag gaat, en dat heeft niet alles te maken met de goodwill van de fabrikanten maar ook met de markt. Een sowieso al conservatieve motormarkt reageert traag op nieuwigheden, hoe inventief ze ook moge zijn.
De reacties op social media zijn dikwijls erg zwart-wit en weinig genuanceerd. Dat de groenen de sport kapotmaken, dat de beleidsmakers van ons land en de lokale politiek deze sport in de steek laten, dat elektrische motoren op de kermis horen, dat de cross geluid moet maken, dat uitlaatgassen en de geur ervan bij de sport horen, enzovoort.
Het is echter een feit dat onze samenleving veranderd is. Motorsport zit anno 2025 niet meer in het hart van de jongeren; de uitzonderingen bevestigen hier ook de regel. Dorpen die leeglopen omdat er cross is, dat komt nooit meer terug. De gouden jaren zijn voorbij, maar ik wil dan ook weer niet het pessimisme overnemen van onze socialmedia-koningen en stellen dat de sport gedoemd is om te verdwijnen. Deze sport is pure emotie en die ging al die succesvolle decennia gepaard met geluid en specifiek geurende uitlaatgassen. Ook ik genoot ervan maar nu lijkt het bijna een misdaad.
Toen ik nog een grasmaaier op benzine had, gooide ik bij het vullen van de tank, een flinke geut R4O erbij, gewoon om de geweldige geur. Als u niet weet wat R40 is bent u helaas te jong om te weten wat het is en hoe geweldig het ruikt. Ik maai mijn gras intussen elektrisch, om maar te zeggen dat een mens niet moet blijven hangen in oude gewoontes. Bovendien was die oude Briggs & Stratton motor tot op de draad versleten. Motorcross is een conservatieve sport en grote veranderingen vallen moeilijk, dat is perfect te begrijpen. Het bovenstaande is ook geen promotie voor de elektrische crossmotor want ondanks dat die dingen fantastisch rijden is kijken naar een wedstrijd met die dingen niet de geweldigste ervaring ter wereld. Dat hoeft echter geen pleidooi te zijn om verder te doen met onze oude gewoontes.
Motorcross zal niet verdwijnen, maar de sport op zich zal zich wel moeten herbronnen, en dit met een brede visie op de toekomst. Terugkijken op wat was, zal ons niet helpen. De visie dat verbrandingsmotoren horen bij de sport gaat ons niet helpen. Ook de 52 Belgische wereldtitels niet, net als de mogelijkheid dat Liam Everts en Sacha en Lucas Coenen er volgend jaar nog twee bijdoen. Het enige wat ons kan helpen, is gezond verstand, een open blik op de toekomst, een andere mindset, een begripvolle minister van Omgeving, overleg en redelijkheid van alle betrokken partijen.
De transitie van de sport zal tijd vergen, met tussenoplossingen zoals het reduceren van het geluid van de huidige motoren, het aanreiken van middelen aan de bestaande circuits om de uitbating te kunnen verzekeren zonder last voor omwonenden en de dieren in onze natuur.
Tekst: Danny Hermans
|